[***] (roze bandje, woont bij mij en paps) en Cai (zwarte bandje, woont bij moeder en zusje)
Ook woont hun grote broer [***] bij mijn moeder. Met hem train ik ipo. En dit zal ik ook met [***] gaan beoefenen.
Cai zal naar de speurhondenschool gaan. En gaat mijn moeder mee trainen.
Voorlopig mogen ze lekker pup zijn. Zullen ze elke dag met elkaar kunnen spelen. En Djang vind het helemaal geweldig














