Salka schreef:Neuh, traditie zou ik het niet willen noemen. Eerder een hardnekkige misvatting uit het verleden, die er eerst heel lang over gedaan heeft om als misvatting herkend te worden en daarna nog eens minstens zo lang om ook weer uit te sterven. Toen in de jaren '60 de eerste ijslanders naar NL kwamen - en dat waren bepaald niet de besten - bestond er hier hoegenaamd geen kennis over het rijden van de ijslandse gangen en wegens taalbarrière viel het niet mee deze te ontlokken aan ijslandse ruiters die wel wisten hoe het moest.Is het niet allemaal puur traditie?
De truc afkijken was dus het devies en dat is waar het misgegaan is. Het hoger ingesteld zijn van een paard in tölt is natuurlijk iets dat meteen opvalt als je er naar kijkt en toen zijn door de toenmalige ijslanderliefhebbers, wegens niet gehinderd worden door enige rijkunstige achtergrondkennis, oorzaak en gevolg omgedraaid. Er is (in plaats van: "bij het tölten gaat de kont omlaag en eronder") geconcludeerd: "om te tölten moet je de kop omhoog trekken". Medio/eind jaren tachtig pas is men langzaamaan tot het inzicht gaan komen dat dit toch niet echt de manier was, maar voordat zulks dan in alle geledingen van de sport voldoende is doorgedrongen, ben je toch weer een aantal jaren verder.
Heden ten dage zie je het ouderwetse "hengelen" gelukkig echt nog maar héél weinig. Wat je helaas wel nog regelmatig tegenkomt zijn inderdaad de in protest uitgedrukte onderhalzen en weggedrukte ruggen. Daar zijn een hoop verschillende oorzaken voor te verzinnen, zoals bijv.:
- ruiter wil meer van paard dan paard op dat moment fysiek/conditioneel kan handelen en overvraagt het.
- paard heeft meer temperament dan waar ruiter rijkunstig mee uit de voeten kan, waardoor laatste zich, teneinde niet remloos aan de kletter te gaan, genoodzaakt ziet om continue aan de noodrem te hangen.
- gebrek aan talent/belemmeringen in de bouw bij ruiter, paard en/of beiden.