Bokt.nl

**Geplaatst**: 28-10-09 20:58

Geplaatst: 28-10-09 20:58

_Lisanne schreef:
Nee zo is het helemaal niet. Het is niet dat wij meer mogen dan de rest.

Ik ben volgend jaar 18 en ik heb gewoon weinig zin in weer die 8 jarige kinderen enzo. En dingen zoals een modeshow. Heb daar gewoon vrij weinig behoefte aan.

Maar ik wil wel graag met Celine etc op kamp en als poel dat goed vind, wat is dan het punt? Er zijn ook andere kinderen die jonger zijn dan 18 die ook op 18 + mogen komen. Gewoon omdat ze qua gedrag en kunnen een stuk verder zijn dan de rest.

Dat heeft niks met voortrekken te maken hoor.

Oke, dat wist ik niet. Dan is het wel redelijk. Wie dan zoal?

**Geplaatst**: 28-10-09 20:59

Geplaatst: 28-10-09 20:59

Fira schreef:
Dan ga ik ook op 18 + kamp, mogen jullie me luier verschonen

Haha nee grapje,

Ik heb buikpij

Nou, liever niet.

:(:)

**Geplaatst**: 28-10-09 21:00

Geplaatst: 28-10-09 21:00

Ik ga

**Geplaatst**: 28-10-09 21:00

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:00

Doeeeg

**Geplaatst**: 28-10-09 21:01

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:01

Ik heb geen idee. Maar ik had het er met Sandra overgehad, omdat ik niet wist of ik nog wel op kamp wilde. Ivm de spelletjes en de veel jongere kinderen etc. En toen vroeg ze waarom ik niet op 18+ kamp kwam en toen zei ik van nouja ik ken niemand die 18 is in die zomer die mee wil.
En toen zei ze dat ik eventueel iemand anders die jonger was (maar die zich niet jonger gedraagt zeg maar, dus voor haar leeftijd iets ouder is) mee mocht nemen.
En toen zei San ook dat er ook 2 andere meisjes waren geweest in de zomer die qua gedrag ook veel ouder waren dan de rest van hun leeftijd en die mochten volgend jaar ook op 18+.

**Geplaatst**: 28-10-09 21:01

Geplaatst: 28-10-09 21:01

**Geplaatst**: 28-10-09 21:03

Geplaatst: 28-10-09 21:03

Zodiac foto's!!!! :+:

Ahh lieffie! (jammer van mijn neus

)

Lief toppertje. :+:

**Geplaatst**: 28-10-09 21:06

Geplaatst: 28-10-09 21:06

Fira schreef:
Wie weet er een jankliedje, moet efkes de stress kwijtraken

Dj ysea (ofzo): samen is sterker dan een

zooooown zielig liedje

**Geplaatst**: 28-10-09 21:09

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:09

http://www.youtube.com/watch?v=gRqFSGUNDhc

Is ook een mooi liedje.

**Geplaatst**: 28-10-09 21:21

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:21

ooh leuke foto's lisan

weetje,
het zag er wel heel wakker uit hoor,
jullie met z'n alle met jullie pyjama's over de manege

echt droog XD
Jullie hadden ook zo'n heeeerlijk wakkerre blik

**Geplaatst**: 28-10-09 21:26

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:26

Hahaha ja leuk he onze pyama's :')

De mijne was nog de beste haha. Nee was echt erg. We sliepen natuurlijk best laat. En 's morgens was San al weer om half 8 in de weer. En soms moesten die kindjes ook opstaan en dan waren wij natuurlijk ook wakker. 6 uur slapen op die bedden is dan niet echt de perfecte nachtrust. _O-

Maarja we konden steeds niet meer slapen dus gingen we er ook maar uit hahaha. :')

Ging wel eerst mn make-up checken voor we de manege overgingen hoor hahaha!

**Geplaatst door de TopicStarter** : 28-10-09 21:47

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst door de TopicStarter : 28-10-09 21:47

Ik wil ook met jou op kamp Lisanne! :oo

**Geplaatst**: 28-10-09 21:50

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:50

Jaaa ik wil ook dat je in dezelfde week komt :))

Lijkt me echt super gezellig en leuk!!!!

**Geplaatst door de TopicStarter** : 28-10-09 21:52

Geplaatst door de TopicStarter : 28-10-09 21:52

_Lisanne schreef:
Jaaa ik wil ook dat je in dezelfde week komt
Lijkt me echt super gezellig en leuk!!!!

Ik ben 16 + _O-

**Geplaatst**: 28-10-09 21:54

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:54

ik ga slapen
xx

**Geplaatst**: 28-10-09 21:54

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:54

Maakt allemaal niet uit hoor hahaha. :')

Maken we er wel een soort van 16+ week van hahaha.

**Geplaatst door de TopicStarter** : 28-10-09 21:55

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst door de TopicStarter : 28-10-09 21:55

Ik doe gewoon illegaal mee

**Geplaatst**: 28-10-09 21:56

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:56

Zeg maar dat je 18 bent hahaha _O-

**Geplaatst door de TopicStarter** : 28-10-09 21:57

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst door de TopicStarter : 28-10-09 21:57

Jah

Volgens jaar poel hoop ik wel M2 te zijn O:)

**Geplaatst**: 28-10-09 21:57

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 21:57

Slaap lekker Adin!!

Nee Laris, wij hadden een afspraak?! Volgend jaar Young Riders. :))

**Geplaatst door de TopicStarter** : 28-10-09 21:59

Geplaatst door de TopicStarter : 28-10-09 21:59

Oja, vergeten, jaaa gaat zeker lukken! :Y)

En jij deed toch ook mee in Londen 2012 met koos EN gips!

**Geplaatst**: 28-10-09 22:04

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 22:04

Ja tuurlijk. Over 2,5 jaar is Gipsy Grand-Prix klaar hoor, word een makkie :))

**Geplaatst door de TopicStarter** : 28-10-09 22:08

Geplaatst door de TopicStarter : 28-10-09 22:08

Organismen: Bacteriën, schimmels, planten en dieren (mensen).
Elk individu heeft een levensloop. De 4 levensverschijnselen zijn: stofwisseling, groei, ontwikkeling en voortplanting. Elk individu gaat dood maar elk soort heeft een levenscyclus, omdat de soort blijft voortbestaan. Als een individu geen levensverschijnselen meer toont dan is ie dood. Er zijn ook dingen die nooit hebben geleefd, bijv. een steen, die is levenloos. In een individu worden moleculen omgezet in andere moleculen, enzymen versnellen de chemische reacties van stofwisselingsprocessen.
Volgens de theorie van Generatio Spontanae (Aristoteles) kunnen organismen plotseling uit levenloze of dode materialen ontstaan. Hij geloofde dar levenloze/dode materialen/organismen sluimerende levenskrachten hadden. (Bomen die ganzen voortbrachten). Deze theorie had tot in de 19e eeuw aanhangers. De onderzoeker Van Helmont had een recept ontwikkeld waardoor uit vuile was en graankorrels muizen ontstonden. Dat kwam natuurlijk omdat de omgeving niet was afgesloten en de muizen bij de graankorrels konden komen. Een van de eerste onderzoekers die twijfelde aan deze theorie was Italiaan Redi (experiment maden, rottend vlees, vliegen). Anderen geloofden dat lucht een levenskracht bezitten die de GS mogelijk maakte. Van leeuwenhoek ontdekte met zijn microscoop eencelligen in water. Needham voorde een experiment met verhitte bouillon. Dat sloot hij af en naar enkele dagen werd het troebel en zaten er bacteriën in. Spallanzani deed die proef ook maar sloot de kolf na het verhitten af. Toen bleef de bouillon vrij van bacteriën. Pas in 1860 kwam Pasteur met het bewijs dat er overal in de lucht, in de bodem en in het water micro-organismen aanwezig zijn.
Natuurwetenschappelijk onderzoek:
- Observatie (waarnemingen)
- Probleemstelling
- Hypothese (veronderstelling)
- Onderzoeksvraag, verwachting
- Experimenteren
- Resultaten
- Conclusie
Een orgaan is een deel van een individu met een of meerdere functies. Een orgaanstelsels bestaat uit een aantal organen die samen een bepaalde functie uitoefenen. Bijv. het bloedvatenstelsel. Als een lichaamsvorm gestroomlijnd is dan loopt de kop, romp en staart geleidelijk in elkaar over. De hersenen van een mens bestaan voor het grootste deel uit neuronen (zenuwcellen). De verbindingen in de hersenen vormen een neutraal netwerk. In organen als de nieren, de placenta bij de zoogdieren en de kieuwen van vissen vindt uitwisseling van warmte volgens het tegenstroomprincipe plaats. Schaatspakken met ribbels gaan harder omdat er minder lucht weerstand is. In een orgaan kunnen cellen voorkomen die heel verschillend van vorm zijn. Ook bij cellen hangt de vorm samen met de functie. Meestal liggen de cellen met dezelfde vorm en functies in groepen bij elkaar (weefsel).
Bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar maar komt er een tussenstof voor. Tussenstof bestaat uit dood materiaal, in sommige weefsels is dit hard, bij andere zacht.
Elk deel van een cel met een eigen functie wordt een organel genoemd. Een cel bestaat uit cytoplasma en kernplasma. Het cytoplasma bestaat uit grondplasma en organellen. Grondplasma is een stroperige vloeistof die bestaat uit water met allerlei opgeloste stoffen (zouten, eiwitten, vetachtige stoffen). De buitenste laag van het cytoplasma is een dun vlies, het celmembraan. De celkern bestaat uit kernplasma. De buitenste laag van het kernplasma is het kernmembraan, die scheid de kernplasma van het cytoplasma. De celkern regelt de stofwisselingsprocessen. In het grondplasma kunnen vacuolen voorkomen (een blaasje gevuld met vocht). Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan. In dierlijke cellen komen geen vacuolen voor (of heel klein). Jonge plantencellen hebben vaak meerdere vacuolen, naarmate ze ouder worden zijn de vacuolen samengegroeid tot 1 grote centrale vacuole (speelt een grote rol bij de stevigheid). Het cytoplasma ligt dan in een dunne laag tegen de celwand aan (wandstandig cytoplasma). Bij plantencellen bestaat het vacuolevocht uit water met opgeloste stoffen (zouten, glucose, afvalstoffen, kleurstoffen en andere reserve stoffen). Dieren hebben geen wandstaltig cytoplasma want ze hebben geen grote centrale vacuole. De blauwe, paarse, rode of roze kleur van bloemen wordt meestal veroorzaakt door de kleurstof anthocyaan. In het cytoplasma van jonge plantencellen komen proplastiden voor, kleine korrels die zich tot plastiden kunnen ontwikkelen. Uit proplastiden kunnen chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten ontstaan. In chloroplasten (bladgroenkorrels) vind fotosynthese plaats (met licht, glucose uit water en koolstofdioxide, zuurstof komt vrij). De ontwikkeling van chloroplasten uit proplastiden wordt veroorzaak door licht. Chromplasten (kleurstofkorrels) bevatten gele + / rode pigmenten. Felle gele, oranje en rode bloemen en vruchten worden veroorzaakt door deze plastiden. Chloroplasten en chromoplasten kunnen in elkaar overgaan. (Tomaat: groen » rood), ook andersom kan bij bijv. een wortel. Leukoplasten zijn kleurloos, ze kunnen zich ontwikkeling tot chloroplasten, chromoplasten en amyloplasten (hier in zitten zetmeelkorrels opgeslagen). De celwand is tussencelstof en behoort niet tot de cel. Celwanden zorgen voor stevigheid, ze sluiten vaak niet aan met andere celwanden. Tussen de celwanden komen kleine holten voor, intercellulaire ruimten (gevuld met lucht of water).

*AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAH*
Met een elektronenmicroscoop kunnen veel sterkere vergrotingen worden belicht dan met een gewone lichtmicroscoop, hierdoor zie je veel meer organellen. De kern is het centrale regelpunt van een cel. In het kernplasma liggen chromosomen (DNA), daar vanaf gaan boodschappen naar het cytoplasma. Bijv dat een bepaald molecuul de code voor productie van eiwit bevat. De molecuul gaat door een kernporie in het kernmembraan richting het cytoplasma. Het komt terecht in het membranenstelsel dat is aangesloten op het kernmembraan, het endoplasmatisch reticulum. Dat is een ingewikkeld netwerk van dubbele membranen in het cytoplasma. De membranen liggen bijna tegen elkaar aan, daar tussen zitten ruimten die met elkaar in verbinding staan. Het ER vervult een functie bij het transport van moleculen in de cel. Op de membranen van het ER bevinden zich ribosomen, bolvormige organellen waarop de synthese van eiwitten plaats vind. Het grootste deel van de ribosomen liggen op de membranen in het ER, de rest komt vrij in het cytoplasma voor. Eiwitten die door de ribosomen zijn gesynthetiseerd komen terecht in de ruimten tussen de membranen van het ER. Ze hebben dan nog niet hun uiteindelijke vorm gekregen. Er gaan blaasjes van het ER naar het Golgi-systeem, daar krijgen ze hun uiteindelijke vorm. Van het Golgi-systeem gaan blaasjes met eiwitten naar buiten de cel. De afgifte van stoffen door een cel heet secretie. In cellen van klieren (speekselklier) en in cellen van slijmvlies vindt veel secretie plaats. Het Golgi-systeem bestaat uit opgestapelde platte blaasjes, omgeven door een membraan. In dierlijke cellen worden ook lysosomen afgesnoerd van het Golgi-systeem. Lysosomen blijven in de cel, de eiwitten in lysosomen zijn enzymen. Enzymen versnellen de chemische reactie. De lysosomen hebben een functie bij de vertering van stoffen in de cel. Mitochondriën (ev. Mitochondrium) zijn ronde / boonvormige organellen. Ze bestaan uit een dubbel membraan waarvan het binnenste membraan sterk geplooid is. Door die plooiing is het oppervlakte groot en kunnen er veel enzymen voorkomen. In Mitochondriën vind verbranding plaats, vooral van glucose, voor dit proces wordt zuurstof gebruikt. De enzymen die de verbranding mogelijk maken liggen op het binnenste membraan. De energie die bij verbranding vrij komt wordt tijdelijk opgeslagen in de moleculen van de stof ATP (adenosinetrifosfaat). Als er later energie nodig is dan wordt het weer vrij gemaakt uit de ATP moleculen. Het aantal Mitochondriën is afhankelijk van de activiteit van de cel. De chloroplasten in plantaardige cellen zijn gevuld met membranen waartussen zich afgeplatte holtes bevinden, ze lijken gerangschikt als stapels munten. Op de membranen liggen enzymen voor de fotosynthese. Het celmembraan vormt een grens tussen een cel en zijn omgeving. Het transport van stoffen tussen de cel en zij omgeving vind selectief plaats; het celmembraan laat bepaalde stoffen de cel in gaan maar houd andere stoffen weer tegen, zo wordt de samenstelling van het cytoplasma geregeld via het celmembraan. Ook zorgt het celmembraan voor bescherming. Een celmembraan bestaat uit twee lagen fosfolipeden, vetachtige stoffen waar eiwitten liggen ingebed. De eiwitmoleculen verschillen in grootte. Sommige eiweitten en enkele fosfolipiden hebben koolhydraatketens die naar buiten steken. In bacteriën zijn geen organellen te zien, ze hebben geen kernmembraan waardoor er geen scheiding is tussen kernplasma en cytoplasma. De erfelijke informatie van een bacterie bevindt zich in 1 streng DNA, die los in het cytoplasma ligt. Bacteriën hebben een celmembraan met daaromheen een celwand. Cellen uit de wand van de dunne darm bevatten meer Golgi-systemen dan kraakbeencellen omdat daar veel meer secretie plaats vindt. Als de membraan van een lysosoom stuk gaat en de enzymen komen in het cytoplasma terrecht, dan verteren de enzymen de eiwitten in het cytoplasma en sterft de cel.

Deel Functie Planten Dieren Bacteriën
Celwand Stevigheid x x
Celmembraan Afscheiding van de omgeving x x x
Intercullaire ruimte Transport
Cytoplasma Medium
Kernporie Opening naar het cytoplasma x
Kernlichaampje x
Kernmembraan Afscheiding tussen kern en cytoplasma x x
Mitochondrium Verbranding x x
Vacuole Stevigheid x
Vacuolemembraan Afscheiding tussen vacuole en cytoplasma x
Chloroplasten Fotosynthese x
Chromoplasten x
Leukoplasten x
Endoplasmatisch
Reticulum Transport in de cel. x x

Cellen nemen uit hun omgeving stoffen op en geven aan hun omgeving stoffen af. Een oplossing bestaat uit een oplosmiddel en 1 of meer opgeloste stoffen. Bij organismen is water het belangrijkste oplosmiddel. De concentratie geeft meestal de hoeveelheid opgeloste stof per formule eenheid van de oplossing aan. Gram per Liter, G/L of Milligram per Kubieke Meter, Mg/M³. Lage concentraties: PPM » parts per million = 0.0001 %.
Bij gassen wordt het begrip druk (of spanning) gebruikt, in plaats van concentratie. Gasmoleculen verplaarsen zich snel en botsen vaak tegen de wand van de ruimte waar het gas zich in bevind. Door die botsingen wordt er een druk op die wand uitgeoefend. Hoe meer gasmoleculen per tijdseenheid tegen een wand botsen, hoe hoger de druk op de wand. De druk van gas wordt aan gegeven met P (pascal, Pa) of kPa (Kilo pascal). Als je in een glas een geconcentreerde oplossing van een kleurstof doet en daarop water, dan mengt de kleurstof met het water. Dit heet diffusie. Diffusie is de verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie. Diffusie komt tot stand omdat moleculen ongericht bewegen, elke molecuul beweegt zich in een rechte lijn tot het tegen een andere molecuul botst. Door de botsing veranderd de bewegingsrichting. Diffusie leid tot een homogene verdeling van moleculen over de beschikbare ruimte. Een bak, links glucose moleculen, rechts water. Na enige tijd is er nettoverplaatsing opgetreden van glucose moleculen van A naar B en van watermoleculen van B naar A. Door diffusie wordt de glucoseconcentratie in de hele bak gelijk. De nettoverplaatsing van een stof per tijdseenheid wordt diffusiesnelheid genoemd. Deze is afhankelijk van de temperatuur. Bij een stijgende temperatuur neemt de snelheid toe en worden te botsingen krachtiger. De diffusiesnelheid is van een paar factoren afhankelijk:
- Het diffusieoppervlak, hoe groter des te sneller diffusie plaats vind.
- De afstand, hoe kleiner de afstand des te sneller de diffusie plaats vind.
- Het drukverschil of het concentratieverschil, hoe groter het druk of concentratieverschil des te sneller diffusie plaats vind.
- Temperatuur, warmer » sneller.
- Grootte moleculen.
- Het medium, lucht (gas) is 300.000 x zo snel als water (vloeistof).
Diffusie kan ook optreden als vloeistoffen of gassen zijn gescheiden door een wand waar alleen moleculen doorheen kunnen, zo’n wand heet doorlaten of permeabel. Sommige membranen hebben poriën zo klein dat alleen watermoleculen er doorheen kunnen. De moleculen van in het water opgeloste stoffen kunnen niet door deze membranen heen, deze membranen heten hafdoorlatend of semi-permeabel.

Als twee oplossingen met een verschillende concentratie van elkaar gescheiden is door een semi-permeabel membraan dan treedt ter osmose op. Door de concentratie aan opgeloste stoffen heeft een oplossing een bepaalde osmotische waarde. Hoe hoger de concentratie van een oplossing is, des te hoger is de osmotische waarde. De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgeloste deeltjes per volume eenheid. Keukenzout NaCl valt in water uiteen in Na+ en Cl- ionen. Glucose valt in water niet uiteen in ionen. Daardoor heeft NaCl een hogere osmotische waarde dan een oplossing met hetzelfde aantal moleculen glucose. Als deze twee oplossingen gescheiden zijn door een semi-permeabel membraan dan treedt osmose op. Osmose is te omschrijven als de verplaatsing van water door een semi-permeabel membraan, van een plaats met een lage osmotische waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde.
Eencellige dieren (amoebe, pantoffeldiertje) leven in het water. Het celmembraan is voor eencelligen de scheiding met de omgeving, met het externe milieu. Bij de meeste soorten bestaan organismen uit veel cellen. Bij veelcellige dieren heeft een groot aantal cellen geen rechtstreeks contact meer met het externe milieu, doordat die cellen dieper in het organisme zijn gelegen. Ze worden omgeven door anderen cellen. Iedere individuele cel veen een veelcellig dier wordt omgeven door een dun laagje vloeistof, weefselvloeistof. De weefselvloeistof van een organisme vormt 1 geheel. We noemen dit geheel het interne milieu. Ook het bloedplasma wordt tot het interne milieu gerekend. Voor veel veelcellige dieren geld dat het celmembraan de grens vormt tussen een cel en zijn interne milieu. De celmembraan wordt semipermeabel genoemd omdat hij bepaalde moleculen de cel in laat en andere niet. Een celmembraan bestaat uit twee lagen fosfolipiden met ingebedde eiwitten. Zuurstof en koolstofdioxidemoleculen diffunderen gemakkelijk door de fosfolipidenlagen heen. Het cytoplasma bestaat voor het grootste deel uit water met opgeloste stoffen. Doordat de fosfolipiden in het celmembraan vetachtige stoffen zijn, vormen ze een barrière voor in het water oplosbare stoffen die minder goed in vet oplosbaar zijn. Deze moleculen kunnen niet zonder meer dor het celmembraan geen diffunderen. Hierdoor zijn cellen in staat de concentratieverschillen tussen het cytoplasma en het milieu te handhaven. Watermoleculen en moleculen van in water oplosbare stoffen passeren een celmembraan met water gevulde porie. Hierdoor kunnen watermoleculen en in water oplosbare stoffen met kleine moleculen de cel in en uit. Het transport van water wordt gewoonlijk veroorzaakt door osmose, waarbij de celmembraan werkt als semi-permeabel membraan. Andere eiwitten in het celmembraan zijn werkzaam als transportenzymen. De werking van transport enzymen kost de cel geen energie. Door diffusie komen molecuul of ion en transportenzym met elkaar in aanraking. Het transportenzym versnelt de diffusie van het molecuul of ion door het celmembraan heen. Net als het transport door diffusie kan deze manier van transport dan ook alleen plaatsvinden met het concentratie geval mee. De transport kan alleen plaats vinden van een plaats met een hoge concentratie van die stof naar een plaats met een lage concentratie van die stof.

*PIEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEP*
Actief transport: tegen concentratieverval in, kost energie, geleverd uit ATP moleculen. In het cytoplasma is de Na+ ionenconcentratie lager en de K+ ionenconcentratie hoger dan in de extracellulaire ruimte. Als er alleen passief transport zou plaatsvinden, zou dit concentratie verschil verdwijnen. Maar speciale transport enzymen verwijderen voortdurend Na+ ionen uit de cel en halen K+ ionen binnen. Dit heet daarom ook wel de natrium-kaliumpomp.

Mooi he, mijn bio samenvatting. Ben hier vanaf 17;00 mee bezig _O-

. Ben nu op de helft, NACHTWERK.
Moet ook nog duits leren

**Geplaatst door de TopicStarter** : 28-10-09 22:08

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst door de TopicStarter : 28-10-09 22:08

Woo, hier lijkt het vet weinig. Op de comp zijn het 8 word pagina's :oo

**Geplaatst**: 28-10-09 22:11

Re: Ga je mee? Naar kamp Poelenburgh aan zee! [Deel 2]

Geplaatst: 28-10-09 22:11

Lijkt helemaal niet weinig gek, ik ga t iig niet allemaal lezen, :')