Moderators: C_arola, Essie73, Coby, balance, Firelight, Dyonne, Neonlight, Sica, NadjaNadja
Citaat:Arabieren behoren tot de groep van zuidoostelijke paarden waartoe ook de Ahkal-teke en het Kaspische paard behoren. De algemene kenmerken van deze groep zijn o.a. een slanke bouw, een kortharige vacht (hoewel de mogelijkheid tot het ontwikkelen van een wintervacht blijft bestaan), een hechte botstructuur waardoor het niet nodig is dat de botten groot en zwaar moeten zijn om gewicht te dragen, vandaar de slanke bouw, en een driehoekig hoofd, breed van boven en smal van onderen. De staartwortel is dunbehaard en de staart wordt zoveel mogelijk van het lichaam af gedragen. Er zijn weinig tot geen ''sokken'' aan de benen, zoals de Fries dit heeft, en het paard heeft een enkele manenkam met dunnere, wat draderige haren. De haarstructuur is vaak iets anders dan bij noordelijke paarden, met minder gekleurd merg in elk haar, waardoor elk haar een grotere doorzichtige oppervlakte heeft wat resulteert in een metaalachtige glans op het haar. Veel van deze kenmerken zijn het gevolg van aanpassing aan een heet klimaat; het paard is erop gebouwd zijn hitte snel te kunnen kwijtraken.
De Arabier heeft daarnaast nog een aantal typische kenmerken zoals een hooggedragen hoofd, hoewel niet zo hoog als die van de Ahkal-teke, en een hooggedragen, in een boog gedragen staart en een hoge staartinplant met een wat vlakker kruis dan de Ahkal-teke en het Kaspische paard. Qua stokmaat is de Arabier het midden tussen die twee: niet zo groot als de Ahkal-teke en niet zo klein als het Kaspische paard, en ook qua model houdt de arabier het midden: niet zo lang als de A-t en niet zo kort en compact als de K. Er zijn binnen de totale populatie arabieren variaties mogelijk omdat het ras een ''overgang'' vormt tussen A-t en K, dus er zijn arabieren die een geringe stokmaat hebben en ook zijn er arabieren die vrij groot zijn. Dit zijn de normale variaties binnen het ras.
Op basis van deze al vanaf de oudheid bestaande variaties hebben fokkers in diverse landen de arabier nog verder volgens hun eigen opvattingen gefokt, zoals in Rusland (groter en steviger) en in Egypte (kleiner en slanker). Echter, door de ''globalisering'' binnen de arabische fokkerij, waarbij heel veel internationale uitwisseling plaatsvindt, zijn die verschillen een beetje vervaagd. Als je in Aken of Parijs gaat kijken op de grote shows moet je eens voor de lol nagaan uit welke landen de ouders en grootouders van de deelnemende landen komen. Er zullen opvallend veel paarden zijn wiens voorouders uit heel veel verschillende landen komen en dat maakt het onderscheid tussen de bloedlijnen van de verschillende landen steeds moeilijker.
Daarom is het wellicht handiger om de arabieren in te delen naar fokmethode. Dan kun je twee groepen onderscheiden:
de traditioneel gefokte arabieren. Gefokt zoals de bedouinen dat deden, dus alleen uit bij hen bekende families en alleen geselecteerd op bloedzuiverheid en prestaties. Uiterlijk speelt een ondergeschikte rol.
Dergelijke dieren worden in het midden-oosten nog gefokt door traditionele fokkers in Iran, Syrie en Bahrein en in staatsstoeterijen zoals El Zahraa in Egypte en Karacabey in Turkije, waarbij deze laatste stoeterij bezig is de traditionele arabieren te vervangen door modern gefokte.
Buiten het midden-oosten worden traditionele arabieren gefokt door de z.g. ''preservation breeders'', die in Europa als club de Asil club hebben en in de V.S. als organisatie ''Al Khamsa''.
In Nederland zijn er maar heel weinig traditioneel gefokte arabieren; de Egyptische behoren tot die groep.
Dan is er nog de eerder genoemde moderne fokmethode. Daarbij is het behoren tot een bepaalde familie niet altijd van belang (vaak eindigt de moederlijn bij een stammoeder waarvan niet eens bekend was of het wel een arabier was); wat wel van belang is is het uiterlijk en de prestatie. De belangrijkste fokkers van deze richting zijn de Polen en hun fokkerij is voor Europa en ook voor een belangrijk deel in de rest van de westerse wereld de standaard geworden. Invloeden van Poolse arabieren zijn te vinden in de Russische, de Crabbet en de Spaanse arabieren en zo dus ook bij het overgrote deel van alle arabieren die in Nederland gefokt worden. Vroeger ontwikkelden deze landen weliswaar elk hun eigen type, maar door de wereldwijde uitwisseling van fokmateriaal gaan die typen steeds meer op elkaar lijken. Wel is er een ''tegenbeweging'' van mensen die juist hechten aan bepaalde typen arabieren en die zich hebben verenigd in groepjes die een bepaald type arabier van een bepaald land prefereren. In Duitsland is dat IGMAL (supporters van het oude Weil/marbach/Lutetsburg/achental- type) en in de VS is dat de CMK-beweging, die houdt van het oude Crabbet/Maynesborough/Kellog-type.
Wat nu te doen als je een nieuwkomer bent en tussen al die typen geen weg weet?
heel eenvoudig. Begin bij de moderne arabier. Daar zijn er het meeste van en die zijn eenvoudiger te fokken, want je hebt daar de meeste vrijheid.
Kies een paard dat je gewoon bevalt. Kijk niet naar bloedlijn, kijk naar het dier zelf. Is het gezond, prettig in de omgang, wat zijn de talenten/tekortkomingen, spreekt het me aan, enz.
Als je wil gaan fokken: kies een modern gefokte hengst die gezond is, goed kan presteren, een prettig karakter heeft en bij je merrie past. Tob niet over de bloedlijn, want alle modern gefokte arabieren zijn op een of andere manier wel aan elkaar verwant en ook de succesvolle grote fokkers, zoals de Maxwells in Engeland bijvoorbeeld, mengen de diverse bloedlijnen uit de diverse landen. Gebruik gewoon je gezonde verstand bij het uitzoeken van een hengst.
Wanneer je wat verder bent in de Arabierenfokkerij en je wil wat anders of een nieuwe uitdaging, dan is preservation breeding, waarbij de bloedlijken wel van groot belang zijn, een mogelijkheid. Het is wel een stuk moeilijker want dan beperk je je keuzevrijheid. Daarom is dit soort fokkerij misschien meer wat voor ''gevorderden''. Verder kun je je specialiseren in het fokken van Arabieren voor een bepaald gebruik, en ook daar kun je je beperken tot een bloedlijn (zuiver Frans voor renpaarden) of op de moderne toer gaan (Russisch/Pools voor show en rennen).
Citaat:nauw verwant aan de franse arabier zijn de Tunesische, Algerijnse en Marokkaanse arabieren van de staatsstoeterijen Sidi Thabet, Tiaret en Meknes. Vooral in Tunesie is het rennen met arabieren zeer populair. Ik heb verscheidene foto's van Tunesische arabieren gezien, o.a. van de dekhengst Dynamite III, en het uiterlijk viel me mee. Ze leken meer op Syrische arabieren, waarmee ze ook verwant zijn.
JIDO schreef:mijn arabier is zwitsers gefokt
Zahlina schreef:@ RhealLover.
Rheal HT is voornamelijk pools gefokt maar 100% pools is hij niet.
De merrie Revella HT brengt wat ander bloed met zich mee.
Plakat is russisch, heeft een scheutje crabbet bloed en verder nog veel pools bloed.
Pandora is ook russisch, moeder russisch met een scheut crabbet en veel pools, vader Aswan is egyptisch en russisch (volgens mij is hij niet in Polen gebruikt, kan me vergissen).
Gr Em
Tieneke schreef:Oh Zahline, kan je mij vertellen wat mijn Jamal-al-Din dan eigenlijk ongeveer is? Er zit volgens mij veel Russisch en Spaans bloed in, wat denk jij?
z'n pedigree
Rawaat schreef:JIDO schreef:mijn arabier is zwitsers gefokt
Dit is volgens moeilijk
De hoofdindeling zijn
Egyptisch
Crabbat
Pools
Russisch
Spaans
al de rest zijn aftakkingen van deze lijnen