Arabesk schreef:Ik weet genoeg van Haflingers, o.a. dat ze Noriker bloed in zich hebben. Maar tegenwoordig wordt er allerlei bloed ingefokt zodat het pluizige huppelpaardjes worden, dat vind ik erg jammer. Deze bloedlijn is een voorbeeld van wat eigenlijk niet meer het oorspronkelijke Haflinger type is.

Haflingers hebben geen noriker bloed.
Ze hebben dezelfde voorouders (Inheemse paarden, die afstammen van spaanse oorlogspaarden die achtergelaten/ontsnapt zijn x shagya arabier), maar zijn toen gesplitst in 2 rassen, met ander exterieur en andere stamvaders en verder gefokt met een ander fokdoel. Haflingers mogen maar 1,6 % vreemd bloed hebben, omdat er 50 jaar geleden 3 lijnen zijn gekruist met arabieren. Dit gebeurd nu niet meer. 
Citaat:
De Haflinger komt oorspronkelijk uit het gebied rond het Salten-Mölten-plateau in de Etsch vallei in de zuid Tiroler Alpen. In deze bergachtige gebieden was de haflinger het belangrijkste vervoermiddel. Niet alleen was hij een werkwillige vriend, hij maakte het ook mogelijk voor de boeren om waren te ruilen, met boeren in de naburige gebieden. Ook de dokters en priesters werden rond gereden in een rijtuig met haflingers.
Volgens de legenden stamt de haflinger af van de bourgondische paarden die keizer Ludwig IV aan zijn zoon Ludwig von Brandenburg gaf als huwlijkscadeau met Margarete "Maultausch". Dit is echter ter discussie gesteld, omdat deze bourgondische paarden omschreven werden als groot, zwaar en met onhandige bewegingen, terwijl de haflinger omschreven wordt als klein, wendbaar en met bodemvaste gangen.
Toen Napoleon het gebied wat tegenwoordig Noord Italië is bezette, zette hij alle koudbloedhengsten uit, en alle nieuwe warmbloedhengsten in de Zuid Tiroler hengstenstationnen, om het leger van paarden en materialen te voorzien. Na het Napoleontisch tijdperk, is het Oostenrijkse leger gereorganiseerd en het fokken van geschikte paarden voor het leger werd gepromoot. De authoriteiten zagen er op toe dat kleine arabische paarden werden gebruikt voor de Zuid Tiroler fokkerij, om goede pakdieren te fokken. In boven Vinschgau, waar sinds de 16e eeuw lichte trekpaarden en rijpaarden gefokt werden, werd dit zeer gewaardeerd, en hengsten als El' Bedavi, Tajar, Dahibi, Dahoman en Gidran werden veelvuldig gebruikt voor dekkingen. Ook in het gebied rond Bozen en Meran werden vaak arabische hengsten gebruikt op konik- huzul- en Bosnische merries die beschikbaar waren, terwijl de fokkers uit Sarntal terughoudender waren, omdat zij Noricaanse paarden fokten, een koudbloedpaard, en voorkeur hadden voor de kleur van deze paarden – vos met flaxen blonde manen en staart. Ook in Eisacktal, Rienztal en Gadertal werden Noricaanse merries gebruikt in de haflingerfokkerij.
Niet alleen de arabier, maar vele rassen, hebben de haflinger in de loop der jaren beinvloed. Stambomen en fokcertificaten van de Austrian State Stud Stadl-Paura laten zien dat hengsten van vele verschillende rassen beschikbaar waren voor de haflingerfokkers, bijv: Arab, Shagyaarab, Engelse volbloed, Belgisch trekpaard en vele Haflingerkruisingen. Er staat echter zonder twijfel vast dat de arabier, en in het bijzonder de lijn van El' Bedavi de grootste invloed heeft gehad.
Het hengsten depot Stadl Paura werd opgericht in 1826 en was bedoeld voor het Alpen gebied. Later werden vergelijkbare instanties opgericht in Ossiach in Carinthia en in Laas in Zuid Tirol. Zij werden zeer belangrijk voor het opbouwen van het haflingerras. De meeste paarden werd uitgeleend aan boeren tot hun 4e jaar. Op die manier werden ze opgeleid en had het leger een voorraad reserve paarden.
In 1875 werd het Zuid Tiroler paarden bestand geinspecteerd, en er werd een zwarte hengst met Noricaanse stamboom naar Stadl Paura gebracht. Hij was geregistreerd als Eisack 154 onder de rasnaam "Haflinger, bergpaard". Eisack was dus de eerste geregistreerde haflingerhengst, maar hij had geen noemenswaardige invloed op het haflingerras. In 1897 werd er een 2e inspectie uitgevoerd, en 220 merrie werden geschikt bevonden om mee te fokken, en ingeschreven in een register. In 1904 in Mölten werd de eerste haflinger fokkersorganisatie gerealiseerd. Op dit moment waren er nog verschillende kleuren haflingers binnen het ras; vos, bruin zwart, dun en schimmel, hoewel de vos met witte manen en staart toch het meest voorkomend was.
In 1898 werd de haflinger officieel erkend als ras.
Aan het einde van de eerste wereld oorlog, was Tirol verdeeld. Het zuidelijke deel hoorde bij Italie en het noordelijke deel bleef Oostenrijks. Dit gebeurde in het najaar, toen bijna alle hengsten terug waren in het depot in Stadl Paura. De meeste merries bleven echter in Zuid Tirol. Dus raakte ook het ras verdeeld. Men begon toen merries en hengsten te ruilen, om zo toch door te kunnen fokken.