xx_Horsiex schreef:Deze twee heb ik zelf geschreven;
Waarom jij?
Ik draai me om, ogen zoekend naar je. Tot mijn vedriet moet ik constateren dat je er niet bent. Even hoop ik dat ik droom, dat het een vergissing is. Maar als ik die lege plek zie, voel ik het verdriet weer vlammen. Even hoop ik dat mijn ogen me bedriegen, en dat je er gewoon staat, wachtend op me. Stiekem hopend dat het een nachtmerrie is, en dat ik zo ontwaak. Maar zelfs ik weet, diep in mijn hart, het is voorbij. Jij en ik, samen lachend om je malle streken, jij en ik, ik huilend in je schouder, zoekend naar een beetje troost. Nog steeds is het een nachtmerrie, als ik die lege plek zie. Ik vraag me af, waarom jij? Mijn enige vriend, je sprak geen woord, maar je geur was al een troost. Wetend dat jij me nooit zou veroordelen voor wie ik ben, nooit beledigd als ik je even vergat. Ik was nooit alleen, want je was bij me. Elke stap die ik nam, elke zucht die ik liet gaan, als ik in je trouwen ogen keek was alles vergeten. Jij en ik, de liefde die we deelde, niet altijd even zichtbaar, maar wel altijd daar. Nou moet ik zonder jou, de weg volgen heel alleen. Je bent er niet, om mij te vertellen dat de keuzes die ik maak, niet altijd even goed zijn. Als ik opsta, heb ik niks om naar uit te kijken, want mijn lieverd, jij bent er niet. 's Avonds is het moeilijk te slapen, omdat ik weet, de volgende dag is er weer een zonder jou. Je zachte gezicht, die trouwe ogen, die vol leed stonden je laatste minuten. Ik mocht niet aan mezelf denken, jij was mijn enige zorg. Die trouwe ogen, die mij vertelde dat ik je moest laten gaan. Het liefst had ik geen afscheid genomen, maar het moest. Het liefst gaf ik me over, zou alles doen voor die laatste omhelzing. Niets brengt jou terug, niet mijn verdriet, en niet jou lach. Ik sluit mijn ogen, alleen om ze te openen, en stiekem te hopen, dat jij er toch bent. Woord na woord schrijf ik op papier, maar de vloed blijft komen. Zal mijn verdriet ooit op houden? Wat er ook gebeurt, zelfs als mijn laatste uur heeft geslagen, blijf jij in mijn hart. Voor altijd samen.
Ik zal je nooit vergeten.
--
Rust zacht.
Mijn lieve Santos.
Al die tijden, die we samen waren. Al die keren dat je me deed laten glimlachen.
Al die keren, dat ik mopperde, omdat je me deed plagen, door niet te doen wat ik wou.
Al die tijden, dat je me zo trouw deed troosten, mijn tranen liet verdwijnen.
En oh wat deed het pijn, toen ik naar je keek en mijn hart brak.
Mijn hart gebroken, omdat ik besefte dat het tijd was dat je me ging verlaten.
Maar ook ik wist, dat je niet mocht lijden, na al die tijden, dat je me bijstond.
Al die gekke dingen, al die liefdevolle momenten, die komen terug.
Terug om mij te herinneren, aan wat voor iemand je was.
Ik kan met geen pen beschrijven, hoe de tranen vloeide toen ik je zag gaan.
Je wou niet opgeven, maar mijn stem zo zacht, fluisterde; ‘Het is goed.’
Ik zei meerdere malen, dat het goed zou komen.
Je kreeg wat je verdiende, mijn lieve jongen. Als ik aan de tijd denk, die ik dacht dat wij nog hadden, dan wou ik dat ik die ook gekregen had. Zoveel dingen, die ik je nog wou zeggen, zoveel dingen, die ik nog wou doen.
Me veel te vroeg ontnomen, veel te vroeg gebroken.
En hier zit ik dan, de tranen vloeien weer, aan jouw gedachten.
En nou vraag ik me af, zal mijn verdriet ooit slijten? Zal ik ooit naar je foto kunnen kijken, zonder die pijn te voelen.
Alles dat ik weet mijn trouwe vriend, is dat jij nu eindelijk vrij bent. En dat je nooit zal worden vervangen. Altijd een plekje in mijn hart. Altijd, en altijd, mijn lieve Santos.
Met geen woord te beschrijven, hoe veel ik van je hou.
Wauw!
*slik