[verhaal] Weggelopen

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
xXLiekeXx
Berichten: 3226
Geregistreerd: 26-11-05

[verhaal] Weggelopen

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 06-04-06 19:37

Hopleijk vinden jullie het wat, en hopelijk vinden jullie het ook niet te hard..


“Ik ga hier weg”. “Nou je doet maar, ik wil je hier nooit meer zien”. Eliza stampt boos naar haar kamer. Boven laat ze zich op het bed vallen, nadenkend draait ze op haar rug. Dit is nu al het 4e gezin, nadat haar ouders door een verkeersongeluk om het leven kwamen. Zij was die avond alleen thuis. Ze herinnerd zich het nog goed. Ze zat lekker met een schaal chips op haar schoot in de grote stoel een boek te lezen. Haar ouders waren naar haar rapportgesprekken. Ze schrok op toen de bel ging. Ze liep voorzichtig naar de deur en deed deze op een kier open. Toen ze de politie zag deed ze de deur snel open. Er stonden 2 agenten. De ene die het oudst leek, vroeg of ze binnen mochten komen. Eliza had snel de deur uitnodigend opengedaan en was de mannen voor gegaan naar de huiskamer. Daar hoorde ze dat haar ouders dood waren. De agent sprak zo rustig, hoe kon hij! Haar ouders waren dood! De agent zij dat ze waren aangereden door een dronken vrachtwagenchauffeur. Ze weet van dat moment niet zo goed meer wat er gebeurde. Wel dat ze de hele avond heeft gehuild en dat de buurvrouw is gekomen. De volgende dag kwamen allemaal mensen op bezoek en er werd van alles geregeld voor de begrafenis. Haar buurvrouw zorgde nu voor haar en Eliza moest bij haar slapen. De dagen die volgde waren erg saai en verdrietig. Iedereen kwam langs en Eliza moest naar een bloemist om een krans uit te zoeken en naar de kistenmaker voor kisten. Ze vond het afschuwelijk maar het moest. Toen de begrafenis voorbij was mocht ze nog 1 dag bij haar buurvrouw blijven, daarna zou ze naar een weeshuis gaan. Ze wou niet bij haar buurvrouw wonen, niet meer in die buurt, niet meer bij dat huis. En ze had maar 1 tante en die was oud en knorrig, daar wou ze niet heen! Ze ging dus naar een tehuis , Alles was daar saai, de muren waren grijs en het eten smaakte naar rubber. Na een poos kwamen er mensen kijken voor haar, ze voelde zich als een klok op een veiling. De mensen wouden haar. Toen ze bij het gezin thuis was zag ze haar kamer. Hij was helemaal roze met allemaal meidenspulletjes. Ze haten dat. Ze was een wild meisje dat van jongens dingen hield en paardreed. Ze zij tegen haar “ouders”dat ze de kamer een beetje meisjesachtig vond en hun antwoord was “maar kind, je bent een meisje, geniet toch”. Ze kreeg toen elke dag wel iets van roze of kleding. Ze mocht niet op paardrijden en moest vaak vriendinnetjes meenemen, die vriendinnetjes waren alleen geïnteresseerd in haar spulletjes. Ze was daar echt ziek van geworden. Zo had ze ruzie gekregen totdat ze terug moest naar het weeshuis. Daar had ze een poosje gezeten toen er een nieuw gezin kwam. Daar was het precies hetzelfde. Ze werd weer teruggebracht en het 3e was ook mis. Toen had ze verschillende dreigingen gehoord van de directeur. Niemand snapte ook eens hoe zij zich voelde. Nou was ze dus bij het 4e gezin en had het ook weer verpest. Als er nu naar de directeur van het weeshuis werd gebeld moest ze naar een inrichting. Dat was al gezegd door de directeur”Als je het hier verpest kom je in een doodsaaie inrichting voor onbehandelbare kinderen”. Elzia was hiervan geschrokken en besloot extra goed haar best te doen. Maar ja zo gemakkelijk ging dat niet, toen ze dat pakketje zag barste ze gewoon los. Ze had Sylvia( haar pleegmoeder) uitgescholden en was naar haar kamer gestampt. Nu kwam ze er achter dat ze een grote fout had gemaakt. Ze besloot naar beneden te gaan en haar excuus aan te bieden. Ze liet zich van het bed afrollen en liep zachtjes naar de deur. Toen ze net haar hand op de klink had hoorde ze haar peetvader Rosper thuiskomen. Ze besloot om toch maar even boven te blijven. Voor mannen was ze altijd al banger geweest. Ze deed de deur op een kier en ging met haar rug tegen de muur naast de deur aan zitten. Zo zou ze alles goed kunnen horen. Al snel hoorde ze Sylvia “Oh Rosper, dat kind heeft me uitgescholden”. “Wat hoe durft ze” brulde Rosper. Ïk wou haar alleen deze balletschoentjes geven als teken dat wij haar op ballet hadden gedaan” dat was het piepstemmetjes van Sylvia. Eliza dacht bij zich zelf dat ze nooit op ballet zou gaan, een beetje me tenen kapot staan maken zeker, ammehoela! Ze schrok weer op uit haar gedachten toen ze Rosper hoorde brullen “waar is dat mormel, waar heeft ze zich verstopt”! Elzia schrok nu verschrikkelijk, wat zou hij haar doen? Sylvia`s piepstemmetje kwam weer ”ze is naar boven naar haar kamer”. “Daar zal ze wel een poos blijven, eerst wil ik koffie om tot rust te komen dan geef ik haar straf, en goed, ze word veels te zacht behandeld”. Eliza stond zachtjes op en deed de deur dicht. Ze ging op haar bed liggen en bedacht wat ze kon doen. Het enigste wat ze kon bedenken was weglopen, dan hoefde ze niet naar een inrichting en liep ze Ropser mis. Ze kon makkelijk uit haar kamerraam op het platte dak springen en vandaar kon ze op de container naast de achterdeur stappen en door het hek achter in de tuin weg gaan. Eliza besloot het maar te wagen. Ze begon kleren bij elkaar te rapen en stopte ook nog een foto van haar ouders in haar tas samen met een dikke deken, touw en een zaklamp. Ze rende ook even naar haar toilettafel en pakte haar borstel en wat elastieken. Tenslotte sloop ze naar de studeerkamer en jatte een aantal landkaarten. Toen ze terug was controleerde ze haar inhoud en constateerde dat dit alles was wat ze nodig had. Ze deed haar raam open en kwam erachter dat ze haar jas niet aan had. Deze had ze boven op de overloop gegooid toen ze naar boven was gestampt. Ze besloot om het nog maar een keertje te wagen en haalde haar jas. Net toen ze haar deur weer sloot hoorde ze Rosper naar boven komen. Eliza deed snel het raam open en gooide haar tas naar buiten. Zelf sprong ze erachteraan terwijl ze haar jas aantrok. Ze had net haar jas aan toen ze bij de rand van het dak kwam. Ze deed de tas op haar rug en ging aan haar handen aan de rand hangen en liet zich op de container vallen. Boven hoorde ze Rosper en Sylvia in haar kamer. Ze wist dat ze eerst de bovenverdieping af gingen zoeken. Eliza besloot dus om nog wat eten en geld mee te nemen. Ze ging de keuken in en deed een flesje water en wat koeken in haar tas. Daarna pakte ze het potje op de kast en haalde er 2 briefjes van 100 uit. Toen zag ze dat Sylvia sandwiches had gekocht en stopte er snel 4 in haar tas. Ze schoot snel weer naar buiten en rende de tuin door. Achter bij het hek bleef ze staan en kwam er achter dat het ding op slot was. Ze gooide haar tas over de schutting en klom er zelf snel over door middel van de klimop die er hing. Toen ze aan de andere de kant was rende ze weg richting de polder. Toen ze vond dat ze ver genoeg weg was stopte ze met rennen en ging in de berm zitten. Ze vroeg zich af waar ze naar toe kon gaan. Ze besloot om eerst maar eens een plek om te overnachten te vinden. Ze liep rustig door het weggetje heen toen ze bij een wei aankwam waar een schuilstal opstond. Ze besloot in de schuilstal te gaan slapen en de deken te gebruiken om zich warm te houden. In het schuilstalletje lag nog wat hooi dat lekker comfortabel lag. Ze ging zitten en at een koek op en dronk wat water. Vervolgens ging ze liggen en viel snel in slaap. Ze lag net lekker te slapen toen er wat in haar gezicht duwde. Eliza schrok wakker en greep naar de zaklamp naast haar. Toen ze die had gevonden knipte ze hem snel aan. Ze lachte om zich zelf, voor haar neus stond een mooie pony. De pony was van groot formaat. Ze aaide het beestje en deze ging voor de stal staan. Eliza was het daar niet mee eens. Het was zijn stal! Ze schoof ver in een hoekje weg en het beestje kwam in de stal en ging liggen. Eliza viel weer in slaap en werd de volgende ochtend door de zon en vogels gewekt. Ze rekte zich uit en ontdekte dat de pony weg was. Ze keek uit het stalletje en zag de pony verderop staan te grazen. Ze pakte haar tas en dronk wat. Daarna pakte ze een sandwich en ging tegen de muur aan zitten terwijl ze at. Ze bedacht wat ze kon doen. Het enigste dat in haar opkwam was dat ze geld moest vinden. Ze besloot die middag verder te lopen en dan wat geld ergens proberen te verdienen en dan weer een weiland opzoeken. Dat kon ze wel even volhouden, het was immers lente. Toen de sandwich op was stond ze op en liep naar de pony. Deze liet zich lekker aanhalen. Ze was net de pony overal aan t kriebelen toen ze een gedaante over het weggetje zag lopen. Ze schrok erg en rende naar de stal. De pony bleef haar verdwaasd aanstaren, Elzia had dat niet in de gaten. Eenmaal in de stal begon Eliza met gespitste oren te luisteren. Ze hoorde de voetstappen weg gaan. Ze besloot om toch nog maar even in de stal te blijven en begon haar rommel op te ruimen. Ze had net de deken in haar tas gestopt toen ze een stem hoorde. Ze gluurde de stal uit en zag 2 mannen staan. De pony bleef schuw op afstand. Elzia hoorde de mannen praten, “Die pony brengt niet veel op”. “O, echt wel, zelfs voor de slager”. Eliza schrok, deze man was toch niet de slager. Maar de mannen verstoorde haar gedachten. “Okay omdat jij het bent, ik geef je 150 euro voor dat beest”. Eliza werd boos, de pony was veel meer waard. Zonder te beseffen wat ze deed stapte ze de stal uit en liep op de mannen af. Deze waren zo verbaasd dat bij de eigenaar van de pony zijn mond een klein stukje open zakte. Toen Eliza bij de mannen was vroeg de eigenaar van de pony wat ze daar deed. Ze zei eerlijk dat ze er geslapen had, ze vervolgde snel haar verhaal met dat de pony meer geld waard was. De slager zij verontwaardigd “En wat denk jij daarvan af te weten”. De eigenaar onderbrak de slager en zij tegen Eliza dat ze de pony voor 100 euro mocht hebben. Eliza was dolblij met dit aanbod en vroeg of er nog wat bij de koop in zat. De eigenaar antwoorden met een raar gemompel. Eliza begreep dat er niks bij in zat.. Eliza holde terug naar de stal en kwam terug met 200 euro. Ze gaf het de man en vroeg of de pony bereden was. “Hij is bereden maar het laatste half jaar heeft hij hier gestaan”. Eliza vond dat niet erg, ze kon hem wel aan de hand leiden. Alleen waar ze meer mee zat was dat ze nu al haar geld kwijt was. Ze besloot de pony te lokken en hem wat te aaien om z`n vertrouwen te winnen. De pony kwam rustig aangelopen toen de mannen waren weggereden, de slager had er nogal boos uitgezien. Eliza moest om de gedachte eraan nog lachen. Toen de pony bij haar was snuffelde hij rustig aan haar hand, die rook waarschijnlijk naar haar spullen. Ze bedacht zich opeens dat de pony nog geen naam had. Ze keek en ontdekte dat het een merrie was. Aangezien ze dacht dat de pony geen fijn leven had gehad noemde ze hem Vivien. Ze had hooit ergens gelezen dat dat levenslust betekent. Ze besloot om de pony wat beweging te geven. Ze liep naar de stal en zocht daar naar touw. Het enigste wat ze vond was een haar spullen en het stro. Ze kon de pony wel wat opjagen, maar als ze met hem de wei uit ging had ze wel een touw nodig. Ze liep maar weer naar buiten waar de pony stond te grazen. De vacht van Vivien zag er erg vies en onverzorgd uit. Ze kreeg een idee en liep weer de stal in. Ze pakte haar tas en gooide alles overhoop totdat ze vond wat ze zocht. Ze pakte haar haarborstel en wat stro en liep naar buiten. Ze begon met het stro de huid van de pony te masseren en poetsen zo ook wat vuil weg. Met haar haarborstel begon ze de klitten uit de manen en staart te halen. Vivien leek er van te genieten en keek soms om naar Eliza om daarna weer te gaan staan genieten. Toen Eliza uiteindelijk klaar was keek ze naar Vivien en zag ze een mooie nette pony staan. Alleen de hoeven van Vivien zagen er niet uit, aan alle kanten stak er gras onder vandaan. Ze had niks om de hoeven uit te krabben maar liet de pony toch even een hoef optillen. De pony deed braaf haar voet omhoof en Eliza pakte die met haar hand op. Eliza keek naar de hoef en ontdekte dat haar pony geen ijzers droeg. Ze haalde het vuil met haar handen er onder vandaan. Eliza keek op haar horloge en zag dat de wijzers aanduiden dat het 12 uur was. De tijd was snel gegaan. Eliza had wel honger gekregen. Ze pakte een koek en het water uit haar tas. Buiten ging ze in het malse gras zitten met haar rug tegen de muur aan. Vivien snuffelde een poosje aan de koek maar concentreerde zich daarna weer op het gras. De koek was op en ze liep de wei rond. De pony liep behoedzaam achter haar aan. De wei was niet zo heel groot en aan de achterkant lag een maïsland met sloot als afscheiding. Aan de linkerkant was een boomgaard en de rechterkant was grasland zover ze kon kijken. Nadat Eliza een aantal rondjes had gelopen dacht Eliza wat te zien liggen in het gras. Op de plek was het gras wat langer en ja hoor er lag een halster. De pony had het vast afgekregen. Ze pakte het op en deed het bij de pony om. Ze liep met de pony in haar hand naar de stal en liep daar een rondje om heen. De pony liep mooi mee en bleef niet staan of trok haar mee. Ze liep naar het hek toe en klom erop. Ze was van plan de pony te berijden. Maar aangezien ze niks van de pony afwist klom ze maar weer van het hek af. De pony stond langs het hek heen en keek haar na toen ze naar de zijkant van de pony liep en er op leunde. Vivien bleef nog heel de tijd geduldig staan. De pony kon dus wel het gewicht van een mens dragen. Ze ging weer op de grond staan. Toen ze op de grond stond dring de situatie pas tot haar door. Ze was van huis weggelopen! Ze moest zo ver mogelijk weg van hier, ze was dicht bij huis. Ze liep met naar de stal en pakte al haar spullen bij elkaar en stopte ze in de rugzak. Ze keek nog even of er wat was wat ze mee kon nemen en zag dat er niks meer was dan hooi en stro. Ze deed de rugzak op haar rug en liep de stal uit. Ze was van plan Vivien mee te nemen op haar reis. Het was nu haar pony en die liet ze niet in de steek. Eliza liep op de pony toe die stond te grazen. Ze riep de naam van de pony maar deze reageerde niet. Toen Eliza bij de pony was hief deze het hoofd op. Ze pakte het halster vast en liep met de pony naar het hek toe. Bij het hek aan gekomen zag ze het dikke hangslot dat erop zat. Ze vloekte en schold de man die haar Vivien had verkocht uit. Hij wist dit hij deed het expres. Nou kon ze niet weg met de pony. Zo kreeg de man alsnog z`n pony hij zou hem vast naar de slager brengen. Wat een piep streek. Ze liet Vivien maar los en liep het hek langs op zoek naar zwakke plekken. Deze waren er niet want het hek was van stevig hout gemaakt. Toen ze aan de achterkant van de wei kwam waar de sloot lag kreeg ze een idee. Ze kon er allemaal troep in gooien zodat er een brugje zou ontstaan. De sloot was ook niet breed dus ze had niet veel nodig. Maar dan zou ze in de hoge maïs terecht komen. Ze besloot deze maar een beetje weg te kappen en de sloot te volgen. Nou ze dit idee had kreeg ze weer hoop. Ze rende naar het schuurtje en pakte er een aantal hekpalen die er lagen. Ze liep zo 3 keer op en neer totdat de palen op waren. De palen hadden geen echte brug gevormd maar ze kon er wel overheen. Ze liep eroverheen en pakte haar mes uit haar zak en sneed er een aantal stengels mee weg zodat ze al een begin van een pad had. Ze liep weer terug en maakte het bruggetje nog wat steviger. Ze pakte haar rugzak en zag dat er een gat in zat. Bij haar moest ook alles mis gaan. Ze liep zich met een zucht op de grond zakken. Ze bekeek het gat en ontdekte het touw dat er uit bungelde. Dat zou ze kunnen gebruiken om Vivien te leiden. Aan het halster vasthouden was niet echt handig. Ze deed haar tas open en haalde het touw eruit. Nou zat de deken tegen het gat aan en hield deze goed dicht. Toen ze opkeek naar de lucht omdat ze het koud kreeg zag ze de lucht betrekken met dikke zwarte wolken. Ze ging Vivien even halen en liep toen de stal in. Het zou vast hard gaan regenen. Ze liep zich uitgeput op het stro vallen en dacht na over de gebeurtenissen van de afgelopen dagen.. Er was niet veel goeds gebeurd en alles zat haar tegen. Ze viel uiteindelijk in een diepe rusteloze slaap. Ze droomde erover dat ze met Vivien over huizenhoge hindernissen sprong en altijd won. Maar toen opeens sprong Vivien over een hindernis heen een dal in, ze viel neer en zag haar ouders. Haar ouders waren monsters ze kwamen op haar af en schreeuwde om bloed. Haar vader was het eerst bij haar en greep haar bij de keel. Toen schrok Eliza opeens wakker en lag ze zwetend in het stro. Ze zag dat haar pony liefjes in de stal stond. Ze keek op haar horloge met behulp van haar zaklamp en zag dat het al 3 uur in de nacht was. Ze wou geen moment langer in deze stal blijven. Ze at dus een koek terwijl ze het touw oppakte.Vivien kwam ondertussen op haar af en blies zachtjes in haar nek. Eliza moest lachen en kriebelde haar pony even en liep naar de deur, daar had ze het touw achtergelaten Ze pakte het en met de zaklamp schijnend op de grond liggend deed ze het bij de pony door de ring van het halster heen. Ze pakte haar tas en deed hem op haar rug, toen bukte ze weer en pakte de zaklamp op. Zo zagen ze tenminste waar ze liepen. Ze loodste de pony naar buiten waar ze meteen naar de achter kant van het weiland liep. Aangekomen bij de sloot controleerde ze nog even of het bruggetje er nog goed bij lag en daarna keek ze of het “halster”touw goed zat. Het bruggetje lag er nog goed bij en Eliza zette er een voet op met de pony achter zich en de zaklamp op de grond schijnend. Ze liep voorzichtig het bruggetje over en lokte de pony. Deze stapte er behoedzaam over en vertrouwde Eliza volledig. In het maïsland omhelsde Eliza haar knappe pony. Ze was apentrots op de pony die al zo snel op haar vertrouwde. Ze zocht met haar zaklamp haar gemaakte pad en begon het te volgen. Telkens scheen ze even naar de slootkant om te kijken of ze nog goed liepen. Ze liepen dicht langs de maïsstengels en Eliza liep er soms een om omdat de sloot dichterbij kwam en de pony haar weg duwde. Maar toch konden ze overal naast elkaar lopen en dat deden ze dan ook. Toen ze aan het eind van het maïsland kwamen zagen ze dat ze omring waren door weilanden die met sloten van elkaar werden gescheiden. Ze kon niet springen dus er zat niks anders op dan met de bocht mee te gaan en naar de vermoedelijke voorkant van het maïsland te lopen. Toen kwam ze na een hele poos lopen weer een sloot tegen recht voor d`r. Deze sloot liep tussen een weg en het maïsland in. Ze kon nog steeds niet springen zonder de nodige aanloop, en als Eliza sprong stond Vivien nog aan de andere kant. Ze besloot om weer met de bocht mee te gaan en de weg te volgen. Ze hoopte zo bij een hek of iets degelijks te komen. Ze hield nog steeds de slootkant en de weg in de gaten. Er was geen auto te zien. Ze merkte dat de stengels verder van de slootkant afstonden en nu kon ze makkelijk lopen. Ze voelde ook dat er wat gras onder haar voeten groeide maar de stengels waren er nog steeds. Plotseling zag ze uit de verte 2 autolampen opdoemen. Ze schoot snel de maïs in, tot haar opluchting volgden Vivien haar makkelijk door de stengels heen. Eenmaal in de dichte maïsstengels knipte ze haar zaklamp uit en draaide zich om om naar de weg te kunnen kijken. De auto kwam langs er er hing iemand uit het raampje die met een sterke zaklamp de omgeving afzocht. Telkens werd haar naam geroepen. In het schijnsel van de zaklamp ontdekte ze het gezicht van de schreeuwende man. Ze kromp bijna in elkaar van angst toen ze het gezicht van Rosper ontdekte. Maar de auto reed langs en verdween weer uit het zicht. Eliza bedacht dat ze zo snel mogelijk weg moest. Ze knipte de zaklamp weer aan en liep terug naar de slootkant. Ze volgde weer het paadje maar toch was ze niet gerust, stel dat de auto terugkwam. Ze was doodsbang om eerlijk te zeggen. Ze hoopte maar dat ze niet gezien zou worden. Ze bedacht dat ze moest vluchten, als het kon naar het buitenland. Ze moest gewoon weg hier, blijven was onmogelijk. In gedachten verzonken over de plek waar ze heen kon gaan kwam ze bij een overbrugging van de sloot. Ze liep snel over het paadje heen en keek toen welke kant ze op zou gaan. Ze kwam van links dus rechts leek het logisch. Maar naar rechts was ook de auto met Rosper gegaan? Ze wist niet wat ze moest doen en stond twijfelend langs de kant van de weg. Ze schrok op toen de pony naast haar dribbelde. De pony trok haar een beetje mee.

Stravero
Berichten: 6126
Geregistreerd: 29-11-05
Woonplaats: Noord brabant

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 07-04-06 06:32

hijgiej puffiej hijg, ik ben eindelijk klaar! wat een heel mooi verhaal is het!!!

xXLiekeXx
Berichten: 3226
Geregistreerd: 26-11-05

Re: [verhaal] Weggelopen

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 07-04-06 15:12

Bedankt,
Ja het is best lang. Meer dan 3000 woorden dus ik had het ook in 2 stukjes kunnen doen..

xXxBanjeRxXx

Berichten: 391
Geregistreerd: 20-01-06
Woonplaats: Heiloo

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 07-04-06 16:51

idd TE lang maar wel leuk joh ik voel me er echt in getrokken worden

xXLiekeXx
Berichten: 3226
Geregistreerd: 26-11-05

Re: [verhaal] Weggelopen

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 07-04-06 19:36

Fantastisch