Ik.
Voor altijd,
ben ik ik.
Jij
dat ben ik
niet.
Ook morgen,
zal ik zijn.
Net
als gisteren
ik was.
En als ik
niet meer is.
Maar
jij is er
nog wel.
Dan moet jij
niet vergeten.
Dat
ik er
altijd ben.
Het gedicht:
- Spreekt zichzelf tegen.
- Bevat géén juiste persoonsvormen.
Maar; daar gaat het nu juist om.
Bedankt!