‘’Lissy! Kom naar beneden en ruim die bende hier op!’’
Bekijk het maar, dacht ik, jij de bende maken en ik het opruimen? Opnieuw schreeuwde de stem van mijn moeder mijn naam. Ik verdomde het om naar beneden te komen, het had toch geen zin. Altijd en eeuwig die drank. Het maakte niet háár leven, maar míjn leven kapot. En elke avond was het weer raak. Ze was zo depressief en miste mijn vader zo erg die in juni was overleden, maar ondertussen goot mevrouw wel liters drank ik dat kolossale lichaam van haar. Toen ik mijn mond open trok en zei dat het daar ook niet beter van werd, kreeg ik een klap voor mijn kop. Het had toch geen zin om er iets van te zeggen.
Ik hoorde zware voetstappen de trap op komen. Snel sloeg ik de dekens om me heen en sloot mijn ogen. Ik hoopte dat ze erin trapte, dat ze dacht dat ik sliep, maar tegelijkertijd wist ik dondersgoed dat ik het al veel te vaak had geprobeerd. En inderdaad, toen mijn kamerdeur open zwaaide en mijn moeder de dekens van mij af trok schreeuwde ze dat ze er niet meer in trapte.
‘’Eruit! Kom uit je bed, lui verwend nest! Ruim verdomme die troep op beneden! Wat denk je wel niet, dat je hier gratis en voor niks alles in de schoot geworpen krijgt? ERUIT!’’ gilde mijn moeder.
Ik sprong mijn bed uit en rende met een noodgang naar beneden, voordat ze weer losse handjes kreeg en mij zou raken. Wat ik daar zag overtrof al mijn verwachtingen. Overal lagen glasscherven en verscheurde boekjes. Het was een chaos. Mijn hond lag opgerold in zijn mand en keek me bang aan. Gedwee liep ik naar de kast en haalde de stofzuiger eruit. Opeens rukte mijn moeder de slang uit mijn handen en gaf me een harde klap tegen mijn hoofd. Met een knal viel ik op de grond en ik keek verdwaasd om mij heen. Mijn moeder stond dreigend boven me.
‘’Wat denk je wel niet? Schoft!’’
Waar had ze het in hemelsnaam over? Ik had precies gedaan wat van me verlangd werd, was dat ook al niet goed?
Mijn moeder schreeuwde verder:
‘’Snel de trap afrennen en de deur voor mijn neus dichtgooien hè! Ik heb je wel door, je wilt van me af! Je bent gewoon de grootste fout die ik ooit heb gemaakt in mijn leven! Dat ben je, en meer niet!’’
Woedend beende ze naar de trap van de kelder, waar de drank stond. Ik had er genoeg van. Ik was het helemaal zat, dit ging al maanden zo. Met een zeer hoofd rende ik de trap op. Ik moest hier weg, dit kon zo niet langer. Misschien kon ik bij oom Harold terecht, hij zou me wel opvangen. Ik had geen tijd om iets mee te nemen en pakte snel mijn schoenen en jas. Ik rende de deur uit en trok hem met een klap achter me dicht.
En daar liep ik dus tussen de huizen. Wist ik veel dat oom Harold een maand terug was verhuist, wist ik veel! Wat moesten de nieuwe bewoners wel niet van mij gedacht hebben? Opeens een wildvreemd meisje voor de deur die op haar knieën viel. Ik kon niet terug naar huis. Ik wilde niet terug. Niet weer ruzie krijgen, niet weer! Nergens kon ik terecht, vrienden had ik toch niet. Langzaam liet ik me tegen een muurtje zakken. Ik voelde me zo zwak, ziek. Twee dagen al liep doelloos rond. Ik kon nergens heen. Nergens. En iedereen vierde kerst. Behalve ik. Iedereen had het naar zijn zin, zong liedjes rond de kerstboom, vierde kerst zoals ik het nooit gekend had.
Het was 24 december, kerstavond. Iedereen vierde het. Behalve ik.
Ik wil tips
Heb hem geschreven n.a.v. het thema topic, maar ik vind hem zo slap, dus kritiek is meer dan welkom!
