
Als jullie het mooi vinden ga ik verder(doe ik zowiezo wel maar ja als ze het leuk vinden heb ik toch meer een drive)
De verteller is een veulen dat net (maar dan ook echt net) geboren is. Hij vertelt over de levensloop van nouja, zijn leven …
Wat.. waar ben ik? Wow… mijn mama! Ze likt me schoon en ik vertrouw haar. Als ze klaar is staat ze op… wat is ze groot! Ik heb honger.. Ik sta ook op.. althans dat probeer ik. Ik zak telkens weer in elkaar… maar naar 3 keer lukt het! Ik sta! Ik krijg een ingeving dat ik moet zoeken naar melk.. waar is de melk… Mijn moeder duwt me een beetje, de goede kant op. En ja, daar heb ik wat drinken! Als ik het op het plof ik op de grond. Ik ben moe en ga maar slapen.
Ik word wakker. Ik hoor zachtjes gefluister en zie mensen staan. Mijn moeder heeft me al van alles uitgelegd toen ik stond te drinken, dus ik ben mooi niet bang. Ik hoor de mensen zeggen: ‘Kijk nou toch Mieke, wat een schatje… een hengst!’ ‘Ja, pap… hij is inderdaad prachtig, maar hoe moet ik hem noemen?’ Nu hoor ik een oudere vrouwenstem: ‘Wat dacht je van Promice Prince? Het is echt een prinsje en natuurlijk een belofte voor de toekomst…’ ‘Ja! Die naam is mooi… en zijn koosnaam is Prinsje!’ Die naam bevalt me wel. Ja, ik, de dappere prins... die alle veulenmeisjes redt.. geweldig!
Nadat we nog een tijdje op stal hebben gestaan komt Mieke weer terug. Ze doet de deur open! Nu word ik toch wel een beetje bang.. Ik ga gauw achter mama staan want je weet maar nooit… Maar ze knuffelt mama. En ze zegt lieve woordjes tegen haar. En ook tegen mij. Ik begrijp dat ze goedaardig is. Mieke doet een of ander gek ding om het hoofd van mama, wat ze een halster noemt. Mama heet trouwens Roos. Maar ik noem haar mama, want ze is mijn moeder! Mieke neemt mama mee de stal uit en ik volg ze maar.. want straks word ik aangevallen door een tijger ofzo! Mama heeft sinds ik schoongelikt werd gezegd dat dat hele gevaarlijke beesten zijn en dat ik daar voor op moet passen..
Dan komen we de manege uit. Wauw! Wat licht, groot, gaaf! Ik begin meteen rond te dansen, een beetje stuntelig nog. Maar dan zie ik een mens staan, met een koffertje en een of ander scherp dingetje in zijn hand. Hij komt naar me toe en meteen duwt hij het in mij. Ik schrik wel, maar het doet niet zo’n pijn. Dan kijkt hij me na en zegt iets van: ‘Prima beestje, word een topspringertje, dat zie ik aan zijn bouw.’ Wat is een topspringertje? Is mama ook een topspringertje? Het klinkt eigenlijk wel cool. Mieke leidt mama naar een met hek omheind groen iets. Ik schrik, maar die grote ruimte.. ik ren er even in, maar dan denk ik weer; straks zit er een tijger! Ik ren gauw weer terug naar mammie. Ik vraag aan haar wat een topspringer is, maar ze zegt dat ik dat later wel zal merken. Dan zie ik nog een mamamerrie met een veulentje staan. Ik loop met mijn mama rustig naar ze toe, mama kletst met de andere mama, en ze blijkt Nanda te heten. Ze informeren elkaar naar de namen van ons, de veulens en het andere mooie meisjesveulen heet Zoey. Ik zeg haar gedag, en zij ook. ‘ Wie is jouw vader?’ vraagt ze. ‘Die van mij heet Burggraaf.’ Ze kijkt er trots bij. Maar, hoe moet ik weten wie mijn vader is? Ik vraag het aan mijn moeder. ‘Jouw vader heet Casco.’ Ik zeg het tegen Zoey. Ze vindt dat ik een leuke vader heb. Ik zeg dat zij ook een leuke heeft, al heb ik geen idee wie het is. ‘ Hoe oud ben jij? Ik ben vanmorgen om half 5 geboren, zegt mijn moeder.’ Dat zeg ik. Klink ik stoer van. ‘Ik ben al 2 dagen oud!!!’ Oh, jammer dat zij ouder is. De hele middag spelen we met elkaar maar we drinken ook veel. ‘s Avonds worden we helaas naar de stal gebracht.
Als we in de stal zijn kijk ik in de stal naast ons. Ik zie een hele super dikke merrie staan. Ze kijkt heel vriendelijk en ik vraag haar maar hoe ze heet. ‘Ik heet Jacaranda.’ Zegt ze. ‘Maar, wat is er met je?’ Vraag ik met een veelbetekende blik op haar enorme buik. ‘Ik ben drachtig, maar niet van 1 veulen, van 2! En het is een hele last.’ ‘Oh’ zeg ik, en ik ga weer wat drinken. Dan ga ik naar de andere kant, en ik zie een ondeugend klein pony’ tje staan. ‘Hoe heet jij?’ vraag ik. ‘Pino.’ Zegt ie. Hij zegt ook dat hij een Shetlanderruin is en dat ie in de beginnersgroepen van de manege meeloopt.
Als ik 10 dagen oud ben en ik in de wei sta, word mijn moeder geroepen. ‘Roos! Rohooos!’ Mama komt met een klein drafje op Mieke af. Mieke haalt haar de wei uit, maar zorgt ervoor dat ik niet meekan. Ik ben verbaasd. Gister ging mama rijden maar toen mocht ik mee. Ik word paniekerig en ren keihard naar Zoey toe. Die begrijpt ook niet waarom ik niet mee mag. ‘Dat is omdat je moet leren op jezelf te letten, als je ongeveer 6 maanden oud bent moet je helemaal voor je zelf zorgen!’ Zegt Nanda, Zoey’s moeder.
Later word ik ook uit de wei gehaald, maar niet zomaar. Ik krijg iets om mijn hoofd. Ik protesteer er niet tegen omdat ik niet weet wat het is. Dan, als het hek open gaat om mij eruit te krijgen, komt er druk op te staan. Ik trek terug, ik ben de baas!! Maar uiteindelijk ga ik toch mee want anders word mam ongerust. Als ik in de stal ben neem ik als troost een paard slokken melk en ga lekker met Pino kletsen. Pino is mijn vriend! Nog weer naast Pino staat Hercules. Maar tussen Hercules’ stal en die van ons zit een paar meter. Pino zegt dat Hercules de dekhengst en tevens de beste sporter van de manege is. Hij is ZZ springen en dat is heel erg goed. Ook is hij de vader van de tweeling van Jacaranda, die nog in haar buik zit.
Ik vind dat mijn uitzicht uit de stal super is! Er zit een deuropening voor zodat ik de rijhal in kan kijken. Dus ook ieder paard die getraind wordt. Dat is heel erg leuk! Dan komt er een man langs. Hij heeft een zadel, zoals mijn moeder dat noemt, en een hoofdstel mee. Hij loopt door naar de stal van Hercules. Die zet hij in de poetsplaats en borstelt hem. Dan zadelt hij hem op.. Mama heeft me al zoveel verteld! De man leidt Hercules de binnenmanege in en gaat er op. Ik vraag gauw aan Hercules wat hij gaat doen. ‘Trainen, springen.. dat moet jij later ook doen kleintje!’ Zegt hij met een vriendelijke hinnik. ‘Doe eens niet zo opgewonden jij goede ouwe jongen!’ “grapt” de man. Hij drijft Hercules voorwaarts en hij stapt. Eerst met een lange teugel en dan neemt hij hem korter. Mijn moeder legt ondertussen uit wat de man doet en wat hij verkeerd doet. Ook legt ze uit dat ik dat later ook moet doen en dat ik altijd mijn best moet doen. Ik zie dat Hercules een flinke bok geeft en ik doe het zelfde. Wat een kick! ‘Hou op, niet in de stal bokken!’ En mijn moeder hapt zacht naar me. Daar schrik ik van, en ik let maar weer op. Hercules neemt nu een sprong. Met een enorme kracht en de oren naar voren. Dan stormt hij gewoon door en de ruiter kan hem nauwelijks houden!
Ik ben 1 maand oud en ik weet al een hele boel! Zoey en ik zijn dikke vrienden en we staan naast elkaar in een stal! Jammer genoeg heb ik nu minder goed uitzicht maar het is wel heel erg leuk dus dat mis ik niet zo. En Hercules zei laatst dat ie me heel erg stoer vond en hij heeft me uitgelegd wat een topspringer is. Dat wil ik dus worden! Jacaranda heeft vorige week een prachtige tweeling gekregen en ze zijn alle 3 kerngezond! Het was een moeilijke bevalling maar het ging! Jacaranda is een spierwitte fokmerrie, maar de veulens zijn pikzwart. Mijn moeder zegt dat die wit worden als ze ouder worden. Mama zei ook dat ze nu al M springen is en dat vind ik heel stoer! Ik weet eigenlijk niet wat voor kleur ik krijg, maar nu ben ik heel donker, bijna zwart. Ik weet dat ik eerst ook helemaal zwart was, net zoals de tweeling. Ik kan al heel goed aan het halster lopen en word al heel veel geborsteld door Mieke. Mieke zegt dat wij pensiongasten zijn en dat we maar heel blij moeten zijn met wat we hebben. Ik vertel dit terwijl ik word geborsteld, en het is heeeeerlijk! Ik eet al een klein beetje brokjes maar dat vind ik nog niet zo heel erg lekker. Gras en kleine hapjes hooi wel… De volgende keer vertel ik weer meer!!

)heel mooi
en je moet echt verder schrijven het is een leuk verhaal