
Hoofdstuk 1
De jongen strompelde door het bos. ‘Ik, ik kan niet meer…. Ik voel me niet goed….’ Meer kon de jongen niet uitbrengen, want hij was bewusteloos.
Stijn kwam op school. Oké, een nieuw jaar, het gepest zal wel weer gaan beginnen, dacht hij bij zichzelf. En inderdaad, het gepest begon meteen al weer. ‘Hé Stijn, ben je er weer? Weer lekker wiskunde geleerd deze zomer?’, zei Davin spottend terwijl hij om zich heen keek of de rest lachde. Hij zei het zo hard zodat iedereen het kon horen. Daar stond hij met zijn groepje, Mike, Daniël, Nikita en Sarah. Het was het populairste groepje van de tweede klassen. Mike, Davin en Daniël zaten op voetbal en Nikita was de vriendin van Davin. Sarah hoorde er alleen maar bij omdat zij en Nikita al vriendinnen waren sinds groep 3. Eerst waren ze wel aardig tegen Stijn, maar sinds Davin kwam waren ze helemaal veranderd. Ze lachten hem allemaal in zijn gezicht uit. Stijn liep door en deed alsof hij niets hoorde. Zo ging het nou elk jaar. In het begin was het niet zo erg, maar toen hij een bril kreeg en een beugel, begon het getreiter. Vooral toen ze erachter kwamen dat hij wiskunde een heel leuk vak vond en hij dat dus ook in zijn vrije uurtjes deed. Hij ging het lokaal binnen. Daar zag hij dat hij meneer van Dijk had, de leraar die er alles voor deed om populair te zijn. Iedereen was dus ook binnen toen hij zei: ’ Daar is onze wiskunde nerd Stijn!’ Iedereen lachte hem uit. De tweede keer in 10 minuten. Dat was een record. Ooit zou hij hen allemaal terug pakken, maar nu kon hij zich beter stil houden en hij pakte zijn boeken. Dit zou een lange dag worden…
Aan het einde van de dag wilde Stijn naar huis gaan toen hij zag dat zijn banden waren lek gestoken. Dat begint goed, het begin van het nieuwe schooljaar. Hij moest naar huis lopen. Eenmaal thuis werd hij begroet door zijn moeder. Toen werd hij gebeld door zijn enige vriend Tobi. Tobi vroeg of Stijn zin had om langs te komen, maar hoewel ze geen huiswerk hadden, zei Stijn dat hij het druk had. Stijn smeerde een boterham en ging naar boven. Eenmaal boven begon hij zachtjes te huilen. Hij hield er snel mee op toen hij een schreeuw van beneden hoorde. Het was zijn moeder! Stijn rende naar beneden, schreeuwend wat er gebeurt was. Beneden trof hij zijn moeder met zijn schooltas. Maar wat zag zijn tas eruit! Zijn boeken waren vernield en zijn tas was volgegoten met lijm. Maar aan de buitenkant was niets te zien. Dat moet gebeurt, zijn toen hij even naar de wc was. Nu wist hij het zeker; hij moest en zou een wraak plan maken. Hoe of wat wist hij niet, maar zijn wraak zal zoet zijn. Maar wacht… ja dat zou een goed idee zijn, maar hij moest het nog wel even uitwerken.
’Waarom doen ze dit toch?’, vroeg zijn moeder.’ Je hebt ze toch nog nooit wat aangedaan?’ En ze liep snikkend weg. Stijn ruimde de troep op en ging weer naar boven. Boven ging hij een spelletje doen op de computer. Ondertussen was hij daar heel goed in geworden, omdat hij van de vakantie toch niet veel te doen had gehad. Hij ging door totdat hij werd geroepen voor het eten. Tijdens het eten hadden ze het er nog over wat er met zijn tas was gebeurd. ‘Als het zo doorgaat, ga ik met de directeur praten,’ zei zijn vader. ‘Ik ga het morgen oplossen,ik beloof het,’ antwoordde Stijn. Er werden nog een paar woorden over gewisseld en toen waren ze klaar met eten. Na het eten ging hij weer naar boven. Hij speelde op zijn computer totdat het tijd was om naar bed te gaan. Hij poetste zijn tanden, trok zijn pyjama aan en ging naar bed, niet wetend wat er morgen zou gaan gebeuren…
De volgende ochtend werd Stijn wakker. ‘ oliebol, verslapen!’, zei hij toen hij op de wekker keek. Hij kleedde zich snel aan en ging naar beneden. Zijn moeder was al weg, dus hij had ook nog eens geen ontbijt. Niet dat hij daar tijd voor had. Hij haastte zich naar school. Daar aangekomen ging hij snel de klas binnen. Poeh, hij was net op tijd. Doordat hij zo een haast had ging hij op zijn stoel zitten zonder te kijken. Hij hoorde ook niet zijn klasgenoten lachen. Ze hadden aardrijkskunde van meneer de Lijn, een leraar die heel erg streng was. Hij pakte snel zijn spullen en keek naar het bord. Meneer de Lijn begon met vertellen. Na ongeveer een half uur moest Stijn iets op het bord schrijven. Maar toen hij op wilde staan, lukte het niet. Hij zat vast gelijmd aan zijn stoel! Terwijl hij op probeerde te staan kijk meneer de Lijn hem vragend aan, omdat hij nog steeds niet in naar voren kwam. Stijn hoorde de kinderen lachen en hij voelde dat hij rood werd. Hoe kan ik me hier nou weer uit redden, dacht hij. Meneer de Lijn riep kwaad: “En nú is iedereen stil! Wie nu nog praat mag zich melden. En Stijn, jij komt nu naar voren anders mag ook jij je gaan melden! Stijn probeerde nog een keer op te staan maar er kwam geen beweging in.
En weer word ík eruit gestuurd voor wat de klas doet, ik moet echt iets bedenken, dacht Stijn terwijl hij voor de zoveelste keer de aula veegde. Maar hij moest het wel stiekem doen, zijn moeder mocht het niet merken, die wilde het altijd op een goede manier oplossen: uitpraten. Maar in dit geval kan dat niet! Dacht Stijn, voor deze keer mag ik vast wel een uitzondering maken. De bel ging, hij moest terug naar de klas.
Ze hadden Engels van meneer de boer, gelukkig was hij altijd wel aardig tegen hem. Stijn liep de klas in en wilden zijn boeken pakken. Mijn schrift is weg! Ik had hem er toch in gedaan? Dacht Stijn. Gelukkig doet meneer de boer nooit zo moeilijk. Ik mag hem vast wel uit mijn kluisje halen. Toen hij bij zijn kluisje kwam, zag hij dat er kauwgom op zijn sleutelgat zat. oliebol, nu ben ik nooit meer op tijd terug in de les. En hij begon alvast te peuteren aan de kauwgom. Het lukte hem steeds beter, hij werd er nog eens handig in! Gelukkig was het makkelijk weg te halen en kon hij in zijn kluisje. Zijn schrift lag daar ook al niet! Snel ging hij terug naar de klas, meneer de boer was erg aardig, maar wel ongeduldig. Toen hij terug in de klas kwam, keek hij nog eens goed in zijn tas. En daar lag zijn schrift. Ik moet ook beter kijken, en niet meteen denken dat Davin het weer gepakt had. Neem allemaal jullie oefeningen voor jullie, dan kom ik controleren of jullie het gemaakt hebben. Stijn zocht de pagina op met de oefeningen. Wat is dìt?! Dacht hij. Er stonden allemaal teksten om de oefeningen heen, over meneer de boer. Maar zó kan ik het niet aan hem laten zien! En hij stopten zijn schrift snel weer in zijn tas en zei: Sorry meneer, maar mijn schrift lag niet in mijn kluisje, ik denk dat ik hem thuis vergeten ben. Dat wordt dan een kruisje Stijn en de volgende keer dat het gebeurd, bel ik je ouders, want dit is al de zoveelste keer… Nu had Stijn er echt genoeg van en besloot om zich in de pauze ziek te melden. Dan had hij vanmiddag alle tijd om zijn plan voor te bereiden.
Nadat hij de hele dag op zijn kamer had zitten denken wat hij zou doen om Davin terug te pakken, liep hij naar beneden. Zijn moeder was al thuis, hij ging naar beneden en vertelde dat hij naar huis was gegaan omdat hij zich niet lekker voelde. Ze aten vroeg zodat hij vroeg naar bed kon. “welterusten, mam” zei Stijn. “Welterusten, Stijn” zei zijn moeder en hij ging naar boven. Eenmaal in bed kon Stijn niet slapen. Hij lag de hele tijd te denken aan zijn plan. Morgen zou hij zijn plan uitvoeren, het was een geniaal plan, vond hij zelf, dat zeker moest slagen. Hij had het zo goed voorbereidt! Het enige, was dat hij zich niet nóg eens moest verslapen… Dan zou zijn hele plan mislukken. Maar daar ging hij niet vanuit, het was een supergoed plan en hij had ongelooflijk veel zin om Davin en zijn vrienden eens lekker terug te pakken!
Nogmaals dezelfde vraag:
Wat vinden jullie ervan en wat kan ik verbeteren, zitten er fouten in ofzo?
groetjes