




10-07-1895
Hoi liefe mam. Ik weet dat je er niet meer bend daarom stuur ik deze brief naar uw graf. Met mij gaat het goed. De rijs naar Amerika was zwaar maar ik heb het tog gehaald, veel mensen zijn gestorven.
Het begon allemaal in een dorp, een dorp waar wij zamen woonden toen u er nog was. Wij woonden gellukig. En zoals altijd plukte ik bloemen op de hei. Plotseling zag ik allemaal ruiters voorbij komen, de voorste hielden grote vlaggen vast met het wapen van de stad er op, in het midden reden 4 zwarte paaren voor een kar. De kar werd omsingelt door soldaten er achter aan kwam het volk met vakkels en hooivorken. Ik herkende de kar meteen het was de kar voor gevangenen. En u stond er op. Het volk riep allemaal "Heks, Heks, vieze heks" eenmaal aangekomen in de stad werd u op de brandstapel gedaan. De beul stak het hout aan, u geschreeuw klonk over de hele weide omtrek en het gejuig viel stil langzaam zakte u in elkaar, u was dood. Ze hadden je aangezien voor heks. Nu was ik alleen op de wereld maar ik weet dat u graag zou weten wat ik ben gaan doen daarom schrijf ik deze brief.
3 dagen na u dood ben ik vertrokken ik wou hier niet langer meer blijven aangezien ik werd aangekeken als heksenkind. Toen ik in de koets langs ons huis ree zag ik dat er niks meer van over was. Ze hadden het verbrand. Het was inmiddels begin lente en door de hei dartelde lammetjes met herders. Het afscheid deed zeer maar ik wist dat dit het beste was.
Na dagen rijden kwam ik aan in de haven en hier zou mijn grote rijs beginnen..De rijs naar New York.
Er komt snel meer maar ik moet nu even weg opbouwend komentaar graag
