Morgen wordt een lange dag
Half tien, de wekker loopt af. Dat verdomde ding heeft ook nooit gesnapt dat het om half acht moet aflopen! Snel trek ik mijn kleren aan en storm naar de lift, druk op het onderste knopje en twee seconden later sta ik beneden in de hal. Ik steek snel een paar vitamine pillen in mijn mond, drink een kop koffie met opwekkingsmelk erin om te voorkomen dat ik onderweg naar school in slaap zou vallen. Ik stap in mijn privé-taxi die onmiddellijk naar school snelt. Een computerstemmetje vraagt waarom ik zo laat ben en zoals bijna elke morgen vertel ik over mijn wekker.
De deur van het klaslokaal gaat open. Al mijn klasgenoten haasten zich naar buiten voor de speeltijd. Daarna komt meester Hendrickx ook de klas uit en aan zijn gezicht te zien is hij niet bepaald in een goede stemming. “waarom ben je nu weer te laat?” vraagt hij met zulke stem waar je bang van zou worden. “Mijn wekker meneer...”, “ Denk je nu echt dat ik je nog geloof? Het is elke dag je wekker die te laat afloopt! Ik stel voor om er eens een nieuwe te kopen en als straf mag je de speelplaats poetsen. De kraan van de sproeiers staat achter de deur als je de kelder binnenkomt. De knop om de droger in te schakelen vind je boven de lichtsensor. En maak nu dat je weg komt.”
Zoals meneer Hendrickx gevraagd heeft ga ik naar de kelder om de speelplaats te poetsen. Ik schakel de sproeiers in en ineens realiseer ik me dat de speeltijd volop bezig is. Meneer Hendrickx komt de kelder drijfnat binnen. “Iedereen is naar huis om propere kledij aan te trekken! Jij gaat nu naar de hoofddirecteur!”. Doodsbang klop ik op de deur van zijn kantoor, hoor hem roepen dat ik binnen mag en doe de deur open. “Wat heb ik nu weer van je gehoord? Het is elke keer hetzelfde met je. Ik denk dat we maar eens maatregelen moeten treffen. Jij bent voor twee dagen geschorst.” Ik schrik me dood en denk dat het haar op mijn armen helemaal overeind staat. Voorzichtig vraag ik wat dat precies inhoud en hij weet me te vertellen dat ik twee dagen in de isoleercel mag doorbrengen. Lijkbleek stap ik mijn taxi in, stel me voor hoe het in de isoleercel zou zijn en hoe ik dit in hemelsnaam aan mijn ouders zou moeten uitleggen.
Terwijl mijn moeder in de tuin op haar massagebed ligt te zonnen en mijn vader de elektronische krant leest probeer ik me ongezien naar mijn kamer te begeven. Maar dan hoor ik toch plots het geluid van mijn vaders voetstappen dichterbij komen. Hij vraagt me wat ik hier doe en ik zeg dat een domme leerling de sproeiers op school heeft opengezet tijdens de speeltijd en dat iedereen naar huis mocht. Op mijn kamer bedenk ik me dat ik helemaal niet tegen mijn vader gelogen heb. En plots begin ik mezelf uit te lachen terwijl ik daarna zacht begin te huilen.
Ik heb mezelf voorgenomen om er niet meer aan te denken. Ik zie morgen wel verder wat er met me gebeurd. “Tenslotte gaat het leven door. Onee, ik doe precies of het met mij gedaan is, terwijl na de volgende twee dagen ik weer helemaal van schulden verlost ben”, denk ik hardop. Ik vraag mijn taxi of hij me even aan de stal wil afzetten. Op de manége aangekomen zie ik Bijou al in haar stalletje staan. Ik zadel ze op en ga samen met Stéphanie een ritje buiten maken. In het bos zie ik ineens meneer Hendrickx met zijn vrouw wandelen en probeer zo subtiel mogelijk voorbij te komen zonder dat hij me zou zien. Maar tevergeefs,
“Hallo Marjo! Dat rijmt! ”. Ja, meneer dat rijmt... Ik trek snel een arrogante kop en doe alsof ik hem niet gezien of gehoord heb. Weer op de stal aangekomen hoor ik plots de computerstem van mijn taxi roepen dat we snel naar huis moeten want mama heeft frietensoep met balletjes gemaakt. Dus zeg ik Stéphanie en Bijou gedag en rijden we zo snel mogelijk naar huis. Na het eten kijk ik nog even televisie terwijl ik in bad zit en daarna ga ik eens vroeg slapen. Want morgen wordt een lange dag.
helemaal niet zo speciaal ofzo. maar het was een opdracht voor school en k vond hem wel grappig. ik had een 16/20 .
wat vinden jullie ervan?
