Een masker
Van vreugde en geluk
Waar ik me achter verschuil
Maar van binnen ga ik stuk
De echte ik
Die kennen ze niet
Ik ben een hoopje ellende
Geen geluk, maar enkel verdriet
Vrienden, die heb ik niet
Ik ben niet belangrijk
Maar als er smerige klusjes zijn
Nemen ze me in de zeik
Soms als ik in een dipje zit
Voelt het zo fijn
Om mezelf te laten lijden
Op zo´n moment houd ik van pijn
De pijn
Doet me goed op zo´n moment
Pesten ze mij soms
Omdat ik niet de dingen draag van de laatste trend?
Hoe dan ook, zo wil ik niet verder
Misschien is het tijd om ´t vlammetje voorgoed te doven
Geen verdriet meer te hoeven hebben
En mezelf van mijn eigen leven te beroven…
Na het leven...
Wat zou er
Na het leven zijn?
Gaan we naar de hemel
Zonder verdriet, zonder pijn?
Misschien is het wel
Een oneindig leven.
Gebonden aan je ziel
Steeds opnieuw naar hetzelfde streven.
Of gaat het allemaal
Zonder jou door?
Klaar over en uit,
Geen zicht, geen gehoor?
Geen levende ziel
Die het me kan vertellen.
Maar ooit zal ík
Het ook kunnen vaststellen.
Verdwijnen
Ik zou willen verdwijnen
Als een druppel op de grond.
Op een onbekende plek verschijnen
Waar ik voor niemand bestond.
Als ik een grote vogel was
Vloog ik verder en verder hier vandaan.
In een dikke verenjas
Als reiger, adelaar of zwaan.
Dat is te mooi om je voor te stellen.
Lekker vliegen, hoog boven de bomen.
Geen ruzie, diefstal of hevige rellen
Je kan er helaas alleen maar over dromen.
De gedichten gaan niet specifiek over mij hoor
