

Citaat:Het koude water stroomde over haar voeten. De lange zwarte jurk die ze aan heeft, drijft op een hoge golf.
'Ben je daar?' fluistert ze helder.
De vraag wordt beantwoord, met een eindeloze stilte, alleen het geruis van de golven klinkt over het strand. Ze wandelt rustig door het water, steeds dieper, tot het water tot aan haar schouders reikt, ze zwemt, steeds verder en verder van de kust, ze weet waar ze heen gaat. Op een kilometer van de kust, ver verwijderd van het ondiepe, trilt het water. Rustig en teder word het meisje uit het water geheven, de vis zwemt rustig onder haar, haalt adem en duikt, samen met het meisje, de diepte in. Om weer boven te komen, in een grot, die vanaf de zeespiegel gezien, gewoon een berg zou zijn, maar van onder de zeespiegel, waar een 'deur' in de rots is. Is het een prachtige grot, glinsterende stenen, juist diamanten.
Hijgend kijkt het meisje rond. De grot, verlicht door de zon die schijnt door de ontbrekende top. Wanneer ze op adem is, aait ze de vis, en loopt rustig, geluidloos, door een wat donkerdere gang, de vis die weet waar hij heen moet, duikt weer onder en zwemt weg, vlak langs de rots, wachtend tot het 'eiland' in zicht komt, waar hij 'zijn' meisje weer op zal wachten.
Kishiana, zo noemt ze, zwarte krullen, die rijken tot in het midden van haar rug, ze bekijkt de wereld al 16 jaar, door zwarte ogen, die dieper zijn dan het diepste dal, koel en warm tegelijkertijd. Eigenlijk, zeggen haar ogen niets en toch zoveel...
Kishania wordt vaak 'speciaal' genoemd, ze is sociaal, en toch...Apart. Heel anders dan de meeste mensen uit het dorp, de bruingebrande huid maakt haar nog mooier dan ze al is.
Inmiddels op het kleine strandje aangekomen, loopt ze op haar blote voeten door het mulle zand, het voelt warm, zelfs heet aan haar voeten. Onbezorgd loopt ze naar het eind van de steiger, en laat zich daar in het diepe water zakken, wetende dat ze zodra weer zal reizen op de rug van de vis, Het eiland is onbekend, schepen zouden makkelijk tot vlak bij het eiland kunnen varen, gelegen op een rots is het vanaf de steiger diep genoeg voor de meeste schepen. Wie de steiger gebouwd heeft is haar een raadsel, niemand die van dit eiland af weet. Bij haar weten toch niet.
Liftend op de rug van de vis, haar vast houdend aan de staartvin, rillend van het toch wel koude water, geniet ze toch van de reis, die weldra onderbroken zal worden. Bruusk stopt de vis met zwemmen, geschrokken ontsnapt een kreet aan het meisje, waarna ze in het water glijd, ze zoekt naar enige steun, kijkt over de zee en ziet in de verte een zwart puntje, dat zou wel eens het land kunnen zijn waarnaar ze op zoek is, maar das minstens 2 km!
'Kayla?' vragend, bijna smekend zegt ze de naam van de prachtige dolfijn. Wie plots verdwenen is.
Ze zwemt alleen verder, hopend dat Kayla haar weer zal opzoeken, het is maar goed dat ze een goede conditie heeft! Maar toch, 2 km...Traag word het 'zwart puntje' groter en groter, tot het meer en meer op een eiland trekt, het eiland waar ze heen wilde. Plots voelt ze de zachte, glibberige huid van een vis,
'kayla, ik wist dat je me weer zou zoeken' fluistert ze. De vis trekt haar tot waar het water tot net boven haar hoofd zou rijken als ze op de bodem zou staan, de laatste meters zwemt ze, wanneer ze kan staan, loopt ze rustig verder. Na een aantal meter komt het water tot haar middel, ze blijft staan, kijkt naar het strand en ziet tot haar verbazing dat er nu al veel mensen op het strand zijn. Ze wandelt rustig tot op het strand, door het vochtige, harde zand, dat over gaat op los zand waar het zeewater niet komen kan. De mensen kijken zelfs niet meer op van kishiana, ze komt wel vaker 'uit de zee gewandeld'.
Ze loopt verder tot het 'bos', hoge bomen, die bijna tot aan de nu nog laag staande zon rijken, omringen haar. Ze wandelt tot de open plek en gaat rustig zitten op een boomstam. Wachtend tot hij komt...
Even later ruist het struikgewas, vervolgens komt er een gedaante uit, een blonde jongen met felblauwe ogen kijkt naar het meisje
'kishi...Eindelijk' zegt hij. Hij stapt traag, bijna voorzichtig op het meisje af en gaat langs haar zitten.
'Ik heb je gemist' antwoordt ze op de ongestelde vraag.
'Ik jou ook kishi. Waarom blijf je altijd zolang weg?' Hij heeft een warme, zachte stem. Hij neemt het meisje in zijn armen en trekt haar naar zich toe.
'Het kan niet anders Sam' met een zucht laat ze zich meewiegen in de armen van de jongen, haar jongen.
Ze zitten een paar minuten zo, plots trekt Kishiana zich los uit zijn armen.
'Wat is er Kishi?'
'Ik moet zo terug naar mijn dorp. Ik ben al van 6 uur ‘s ochtends weg, de reis naar hier is vrij lang als je zwemt' grinnikt ze.
Uitdagend kijkt ze naar de jongen en vervolgt 'Je kan altijd mee gaan...'
'Ik zou graag willen...Heb je nog 1 uurtje? Voor het afscheid?'
'Ja. Dat heb ik. Over een uurtje aan de steiger.' Antwoordt ze, en loopt geruisloos maar snel door de lage struiken, tot op het strand waar ze over de glinsterende zee kijkt.
'Prachtig' denkt ze. Ze sluit haar ogen en roept in gedachten de naam van haar vriend 'Kayla...Kayla er gaat iemand mee...' Ze opent haar ogen en ziet op een 500 meter van de kustlijn het water omhoog spatten. 'Je hebt me gehoord' fluistert ze. Ze wandelt rustig naar de steiger en wacht op Sam.
ik heb er een spellingscontrole overgegooit, hoop dat de fouten eruit zijn, want ik kan absoluut niet om met d en t en dt en...

Bij deze laat ik jullie ook dit verhaal keuren
