Zonder jou
Soms als ik je zie,
als je loopt te grazen in de wei,
vraag ik me af hoe lang het duurt,
hoe lang je nog bij me zult zijn.
Je lijkt nog zo jong , in alles wat je doet,
maar ondanks alles weet ik,
dat je oud begint te worden.
Het is moeilijk voor te stellen,
dat ik hier op een dag zal staan,
alleen , zonder jou,
maar ik weet dat het zo zal gaan,
zo gaat het met iedereen.
Ik weet niet wanneer het tijd zal zijn voor het afscheid.
En ik geloof niet dat ik het zou willen weten.
Daarom, als ik je zie, zoals nu,
wil ik dat beeld van jou in mijn hoofd prenten,
zodat ik me je zal herinneren, zoals je bent.
Dan wil ik je voor me zien,
grazend op een zomeravond,
terwijl de nacht en de mist in aantocht zijn.
Dan wil ik me herinneren je warme ogen,
als je je hoofd heft en naar me kijkt,
terwijl de laatste zonnestralen,
je zachte haren doen glanzen.
Ja, het liefst van alles wil ik je ogen onthouden,
als ik toefluister dat ik van je houd.
Je ogen zeggen meer dan welke woorden ook.