maar eentje rolde in de goot. Nu zijn er nog maar...
Zes zoete zuurtjes. Daar kwam een heel oud wijf,
die heeft er eentje weggepakt. Toen waren er nog...
Vijf zoete zuurtjes. Toen kwam mijn nicht Marie,
die heeft er twee gekregen. Toen waren er nog...
Drie zoete zuurtjes. Toen kwam de kruidenier,
die bracht voor mij een zuurtje mee. Toen waren er weer...
Vier zoete zuurtjes, en toen kwam tante Mien,
die deed zes zuurtjes in de fles. Toen waren er er...
Tien zoete zuurtjes. Ik at ze op alleen.
Nu is het hele flesje leeg. Nu heb ik er geen een.
Dit gedicht staat op een poster in het lokaal Nederlands bij ons. Ik vond het wel leuk, dus ik plaats het maar.
