
Ik ben er dus maar aan begonnen, het is nog niet veel, nog niet echt spannend, dit is meer de inleiding...
Het is trouwens mijn allereerste verhaal. en ik vraag me af wat jullie van dit stuk vinden

Corine pakt de waterkan en schenkt nog wat water in. Al de hele ochtend wacht ze tot haar gordijnen gebracht worden. Dan nog maar even met de hond naar buiten, Corine gaat onderaan de trap staan en luistert… San slaapt nog. Zodra ze de deur naar buiten door stapt, loopt ze tegen een muur van hitte aan, ‘komt er ooit nog een einde aan deze lang durende hittegolf’ is wat ze dacht. Corine roept Boy terug die al van plan was om achter de ganzen aan te rennen, zelf gaat ze in de schaduw zitten onder de oude boom. Haar lievelingsplek al sinds dat ze een klein meisje was, die tijd herinnert ze zich nog goed.
“Corine!”, Haar moeder roept, gehaast loopt ze de trap af en gaat aan tafel zitten. “bah, alweer aardappeltjes met doperwten” is wat ze zei, haar vader en moeder keken haar aan maar zeiden niets. Het was stil aan tafel, hun hond, Banjer, lag onder de tafel. Stiekem maar snel gaf ze haar eten door aan Banjer, hij was er maar al te blij mee. Na het eten zou ze Banjer meenemen naar de grote schuur. Corine vond het heerlijk om tussen de dieren te zitten en die waren er, de boerderij waar ze wonen staat afgelegen tussen de heuvels, veel land, geen buren en geen winkels in de buurt. Het wordt lente de koeien, varkens, paarden en pony’s, geiten, ganzen en de schapen staan nog in de schuur, na het eten zou ze de dieren op het land zetten. Heerlijk vind ze het om te zien, hoe de dieren zich uitleven als ze het land weer op mogen, Corine staat er dan ook altijd bij te kijken, ze maakt aantekeningen over hoe de dieren zich gedragen, hoe blij ze zijn. Ze roept Banjer, samen gaan ze weer naar binnen.
Corine pakt nog wat te drinken en loopt door naar boven,”Huiswerk, waarom altijd dat huiswerk” is alles wat ze dacht.
In de verte hoort Corine een auto aankomen, “Ha, daar zul je ze hebben”. Corine staat op, er komt een klein busje aangereden. De 2 mannen parkeren de auto naast de oude boom en stappen uit. “U bent Corine van Zijl?” is wat een van de mannen vroeg. “Ja” antwoordde zij vermoeid terug. ‘Eindelijk’ dacht ze ‘eindelijk zijn dan die gordijnen er’. De mannen pakten de gordijnen uit het busje, vroegen waar ze heen moesten en liepen naar binnen. Corine schonk wat te drinken voor ze in en vroeg of de mannen de gordijnen op wilden hangen. “Geen probleem en bedankt voor het water” was het antwoord. Verder hadden de 2 mannen en Corine nog hele gesprekken over de hitte, de boerderij waar ze in woont, over de mannen zelf, hun namen, Corine vond de gesprekken fijn, al lang woont ze alleen, alleen met haar dochtertje van 3 en veel mensen spreekt ze ook al niet.
Al dat huiswerk vond Corine niets, liever liep ze met Banjer door de weilanden en het stukje bos achter hun huis. Toch wist ze dat ze met diploma’s veel verder zal gaan komen dan zonder. Haar gedachten dwaalden af naar Jens, Jens is een jongen uit haar klas, een half jaar ouder dan Corine, maar helaas had zij nooit een woord met hem gewisseld. Ze vroeg zich dan ook vaak af, hoe het kwam dat ze nu net de jongen leuk vond die ze nooit sprak, ze wist niet hoe hij was en hoe hij praatte. ‘Snel over op het huiswerk’ sprak zei tegen zichzelf.
De mannen zijn weg, Corine pakt de telefoon en belt een vriendin, Cathy, op om te vragen of ze langs wilt komen. Daar baalt Corine van, rond de middaguren kan ze nooit weg, dan ligt San te slapen. Na met Cathy te hebben af gesproken, kijkt Corine nog even bij San, die ligt nog heerlijk te slapen, Corine voelt aan het voorhoofd van San, die is wat warm. Corine zoekt er niets achter, ‘zal wel komen door de hittegolf’ zegt ze zachtjes, ze geeft San nog een kus en loopt weer naar beneden. Corine is blij met haar nieuwe gordijnen en kijkt er nog eens naar, ‘eindelijk is er schaduw in de kamer’ roept ze blij en doet een vreugde dansje.
Er wordt gebeld, Corine loopt naar de deur en doet open.. “Ha” is wat ze als eerste roept, “Ik ben blij je te zien” en ze springt om de hals van Cathy. Luid lachend gaan ze op de veranda zitten, Corine pakt te drinken voor Cathy en haar, nog wat te eten, voor Boy water en een kluif en ze loopt weer naar buiten.
Corine stond vanochtend al weer vroeg op. De vakantie was afgelopen. Met moeite kwam ze haar bed uit, pakte brood en drinken en ging aan de keukentafel zitten. De bel ging, moeizaam stond ze op en deed de deur open. ‘Cathy! Wat ben je vroeg’ zei ze met een lachend gezicht. Cathy antwoordde terug; ‘Cor, ik ken je langer dan vandaag! Als jij na 2 dagen uitslapen weer naar school moet, kom je je bed niet uit, ik wilde je wekken, maar zie dat je al wakker bent, ach het maakt niet uit! Mijn moeder heeft gister taart gebakken, ik heb een stuk voor je meegenomen’. Corine lachte, pakte de taart aan zei dank je wel en liet Cathy binnen komen. Samen zaten ze aan de keukentafel, giechelde wat en liepen naar boven. Corine en Cathy zijn al jaren vriendinnen, ze kennen elkaar sinds dat ze baby waren, onafscheidelijk zijn die twee.
Corine pakte haar spullen, kleedde zich om en samen liepen ze de deur uit, op weg naar school.
Ik heb nog veel meer in mijn hoofd zitten qua gebeurtenissen, personen enz. maar wilde eerst hier reactie over voor ik verder zou gaan
