
Soms zou je willen dat je even onzichtbaar was. Dat mensen je even helemaal niet meer zien. Je hoopt dat ze niet vragen wat er mis is. Je kruipt weg en bid dat ze je niet zien. En juist dan vuren ze vragen op je af die je helemaal niet wilt horen. Ze vragen of er iets mis is. Ja er is iets mis.. Maar dat zullen ze nooit zien, of begrijpen. En soms.. Net op de dagen dat je gehoord wilt worden, lijk je onzichtbaar. Juist op die dagen vragen ze je niets. En voel je je vergeten, onzichtbaar. Je voelt je een schaduw die achter je vriendinnen aansluipt.
Dan zou je al de dingen die je mis zitten van de daken willen schreeuwen. Maar je weet, je zult niet gehoord worden. Want je bent onzichtbaar. Of de verkeerde persoon op de verkeerde plaats. Soms heb je al het gevoel dat mensen je laten zitten als ze een verkeerd ding zeggen. Dan kruip je op je kamertje, heel onzichtbaar in een hoekje weg. Je zet net die bepaalde cd op.. En daar komen ze. De eerste is er al heel gouw. En steeds volgen er meer. Tranen die zich een weg banen over je uitgeputte gezicht. Deet je het bewust? Alleen in je vertrouwde hoekje gaan zitten? En net die bepaalde cd nemen? Je wist het he? Ja geef maar toe. Of ben je ook daar te laf voor? Want ik kan je zien.. Ookal ben je onzichtbaar.. Ik zie je toch. Ik weet dat je graag met mensen telefoneert. Omdat ze je dan niet zien. Dan ben je onzichtbaar. En toch horen de mensen je. Want dat is wat je wilt he? Gehoord worden zonder je gezicht te laten zien. Als je kon dan zouw je vluchten. Vluchten naar de dood. Maar dat kun je niet.. Daar ben je te laf voor. Want je weet. Dan komt er een foto, een foto van je gezicht op dat doodskaartje. En dan zien mensen je voor altijd. Dan kun je je niet verstoppen. En ook daarom heb je de pest aan foto's he? Omdat dat moment opnamens zijn van net die momenten dat je even niet onzichtbaar was. Die momenten die jij het minst fijn vind. Misschien verschiet je van al die dingen die ik over je weet. Al die dingen die een ander niet ziet omdat je soms, ookal is het maar heel even, onzichtbaar bent. Maar je vergeet.. Ik kan je zien. Altijd.
Als je zouw moge trugkomen in een dier. Nadat je deze wrede planeet voor de eerste keer hebt verlaten. Welk dier zou je dan kiezen? Een kat? Die zich heel schuw kan verstoppen in de kleinste hoekjes? Of een trotse leeuw? Die zich kan verstoppen in de bossen, en die voor niemand moet vrezen. Die altijd gehoord zal worden. Of een paard. Een trotse lijder van de kudden. Zo snel als de wind en zo vrij als een vis. Nee dat zouw eerder een dier voor jouw zijn. Een vis, in de zee. Vrij om te gaan en staan waar je wilt. En als je dan weer even onzichtbaar zouw wille zijn. Verdwijn je gewoon in een donker hoekje. Of vlucht je naar de diepte. Waar er nooit zonlicht komt. Ja dat zouw een toepaslijk dier voor je zijn. Een vrije vis in de oceaan. Maar tot die tijd, ben je nog een gewoon iemand. Iemand die zich soms heel even onzichtbaar wenst.
Maar het valt niet mee om je anders voor te doen dan je bent. Je komt er wel doorheen, door deze moeilijke tijd van het jaar. Want ook jij verlangt naar de zomer. Zodat je al de kille winteravonden achter je kan laten. En dat je het opnieuw kunt proberen. Om voor altijd een zichtbaar mens te zijn. Zodat iedereen je kan zien. En niet enkel ik. Want ik zie je. Altijd. Ik hoop dat je ook gelukkig word. Net als zoveel mensen op deze aarde. En dat je niet het meeste van de tijd onzichtbaar bent. Maar dat je enkel nog truggrijpt naar het onzichtbaar zijn op de dagen dat je het echt, echt moeilijk hebt. En dat je niet zomaar onderuit gaat na een tegenslag. Dat je voor je eigenmening uit durft komen. Dat je een heel nieuw mens word. En dat je echt vrienden leert kennen en niet mensen die je nog een extra duuwtje in de rug geven om telkens weer onzichtbaar te worden.
En nu, is het weer zover. Het is een donkere, eenzame winteravond en je zit huilend in dat hoekje van je kamertje, met net die cd op. En komt telkens iets wijzer uit je huilbuien. Je leert van elke fout die je maakt. Maar je moet leren om ook de positieve dingen van het leven te bedanken. Dat je elke morgen wakker mag worden. Dat je telkens uit je raam kunt kijken en de moed verzamelen om die dag, even minder onzichtbaar te kunnen zijn. Maar als je dan bij je vrienden bent, of de mensen die je vrienden noemt, is het weer zover. En word je naar de achtergrond geduuwt. Word je als hulpje gebruikt. En word je onzichtbaar.
Maar ik zie je toch. Altijd. Want weet je.. Ik geef om je.. Meer dan je zou denken.. Ik wil je niet verliezen op deze donkere, kille winteravonden.