kijkend door een raam
vraag ik me af
waarom wij niet van glas zijn
zodat je even binnenin kan kijken
als je het moeilijk hebt.
zoekend naar een wolk
die me mee wil nemen.
waarop ik kan uitrusten
en rustig naar onder kan kijken
tot ik de wereld leer begrijpen.
een hand op mijn schouder,
een geruststellend gesus.
wil zoveel vragen stellen
maar jij vraagt om stilte
want antwoorden heb je niet
soms wil ik mijn ogen sluiten
doen alsof ik slaap.
Niet meer denken aan problemen
de wereld vergeten
was de wereld maar een bed
met vriendschap als een kussen
en liefde als een deken
dat je beschermend omhelst
maar omringd door mensen
vol van haat
weet ik dat die droom
een onvervulde wens blijft
kheb voort moment zelfs niet genoeg concentratie om de gedichten nogmaals door te lezen. Dus oordelen kan ik niet
