Langzaam opende ze haar ogen. Even snel waren ze weer dicht. Het witte licht deed pijn op haar netvliezen. Een tweede poging. Nu ging het al wat beter.Ze zag iemand zitten aan haar bed. Ze hoorde aan de stem dat het haar moeder was. Bah haar moeder. Ze haatte haar moeder. Wat deed ze hier trouwens. Ze keek de kamer rond. Helemaal wit met alleen een paar bloemetjes als versiering. Ze wilde iets zeggen maar haar keel was zo droog. Haar moeder had het gezien en reikte haar een glas water toe. Voorzichtig nam ze een paar slokjes. Oh dat voelde al heel wat lekkerder aan. Ze probeerde opnieuw. Waar.. Waar ben ik? Moeder vertelde dat ze in het ziekenhuis lag. In het ziekenhuis? Hoe kom ik hier terecht? Ze sloot haar ogen en probeerde zich voor de geest te halen wat er was gebeurd.
De pillen,het mes,de krassen,het bloed ,roepende mensen. Wat waren dat voor beelden. Weer opende ze haar ogen want ze voelde iets trekken. Het was de verpleegster die het infuus kwam vervangen. Haar moeder was intussen de kamer al uit. Ze zuchtte opgelucht. Ze ging wat rechter zitten en zag naar haar polsen. Een dik verband omhulde haar arm. Misschien maar goed ook want dit wilde ze eigenlijk niet zien. Ze vroeg aan de verpleegster wat er gebeurd was. Die vertelde dat haar maag was leeg gepompt en dat ze geluk had dat ze nog leefde. Zijzelf wist niet of ze er wel zo blij mee was. Denk denk,hoe kon dit komen? Wat is er allemaal gebeurt? Weer diezelfde beelden. Toen wandelde er iemand de kamer in. Het was Steven. Hij gaf haar een knuffel en streek bezorgd over haar haar. Meisje,je hebt me laten schrikken gisteren. Ze keek hem onbegrijpend aan. Hij zag het,nam een stoel en begon te vertellen.
Weet je nog dat ik je gevraagd had of je samen met me naar de club te gaan? Jij vond het wel oké en ging je omkleden. Toen je boven kwam zag je je moeder samen met een andere man in bed liggen. Dit weet ik omdat je me dat zelf had verteld. Je schonk er verder geen aandacht aan en kleedde je verder aan. Toen belde ik aan en kwam je met mij mee. Ik zag dat het je niet ging en dat vroeg ik in de auto ook. Jij zei dat je het niet zo erg vond en dat het wel ging. Je wilde alleen serieus slikken. Ik zei toen dat dat kon omdat Ruben ook zou komen,en die had dat altijd bij. Eenmaal daar aangekomen was je al snel aan de drank.Je dronk alles onder elkaar rode wodka,bier,jenever tiquela. Ik zag dat het fout ging,maar heb er appelflap zelf niks aan gedaan. Toen kwam je ruben tegen en vroeg je of hij spul had. Dat had die inderdaad. En jij maar pillen slikken,en snuiven. Ik heb er gewoon niks tegen gedaan. Ik zag dat Ruben gebruik van je maakte maar ik deed gewoon niks. Ik zag je met hem naar de toilet gaan.Ik wist wat er ging gebeuren. Want je had al zoveel op dat je niet kon betalen. Ik weet dat hij het op zo een manier terug wilde. Toen je terug was zag je er niet goed uit. Je dronk nog meer. Toen liep je naar de wc. Ik denk dat je je klap toen kreeg. Je bleef twee uur weg. Toen ging ik kijken en zag ik je op de grond liggen. Ik belde meteen de ambulance en die zijn je komen halen. Zo ben je beland in het ziekenhuis. Het spijt me dat ik je niet tegengehouden heb,dat ik niks gedaan heb.Ik voel mij er zo rot over. Ik dacht dat het wel ging. Dat het zo erg niet zou zijn. Want je gedroeg je nog redelijk normaal. Maar toen je niet meer terugkwam van de toilet begon ik te panikeren en ben ik je gaan zoeken. Toen vond ik je.Ik heb echt angsten doorstaan. Misschien ging je wel dood,en dat door mijn schuld. Ik wilde niet dat jou iets overkwam echt niet. Ik dacht alleen aan mijn eigen plezier, en dat spijt me. Ik hoop dat je me daarvoor niet haat.
Ze legde haar hand op zijn arm. En fluisterde dat ze het helemaal niet zo erg vond. Het was tenslotte haar eigen schuld. Ze had zoveel niet moeten slikken,en zoveel niet moeten drinken.
Ze herinnerde zich heel veel dingen terug.
Hoe ze daar op de wc stond. Tegen de muur aangedrukt door Ruben. Die haar over haar hele lichaam kuste,en likte. Ze wist niet of ze dit wel wilde. Maar ging er niet tegen in omdat ze gewoon te dronken was. Langzaamaan kreeg ze zelf ook wel zin. En ze begon heftig terug te kussen. Hij was een zalige kusser dat moest ze toegeven. Terwijl ze hieraan dacht kreeg ze een glimlach op haar gezicht. Ze dacht verder. Ze zag hoe hij met zijn handen over haar lichaam ging,en voelde hoe hij meer en meer naar haar verlangde. Ze voelde zijn deel tegen haar been prikken. En werd zelf nog opgewonder. Ze zag het als een leuk spelletje. Ze wilde hem nog meer laten verlangen. Ze duwde hem steeds een beetje weg. Zij zag dit als een spelletje,hij als een afwijzing. Haar glimlach veranderde in een pijnlijker gezicht Voor ze het besefte kreeg ze een klap in haar gezicht. Daarom dat haar gezicht zo pijn deed. Toen alles gebeurd was liep Ruben terug naar de club en zij volgde maar. Dronk nog meer.Niemand lette op haar. Door de drugs en de drank kwam het stemmetje weer. Het stemmetje dat ze al vier maanden hoorde en haar wakker hield.
Het achtervolgde haar. Hoe vaak ze niet riep :” zwijg laat me met rust,laat me slapen” Ze hielden nooit op. Ze zeiden altijd hetzelfde :” Snijden slet,snijden” Tot die avond. Toen veranderde het. Toen zeiden ze niet dat ze moest snijden. Toen zeiden ze dat ze zelfmoord moest plegen. Dat ze er een einde aan moest maken. Dat ze een trut was, een meisje dat niks kon. Waarom was ze nog hier? Door de invloed van de drank en de pillen kon ze het niet meer aan. Ze probeerde nog een keer hen tot zwijgen te brengen,zich tegen hun te verzetten. Maar het lukte niet. En ze gaf op. Toen liep ze naar de wc en sloot zichzelf op. Ze haalde uit haar broekzak het zakmes dat haar steeds vergezelde. Dat haar altijd hielp als ze die stemmetjes hoorde. Ze deed het omdat ze wilde dat ze weggingen.Ook omdat ze de aanblik van bloed prachtig vond. Zo mooi,zo rood. Ze kraste, sneed en riep:” hier omdat je me niet met rust laat,hier omdat ik je haat,hier omdat je mijn leven verziekt” Ze kraste en bleef krassen. De stemmetjes bleven en ze sneed nog eens,ditmaal over de ader en diep,diep genoeg. Ze zag het bloed naar beneden vallen. Ooh mooi bloed! Toen werd ze duizelig en viel ze neer,tegen de grond.
Ze herinnerde zich alles. En voelde zich enorm moe worden. Ze vroeg aan Steven of die het goed vond als ze even mocht rusten zodat ze kon nadenken. Hij stond recht en verliet de kamer. Toen ze later op de avond wakker werd,was haar verband weggehaald. Ze zag de wonden naar haar kijken. Ze draaide snel haar hoofd om. Ze keek door het raam en ze zag de vogeltjes vliegen,en de wind die door de bomen woei. Ze zag de blauwe hemel en het groene gras. Ze stond op vanuit haar bed en liep dichter naar het raam. Ze zag kinderen spelen in de speeltuin. En een vrouw wandelen met een ouder vrouwtje.Ze voelde zich ineens slecht. Hoe kon ze nu zo graag deze mooie wereld verlaten? Kijk naar de natuur zo mooi. Naar hoe lief de mensen voor elkaar kunnen zijn. Waarom is dit niet altijd zo? Waarom is er altijd wel iemand die een ander zijn leven kan verpesten? Waarom is er steeds ruzie? Steeds oorlog. Ze begreep het niet. Waarom kon iedereen zich niet bemoeien met hun eigen zaken en mij lekker laten doen? Ze voelde tranen opkomen. Tranen van verdriet? Of van opluchting? Ze wist het niet. Ze was verdrietig omdat het er zo aan toe ging in het leven,dat mensen elkaar steeds pijn doen,terwijl ze daar zelfs geen reden voor hebben. Dat is haar ook gebeurd,pijn gedaan. Ongelooflijk veel pijn. Ze praatte er met niemand over,ze kon niemand vertrouwen. Ze kropte het op,en omdat ze dat deed kwamen de stemmetjes. Stemmetjes die haar vertelde dat ze niks waard was en beter niet meer leven kon. Maar aan de andere kant was ze ook opgelucht. Opgelucht omdat ze toch niet gestorven was. Ze wilde graag dood,inderdaad. Maar doodgaan is niet de oplossing en dat wist ze. Omdat ze dit gedaan had,en het overleeft had,wist ze dat haar tijd nog niet gekomen was. Ze begon na te denken. Over dat ze hulp zou zoeken. Iemand waarmee ze kan praten,alles vertellen wat ze al zoveel jaren opkropt. Haar van het snijden en de stemmetjes kan afbrengen. Ja dat zou fijn zijn. Dan zou ze eindelijk kunnen leven. Eindelijk genieten. Van de mooie natuur,en de mensen die ze liefheeft. Ja dat zou ze wel willen. Eerst zorgen dat ze uit het ziekenhuis mocht. En dan? Dan zou ze eindelijk iets van haar leven maken. Eindelijk eens beginnen te leven.
Enn? ik ben benieuwd
