
Maar dit stuk is een soort inleiding.. En het laatste zinnetje.. Dat moet het begin zijn van een 'normaal' stukje verhaal dus heel anders dan het eerste stuk..
Maar eerlijk, doorgaan of niet?
Lachend rende Anouk met haar hond Bowie door het bos. Anouk, het altijd vrolijke meisje met haar volle, rode bos krullen. Iedereen kende haar in het kleine dorpje waar ze woonde. Dat altijd blije gezicht, die altijd twinkelende ogen. Als je Anouk zag dan vergat je spontaan al je problemen.
‘Bowie! Bowie kom hier!’ Daar kwam de dolle sint bernard aan. Gek was Anouk op dat beest. Alleen al als hij op haar af kwam rennen verscheen die lach weer op haar gezicht. Het was zo’n grote knuffelbeer. Ze zou niet weten wat ze nog zonder hem zou moeten. Iedere dag ging ze even met hem wandelen in het bos. Dan kon ze weer even zichzelf zijn, alles van zich af laten vallen. Even niets aan haar hoofd, tenminste.. dat zou de bedoeling zijn. Maar eigenlijk stonden haar gedachten geen seconden stil tijdens het wandelen. Omdat er verder niemand was verdween dan even dat blije, werd ze even zichzelf. Uren liep ze soms alleen met Bowie door het bos te dwalen. Maar het hielp niet. Het voelde alsof alleen zei problemen had. Gek werd ze er van! Als ze over straat fietste altijd die vriendelijke groet, die leuke lach. Maar als ze eens kon zijn wie ze was.. Anouk met de problemen… Anouk die eigenlijk niet lachen wou.
‘Bowie, jongen kom eens hier’ Anouk zakte met een diepe zucht door haar benen en ging op haar plekje langs het meertje zitten. Als er eens iemand zou zijn die haar zou begrijpen. Ze kon wel lol hebben, en blij zijn. Maar dat loste haar problemen niet op, problemen pfff.. ze kon er een boek vol mee schrijven. Anouk had al zoveel meegemaakt in haar leven. 3 keer verhuisd, een biologische vader die ze niet moest, een stiefvader die ook niet haar vriend was, een jong stiefbroertje waar ze ongeveer als moeder voor diende, een raar liefdesleven. Iedere keer als ze dat bij elkaar optelde barste ze in tranen uit, en kroop tegen Bowie aan. Hij begreep alles, geen woorden maar een knuffel.. Als mensen dat eens zouden doen.
Anouk zag dat het donker begon te worden en merkte dat ze haast moest maken. Ze liep naar huis en dacht aan de keer dat ze met Bowie in het bos verdwaald was. Ze had er geslapen, maar geen oog dicht gedaan. Een donker bos vind ze het akeligste wat er is. Je hoort dingen, en ziet van alles behalve dat wat je hoort. Thuis aangekomen at ze wat en kroop ze lekker in bed. Het was nog maar 9 uur, maar Anouk voelde zich alsof ze al een week geen oog meer had dicht gedaan…
Slaperig gaf ze de wekker een tik, ze wou nog niet opstaan. Niet wéér zo’n dag…