hier is t voorlopige vervolg..
heb alweer een groot stuk maar dat moet nog uitgetypt worden 
Citaat:
De dagen erna verstreken in een roes. Anieke beleefde alles precies zoals ze voorspelde. Wat vond ze dat raar en ook wel beangstigend… Teruggaan in de tijd, beangstigend gewoon! Toen bedacht Anieke zich iets. Misschien kon ze die gigantische poedersuiker wel voorkomen. Kon ze zorgen dat ze niet ziek werd. Dat ze naar het bal kon met Roel, en ze de puppy die ze over een week zou krijgen kon gaan verzorgen! Ze zou dan zoveel dingen kunnen doen!
Ze begon alles weer eens na te lezen in haar dagboek. Ze kon zich in elke beschreven situatie plaatsen… alles klopte precies. Ze wist ook wat er binnenkort ging gebeuren…
Op een dag ging ze schoenen en nieuwe kleren kopen met haar moeder. Ze kwamen eerst bij de schoenenwinkel. Anieke wist al dat ze bij deze winkel niet zouden slagen. Ze wist dat ze na nog een schoenenwinkel hebben doorploegd bij de winkel zouden komen waar ze haar mooie gympen zou zien en krijgen. Dat alles gebeurde en ze stonden in de winkel naar allerlei schoenen te kijken. Toen zag Anieke de gympen. Ze zei tegen haar moeder dat ze die schoenen wou hebben. Eerst zou haar moeder tegensputteren maar ze zou ze toch krijgen en meteen aandoen…
Uiteindelijk liep ze op haar nieuwe gympen samen met haar moeder naar de volgende winkel…. Anieke voelde dat ze langzaamaan koppijn begon te krijgen doordat er zoveel door haar hoofd heenging. Ze liepen gezellig kletsend naar de dichtstbijzijnde kledingwinkel. Opeens draaiden ze zich om en keken in de etalage van een informatiewinkel. Er lag daar allemaal informatie over haar ziekte. Anieke voelde ineens alle kleur uit haar gezicht wegtrekken en ze bleef geschrokken stilstaan… Allerlei gedachten tolden nu door haar hoofd. Over een paar minuten of een kwartiertje zou het afschuwelijke gebeuren. Ze zou gaan flauwvallen in de paskamer en daar uit worden gesleept. Er zou dan een poging worden gedaan tot het bij bewustzijn brengen van Anieke. Ze zou bewusteloos blijven en haar moeder zou in paniek raken. De winkelier zou naar een ambulance bellen en dan werd ze naar het ziekenhuis vervoerd. Daar kwamen ze tot die verschrikkelijke ontdekking en begon haar leven bergafwaarts te lopen… Alles zou foutgaan. Maar……. Zover was t nog niet, ze was er nog niet, ze kon het nu nog voorkomen. Dat alles schoot maar steeds door haar hoofd en langzaamaan begon ze naar een oplossing te zoeken. Op welke manier kon ze ervoor zorgen dat ze niet in de winkel zou in storten maar gewoon niet? Hoe kon ze daar nou voor zorgen?
Haar moeder vroeg wat er was. Anieke antwoordde dat ze zich niet zo goed voelde. Haar moeder beaamde dat en zei dat ze inderdaad wel wat bleekjes zag. Voel je je wel goed? Anieke antwoordde dat ze liever naar huis wou… kon ze eerst nog snel iets drinken krijgen? Dat kon wel en dus gingen ze nog snel iets drinken in het café wat vlak bij hun in de buurt was. Toen ze uiteindelijk thuis waren zag Anieke nog steeds bleek en voelde zich ook niet zo goed. Haar moeder stuurde haar maar naar boven, misschien dat ze wat zou opknappen? Maar ze werd niet beter. Ze werd zieker en zieker, uiteindelijk gingen ze naar dokter Sandvliet. Daar aangekomen gingen ze zitten in de saaie, witgeschilderde wachtkamer. Wachtend op hun beurt. Anieke werd steeds zenuwachtiger. Wat als ze fout bezig was, stel dat ze niet had moeten zeggen dat ze naar huis wou. Stel dat ze eerder had kunnen flauwvallen of juist later? Zou ze dan wel het goede bloed hebben gekregen? Weer al die gedachten waar ze zo van ging zitten twijfelen. Anieke keek eens rustig rond in de wachtruimte. Tegenover haar zat een klein kindje met haar moeder. Ze vroeg zich af waarvoor zij hier waren. Toen zag ze dat het kindje haar hand in het verband had, ze vroeg zich af wat er gebeurd was met het kleine meisje. Een eindje van hun vandaan zat een jongen. Hij had zijn been verbonden en liep op krukken, waarschijnlijk gekneusd ofzo, misschien kwam hij voor controle ofzo. Toen hoorde ze haar naam omgeroepen worden. Weer die zenuwen. Haar moeder moest haar bijna de spreekkamer in slepen, zo verstijfd van zenuwen was ze. Even later zat ze tegenover de dokter, naast haar moeder. De dokter begon met vragen, waarom ze hier was, wat de klachten waren. Ze wou antwoorden toen haar moeder al begon te praten. Die zei dat Anieke de laatste tijd een wit gezicht en veel afviel. Ze zag er ook niet erg gezond uit. De dokter beaamde dit. Ze mocht inderdaad wel iets meer kleur op haar gezicht hebben. Hij vroeg of er misschien een psychische reden voor was? Dat zou namelijk ook nog kunnen. Haar moeder wist van niets en de dokter vroeg het nogmaals, nu gericht aan Anieke. Deze antwoordde snel dat ze geen enkele reden wist.
Toen begon de dokter haar te onderzoeken. Hij testte haar reflexen en kwam er achter dat haar kniereflex niet erg reageerde op het tikje. Dat vond hij erg raar. Toen deed hij nog wat andere onderzoekjes. Anieke wist dat hij er zometeen achter zou komen wat er aan haar mankeerde. De dokter staakte opeens zijn onderzoeken en Anieke dacht in zichzelf “nu komt het”. De dokter begon weer wat vragen te stellen, of Anieke zich de laatste tijd weleens duizelig voelde? Of ze weleens hoofdpijn had? Of ze weleens flauw was gevallen? Anieke schrok. Dit was precies wat de artsen in het ziekenhuis ook vroegen. Toen was ze zo geschokt door alles dat ze met een stem die niet tot de hare behoorde antwoordde dat ze zich vooral de afgelopen week niet erg goed voelde. Door dat antwoord zijn de dokters overgegaan tot actie en erachter gekomen dat ze dat stomme te kort aan bloed had. Dat dat bijgevuld moest worden, dat op die manier dat ‘vieze’bloed in haar lichaam was gekomen… het met aids besmette bloed… hoe had dat ook kon gebeuren… Anieke voelde de tranen alweer omhoog komen… ze slikte ze weg en dacht na wat er kon gebeuren als ze nu het tegenovergestelde zou antwoorden.. zou ze dan een tijdje veilig zijn? Zou het bloed dan bij iemand anders gebruikt worden? Zou zij niet ernstig ziek worden? Weer al die gedachten in haar hoofd… weer die hoofdpijn die ze erdoor kreeg… Ze dacht… ik kan het nu nog meer veranderen… ik kan nu zorgen dat ik het bloed op een veel later tijdstip krijg. Dan is het voor mij niet meer gevaarlijk! Zal ik het doen? Zou ik het durven? Zoveel vragende gedachten weer….
Opeens begon ze te praten. Dokter, de afgelopen dagen heb ik me niet ziek gevoeld op de manier van flauwvallen, hoofdpijn enz… ik had gewoon veel dingen aan me hoofd en verzorgde mijn lichaam niet goed, ik at niks, dronk ook weinig. De stem die dit zei was niet de stem van Anieke besefte ze. Toch had zij het gezegd en niet haar moeder… ze keek snel om zich heen, er was niemand anders in de kamer dan haar moeder, de dokter en zijzelf. Raar dacht Anieke.
De dokter dacht nu na. Toen draaide hij zich om naar de computer en begon te typen. Ze vroeg zich af wat hij typte. Ze probeerde een glimp van het beeldscherm op te vangen De dokter stopte met typen en draaide weer naar Anieke en haar moeder. Anieke ging snel weer goed zitten. De dokter vertelde dat hij een receptje had uitgeschreven waardoor ze zich weer wat beter zou voelen. Over een weekje moest ze wel weer komen voor controle. Hij had een paar vermoedens, die hij of wou bevestigen of zou kunnen ontkennen. Hij wist dat als zijn vermoedens klopten Anieke ernstig ziek kon zijn maar hij zei dit niet hardop.
Hij begon weer te praten. Anieke kan morgen het recept ophalen bij de apotheek en dan moet ze het tweemaal daags innemen. Hij vertelde nog een paar dingen over het medicijn en toen kon Anieke samen met haar moeder weer naar huis. Thuisgekomen dronk Anieke iets met haar moeder en ging toen naar boven. Boven pakte ze meteen haar dagboek en begon er in te schrijven:
‘Lief dagboek, de eerste stap is gezet! Normaal zou ik vandaag of gisteren het besmette bloed in mijn lichaam hebben gekregen en zou ik langzaamaan van binnen gesloopt worden door Aids. Nu heb ik mijn eigen gezonde bloed nog steeds en is er bijna niks aan de hand. Alleen die verschrikkelijke duizeligheden. Hey, mijn telefoon gaat af?! Eens kijken wie dat is…’
Anieke pakte haar telefoon en keek ernaar. Een smsje. Van wie kan die nou weer zijn? Ze opende haar postvak en schrok. Een smsje van Roel… kon het dat ene smsje zijn? Zou het? Nee, het kon niet, dat smsje had ze vorige week gehad, toen ze ziek was geworden en een week thuis bleef. Ze ging het smsje lezen:
Hey Anieke. Hoe is het met je? Waarom laat je niks van je horen? Gaat alles wel goed met je? Ik hoop dat je reageert. Binnenkort is het herfstbal hè? Ik vroeg me af of je met mij ernaar toe zou willen gaan als je je weer wat beter voelde… Alsjeblieft reageer!? Laat iets van je horen! Iedereen mist je op school! Groetjes Roel.
Ze was verbijsterd.. Ze had een hele week niks van zich laten horen en toch wou hij nog steeds met haar naar het bal? Ze begon meteen terug te smsen dat ze nog leefde en wel met hem naar het bal wou gaan. Ze legde hem in het kort uit wat er de afgelopen week was gebeurd en waarom ze dus niet op school was geweest.
De deurbel ging, ze hoorde haar moeder naar de deur lopen en hoorde hoe de deur werd geopend. Opeens hoorde ze haar een verblijde kreet slaken en schreeuwde naar boven dat Anieke naar beneden moest komen.
Terwijl Anieke naar beneden liep vroeg ze zich af wie er aan de deur kon staan voor haar. Was het wel voor haar? Was het niet een verrassing voor haar moeder die zij met Anieke wou delen? Deze vragen rommelden door haar hoofd terwijl ze bijna geluidloos de trap afliep. Haar moeder riep haar nog een keer. Ze merkte dat het echt dringend was.
Toen kwam ze de hal in gewandeld en bleef met een schok stilstaan. Een tijdje bleef ze zo staan en toen begon ze keihard te huilen, alle emoties kwamen naar boven. Waarom komt hij juist nu vroeg ze zich af.
kweenie of er weer gerommeld is met tijden enzovoort....
leesze