je kwam als een mager scharminkel
al snel knapte je op
en werd je een prachthond.
Je werd steeds liever en
aanhankelijker naar mensen.
Ook Quint aceepteerde je steeds meer.
Gentle moest je weinig van weten.
In jouw ogen een klein wit mormel
dat alleen maar in de weg liep.
Je had het al een paar keer geprobeerd
en toen was het raak.
Bloed overal op haar witte vacht
Dit bleek niet de eerste keer te zijn.
De baas en een klein kind
hadden het ook al moeten ontgelden.
Ik snap het niet.
Naar mij was je altijd zo lief,
zo speels, zo aanhankelijk en vol van vertrouwen.
Nu is het te laat.
Morgen ben je er niet meer,
alleen besef je dat zelf nog niet.
Sita meis,
ik hoop dat je je rust vindt
en ik zal je vreselijk missen.
Sorry voor dit zielige gedicht, maar ik moest het kwijt en dit was even de enige manier. Morgen wordt ze ingeslapen en ik ben er helemaal kapot van.
