Mijn eerste wollen sjabrak
Bokkers die mij kennen of mijn profiel hebben bekeken weten dat ik graag tuig en andere paard gerelateerde spullen maak. Ik vond het weer eens tijd worden voor een nieuw project. Dus ik maak weer een wollen sjabrak. Hier boven staat een foto van de vorige. Maar deze keer wil ik het helemaal ambachtelijk doen en met zo veel mogelijk natuurlijke materialen. Ik zal hier regelmatig updates plaatsen van de vorderingen. Het wordt een uitgebreid verslag en ik geef ook veel technische en historische achtergrondinformatie. Dus om het topic wat te stroomlijnen is hier een korte leeswijzer. Voor wie alleen het creatieve proces wil volgen of gewoon geen zin heeft om alles te lezen heb ik de belangrijkste teksten onderstreept. In de normale teksten staat de achtergrondinformatie. Ik ga de wol achtereenvolgens verven, weven, vollen(vilten) en afwerken. Iedere stap wordt een hoofdstuk.
Hoofdstuk 1 verven (en spinnen)
De wol en de schapen
Het sjabrak moet zilvergrijs met een rode zoom worden. Ik wil het helemaal met de hand maken. Maar bij gebrek aan een spinnewiel heb ik de eerste stap uitbesteed. Gelukkig heb ik een hobbyspinner gevonden die bereid was het nodige garen voor mij te maken. Jan de Graaf spint niet alleen wol maar scheert ook op kleine schaal schapen. Dat doet hij op traditionele wijze met een handschaar. Zo weet ik dus ook gelijk dat dat op een rustige en vriendelijke wijze gebeurd is. Voor de onderkant, de kettingdraden en de zoom had Jan lichtgrijze, zachte shetlandwol beschikbaar.
Shetlandschapen zijn net als de pony’s klein van stuk en taai. De wol is zacht en huidvriendelijk net als die van merinoschapen maar is wat steviger en heeft naar mijn mening meer eigen karakter. Het leuke aan schetlandschapen is ook dat ze zelf ruiend zijn. Dus als de vacht rijp is kan die eenvoudig geplukt worden en is scheren niet meer nodig. Wel zo handig op een afgelegen eiland.
https://www.vssschapen.nl/schapenrassen/shetland/
http://home.planet.nl/~wedie/shetland.htm
Voor de hoofdkleur wilde ik gotlandwol gebruiken. Deze wol is glad, sterk en zilvergrijs en staat bekend om zijn glans. Maar het is ook een vrij kriebelige wol die daarom niet zo geschikt is voor de onderkant van het sjabrak.
Gotlandschapen zijn fraaie en actieve dieren met een grijze krullende vacht. Het ras is genoemd naar het Zweedse eiland Gotland en is net als de shetlanders taai. Scheren is echter wel noodzakelijk omdat de vacht niet uitvalt en gemakkelijk vervilt. Als ras bestaan deze schapen nog niet zo lang. Maar hun voorouders zijn waarschijnlijk grotendeels door de Vikingen geïmporteerd tijdens hun roof- en handelsreizen.
https://www.levendehave.nl/dierenwikis/schapen/gotland-pelsschapen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gotlandpelsschaap
gotlandwol links en shetlandwol rechts
Het spinnen
Ik heb toestemming van Jan om foto’s van het spinproces te laten zien. Om het sjabrak dik genoeg te maken had ik garen in maat 5 (chuncky) nodig. Dat is ongeveer 100 gram per 100 meter. Voor stevigheid en elasticiteit had ik drie-draads getwijnd garen nodig.
Om de wol te spinnen draait het spinnewiel de vezels rechtsom om elkaar. En wikkelt tegelijk de draad op de klossen. De spinner begeleidt de draad terwijl de andere hand de vezels doseert om de dikte van de draad te bepalen. Zo ontstaat een enkelvoudig gesponnen draad. Om de draad te twijnen worden twee of meer en in dit geval dus drie draden tegelijk door het spinnewiel geleid dat nu linksom draait. Zo ontstaat een drievoudige links draaiende draad. Natuurlijk is het ook mogelijk om in tegengestelde richting te spinnen en te twijnen maar deze richtingen zijn gebruikelijk. Bij breien en haken schijnen de draairichting en het aantal draden ook invloed te hebben op het resultaat. Hoe dicht de steken tegen elkaar liggen, hoe scherp de steken zijn afgetekend en of het werkstuk de neiging heeft om scheef te trekken.
van linksboven naar rechts onder: Gesponnen garen op de klos, Drie klossen om te twijnen, Twijnen met een spinnewiel, Getwijnd garen op de klos.
De verfplanten
Hierna was het dus tijd om de wol te gaan verven. Als verfplant heb ik gekozen voor de meekrap (Rubia tinctorum). Dit is een van de grand teint kleuren. Deze Franse term verwijst naar de helderste en meest vaste kleuren die men voor de uitvinding van synthetische kleurstoffen kon maken. De andere twee planten die vaak genoemd worden zijn wouw (Reseda luteola) en wede (Isatis tinctoria).
Wouw was de belangrijkste leverancier van gele kleurstof. Wede levert chemisch dezelfde blauwe kleurstof die uit de indigostruik (Indigofera tinctoria) gewonnen wordt. Ook (Persicaria tinctoria) of Japanse indigo levert deze kleurstof.
De meekrap levert heldere oranje en rode tinten. Fans van de boeken van Lois Lowry kennen de meekrap (madder in het Engels) Als de eerste plant waarmee het personage Kira leerde om wol te verven. Fans van de serie Outlander kennen het als een van drie medicinale ingrediënten waarmee de heler/dokter Claire Fraser de symptomen van een pokkeninfectie nabootste. Hier wil ik een kleine waarschuwing plaatsen. Het medicinaal gebruik van meekrap is in Europa tegenwoordig verboden omdat wetenschappelijk is aangetoond dat het bij inname giftig en zelfs kankerverwekend is. Ik wil deze verfplant dan ook niet aanraden voor zaken zoals babykleding en keukentextiel. Ben je nu al geïnspireerd en wil je toch wel erg graag kerst vieren met je eigen zelf geverfde rode servetten? Kies dan voor cochineal. Deze uit luizen gewonnen kleurstof levert mooi roze, rood en magenta en voorziet als E120 de roze koek van kleur. (ADI: 5 mg/kg lichaamsgewicht).
Meekraprood schijnt het oorspronkelijke rood van de Nederlandse vlag te zijn. Ooit was het rood oranje. Maar omdat het geel van de wouw langzaam uitbleekte na lange tijd in de zon bleef het rood van de meekrap over. Of dit waar is weet ik niet want meekrap kan ook op zichzelf oranje leveren. En er doen meer verklaringen de ronde.
Meekraprood is ook lange tijd de kleur geweest van de uniformjassen van het Britse leger (redcoats/roodrokken). Een regiment roodrokken was overigens meestal een veel bonter gezelschap dan de strak geüniformeerde acteurs die je in kostuumdrama’s voorbij ziet marcheren. De stof voor de rode jassen kwam van verschillende leveranciers. En zelfs met een identiek recept was het vrijwel onmogelijk om twee maal precies dezelfde kleur te produceren. Daarnaast was het rood van een nieuwe rekruut heel wat florissanter dan de gevlekte en verbleekte jas van een oudgediende die daar misschien al anderhalf jaar mee rond marcheerde. En dan was de kleurstof ook niet voor alle rangen hetzelfde. Lage officieren en wat meer vermogende vrijwillige soldaten die hun eigen uniform kochten gebruikte vaak wat duurdere kleurstoffen al dan niet in combinatie met meekrap. Hoge officieren droegen een jas van fijner geweven stof die met pure cochineal was gekleurd. Alles bij elkaar kon je dus zelfs in een klein clubje soldaten zomaar tien verschillende kleuren rood tegen komen.
http://exota.blogspot.com/2016/12/meekrap.html
https://nl.wikipedia.org/wiki/Karmijnzuur
https://en.wikipedia.org/wiki/Red_coat_(military_uniform)
Wassen
Omdat de schetlandwol zo uit de gekaarde vacht is gesponnen is deze nog erg vet. Wolvet of lanoline is vuilafstotend maar bemoeilijkt daardoor ook het verven. Ik heb de wol ontvet met soda. De groene zeep die ik bij m’n eerste experiment gebruikte bleek een te mild ontvettingsmiddel. Met het vet komt blijkbaar ook nog een hoop stof en vuil los. Na het is de wol zeker twee tinten lichter.
De wol in het sodawater
Beitsen
Beits- en verf-benodigdheden
Om de kleurstoffen aan de wol te doen hechten is een beitsmiddel nodig. Zonder dat valt de kleur erg tegen en spoelt gemakkelijk uit. Een beitsmiddel vormt een chemische verbinding tussen de wolvezel en den kleurstof. Het beitsmiddel blijft dus permanent in het textiel aanwezig. Veel beitsmiddelen bevatten zware metalen en zijn dus schadelijk voor het milieu en de gezondheid. Aluin dat als delfstof gewonnen wordt of chemisch gemaakt wordt staat tegenwoordig bekend als het beste niet-giftige beitsmiddel voor wol. Het zit ook in veel huidproducten. Voor plantaardige vezels heeft tannine uit galappels de voorkeur. Op die niet-giftigheid valt overigens nog wel iets af te dingen. Want het is een aluminiumzout en als E-nummer E522 heeft het een Acceptabele dagelijkse inname van maar 0,6 mg/kg lichaamsgewicht. Dus ik zou het beitswater niet opdrinken. Met enkel Aluin vielen mijn resultaten echter nog steeds tegen. Wijnsteenzuur blijkt het echte magische ingrediënt te zijn. (E334 ADI: 30 mg/kg lichaamsgewicht) Het is een voedingszuur dat in druiven en ander fruit zit. Het wijnsteenzuur is zelf geen beitsmiddel maar een hulpstof. Door de combinatie van aluin en wijnsteenzuur neemt de wol in een half uurtje meer kleur op dan zonder zuur in vier dagen gebeurt.
http://www.food-info.net/nl/e/e522.htm http://www.food-info.net/nl/e/e334.htm
De pan met beitswater en de eerste partij gebeitste wol.
Na een uur in een pan water van 60 graden met 15 gr aluin en 6 gr wijnsteenzuur per 100 gr wol moet de wol goed gebeitst zijn.
verven
Meekrapwortel, De meekrap net in het water, Hetzelfde water na 15 minuten, De wol in het verfbad.
Terwijl de wol in het beitswater zat heb ik de meekrap in een grote pot met water van 70 graden gedaan. Het water mag niet warmer zijn dan 82 graden anders kleurt de verf bruin. De belangrijkste kleurstoffen die uit de meekrapwortel gewonnen worden zijn Alizarine en Purpurine. Alizarine is het meest lichtecht maar lost slecht op in water. Dus om voldoende kleur uit de gedroogde wortels los te krijgen heb ik ze van tevoren geplet en gebroken met een tang. Daarna heb ik de nog warme wol direct in het verfbad gedaan en het geheel laten afkoelen.
Het tegenvallende proefstukje, De verfpot in de pan, De verfpot met de theemuts er op.
Omdat het resultaat na 24 uur nog wat tegen viel heb ik de hele pot met verf en wol nog eens au bain-marie opgewarmd. Waarschijnlijk heb ik het verfwater toch te ver laten afkoelen voor de wol er in ging. Met een grote theemuts van vlasvezel heb ik de wol een uur lang boven de 60 graden gehouden en uiteindelijk 70 graden gehaald. Na langzaam afkoelen en nog 24 uur weken was de kleur al veel beter.
Het bleke verfwater, De gestampte meekrap, Het verfwater met de gestampte meekrap
Het water bevatte nu niet veel kleurstof meer dus om nog was meer kleur los te krijgen heb ik de meekrap uit het water gehaald en nog een flink fijn gestampt.
Dit alles is maar amateuristisch geklieder vergeleken met wat men vroeger deed om aan rode wol te komen. Meekrap was een dure grondstof. De planten moesten drie jaar groeien voor ze geoogst konden worden. Dat koste niet alleen tijd maar bracht ook risico’s met zich mee. De oogst kon immers mislukken. De wortels rijken tot een meter diep. Dus het delven was zwaar werk. De hoog aangeschreven meekrap uit Holland en Zeeland werd gedroogd in een meestoof, een soort droogoven, en daarna tot poeder gemalen. Dit alles dreef de prijs op. Dus ververs gingen heel ver om elke gram te benutten. Recepten werden angstvalig geheim gehouden. Maar ongezonde zaken als urine, zwavelzuur en allerlei zouten worden veel als ingrediënten genoemd. Het werk van een verver moet ongeveer zo plezierig en gezond zijn geweest als zwemmen in rioolwater.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Meekrap
https://www.zeeuwseankers.nl/verhaal/meekrap
https://bataille-krijgskunsten.nl/Artikel%3AWolverven
Spoelen en drogen
De wol in het sodawater.
Op de vierde dag was ik tevreden met de kleur. En nu volgt de laatste tovertruc. De wol komt helder oranje uit het verfbad. Bij Enkel spoelen met water (neutraal) of na-weken in verdunde azijn (zuur) blijft dit zo. Het is een mooie kleur maar niet wat ik zoek. Maar na een uur na-weken in sodawater kleurt de wol helder oranjerood. De foto’s van het eindresultaat heb ik in spoiler gezet om jullie nog even in spanning te houden.
De wol direct uit het verfbad, De wol na het weken in sodawater, De wol op het droogrek, Alle wol voor dit project.
En wat een transformatie!
De volgende stap is het weven. Ik heb al een weefraam van bamboe gebouwd. Ik ga ongeveer de helft van de lichtgrijze shetlandwol gebruiken voor de kettingdraden daarna gebruik ik een dubbelzijdige 1/3 keperbinding om een heel dik doek te weven. De onderste inslagdraad is eveneens van grijze schetlandwol. Voor de bovenkant gebruik ik de gotlandwol en de rode wol. Daarover vertel ik meer in de volgende update. Laat vooral weten of je het leuk vind!