De ode aan de kerstboom:
O denneboom, o denneboom, wat zijn je takken wonderschoon, luidt een bekend kerstliedje. Jarenlang doe je erover om tot een mooie boom uit te groeien.
Maar dan komt er een tijd dat je van jouw voetstuk wordt gehaald. Je wordt betast en bekeken en met een beetje geluk wilt iemand jou wel hebben. Jouw wonderschone takken worden tijdelijk met een net bij elkaar gebonden en eenmaal op je nieuwe locatie wordt je opnieuw bekeken en wordt jouw mooiste kant gekozen.
Dan begint men jou te versieren. Slinger, ballen, lichtjes en andere versieringen. Tot slot wordt jouw top afgedekt met een piek. Zo sta je dan wekenlang als een pronkstuk in de huiskamer. Soms heb je het geluk dat je tussendoor nog van wat water wordt voorzien, zodat jouw wonderschone takken niet gaan hangen door het gewicht van de versieringen.
Maar dan, ineens, wordt al deze versiering weer van je ontnomen en de piek van jouw top genomen. Je wordt het huis uitgebonjourd en belandt aan de straatkant. Mensen pakken je bij jouw wonderschone takken, gooien jouw achterin een wagen die jou in steeds kleinere stukken hakt. Het enige voordeel: je bent niet de enige. Uiteindelijk, wanneer je urenlang hutje mutje op elkaar bent geperst, van jouw wonderschone takken nog maar weinig over is, wordt je als oud vuil op 1 berg gedumpt, in nog kleinere stukjes gehakt en uiteindelijk wordt je compost, wat weer gebruikt wordt als voeding voor onder andere jouw nakomelingen...
