[verhaal] Blinding

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
Lestrange01

Berichten: 2887
Geregistreerd: 20-01-14

[verhaal] Blinding

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 13-07-16 16:55

Hallo (: ik schrijf al in een heel langzaam tempo aan dit verhaal sinds vorig jaar begin juli en ik heb het weleens op wattpad gedeeld, maar heb het er snel weer vanaf gehaald uit angst voor vervelende reacties. Maar nu ik een einde in mijn hoofd heb voor het verhaal wil ik het toch graag delen. Het is een verhaal dat best veel gevoelige onderwerpen heeft en voor mij zijn er bepaalde dingen die ik zelf ook mee heb gemaakt.

Ik vind het vooral heel belangrijk om tips te krijgen (en wat aanmoediging zou het makkelijker maken om sneller door te schrijven :o ). Ik gebruik overigens nog geen hoofdstukken, omdat ik zo perfectionistisch ben als het om verhalen gaat dat ik elk hoofdstuk hetzelfde woorden aantal wil, dus heb ik meer "scenes" in plaats van vaste hoofdstukken (die kan ik altijd later zelf nog indelen).



Jinera ontdekte al heel jong dat ze lucide kon dromen, het was iets wat haar altijd angst aanjaagde. Het besef hebben dat je droomt terwijl je droomde, het besef hebben dat je een nachtmerrie hebt terwijl je de nachtmerrie zelf hebt. Soms werd ze dan wakker, om vervolgens niet meer te kunnen bewegen en zweerde ze schaduwachtige figuren aan de rand van haar bed te zien staan.
Maar hoe ouder ze werd, hoe meer controle ze begon te krijgen op de dromen die ze had. Ze kon de wereld laten doen wat zij wilde, ze kon voor enkele uren per nacht letterlijk haar wildste dromen doen uitkomen.
Als het buitenbeentje dat ze altijd al was geweest, waren haar dromen een toevluchtsoord van de nachtmerrie die de wakende wereld voor haar was. Als ze verliefd wordt op een persoon in haar droom begint ze de realiteit te verliezen.


###


Vanuit de achterbank van de auto keek ik het raam uit, waar een troebele zon doorheen scheen, die dreigde onder te gaan. De lucht was oranje en roze gekleurd, kleuren die langzaam in elkaar overgingen, met hier en daar een wolk die helder wit was. Door de radio galmde een liedje, mijn zus neuriede zachtjes mee met de melodie en tikte zonder dat ze zich er bewust van leek te zijn met haar vingers tegen haar bovenbeen aan. Mijn vader praatte op een gedempte toon tegen mijn moeder, die de auto bestuurde. Ik keek naar het spiegeltje en zag dat mijn moeder mijn blik ving en me een kleine glimlach schonk.

Met mijn hoofd leunde in tegen het raam aan. Elke auto die voorbij reed werd steeds vager. Het waren eerst voertuigen, maar na een paar minuten waren het slechts gekleurde vlekken die voorbij flitsten. Het liedje was veranderd en mijn zus was gestopt met neuriën. Langzaam vielen mijn ogen dicht en het gefluister van mijn ouders werd één grote woordenbrij, die ik niet kon onderscheiden van elkaar. Met gesloten ogen staarde ik naar de kleurrijke vlekken die de duisternis sierde, gefascineerd door de vormen. Ik luisterde naar het zachte gezoem en genoot van de gevoelloosheid in mijn lichaam. Ik stond mezelf toe om weg te zakken in slaap en liet me wegvoeren door de wolk waar ik me op leek te bevinden.


Toen ik mijn ogen weer opende was het donker. En koud. Ik was niet meer in de auto.

Er was geen gefluister meer van mijn ouders die zo rustgevend werkte. Het was vervangen door een zacht gepiep. Er was geen geneurie of getik meer van mijn zus, alleen een vreemde doordringende geur die ik zo goed kende, maar toch niet kon - durfde - plaatsen. Ik zat niet meer met mijn hoofd tegen het raam aan, maar lag op een zacht bed, met een dunne deken om me heen geslagen.

Ik sloot mijn ogen weer. Helaas controleerde ik mijn dromen goed genoeg om te weten dat ik nu niet sliep. Helaas was ik slim genoeg om precies te weten wat eraan de hand was. Er was geen weg terug naar die onwetendheid, zoals toen ik in de auto in slaap was gevallen. Ik besefte me de volle werkelijkheid van waar ik me bevond en nog nooit had ik zo erg gewenst dat ik slechts een nachtmerrie had.

De kleine resten slaap die me tot nu toe zo kalm hadden gehouden, sijpelde weg. Ik zag de lichten op de gang. Het waren geen felle lichten, maar deden toch pijn in mijn ogen omdat mijn kamer verduisterd was. Na een paar seconden begon ik geluiden te horen die niet uit mijn kamer kwamen. Het waren stemmen, besefte ik me. En voetstappen. Mensen die voorbij mijn kamer liepen. Heen en weer, heen en weer. Zodat ik nooit kon opmaken waar ze het nou precies over hadden.

Toen kwam de pijn. En ik begon te rillen. Steken, zo scherp als een mes, maar ondanks dat voelde ze ontzettend dof. Ik voelde hoe tranen mijn zicht vulde en mijn ogen verlieten om hun pad over mijn wangen te bewandelen.

Laat ze nog leven. Laat ze nog leven. Laat ze nog-

Niet aan denken. Ik beet hard op mijn lip en sloot mijn ogen. Alles was goed, dat moest wel. Na een paar seconden kreeg ik mijn ademhaling onder controle en wist ik mezelf net in te houden om mijn tranen af te vegen. Alleen al kijken naar mijn arm deed pijn. Dus liet ik mijn tranen hun gang gaan en probeerde krampachtig mijn hoofd leeg te maken.

In, uit, in, uit. Zolang ik me maar op mijn ademhaling concentreerde. Ik was kalm. Langzaam opende ik mijn ogen, erop vertrouwend dat ik rustig zou blijven en zou wachten tot er iemand kwam.
Maar het was nog steeds donker.

Er kwam niemand.

En ik was bang. Ik wilde mama- ik wilde dat er iemand was om me te vertellen dat alles goed was met mijn familie. Nu.

Tranen liepen nog steeds oncontroleerbaar over mijn wangen toen een in wit geklede vrouw naar binnenkwam. Ze opende haar mond om wat te zeggen, maar zodra ze mijn schokkende gedaante zag had ze zich naar me toe gehaast. Heel voorzichtig had ze haar hand op mijn rug gelegd, en ondanks de bonzende pijn in mijn lichaam stond ik mezelf niet toe om weg te trekken.

Met rood doorlopen ogen keek ik op naar haar, ik voelde één traan mijn ogen ontsnappen voor ik mijn controle hervond. Het zachte gezicht van de vrouw straalde medelijden uit, en ondanks dat ik al wist wat het antwoordt zou zijn, vroeg ik: 'Er is iets ergs gebeurt, hè?'


Het was mijn zus die een uur later naast mijn bed stond. Ze had haar hand op mijn schouder gelegd terwijl ze afwezig voor zich uit staarde. Alsof ze niet meer in haar lichaam was, dat haar gedachtes zich erbuiten bevonden en haar lichaam slechts een verpakking was. Ze leek zo kalm. Zo beheerst . Het enige wat haar angst verraden waren de onregelmatige schokken naar adem die een geluid voortbrachten dat tussen een bijna onhoorbare gil of gesnik in zat.

Ik schoof mijn lichaam met moeite naar de rechterkant van het ziekenhuisbed. Toen ik opkeek naar de vragende blik van mijn zus klopte ik zachtjes op de lege plek naast me.

'Je bedoelt-?'

Langzaam knikte ik en voelde hoe mijn zus neerzakte op bed naast me. Ze schopte haar schoenen uit en ging voorzichtig liggen. 'We kunnen dit wel.' De woorden waren bedoeld om me te verzekeren. Om te laten zien dat zij nog steeds mijn oudere zus was en dat we er wel doorheen konden komen. Maar zelfs ik kon de vragende toon horen die verborgen zat in haar stem.

Toen ze haar hoofd op mijn schouder liet leunen en vragend naar me opkeek, vermeed ik haar blik. Nee, ik kan het niet, waren de woorden die in mijn keel vast zaten, maar ik niet durfde uit te spreken.


---


Ik ben nog maar zestien dus niet te hard voor me zijn, ik weet dat mijn grammatica en spelling lang niet perfect is, ik doe mijn best, maar verbeteringen zijn natuurlijk welkom

leadhooves

Berichten: 155
Geregistreerd: 30-04-16
Woonplaats: limburg

Re: [verhaal] Blinding

Link naar dit bericht Geplaatst: 13-07-16 17:15

Hey,
Ik schrijf ook al een tijdje en ik wilde even zeggen dat je schrijfstijl super goed is. Een paar werkwoordsfoutjes en je hebt je af en toe vergist met woorden (misschien door elkaar gehaald), maar verder is het een goed pakkend verhaal.
Ik heb echt de pest aan clichéverhalen, maar gelukkig is die van jou wel echt origineel.

Maartje1990

Berichten: 22375
Geregistreerd: 05-06-06
Woonplaats: Kessel (Limburg)

Link naar dit bericht Geplaatst: 13-07-16 17:21

Ik had niet in de gaten dat je pas 16 was! Ben benieuwd naar de rest van je verhaal!

Lestrange01

Berichten: 2887
Geregistreerd: 20-01-14

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 14-07-16 14:23

leadhooves schreef:
Hey,
Ik schrijf ook al een tijdje en ik wilde even zeggen dat je schrijfstijl super goed is. Een paar werkwoordsfoutjes en je hebt je af en toe vergist met woorden (misschien door elkaar gehaald), maar verder is het een goed pakkend verhaal.
Ik heb echt de pest aan clichéverhalen, maar gelukkig is die van jou wel echt origineel.


Dank je! Ik ben gewent om in het engels te schrijven, vandaar dat ik soms onbewust woorden in een verkeerde volgorde plaats of verkeerde woorden gebruik. Ik zal er meer op letten!


Maartje1990 schreef:
Ik had niet in de gaten dat je pas 16 was! Ben benieuwd naar de rest van je verhaal!


Ook bedankt :), verbaal ben ik erg sterk, dus qua taalgebruik lijk ik vaak ouder dan dat ik ben



###


Het duurde niet lang voor er een man binnenkwam. Mijn zus schrok op en klom uit mijn bed, 'en?' vroeg ze direct. Ik kon haar ogen niet zien, omdat ze met haar rug naar mij toe stond, maar ik wist dat ze een smekende blik zou hebben. Alsof dat iets zou helpen.

'Jullie vader is aan het bijkomen, de operatie is zonder complicaties verlopen. Over een uur zal hij wel wakker zijn,' zei de man tegen mijn zus.

'Dus het komt goed met hem?'

'Ja, met hem komt alles goed.' Toen mijn zus zich naar mij omdraaide zag ik hoe de man zachtjes de kamer uitliep.

'Wat is er gebeurt?' vroeg ik toen zachtjes.

'Dat weet je toch, we hebben een auto ongeluk gehad en-'

'June! Ik wil weten hoe het is gebeurt. Waarom? Was er één of andere dronken banketstaaf die controle over het stuur verloor? Of was het onze schuld?'

Ik zag dat mijn zus haar hoofd afwendde, en voelde een brok ik mijn keel. Ik wist dat ze er niet over wilde praten, maar ik moest het gewoon weten. Ergens, diep van binnen, hoopte ik dat het iemand anders schuld was, zodat ik niet boos op mezelf hoefde te zijn. Zodat ik niet steeds hoefde te denken "als ik wakker gebleven was".

Ze opende haar mond, maar sloot hem direct weer en schudde haar hoofd. 'Het ging gewoon zo snel,' zei ze na een tijdje. 'Het ene moment vroeg ik nog of we even bij het benzine station konden stoppen en het andere moment-' Terwijl ze haar hand voor haar mond sloeg snakte ze naar adem. Eén traan liep over haar wangen. 'Z-ze verloor controle over het stuur en-en ik was zo, zo bang. Het gebeurde gewoon, zomaar, bijna alsof ze expres losliet.'

Het had me moeten verbazen, ik had me moeten afvragen wat er mis met haar was, toen ik rustig toekeek hoe June in lachen uitbarsten. Het deed pijn, het geluid van haar lach. Het was niet van geluk, maar van pure wanhoop. Ze greep naar haar buik en zette haar nagels in de huid van haar voorarm, terwijl er tranen over haar wangen stroomde.

'Ze is weg Jinera!' riep ze uit. 'Ze is weg! Weg, weg, weg!' Ze gaf een duw tegen een het bed aan en slaakte een gil.

Ik draaide haar mijn rug toe en staarde naar de witte ziekenhuis muur, terwijl ik naar het gehuil van mijn zus luisterde.


Ik had altijd al in een rolstoel willen zitten. Constant iemand om mij heen die me overal naartoe reed, zodat ik ten minste niet alleen zou zijn. Altijd had ik verwacht dat het me een tevreden gevoel zou geven. Maar toen mijn zus me naar de ziekenhuiskamer van mijn vader toe reed voelde ik me leeg. Leeg, net zoals de donkere gangen van het ziekenhuis. Leeg, net zoals de blik in mijn zus's ogen. We reden langs de receptie, waar een vrouw voor een computer zat en luid met haar nagels op het toetsenbord tikte. Ze begroette ons door een kleine glimlach en een knik met haar hoofd.

De kamer waar mijn vader in lag was niet donker. Een lamp boven zijn bed was aangezet, maar ondanks het licht leek hij toch te slapen. Hij lag aan draadjes. Ik wilde het eigenlijk niet toegeven, maar ik vond het eng om papa zo kwetsbaar te zien.

'Pap?' vroeg mijn zus zacht en reed me naast het bed.

Ik zag hoe hij zijn ogen opende en ons suf aankeek. 'June? Nera?' mompelde hij zachtjes

Mijn zus glimlachte naar hem. 'Ja, wij zijn het,' zei ze. Ze ging op het randje van het bed zitten. 'Hoe gaat het met je?'

Het gesprek ging voort. Ik bleef stil. Misschien moest ik ook wat zeggen, dan konden misschien samen rouwen, misschien was dat beter geweest. Maar ik wilde niet met iemand praten over de pijn die mij van binnenuit langzaam doodde. Die dat lichtje, dat toch al zwak was geweest nu bijna deed doven. Langzaam maar zeker.

Ik haatte het als mijn zus over koetjes en kalfjes ging praten terwijl er erge dingen aan de hand waren. Ik haatte het hoe mijn vader dat alleen maar bemoedigde. Ik haatte de neppe glimlachen op de gezicht van de mensen die nu mijn enige steun waren. Ik walgde van de bezorge blikken die mijn vader me soms gaf, maar snel afwendde wanneer hij wist dat ik het zag.

'Mama is dood. Waarom hebben we het daar niet over?' gromde ik.

Het gesprek viel stil. Twee paar ogen keken mij aan. De sfeer in de kamer was om in te snijden. 'Nera, ik weet niet of-'

'Nee!' Ik keek mijn zus aan en balde mijn handen tot vuisten. 'Mama is dood! Mama is dood! Dood! Dood! Waarom zitten jullie hier zo rustig te praten? Waarom zitten we hier überhaupt nog, we moeten hier weg!'

Ik wachtte op antwoordde, reacties, wat dan ook. Maar mijn zus draaide zich naar mijn sprakeloze vader toe en legde haar handen op zijn handen, om vervolgens het nutteloze gesprek te vervolgen. Ze hadden over boodschappen. Terwijl mama dood was. Ze hadden het over álles behalve haar, de dingen die het er echt toe deden.

Ik moest weg. Weg, weg, weg. Nu.

Maar ik kon niet weg. Want ik was afhankelijk van de twee mensen die zich nu net zoveel zorgen zouden moeten maken als ik. En dat deden ze niet, dat stak.


Mijn zus snurkte wanneer ze sliep. Zacht, maar luid genoeg om te horen vanuit haar hoek van de ziekenhuiskamer. Ze was altijd al een diepe slaper geweest. Had nooit last van dromen.

Toen ik jong was, was ik daar altijd jaloers op. Heerlijk leek het me, je ogen dicht doen en vervolgens uitgerust wakker worden zonder dat je door had wat er werkelijk in je slaap met je gebeurde. Ik wist nog wel alles. Elke droom die mij teisterde, elke nacht weer, ik besefte het me. Ik besefte dat ik aan het dromen was.

Nu was ik ouder. Ik had controle. Controle over de wereld van slaap. In feite, het was het enige waarover ik daadwerkelijk ooit controle zou kunnen hebben. Mijn dromen waren een toevluchtsoord van de harde werkelijkheid die me overdag tegemoet kwam met een donderslag. Ik kon erin ontsnappen. Dus toen ik mijn ogen sloot, stond ik met alle liefde toe dat de slaap mij overnam. Net zoals in de auto.

De kleurtjes, het gezoem, het gevoelloosheid. Ik zweefde weg op een grote wolk, op weg naar mijn eigen wereld.

---

(Tips en opmerkingen nog steeds meer dan welkom)

sanne1992
Berichten: 2044
Geregistreerd: 04-09-09

Re: [verhaal] Blinding

Link naar dit bericht Geplaatst: 15-07-16 10:00

Jeetje wat kan jij goed schrijven. Ben heel benieuwd naar het vervolg

Lestrange01

Berichten: 2887
Geregistreerd: 20-01-14

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 19-07-16 19:55

Bedankt voor je reactie :)

###


Het duurde niet lang, misschien een uur, voordat ik besefte dat de wereld om mij heen niet echt was. Het was het gezicht van mijn moeder dat me deed beseffen dat ik in een droom was. Ook al zou ik het nog zo hard wensen, ik zou nooit meer het gezicht van mijn moeder in levende vorm zien. De enige plek waar dat hoogstens mogelijk zou zijn was in mijn dromen. Waar ze slechts een hersenspinsel was, een weerkaatsing van mijn gedachten.

Zachtjes begon ik met mijn handen over elkaar heen te wrijven, om mijn droom te intensiveren. Als ik dit niet deed was de kans groot dat ik wakker zou worden. Ik keek naar de omgeving, ik was op een groot grasveld, waar hier en daar een knal gele paardenbloem in stond. Er stond een koel briesje, maar het was niet onaangenaam. Toen ik naar voren stapte voelde ik me licht, heel licht, alsof ik de wind zelf was. Ik liep mee met de wind en sprong over een beekje heen dat verderop het veld lag.
Ik begon te rennen. Mijn zwarte haren wapperde wild achter me aan, ik lachte. Nog nooit had ik zo hard gerend, ik was sneller dan de wind, want toen ik stilstond om op adem te komen voelde ik dat hij me na een paar seconden pas kwam inhalen. Langzaam liet ik me op het gras zakken. De sprietjes kriebelde tegen mijn blootte benen, en toen pas merkte ik dat ik alleen een grijs jurkje (of een lang shirt) droeg dat tot halverwege mijn bovenbenen kwam. Voorzichtig raakte ik de stof van het jurkje aan en voelde ik mijn vingers zo door de stof heen kon steken, recht op mijn huid, die heet aan voelde.

'Hallo?' riep ik. Ik keek naar de lucht, die helder blauw was. Langzaam opende ik m'n mond om iets tegen de lucht te zeggen. Ik zou kunnen vragen of ik mama mocht zien. Maar dat deed ik niet, ik wist dat de vrouw die dan te voorschijn zou komen niet mijn moeder zou zijn, ze zou slechts het beeld zijn dat ik van mijn moeder had.

Snel begon ik in mijn handen te wrijven; ik zag de omgeving vervagen. Ik wilde nog niet wakker worden, het was mooi hier. Plots schoot me iets te binnen; ik keek weer naar de lucht en riep: 'Breng me degene die ik nu het meest nodig heb!'

Er gebeurde niets.

Maar dat kon niet, normaal gebeurde er áltijd precies wat ik wilde.

Toen ik om me heen keek zag ik nog steeds niemand.

'Fijn,' mompelde ik en ik stond op van mijn plaats in het gras. Eigenlijk was ik net van plan geweest om een deur te plaatsen, midden in het grasveld, zodat ik daar doorheen kon lopen naar een hele eigen wereld, toen ik plots een lach achter me hoorde. Een hoge lach, van een meisje, of jonge vrouw. Toen ik me omdraaide zag ik niemand.

Langzaam begon ik in de richting te lopen waar ik het geluid gehoord had, ik word toch niet gek? Maar net toen ik wilde stoppen met lopen hoorde ik weer iemand lachen. Ik rende naar de plaats toe waar ik het hoorde, maar ik zag niemand. Plots zag ik iets bewegen achter een boom, een stukje stof leek het wel, maar het had ook haar geweest kunnen zijn. 'Hey!' riep ik uit en rende ernaartoe. Ik gromde zachtjes toen ik na tientallen meters nog steeds niemand zag en weer gelach hoorde.

Plots besefte ik me dat ik niet meer op het veld was. Het bos waar ik nu stond gaf mij een bijna claustrofobisch gevoel, bomen die zo dicht op elkaar stonden dat er nauwelijks zonlicht door het bladerdek heen kwam. Nu was er alleen nog de wind en ik voelde hoe er kippenvel op mijn huid ontstond. Ik sloot mijn ogen. Als ik mijn ogen open heb ik een jasje aan. Toen ik mijn ogen opende voelde ik de warme stof van een jas over mijn armen en schouders heen.

'Ik houd niet van spelletjes!' riep ik uit. Ik draaide me om, om weer terug te lopen naar het veld toen ik iemand vlak achter me hoorde lachen.

'Maar ik wel.'

Toen ik omkeek zag ik een meisje van hooguit zestien jaar voor me staan. Klein, met wild krullende bruine haren en donkere ogen. Ondanks dat je onderbewustzijn vaak dingen wist die jijzelf niet door had, had ik niet verwacht om haar te zien als de persoon die ik het meest nodig had. Ik had haar nog nooit gezien, ze was slechts een samenstelling van iets wat ik nodig had. 'Je weet dat je slechts een droom karakter bent, hè?' vroeg ik haar zacht.

Het meisje knikte vrolijk naar me. 'Je droomt, en ik ook.'

'Oké,' mompelde ik. Als mijn droomkarakter wisten dat ze in een droom waren, dan kon ik altijd interessante gesprekken met ze hebben. 'Wat is je naam?' vroeg ik.

Tot mijn verbazing antwoordde ze niet direct, maar keek ze schuin omhoog en legde haar wijsvinger tegen haar lippen aan, waar een klein glimlachje omheen speelde. 'Weet je wat, mijn naam is Ravenna,' antwoordde ze niet veel later. Ze pakte mijn bovenarmen vast en grijnsde naar me, 'zullen we weer terug gaan naar het veldje? Het is koud.'

Voor ik haar kon antwoorden werd ik meegetrokken, en al snel rende ik achter haar aan. Ik had nog nooit zo'n levendig droomkarakter gezien. Ze intrigeerde me. Ze was zo...zo anders dan mijzelf. De glimlach die haar gezicht nu nog steeds sierde gaf haar een aura van pure vrijheid, en dat stond me wel aan. Ik had altijd al vrij willen zijn.

Na een paar seconden verdween ze weer. Het ene moment rende ik nog achter haar aan het bos door, en het andere moment was ze weg. 'Ravenna?' riep ik uit. Ik verwachtte om niets meer te horen, maar na een paar seconden hoorde ik weer gelach. Direct herkende ik het uit de richting van het veld komen waar ik eerder was geweest.

Tientallen meters later stond ik aan het rand van het bos, ik keek uit over het veld waar ik me eerder had bevonden. De zon was verscholen achter een paar stapel wolken en ik was dankbaar voor mijn jasje. 'Ravenna?' vroeg ik zacht. Het eerste wat me opviel toen ze voor me verscheen was dat ze heel zoet rook. Het deed me denken aan aardbeien. Ik keek om me heen, maar zag geen aardbeien staan (je weet het maar nooit in een droom), dus vroeg ik: 'houd je van aardbeien?'

Tot mijn verbazing begon ze te lachen en pakte ze mijn handen vast. 'Ben je gek of zo? Natuurlijk houd ik van aardbeien!' Het viel me op dat haar ogen glinsterde toen ze weer lachte.

'Ja,' mompelde ik zacht en keek naar onze handen. Langzaam trok ik ze terug en glimlachte verontschuldigend aan haar. 'Ravenna, wat doe je hier?' vroeg ik aan haar terwijl ik verder het veld op liep. Ik stopte vlak voor het beekje en zakte door mijn benen heen op het gras. Zacht klopte ik naast me en zag Ravenna naast me komen zitten.

Ze trok haar wenkbrauw naar me op. 'Je riep om degene die je het hardst nodig hebt, en dus kwam ik,' antwoordde ze alsof dat het meest logische antwoord van de hele wereld was.

'Waarom heb ik jou het hardst nodig?' daagde ik haar uit. Misschien dat andere het vreemd zouden vinden dat ik mijn droomkarakters zulke vragen stelde, maar mensen vergaten vaak dat droomkarakters heel intelligent konden zijn. Al betwijfelde ik of het meisje voor me ook daadwerkelijk intelligent was. Ik keek haar aan toen ze omhoog keek, ze plukte grassprietjes uit de grond terwijl een glimlachje rond haar lippen speelde.

'Ik vind je erg aardig Jinera, de meeste nemen me nooit zo serieus,' zei ze en ze knuffelde me.
Het gevoel van armen die rond me heen geslagen voelde zo echt. Haar huid op de mijne voelde net zo werkelijk als in de realiteit. Ik sloot mijn ogen en knuffelde haar twijfelend terug. 'Ik denk dat ik je ook wel aardig vind,' mompelde ik. Langzaam voelde ik hoe de omgeving om me heen begon te draaien, hoe details verloren ging. De bomen brokkelde af, het beekje stopte met stromen, de lucht verdween en het gras was niet meer verdeelt in sprietjes, maar één grote groene vlek. Echter, het gene wat me deed beseffen dat ik wakker werd was het gevoel van leegte toen ik zag dat Ravenna losgelaten had.

Vero

Berichten: 9778
Geregistreerd: 11-03-14

Link naar dit bericht Geplaatst: 21-07-16 13:20

Wauw, je schrijft echt heel mooi! :D