Vandaag is de de 30 day Writing challenge begonnen.
Ik schrijf wel eens een gedichtje. Maar dat is ongeveer 3 keer per jaar ongeveer. Echt een verhaaltje ofzo heb ik nog nooit geschreven.
Nu leek mij deze challenge wel een leuke uitdaging om eens aan te gaan. Om zo te kijken of schrijven wat voor mij is.
Ergens vandaag (onder het helpen een paar paarden te verhuizen naar hun vakantie aderes) kwam dit idee in mij op en dat ben ik net uit gaan werken.
Echter ben ik nu ik het geschreven heb stiekem toch wel heel erg benieuwd wat jullie ervan vinden. Vinden jullie het leuk lezen (top) of vinden jullie het echt helemaal niks (flop).
Hier het stukje wat ik ingestuurd heb. De bedoeling was een stukje van ongeveer 1000 woorden. Het zijn er uiteindelijk ruim 1200 geworden

Gekopieerd uit word
Citaat:Het was vroeg in de ochtend toen de rust op stal ruw verstoord werd. Google die al wakker was keek verschrikt door het raam naar buiten, Op het pad langs de wei waar de dauwdruppeltje nog aan de grassprieten kleefde stopte een raar uitziende auto. Vanuit de auto kwam een zacht stommelend geluid. ‘’heey jongens kijk, er komt een nieuwe aan’’, riep Choco 2 stallen verder. Een aantal andere paarden strekte zich eens goed uit voor ze op stonden om ook te kijken naar de rare auto.
Het bleef een paar minuten stil voor de deuren van de auto open gingen. Tegelijk klonk er aan de achterkant van de auto weer gestommel en een zachte hinnik. ‘’sstt jongen, rustig maar. We gaan zo weer verder’’, zei een van de 2 mannen die de auto uit stapte zachtjes in de richting waar het gestommel vandaan kwam. Voorzichtig kropen de mannen om de poort heen en bleven een paar minuten staan bij de draden langs de poort.
“hallooo, schiet eens op ik wil mijn ontbijt!!”, “waarom duurt het zo lang??” in de vroege ochtend begonnen de paarden op stal onrustig te worden. Normaal als ’s ochtends iemand op stal kwam werden ze meteen gevoerd. Tot grote vreugde kwam een van de 2 mannen na de klaagzang snel aan lopen met iets wat eruit zag als eten. “jaa eindelijk daar is ons eten”, zei Google blij. Deze ochtend was het ontbijt echter anders dan normaal. Normaal kregen ze eerst wat hooi en daarna het krachtvoer. Vandaag kregen ze allemaal meteen iets wat leek op krachtvoer. “Hhmm dit is nog eens een ontbijt”, riep Herbert de kleine Haflinger. De brokjes hadden een aparte maar zoete smaak. Heel anders dan de muesli die ze normaal kregen. Later zou hij van zijn mens horen dat het brokjes waren met een kalmering middel er doorheen.
Na een paar minuten keerde de rust weer terug op stal. Alle paarden stonden een beetje doezelig voor zich uit te kijken. Dit was het moment dat ook de 2e man de stallen in liep. “welke is het Harry?” zei de 1e man zachtjes. “Die daar”, wees de 2e man. Google zag de mannen naar zijn stal lopen en probeerde zijn meest charmante hoofd te trekken. “Deze mensen hebben verstand van ware schoonheid” dacht hij voldaan bij zichzelf. “oké, ik neem hem mee, maak jij het hek en de wagen open? Zei de 2e man. “Weet je zeker dat je hem mee wilt nemen Tinus? Als we hem het land al uit krijgen is het nog maar de vraag of niemand hem in Italië herkent. Als ze hem herkennen zijn we de sjaak!” zei de 1e man een beetje twijfelend. “Ja, ik weet het zeker Harry! Maak nu maar gewoon het hek open voordat die mensen hier wakker worden!” zei de 2e man nu zichtbaar geïrriteerd.
Google snapte er niks van. Italië?? Waarom zou hij naar Italië moeten? Zo ver was hij nog nooit van huis geweest. En al helemaal niet zonder zijn mens.
Toen hij een halster om kreeg en zijn stal uit geleid werd was hij te suf om er tegen in te gaan dus liep hij maar braaf met de man mee. Buiten zag hij over de groene velden waar mist als een zachte deken overheen lag, de zon langzaam boven de horizon uit komen. Verlangend keek hij in de verte waar Luna met zijn dochter liep. Wat zou hij nu toch graag naar hun toe gaan. Hij mocht al maanden niet meer bij Luna in de buurt komen. Maar zijn mens had hem uitgelegd dat dat kwam omdat Luna volgend jaar een veulentje van een andere hengst kreeg. Daar snapte Google al helemaal niks van. Luna was zijn merrie en er was geen andere hengst in de buurt die geprobeerd had Luna van hem te stelen.
Door de ruk aan zijn hoofd werd Google weer wakker uit zijn overpeinzing. De ene man had de draden langs de poort aan de kant gelegd en maakte nu de klep van de auto open. Nu hij dichterbij stond zag Google dat de auto veel groter was dan hij eerst dacht. In de auto zag hij een paard staan die hij nog nooit gezien had. Een auto waar hij in kon staan had Google nog nooit gezien. Zijn mens vervoerde hem altijd in een karretje wat ze een trailer noemde. Zou dit dan een veewagen zijn? Choco had hem ooit verteld over zijn jaren als Wedstrijd paard waarin hij altijd met een grote veewagen waar veel paarden op konden staan naar wedstrijden gebracht werd. Maar zelfs Choco was nog nooit zo ver als Italië geweest bedacht Google zich.
“kom maar jongen, hup loop de wagen eens in”, zei de man. Google liep voorzichtig de steile klep omhoog. Boven aangekomen werd hij in een vakje dat op een wasplaats leek geduwd en vast gezet. Op dat zelfde moment ging de grote klep dicht en was het ineens aarddonker. Een paar tellen later werd de zware motor van de vrachtwagen gestart en begon alles te rammelen toen de veewagen in beweging kwam op het hobbelige padje langs de wei af.
Na een aarddonkere rit dat wel een uur leek te duren stopte de veewagen weer. Google was te bang geweest om zich te bewegen of om ook maar een woord te zeggen tegen het andere paard dat 2 plekken verder stond. Een ander deurtje ging open en een felle straal licht kwam de wagen binnen. “dat ging nog eens soepel”, zei de man waar ik ondertussen van snapte dat hij Harry hete. “gelukkig wel. Kom dan doen we hem snel transport beschermers om, dan kunnen we de grens nog over zijn voor ze door hebben dat hij weg is”, zei de andere man die dan Tinus zou moeten heten.
Snel en kundig werd Google een transport deken en beschermers omgedaan. Ook werden de raampjes open geschoven waar de frisse ochtendlucht door naar binnen kwam. De wagen was nu even licht als de trailer waar hij normaal op stond, en Google keek eens goed om zich heen zijn omgeving in zich op nemend. 2 hokjes verder stond nog een paard. Ook dat paard was helemaal ingepakt met beschermers voor de reis. In het hokje tussen Google en het andere paard in zag hij een paar balen stro staan, aan de andere kant stonden een paar balen hooi. Harry was bij het hooi bezig met iets wat Google niet goed kon zien. Hij keek nog eens naast zich naar het andere paard. “Hallo, Ik ben Google wie ben jij?” vroeg google aan het andere paard. “Ik ben Whiz, volgens mij zijn deze 2 mannen dieven die ons aan het stelen zijn. Ik vind het helemaal niet leuk hier. Ik wil naar huis toe naar mijn vriendjes en mijn mens”, zei het andere paard verdrietig. Pff dacht Google, die heeft veel te veel fantasie en te veel enge verhalen geluisterd. Natuurlijk werden ze niet gestolen. Zijn mens zou als hij uit stapte gewoon staan te wachten. Daar was hij heilig van overtuigd. Voor hem aan de wand werd door Harry een groot net opgehangen met lekker geurend hooi. “mmm hier had ik nou zin in” murmelde Google tevreden.
“nou jongen hier gaan we dan. Op naar de meest verre plek waar je ooit bent geweest. Op naar Italië waar jij ons een hele hoop centjes gaat opleveren. Ik hoop dat je gisteren goed afscheid van je baasje hebt genomen want haar zie je nooit meer terug!”
Met knikkende knieen verstuur ik dit nu. Hopelijk is het gramaticaal een beetje te lezen. Ik doe mijn best maar mijn dyslectisch zijn helpt niet altijd zo goed mee.
Ik zou zeggen breek los!


