
Vincent:
Ik liep het café in van Oscar en gelijk had ik spijt, want wat ik aan tafel zag zitten, waren niet het type jongens wat ik had verwacht. Aan de tafel zaten drie jongens, waar ik nooit mee zou hebben gepraat, tot nu.
De eerste jongen, die met de rug naar de deur zat, was een prostitué. Je zag het aan zijn kleding en haar en hij stak het ook niet onder stoelen of banken bleek later. Hij had blond haar wat een beetje warrig zat en zijn ogen waren groen. Hij was al jaren gek op zingen, maar had er nooit wat mee durven doen.
De tweede jongen was een timmermans leerling. Iets wat hij nooit leuk heeft gevonden, zijn stem klonk vol afkeer als hij het erover had. Zijn vader was vroeger ook timmerman geweest, maar had een ongeluk gehad en nu moest hij als zoon het bedrijf over gaan nemen. Liever trommelde hij op tafels, stoelen en andere voorwerpen. Ook dat deed hij tijdens het kennis maken, we werden er als andere drie stapel gek van.
De derde jongen was stil, hij zei eigenlijk niks. Hij werd door Oscar voorgesteld en keek een beetje nukkig. Hij bleek in een restaurant verder op te werken. Oscar had vrij voor hem geregeld, hij moest eigenlijk vandaag werken, hij keek naar de punten van zijn schoenen terwijl Oscar dit vertelde. Hij bleek piano te spelen en was behoorlijk goed. Oscar ramde hem steeds op zijn schouder toen hij het vertelde.
Oscar nam me na het voorstellen mee naar achteren. ‘’En?’’ Hij klonk hoopvol. ‘’Ik weet het niet hoor…’’ Ik voelde me nerveus nu ik het vertelde, het was waarschijnlijk de enigste kans die ik kreeg. ‘’Ik ken ze, ze komen hier altijd! Ze zijn echt goed hoor!’’ Oscar werd enthousiast. ‘’Die Charles kan zingen als een engel, zo hoog als hij komt. Freek kan echt goed drummen op een echt drumstel, beter dan hij het kan op een tafel en Wieger speelt de sterren van de hemel, geloof mij maar!’’ Maar toch bleef ik twijfelen, dit zag Oscar ook. ‘’Kom op, geef ze dan tenminste een kans.’’ Om Oscar dan maar een plezier te doen, deed ik dit dan ook maar.
Ik haalde uit mijn tas een stapeltje papieren, ik schoof het naar voren over de tafel. Oscar gaf ons een biertje van het huis en de jongens begonnen te lezen. Het was een van mijn teksten die ik graag wou zingen met een band. Charles neuriede gelijk een melodie, waar Freek op in haakte met zijn vingers om mee te drummen en Wieger bewoog mee met zijn handen. Ik keek naar mijn handen, ik had mijn hele leven teksten geschreven, maar of het ook goed was voor andere mensen wist ik niet. Ik zelf speelde eigenlijk geen instrument en ook kon ik niet goed zingen. Ik had spijt van het feit dat ik was gekomen en dat ik Oscar in een dronken bui had gevraagd of hij mensen kende.
‘’Gaaf!”’ Charles was de eerste die wat zei. ‘’Gaaf! Er moet eigenlijk een tweede stem bij, dat maakt het helemaal af!”’ Wieger knikte instemmend. ‘’Ik kan niet wachten om te beginnen met repeteren!” Freek ramde nu op de tafel. ‘’Wat speel jij eigenlijk?”’ ‘’Niks.’’ Charles keek tevreden. ‘’Dan kan jij mooi de tweede stem zijn!” ‘’Nee, hij moet trompet spelen!’’ Freek keek nu ook tevreden, terwijl de blik van Charles betrok. ‘’Nee, hij moet de tweede stem zijn!’’ En die twee gingen een verhitte discussie aan waar ik en Wieger ons maar veilig buiten hielden. De twee andere jongens werden rood en Oscar klapte in zijn handen. ‘’Dat zien jullie maar met het repeteren.’’ ‘’Waar repeteren we eigenlijk?’’ Freek en Charles, die hun discussie net zo snel waren vergeten als het begonnen was, keken blij naar me op. ‘’Ik weet het nie….’’ ‘’Bij mij.’’ En Oscar keek tevreden. ‘’Ja, ik wordt jullie manager. Als band moeten jullie een manager hebben.’’ Wieger knikte en stak zijn duimen op. ‘’Oke, als jij het zegt dan moet het…’’ ‘’Waar zijn.’’ Freek maakte mijn woorden af. Hij hief zijn glas die leeg was en de rest volgde zijn voorbeeld. Oscar vulde snel de glazen opnieuw met wat bier, ook van het huis en we toosten op een goede samenwerking. Twee uur later ging ik naar huis, ik voelde me licht in mijn hoofd en ik bedacht me dat ik het eigenlijk wel leuk begon te vinden.
‘’Waar ben je met je hoofd!?’’ Mijn baas stond boos voor mijn neus. Ik legde mijn potlood neer en ik propte het bonnetje in elkaar. Ik had heel erg veel tekst in mijn hoofd, dat had ik altijd al gehad en ik was het op gaan schrijven op de achterkant van een bonnetje. Het was erg rustig vandaag in de winkel, het was erg mooi weer en mensen gingen liever in het park liggen zonnen, dan een maatpak kopen in Soho. ‘’Ga buiten vegen!” Mijn baas duwde een bezem in mijn handen en chagrijnig liep ik naar buiten en ging ik voor de derde keer die dag buiten vegen. ‘’Goedemiddag!’’ En man in een blauw pak met krijt strepen pakte zijn hoed van zijn hoofd en begroette me. ‘’Goedemiddag!”’ Ik probeerde vrolijk te klinken. ‘’Jullie zijn een kleermaker?’’ Ik knikte. Ik moest op mijn tong bijten om niet te snauwen dat we geen bakker waren, aangezien ik met een meetlint om mijn nek stond. ‘’Goed. Mooi!’’ De man ging naar binnen en ik volgde hem naar binnen, ik zette de bezem in de hoek naast de deur.
‘’Ik zoek een zwart avond kostuum met een rechte pasvorm. Bij de revers wil ik graag een zijdeachtig beleg, net zoals bij de knopen en de zakken. Dit moet ook zo zijn aan de zijkant van de broek. Zo’n sportieve streep.’’ Hij verduidelijkte zijn plannen met zijn handen, hij liet het allemaal zien. Hij wist niet dat hij niet de eerste was die zo’n streep wilde hebben en dat we dondersgoed wisten wat hij bedoelde. Maar ik en mijn baas lieten het niet weten, we behandelde de man alsof hij de koning zelf was en lieten hem in de waan dat hij origineel was. ‘’Vincent helpt u met het opnemen van de maten!’’ Ik ging de man voor naar een van de paskamers en hield de deur voor hem open.

In de paskamer, waar een grote leren bank stond en een bijzet tafeltje met sigaren en een whisky karaf gevuld klaar stond voor de klanten, trok de man zijn jasje uit en legde deze nonchalant op de bank. Hij nam plaats en ik stak voor hem een sigaar aan die hij dankbaar aan nam. Ik pakte een papier en vulde vast de wensen van de man in. Daarna begon ik met het vaste ritueel van maten en het invullen hiervan. ‘’En wat doe jij graag in je vrije tijd, jongen?’’ De man drukte zijn sigaar uit en kuchte een keer vriendelijk. ‘’O, ik schrijf veel.’’ Ik deed het af als iets onbelangrijks, zoals mij was geleerd. ‘’Wat leuk, wat schrijf je zoal?’’ Hij was een van de weinige klanten die echt door vroeg en ik voelde me een beetje ongemakkelijk. ‘’O gedichten en liedteksten.’’ ‘’Serieus?’’ En de man haalde een kaartje uit zijn zak. Met grote, sierlijke letters schreef hij met een vulpen zijn naam en zijn adres erop. ‘’Als je iets wil laten horen, moet je maar een keer langskomen.’’ Hij begon zijn jasje weer aan te trekken en ook zette hij zijn hoed weer op. Zonder op het kaartje te kijken stopte ik het weg in een van mijn zakken en ik ging de man voor naar de winkel. ‘’U kunt het volgende week ophalen, we gaan er gelijk mee aan de slag!’’ ‘’Zo snel al?’’ ‘’Voor u maken we graag een uitzondering.’’ Ik walgde van de klank in de stem van mijn baas, zo slijmerig. Eigenlijk hadden we bijna geen klanten en waren de andere jongens waar mee ik altijd samen werkte ontslagen. Mijn baas was allang blij als hij een klant had. De klant verliet tevreden de winkel en mijn baas keek opeens een stuk minder gelukkig. Hij wees naar mijn bezem en zuchtend ging ik weer de straat op om de stoep te gaan vegen.
Die avond plofte ik vermoeid neer op mijn bed op de zolder van de winkel. Afgezien van de man waren er verder geen klanten meer geweest en ik had de winkel schoon moeten maken na het vegen. Mijn armen deden zeer en voelde droog aan van het schoonmaak middel. Ik trok mijn werkkleding uit en ging in mijn ondergoed in bed liggen. Ik viel in slaap, maar schoot een paar uur laten weer wakker en bekeek het kaartje voor het eerst die dag eens goed. Ik voelde dat ik rood werd en ik vervloekte mezelf. Op het kaartje stond een bekende naam. Een naam die ik eigenlijk had moeten weten als muziek liefhebber. Een van de betere zangers van het land had bij ons een pak besteld en ik had hem niet eens herkent.
Dit verhaal gaat over een groepje van vier jongens die het allemaal net niet hebben gemaakt en graag beter willen leven. Het leger in of het verkeerde pad op spreken ze allemaal niet zo aan en een kroegbaas heeft ze samen gebracht in een bandje, iets waar ze alle vier stiekem van dromen. Mooie vrouwen (of mannen), veel geld en mooie huizen, iets wat iedereen in hun wijk, Soho, aanspreekt. Maar als het dan zo ver is, weten ze wel wie ze eigenlijk zijn en is het wel zo leuk om bekent te zijn?
Een hersenspinsel van mijn kant, ik weet niet of het wat is? Heeft er iemand tips? Vinden jullie het leuk of is het super saai om te lezen? Of ga ik juist weer te snel?