Aarzelend liep ik naar binnen. Boven de deur was een groot spandoek opgehangen waarmee met grote, zwarte letters ‘’Welkom Groep 8!’’ was gespoten. Wordt zeker elke reünie opnieuw gebruikt. Ook hing er een spandoek met namen, allemaal verschillende kleuren. Kamp, ik was een hippie. Mijn tas drukte ik tegen me aan en ik herkende vaag wat gezichten. Mijn leren tas, die ik óók in groep 8 had gebruikt. Een vrolijk meisje kwam op me af gelopen en bood me wat te drinken aan. Larissa. Ik nam het aan en dronk met muizen slokjes het drinken op. Ik stond een beetje achteraf en ik werd genegeerd. Net zoals vroeger. Stipt om 20:00 uur werd er om stilte gevraagd door een oudere vrouw. De juf. Ze gaf een of andere kleffe speech en we werden gevraagd te gaan zitten op de stoelen die in de kring werden gezet. Net zoals vroeger, kringgesprek. De laatste stoel was voor mij. Een van de stoelen bleef leeg. Daarop lag een envelop waarop met grote krul letters ‘’Klas’’ was geschreven. De ‘juf’ begon met deze brief.
Klas, Een andere en betere aanhef kon ik niet bedenken. Lieve? Zo lief waren we niet voor de juffen en ook niet voor elkaar. Beste? Ik kon me wel een betere klas wensen. Klas was wel gepast, dacht ik zo. Zoals jullie zien is er een stoel leeg en die is dan ook niet voor niets leeg. Ik kwam als ‘nieuweling’ binnen in groep 2. Daar begon de ellende al. Nooit hoorde ik er echt bij, ik mocht nooit mee spelen in de zandbak of mee schommelen. Met verstoppertje lieten jullie me gerust de hele pauze zitten en werd ik door de juf uit de boom gehaald. Groep 3, 4 en 5 volgden zo en toen begon het. De oudere jongens begonnen met het jennen en jullie namen dat al gauw over. Maar waar de jongens stopte, gingen jullie verder. Elke dag kwam ik huilend thuis, sprak over niets anders dan de dood. Ik was een ‘’huilebalk’’, zo’n vervelend poedersuiker kind wat elke 5 minuten aan het bureau van de juf stond te zaniken. Niemand geloofde mij, tot dat er een stagiaire voor de klas kwam en de juf eens een keertje achter in de klas zat. Opeens had ik gelijk. Gesprek op gesprek volgde, het stopte dan ook voor even. Met even bedoel ik 2 dagen. Wat is 2 dagen op een hele school carrière? Niks. ‘’Jij weet niet wat pijn is.’’ Is mij eens een keer recht in mijn gezicht gezegd door een van jullie. Ze huilde, voet verstuikt of een of ander klein pijntje. Ik wist dondersgoed wat pijn was, zowel lichamelijk als geestelijk. Dat hadden jullie me wel geleerd, ook het leren haten. Ik ging expres naar een andere middelbare school en ook verhuisde we later. Dit was niet alleen jullie schuld, dat moet ik jullie nageven. Ik kreeg wat meer vrienden en ik krabbelde uit de depressie waar ik in was beland. Ook ik wou graag leren wat uitgaan was en dat was de grootste fout die ik in mijn leven had gemaakt. ‘’Ken je me nog?’’ ‘’THIJS, THIJS, THIJS, HET IS HAAR, HET IS HAAR!” en de rest van de avond rende ik als een kip zonder kop door die uitgaansgelegenheid. Ik kan uren door gaan met het beschuldigen van jullie, maar ook ik heb fouten gemaakt. Ik had jullie beter in geschat, ook ik hoopte dat ik vrienden en vriendinnen zou krijgen, net zoals mijn ouders. Ik neem hen dan ook niks kwalijk, maar jullie des te meer. Terwijl jullie dit lezen, ben ik voor de tweede keer in een depressie beland waar ik niet meer uit ben gekomen. Ik heb mezelf verhangen. Mijn hel was hier op aarde, ik ben niet meer bang voor de dood. Met vriendelijke groeten, Beugelbekkie, huilebalk, ezel, varken, dik zwijn, mij.
De rest van de reunie werd afgelast, iedereen zat er verslagen bij. Inclusief de ‘juf’. Deze brief lag al jaren klaar voor een eventuele reunie en nu was het zo ver. Alleen liep ik over de begraafplaats met een envelop in mijn handen. Zonder al te veel moeite vond ik het beschijde graf. Haar ouders hadden er werk van gemaakt, van de steen. Ik zag een foto van een mooie jonge meid die lachend in de camera keek. Op het graf stonden een paar beeldjes, van een paard, een hond en een konijn. Ik legde mijn envelop erbij. ‘’Deze had je nog van me te goed.’’ ‘’Het diddle plaatje heb ik altijd voor je bewaard, sorry dat ik hem heb afgepakt.’’ En ik draaide me om. Ik ging verder met mijn leven, zonder haat en zonder wrok.
Ik had zomaar een idee in mijn hoofd, er zitten helaas dingen in die ik zelf heb meegemaakt. Het is een kort verhaal en ik hoop dat de boodschap over is gekomen.