[VER]Time travellers

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
eclair98

Berichten: 11710
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Utrecht

[VER]Time travellers

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 03-03-15 15:19

Hee bokkers,
ik ben weer begonnen met een nieuw verhaal. Toen ik met mijn hond langs de IJssel liep kreeg ik de inspiratie door een wat vreemde man die bij een bankje stond := Ik hoop deze wél af te maken en het minder ingewikkeld voor mijzelf te maken, ik krijg mijn verhalen nooit af omdat ik het te uitgebreid maak -O- Laten jullie een reactie achter met tips en goede dingen?


Iedereen kent het wel die net van school afkomt. CKV. Je moest verslagen maken over culturele activiteiten. Je keek bijv. een film, rammelde een verslag in elkaar met een eigen recensie. ‘’Ja, ik vond het een goede film, alleen een beetje ongeloofwaardig. Niemand kan door de tijd reizen.’’ Dit had ik staan bij de film Kruistocht in Spijkerbroek. Heel gemakkelijk, ik zapte net in. De docent vond het zelf ook een verschrikkelijk vak om te geven en gaf je standaard een voldoende of goed, net waar zijn hoofd naar stond. Hij bladerde het snel door en las het vluchtig door. Daarna propte je het in een mapje en flikkerde het weer in de kast waar alle mapjes door elkaar heen lagen. Daarna ging je weer verder met het volgende verslag.

Net zoals CKV had ik een saai bijbaantje. Bij ons in de buurt bracht ik de ochtend krant rond. Het was zelfs nog saaier dan in de advertentie stond, maar het betaalde goed. Ik stond om vijf uur op, kleedde me aan, bracht die kranten rond, las de koppen ondertussen en luisterde muziek via mijn telefoon. Elke dag, alleen niet op zondag. Als ik dan klaar was met de krant, maakte ik nog wat huiswerk en ging naar school. Maar dit bijbaantje veranderde mijn leven wel voorgoed.


Zoals elke ochtend reed ik de Prins Bernhard laan in, een mooie laan met hoge bomen en grote huizen. Ik neuriede mee met de muziek, ik was vrolijk, het was een mooie ochtend. Ik zette mijn fiets neer en op slot en nam een stapeltje kranten mee over mijn arm en liep zo de even nummers langs. Toen ik mij omdraaide om terug naar mijn fiets te gaan om de oneven nummers te doen, stond daar een man bij mijn fiets. Hij bestudeerde het alsof het, het 8e wereldwonder was. Met een oortje uit, liep ik naar hem toe. ‘’Morgen!’’ En ik pakte een stapel krantjes uit mijn fietstassen. De man volgde mijn voorbeeld en pakte er ook een. ‘’Het is dus waar!?’’ En ik keek hem vragend aan. ‘’Ja meneer, wat in de krant staat is waar, meestal.’’ En ik naar de koppen, ik zag niks bijzonders. ‘’Het is dus écht waar!”’ En weer knikte ik. Ik voelde mij ongemakkelijk en wou dat die man het krantje terug legde. Als ik ze niet op tijd bezorgde, kreeg ik op mijn mieter. ‘’Mag ik hem meenemen?’’ ‘’Nou eh, liever niet meneer, ik moet die krant bezorgen en als ik dat niet doe, wordt mijn baas boos.’’ Ik stond van mijn ene been op het andere been te wippen. ‘’Mag ik hem dan scannen?’’ En ik knikte beduusd, niet wetende wat hij bedoelde. De man pakte een soort van mobiele telefoon uit zijn zak, opende zonder het scherm aan te raken een applicatie en scande de krant. Te vrede legde hij de krant terug. ‘’Bedankt man.’’ En hij liep weg, helemaal te vrede met zijn ontdekking. Ik gooide de krantjes terug in mijn fiets tas, helemaal geobsedeerd door die vreemde man met zijn nog vreemdere telefoon. ‘’Meneer!?’’ En met de fiets aan de hand holde ik hem achterna. ‘’Meneer!?’’ En de man draaide zich om en stopte. ‘’Ja?’’ en toen ik bij hem was, viel de fiets uit mijn handen. Snel bukte ik en graaide ik de krantjes bij elkaar, de man hielp mee. Ik zag dat hij om zijn pols een vreemd horloge droeg. Hij gaf mij de kranten aan en gaf mij een knip oog. ‘’Ja, waarmee kan ik je nog meer helpen?’’ ‘’Ik wil u wat vragen over die telefoon van u?’’ en beschaamd keek ik hem aan. Er speelde een glimlachje rond de lippen van de man. ‘’Dat dacht ik al wel, kom maar mee.’’ En ik twijfelde even. Maar mijn nieuwsgierigheid won het van de twijfel en ik volgde de man.


De man liep aan het einde van de laan het bos in. Mijn fiets woog steeds zwaarder en ik kreeg hem niet door de modder. Het had deze nacht geregend. Gelukkig stopte de man algauw. ‘’Dus jij wil wel weten wat voor telefoon ik heb, is dat alles?’’ Ik zette mijn fiets tegen een boom en haalde mijn jas uit een van de fietstassen, het was in het bos nog erg koud. Zo rekte ik ook tijd om over zijn vraag na te denken. ‘’Nou, nee, eigenlijk niet. U was ook erg verbaast over de krant, maar de voorpagina kop speelt als sinds gisteravond en is continu op het nieuws en op de radio.’’ De man moest lachen. ‘’Jij bent niet op je achterhoofd gevallen!”’ En hij ging zitten op een boom stam. Hij klopte naast zich met zijn hand. Aarzelend ging ik zitten. De man haalde uit zijn jas zak zijn mobiele telefoon. ‘’Als ik je het allemaal vertel, kan je niet meer terug, begrijp je dat!?’’ En hij keek mij indringend aan. ‘’Ja, prima.’’ Het kon nooit zo erg zijn als die man beweerde. ‘’Dit is mijn telefoon, de Iphone 12.’’ En ik keek hem raar aan. ‘’Die bestaat helemaal niet.’’ ‘’Jawel, in mijn tijd al wel.’’ ‘’Oke, hij is wel een beetje achterhaald.’’ ‘’Uw tijd?’’ ‘’Ja, ik kom uit het jaar 2100.’’ Ongelovig schudde ik mijn hoofd en gooide mijn hoofd naar achteren. Een lach ontsnapte aan mijn keel. ‘’Meneer, u bent niet goed bij u hoofd!’’ en ik stond op om mijn fiets te pakken. Ik had mijn tijd verspeeld aan die gek. ‘’Nee, blijf hier!” En ik werd ruw bij mijn schouders gepakt. De fiets viel voor de tweede keer vandaag. ‘’Geloof me!’’ en hij trok zijn mouw omhoog en het horloge werd zichtbaar. ‘’Niet te krijgen in deze tijd!’’ en hij deed hem af. Binnen in stond wat geschreven. ‘’Made in Korea’’. ‘’Dit soort horloges worden niet in lage lonen landen gemaakt, dat is specialisten werk.’’ ‘’Deze is geprint!’’ ‘’Dat kan helemaal niet!”’ en ik spromg weer op en de man trok mij weer naar beneden. ‘’Hoe kom jij hier!?’’ en ik begon steeds harder te praten. ‘’Ik ben een time traveller, een onderdeel van de Tijd.’’ ‘’Man, je gaat raaskallen!’’ en ik voelde dat de man gelijk had. ‘’Nee jongen, je weet dat het niet zo is.’’ En de man trok me weer terug. ‘’Jij moet nu ook een traveller worden jongen, er is geen weg meer terug voor jou.’’


En wat ik daarna hoorde kan ik eigenlijk nog steeds niet bevatten. Rox, de vreemde man, was onderdeel van de groep, de Tijd. De Tijd bestond uit ongeveer 100 mensen in de wereld. Niemand kende deze groep, geen land, geen geheime dienst, helemaal niemand. Als je lid wordt, kan je alleen maar achteruit in de tijd, niet naar de toekomst. Je kan de tijd niet veranderen, daar zorgt de Tijd wel voor. Je wordt geraakt door een bliksemschicht of er viel een boom op je hoofd (‘’Ach, het is nog maar een keer voorgekomen hoor!’’ klonk het bemoedigend van Rox). Je was als het ware een toeschouwer van wat je al wist, de geschiedenis. (‘’Mijn school cijfers zijn in een keer omhoog gegaan!’’ Rox werd enthousiast). Eens in de zoveel jaar wordt er een vergadering gehouden, dat is altijd een gepuzzel, iedereen moet er kunnen komen, ook de mensen uit de geschiedenis zelf die ook een traveller waren (‘’Afgelopen vergadering was in de tijd van de dinosauriërs, super gaaf die beesten!”). Iedereen die lid wou worden, moest toestemming krijgen van de Tijd. Je kreeg dan een ketting en je leerde hoe je er mee om moest gaan. ‘’Dus, jongen, pak je spullen, we gaan.’’ ‘’Waar naar toe.’’ ‘’De Tijd zal het leren.’’ En hij pakte glimlachend zijn ketting onder zijn kleren vandaan en pakte me bij mijn arm.


Gapend kwam ik naar beneden toe gestommeld, het was half 7. Ik verwachtte Tim aan de keukentafel zitten met zijn huiswerk, maar hij was er niet. Zijn jas hing ook niet aan de kapstok en zijn fiets stond ook niet in de tuin. Zonder er veel aandacht aan te besteden, maakte ik koffie en een ontbijt voor mezelf, ik moest ook straks naar mijn werk. Met de koffie in mijn hand plofte ik aan tafel neer en wreef door mijn baard. Ik pakte de ochtend krant en las het een beetje door. Het ging alleen maar over de aanslagen in Parijs. Ik gooide de krant weer aan de kant en staarde voor me uit. Het was inmiddels al 7 uur en Tim was nog steeds niet thuis. Mijn ontbijt at ik met lange tanden op. Alle doem scenario’s schoten door mijn hoofd en toen hij om half 8 nog niet thuis was, sprong ik onder de douche door en kleedde me gauw aan. Met een half gestrikte stropdas sprong ik op mijn fiets om de kranten ronde van Tim te gaan fietsen. Waarschijnlijk stond hij te kloten met een paar vrienden die hij tegen was gekomen, maar in mijn hoofd wist ik eigenlijk dat, dat niet zou kloppen, Tim was daar het type niet voor.