Hoihoi,
Aangezien ik graag nog een keer een verhaal wilde schrijven, ben ik er eindelijk aan begonnen. Het zal niet heel snel gaan aangezien ik nog vele andere zaken op een rijtje moet zetten.
De hoofdpersoon is Lilian. Lilian is een moeder van twee kinderen en vrouw van de man Peter. Het verhaal is geschreven vanuit de ogen van Lilian. Hoofdstuk één lijkt erg saai, maar je moet ergens beginnen, om een heel verhaal in elkaar te gaan zetten. Eventuele schrijffouten zullen er vast en zeker in zitten.
Hoofdstuk 1
Ja, ik kan het vertellen. Ben ik er trots op? Misschien wel maar misschien ook niet. Trots, het is maar hoe je trots definieert. Voor iedereen ligt dit verschillend. Misschien vind jij het wel dat trots een moment is waarop je een prijs gewonnen hebt en hier heel blij mee bent. Voor een ander kan dit het een gevoel van overwinning zijn. Maar anderen zijn trots als zij iets hebben bereikt wat zij willen. Dit kan zowel negatief als positief zijn. Zoals ik eerder zei, dit is afhankelijk van jouw visie. Wil je weten wat ik je kan vertellen? Dan zal ik je dat gaan vertellen. Of ben ik het niet die jou dit verhaal gaat vertellen?
Ik zat aan een tafel op mijn kantoor. Iedereen om mij heen was volop bezig met werken. Ik keek naar mijn scherm en het bleef nogal leeg in de email. Ook te telefoon gaf geen kik. Er was niks te doen voor mij. Ik keek naar mijn browser pictogram, die al uren naar mij stond te staren. Ik zat in dubio. Zou ik hem aanklikken of niet? Dat was de vraag die in mijn hoofd speelde. 'Nee het mag niet', ging er in mijn hoofd om. Ondertussen keek ik naar mijn hardwerkende collega's. Toen eenmaal de pauze begon, kon ik opgelucht adem halen. Even iets anders dan aan een bureau zitten en niet met je collega's kunnen overleggen. Die waren immers aldoor aan het werk. Het was vrij apart, dacht ik. Waarom kwam er nooit wat bij mij? Over die vraag heb ik mij een lange tijd kunnen buigen. We deden hetzelfde werk, alle e-mails zouden verspreid worden door het e-mailsysteem.
Ja, daar zou ik nog een keertje over nadenken. Of deed ik dat al?
'Hey!', begon ik. 'Ik zag dat jullie het druk hadden met werk. Zoveel vragen binnen gekregen?' Zonder mij ook een enige blik van bevestiging te geven dat ze naar mij luisterde, zette zij de conversatie voort. Op dat moment dacht ik dat ik maar beter in de pauzes alleen kon gaan zitten. Plotseling zie ik een nieuweling voorbij struinen. Zij leek niet echt te worden geaccepteerd door haar collega's. Het leek zo, daar was ik van overtuigd in ieder geval.
**
Het was stil. Ik stond te popelen op een telefoontje want ik deed immers niets liever dan andere helpen. Vroeger stond ik bekend om mijn behulpzaamheid. Voor mij was het een gewoonte maar voor mensen uit mijn omgeving was het pure liefde wat ik hen gaf. Het deed hen goed, maar ondertussen deed het mij ook goed. Soms kreeg ik wel eens een snauw her en der, maar het deerde mij niet zoveel. Ergens wist ik dat zij achteraf of stiekem ondertussen wel wisten dat ik het beste met diegene voor had. Ik heb immers na zo'n snauw nooit meer is negatiefs vernomen van hen. Zo'n moment gaf mij wel een bevestiging dat ze het niet gemeen bedoelde. Ja, ik zat nog steeds aan mijn bureau maar de telefoon gaf geen kik. Of misschien wel, op het moment dat ik met hoge nood naar het toilet moest. Ik wilde mezelf vermaken want ik verveelde me kapot en dat zou op den duur vermoeiend worden. Ondertussen had ik de computermuis vastgepakt - in weken dat ik hem slechts aangekeken had – en opende internet. Mijn handen bewogen langzaam en onzeker naar het toetsenbord waarop het moment was dat ik 'www.facebook.com' intypte. Ja, statussen bekijken, bijkletsen met vriendinnen etc. Zo kon ik mijn tijd toch nog enigszins leuk besteden. Van je werk moet je maar het beste maken, vond ik. Zo gezegd, zo gedaan. De tijd tikte weg, zo nu en dan een grinnikje en een lachje dat niet onopgemerkt bleef bij de collega's. Zij draaide alleen snel hun hoofd weer weg zodra ik me opdraaide om te kijken of het écht op zou vallen. Zonder dat ik het doorhad was het alweer 10 over 5. 10 minuten langer aan mijn bureau gezeten dan ik daadwerkelijk zou hebben gehoeven. Ik sloot de computer af, legde alle spullen opzij en liep naar de kapstok om mijn jas uit de garderobe te halen. Ik trok mijn jas aan waarin iemand plotseling een hand op mijn schouder legt. 'Lilian. Zonder dat jij het weet heb ik vandaag een observatie gedaan op jullie afdeling. Ik schrok wel van de situatie.' Welke situatie, schoot er door mijn hoofd. Er is niks aan de hand, dacht ik. 'Over welke situatie heeft het', vroeg ik beleefd aan mijn baas, die op dat moment een strenge blik gaf. Daar schrok ik van. Die blik heeft hij mij immers nog nooit gegeven. 'Mijn gevoel zei altijd dat jij een hardwerkende medewerker was. Mijn gevoel heeft mij denk ik in de steek gelaten, als ik gezien heb wat daar gebeurde.' Ik keek verbaast. Altijd had ik het beste met mensen voor. Van jongs of aan zat dat al in mijn karakter. Ook hem heb ik meerdere keren geholpen met wat problemen die hij niet opgelost kreeg. 'Ik ben zwaar in je teleurgesteld Lillian', vervolgde hij zijn preek. 'Vroeger, om en nabij 10 jaar geleden, was jij de beste werknemer van ons. Wat heeft jou zo verandert dat je zomaar op Facebook zit tijdens je werk? Dat is ongehoord en daar zul je ook niet zonder straf vanaf komen. Zo zijn de arbeidsregels hier op het werk. Daar dient iedereen zich aan te houden.' Ik keek naar de grond. Wellicht was het geen goed plan, maar wat had ik dan moeten doen? Het is zwaar vermoeiend om een hele dag niks te doen en 's avonds er te zijn voor je twee puberende kinderen. 'Ziet u..' begon ik met mijn zin. 'Laat die uitleg maar zitten. Ga jij maar eens nadenken wat je hier op je werk wel zou moeten doen en wat niet. Die taak mag je voorlopig thuis gaan uitvoeren. Je hoeft je gezicht de eerst komende week niet meer te tonen.' Struinend liep ik de trap af, stapte in de auto en reed naar huis.
**
Nee, internet zat er voor mij niet meer in. Een helder lichtje begon er te schijnen. Het leek wel alsof er een engel tegenover mij stond en vertelde wat ik moest doen, gebruik maken van de pauze en alsnog even op Facebook gaan. Het was immers geen werktijd dus het was toegestaan. Dit was immers ook goedgekeurd door mijn baas, die mij een week thuis heeft gezet een paar week geleden. Ik snelde naar de computer zodat ik mij niet geheel doelloos voelde.
De dag tikte heel langzaam weg, heel langzaam dat ik iedere seconde wel kon tellen. Ik ging nog net niet streepjes zetten. Want er kwam niks nada noppes binnen aan e-mails en telefoontjes. Desondanks was ik altijd erg blij als ik naar huis ging. Er was niks mooiers dan met je kinderen en man omgaan, was ik van mening. Tot deze bijzondere avond, tenminste, ik was van mening dat het bijzonder was, want het heeft veel invloed gehad op mijn werk. We zaten met zijn vieren aan de keukentafel waar we aan onze avondmaal zaten. 'Hoe gaat het op je werk eigenlijk, Lilian?' vroeg Peter aan mij. Ik mompelde dat het eigenlijk hetzelfde verhaal is als dat hij al weken lang hoort. Peter schoot op en zelfs de kinderen schrokken hiervan. Hij liep van tafel en ging wat rommelen in de woonkamer. 'Peter? Alles in orde?', vroeg ik. Het scheen van wel want ik kreeg een 'uhu' reactie terug, terwijl hij hoorbaar aan papieren zat te rommelen. Na enkele minuten kwam hij terug met een kladblok waar wat vage steekwoorden stonden. Onder het kladblok had hij een krant in de hand. 'Kijk'. Hij schoof een artikel onder mijn neus waar de titel 'Rommel op het werk' bij staat. Hij wees het vingertje naar het artikel. Na het artikel te hebben gelezen begreep ik waar hij het over had.
De eerstvolgende ochtend was ik al zeer vroeg op het werk om mijn eigen onderzoek in gang te zetten. Eerst naar de telefoonkabel. Mijn en Peters vermoedens waren hierbij bevestigd. Al die tijd heeft er nooit een telefoonkabel in het stopcontact gezeten. Waarom heb ik hier niet eerder aan gedacht? Die vraag was zeer simpel te beantwoorden. Ik ging uit van het goede van de mens. Kwaad in de mensheid kwam mij niet bekend voor. Misschien in een verstrooide dag dat ik hem er zelf uit heb gedaan? Nee, daar zou ik niet eens aan denken. Vervolgens keek ik naar de computer waar de e-mails binnen komen. Voor mij was het nu wel definitief. Het programma voor de e-mail stond op een account dat niet van dit bedrijf was. Dit bevestigde voor mij dat er wel degelijk kwaad in een mens zat. Zonder twijfel ben ik naar de baas toegestapt en hem uitleg gegeven over de situatie. Hij had geen bewijs dat zij dit gedaan hadden, maar hij kwam wel met een oplossing. Ik kon aan de slag op een andere afdeling waar ik nog steeds kon doen waar ik altijd goed in was; het helpen van mensen. De volgende dag stond ik voor de deur van de andere afdeling; klachtenafdeling.
Dit is niet waar het verhaal écht begon. Misschien ook wel want ergens moet je beginnen. Voor een gevoel moet er een oorzaak zijn. Ik weet niet of dit de oorzaak is. Misschien wel. Weet je? Ik denk dat ik het verhaal verder moet maken. Dan kun je zelf oordelen over de oorzaak.
Dit is hoofdstuk één. Ik ben benieuwd of het in de smaak zal vallen. Het kan zijn dat ik hier geen update plaats, dan kan het zijn dat er vermoedelijk hier een update staat: http://www.wattpad.com/story/27376668-e ... van-gevoel