Ik heb enkele dagen geleden een one-shot geschreven die ik graag met jullie wil delen. Een one-shot is een soort kort verhaal, het blijft dus hierbij. Er is ook geen stuk dat er voor hoort.
Citaat:Ik ren en ik ren en ik ren. Laat me los. Laat me gaan. De straatstenen vliegen onder me door terwijl mijn benen harder en harder gaan. Mijn hart slaat tegen de binnenkant van mijn borstkas. De wind trekt aan mijn haren, bloed bonst in mijn oren. Ik kan het niet meer. Alsjeblieft. Ik schreeuw, gil, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Tranen rollen over mijn wangen, bereiken de grond om kort daarna in niets op te gaan. Ik wil met ze mee, maar het kan niet, lukt niet. Alsjeblieft. Hoor ik een stem in mij nog eens wanhopig schreeuwen. Mijn stem. Er zijn geen mensen op straat, maar stil is het niet. De wind fluistert onverstaanbare woorden, bomen staren me aan alsof ze nog nooit een mens gezien hebben. Mijn knieën doen pijn van het rennen op de harde straatstenen. Het doet me niks, sterker nog, ik wilde dat het meer pijn deed. Niet dat het zin heeft, het zal de pijn die me vanbinnen opvreet niet overtreffen. Ik sluit mijn ogen, stop mijn vingers in mijn oren om het buiten te sluiten, al weet ik dat het niet helpt. Laat me los! Ik open mijn mond, maar er komt geen geluid uit me. Sneller, sneller. Bloeddruppels wellen op uit de kleine wondjes in mijn armen. Ze trekken samen tot een stroom van de donkerrode vloeistof, het loopt langzaam over mijn huid. De duisternis heeft al het licht opgeslokt, geen genade. In de verte klinken stemmen, maar ik weet dat ik alleen ben. Ik zal altijd alleen zijn. Het zout van tranen die mijn ooghoeken een voor een verlaten bijt in mijn vel, laat er rode plekken achter. Ik hoor zijn stem, zijn sterke handen grijpen me vast. Alsjeblieft. Het spijt me! Maar als ik me omdraai ben ik nog steeds alleen. Het geschreeuw in mijn hoofd houd maar niet op. Laat het stoppen. Bevend laat ik me op de grond zakken. Angst wurgt me, pijn vernietigd me. Mijn kleren raken langzaam doorweekt, dauwdruppels zoeken hun weg door de dunne stof van mijn spijkerbroek. Ik zie het, maar echt voelen doe ik het niet. Niks lijkt er meer toe te doen, behalve zijn stem. Het spijt me. 'Het spijt me zo erg.' Fluister ik zacht. Om me heen lijkt het steeds donkerder te worden, het trekt me mee in zijn eindeloze val. Mijn ogen staren naar een lucht die ooit blauw was. Sterren stralen aan de hemel, ze vertellen me hoe het had kunnen zijn. Vlammen van woede likken aan mijn lichaam, ik voel ze, maar ze zijn er niet. ‘Ik weet dat je me haat, maar laat me gaan. Ik smeek het je.’ Mijn stem slaat over. Laat me vrij zijn, dat is het enige wat ik je vraag, alsjeblieft. Fluister ik wanhopig terwijl de kou mijn lichaam langzaam overneemt. Dennenbomen dansen rond mijn lichaam op het geluid van de wind, regent daalt langzaam op me neer. Het spoelt het bloed, de tranen weg, maar laat wonden achter. Wonden die nooit meer zullen genezen
Tips zijn absoluut welkom!
Groetjes Hannah
Dit stuk is geen 1500 woorden maar omdat er ook niet meer komt hoop ik dat dit wel mag. Anders, sorry voor de moeite modjes.
