[VER] De aanslag

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
eclair98

Berichten: 11713
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Utrecht

[VER] De aanslag

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 02-03-14 19:23

De regen stroomde in mijn ogen en over de rest van mijn gezicht. Ik strekte mijn arm. ''Hey!'' En de man rende door. ''Stoppen!'' Er werd geen gehoor aan gegeven. De rode band om zijn arm nam ik als roos en ik schoot. Door de demper klonk er een droge plof en na een paar seconden stortte de man in, wild naar zijn been grijpend. Ik rende erop af en sprong boven op hem. ''Sie schmutziger Hund!'' en de soldaat tufte in mijn gezicht. ''Gelukkig begreep ik daar helemáál niks van.'' en ik sloeg de man neer, hij was sterk en ik sloeg nog een keer. Hij zakte in elkaar. Zijn wapens maakte ik aan mijn eigen riem en bond hem vast aan een boom. Als de Duitsers een zoekactie naar ons, het verzet, zou starten, zouden ze hem snel vinden. Ik wiste mijn eigen sporen uit en rende er weer vandoor, opweg naar het verzamelpunt.

Het was oorlog. Duitsland, onder leiding van Adolf Hitler was Nederland binnen gevallen en duizende doden en duizende daklozen later werd Nederland onder de duim gehouden door de 'moffen'. Onno, toen de oorlog begon 15, was vier jaar later het verzet in gegaan, net zoals zijn vader en zijn twee broers. Het begon met extra voedselbonnen ritselen, eten rond brengen, maar het liep allemaal uit de hand en hij kon de gevolgen niet meer overzien... Van een onbezorgde, impulsieve jongen, veranderden hij in een doordachte, sluwe man...

Ik hoorde alleen nog maar mijn eigen gehijg. Takken braken onder mijn voeten en ik de rest flitste aan me voorbij. In gedachte speelde ik de hele aanslag af als een speelfilm en ik rook het vuur nog. Bij het verzamelpunt aangekomen, zag ik dat ik de eerste was. Ik kroop in de bosjes en ging wachten en denken, denken hoe alles begonnen was. Aan de hele aanslag wou ik niet meer denken.

Het was zondag middag en we zaten te eten. Er heerste een doodse stilte en iedereen eet zwijgend het eten op. Ik schraapte mijn keel om de brandende vraag te stellen. ''Pap?'' Er klonk instemmend gemompel. ''Hebben jullie wat voor mij, in het verzet bedoel ik?'' en mijn moeder liet haar mes vallen. ''Niet jij ook al!'' Mijn broers, Hugo en Peter keken vragend naar mijn vader. ''Nou zoon, ik weet het zo net nog niet.'' ''Hoezo niet? Hugo en Pieter mochten wel, waarom ik dan niet?'' ''Er moet iemand voor moeder overblijven.'' ''Wat een flauwekul, er gebeurd toch niets?'' ''Zoon, ik wil het niet.'' ''Ma-ma-ma-maa...'' ''Niks te maren!'' en vader sloeg met zijn vuist op de tafel. ''Pa, laat hem dan de bonnen rond brengen, daar is niks aan.'' en mijn oudste broer, Peter, bemoeide zich er ook mee. Mijn vader had een zwak voor hem. ''Ik denk er wel over na.'' en hij koelde weer wat af. Hij had altijd al een opvliegend karakter gehad.

''Lekker bezig, broertje.'' en ik en Hugo liepen naar de keuken om het toetje op te halen. ''Ach, vlieg op.'' ''Ik wil niet achter blijven voor jullie.'' en ik greep een hand lepels en een paar schaaltjes. Hugo pakte het beetje appelmoes wat er nog was en we liepen terug. Voor de deur hield ik halt en Hugo keek vragend om. ''On kan makkelijk helpen, dan kan Joost helpen met de aanslag. Iemand moet die bonnen rond brengen.'' ''Hmmm, goed punt jongen, goed punt.'' Snel deed ik de deur open en zette alles op tafel. Mijn moeder verdeelde alles, het was nu echt op. Beteuterd keek ik naar mijn bakje, het was niet meer dan een lepel. ''Zoonlief, we hebben overlegt, je kan de bonnen rond brengen.'' en ik vloog mijn vader om de hals. ''Het is geen pretje hoor!'' en ik at blij mijn appelmoes op, het leek meer dan ik eerst dacht.

''Je heet bij het verzet Paul.'' en ik knikte. Mijn broers en vader hadden ook een andere naam. ''Morgen moet je al je eerste ronde doen.'' en ik knikte alweer. ''Joost legt het je wel uit.'' en ik pakte mijn jas. ''Neem gelijk de bonnen mee!'' maar ik was de deur al uit.

Ik schrok wakker, het was harder gaan regenen. Evert stond in het midden van de open plek van zijn ene been op zijn andere te springen. Zachtjes schudde ik met de takken van de bosjes. Hij sprong op en trok zijn wapen. ''Pssstt Evert, ik ben het, Paul.'' ''Nondeju, ik schrok me kapot.'' en hij kroop naast me onder de bosjes. ''Ach man, krijg wat.'' en we zwijgde.

Ik liep door de straten van de stad. Hier en daar stonden een paar Duitsers te roken, maar die groette ik vriendelijk. Joost woonde een paar straten verderop. Hoe hij echt heette wist ik niet. Bij zijn huis aangekomen, klopte ik aan. Een oudere dame deed open. ''Goedemiddag, ik kom voor Joost.'' ''Van wie kom je?'' ''George.'' Dat was mijn vaders schuilnaam. ''Hmm hij is boven.'' en ik liep de trap op. Joost stond al in de deuropening. ''Hea, ben jij niet die jongste zoon van George?'' Ik knikte. ''Is er wat gebeurd?'' ''Nee hoor, ik kom de bonnen ophalen, ik neem het van je over.'' ''Jij?'' en zijn stem klonk neerbuigend. ''Waarom niet?'' en Joost draaide zich om en liep zijn kamer in. Hij trok een boek van Charles Darwin uit de kast en deed het open. Daar binnen in zaten de bonnen. ''Je brengt deze boeken naar de bieb in de stad.'' ''Je doet onopvallend, praat onopvallend en je bent onopvallend.'' ''En als je gepakt wordt, niemand ken je, gesnapt?'' Ik pakte het boek aan, samen met nog een aantal andere boeken. Hij pakte een linne tasje van de bieb. ''Ik teken de route één keer voor je uit, jij prent het in je hoofd en ik verbrand het daarna.'' En hij schetste snel een route langs een aantal boerderijen in de buurt. ''Overal één pakketje en als je er meerdere geeft of er een aantal achter houdt, we weten je te vinden.'' En ik keek hem nors aan. Mijn vader leidde de hele zooi, die zou ik toch nooit verraden?''

''Paul, Paul, Paul...'' Er klonk gefluister naast me. Ik keek verschrikt op. De vinger van Evert wees naar voren. Daar stonden een paar Duitse kisten maat 45. ''Suche!'' en ik duwde mijn gezicht in de modder. In de verte klonk geblaf van honden, honden die ons misschien verraden konden.

Ik stond weer buiten op de stoep, de tas over mijn schouder heen geslagen. Snel, maar niet gehaast, liep ik naar huis. De Duitsers stonden nog steeds te roken en ik groette net zo vrolijk, dat probeerde ik tenminste, als op de heenweg. ''Können Sie wieder lesen, Junge?'' ''Für meine Mutter!'' en snel liep ik door, nog een hoek om en het huis in.

''Gelukt?'' en vader stond me al op te wachten. ''Ja, makkie.'' en ik perste er een glimlach uit. De tas stopte 'George' achter een schot naast de deur en schoof er weer een kastje voor. Peter keek vanaf de trap toe. ''Dit valt me van je mee, broertje.'' en hij stond op en liep weer naar boven.

''Stik, wat doen we nu?'' ''We kunnen niet naar de volgende locatie?'' En hij keek mij twijfelend aan. ''We moeten wat.'' en ik kroop zachtjes achteruit, voor zover dat zachtjes ging.

S'Nachts kwam ik slecht in slaap. Er spookte allemaal scenartio's door mijn hoofd, goede, maar ook slechte. Mijn vader die voor mijn ogen wordt doodgeschoten, mijn moeder huilend voor de stoep, mijn broers die gemarteld worden.De volgende ochtend werd ik betraand wakker. Ik sloopt naar beneden en wastte mijn gezicht. Mijn ogen bleven rood en dik. Ik kleedde me verder aan en sloop naar beneden. Mijn moeder was al op, ze was altijd de eerste. Ze zette slappe koffie voor me neer met klef brood en kaas. Het goede voedsel was schaars en ging door naar de moffen. Het brood spoelde ik weg met de koffie en mijn vader kwam in zijn haren wrijfend beneden.

Evert was zo snel als een vis in het water. Hij rende zonder geluid te maken het bos door, met mij achter zich aan. De regen bleef aanhouden en het was glad geworden. De volgende locatie was de oude, ingestorte brug, een paar kilometer oost waardser. Evert stopte en ik liep tegen hem op. Ik keek gauw over zijn schouder. ''Ze omsingelen het bos, verdomme.'' en hij keek mij aan. Hij keek mij aan! Ze behandelden me altijd als een broekie en nu! ''Ik weet wel wat!'' en nu ging ik voorop.

''Gaat het allemaal lukken denk je, nu kan je nog terug.'' En mijn moeder zette ook voor hem brood en koffie neer. '''Natuurlijk, makkie.'' en ik probeerde zo stoer mogelijk te klinken. Vader legde een hand op mijn hand en kneep er even in. ''Het is snel over, jongen, het is snel over.''

Ik liep op mijn gehoor, ik zag niks meer door de regen. Het rustige beekje was een druk, woest kolkende rivier geworden. Evert keek me aan, ''erin?'' spelde zijn lippen. En ik knikte. Met een teug lucht sprong ik in het water en werd meegezogen.
Laatst bijgewerkt door eclair98 op 02-03-14 19:46, in het totaal 1 keer bewerkt

LoveBodin

Berichten: 4528
Geregistreerd: 18-12-09
Woonplaats: Under The Northern Lights

Re: [VER] De aanslag

Link naar dit bericht Geplaatst: 02-03-14 19:41

Probeer op je tijd te letten, je wisselt zo nu en dan van vt naar tt :) .
Verder vind ik het wel fijn lezen, er zitten wel wat taalfoutjes in, en ook wat spelfoutjes, maar dat is logisch :)

eclair98

Berichten: 11713
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Utrecht

Re: [VER] De aanslag

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 02-03-14 19:43

Oke, dankje wel voor de tips, dat vind ik altijd zo lastig! Ik ga het wijzigen!

eclair98

Berichten: 11713
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Utrecht

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 03-03-14 15:16

Mijn vader deed de deur achter me dicht. De tas met boeken hield ik stijf tegen me aan gedrukt. Om te ontspannen lachte ik wat van me af en deed de tas over mijn schouder. Mijn fiets stond tegen een boom in de tuin en die nam ik mee om mijn ronde te doen. Het fietsen ging een stuk zwaarder door de houten wielen, de duitsers hadden alle luchtbanden in beslag genomen.

Ik kwam bij het eerste huis van de tien. Het waren allemaal boerderijen met onderduikers, van homoseksuele tot Joden. Een vrouw deed de deur open. ''Ik ben een vriend.'' en ik haalde uit het boek van Charles Darwin een stapeltje bonnen. ''Danku, danku!“' en de vrouw slikte haar tranen weg. '“De kleine is ziek geworden.'' ''Is het erg?'' ''Ik weet het niet, in de vredestijd kon ik wel naar de dokter, maar nu..'' en haar stem stokte. ''Sterkte ermee, mevrouw!'' en ik liep snel weer verder, ik kon niet tegen huilende vrouwen.

Ik sloeg meerdere malen over de kop, ik kon me niet meer orïenteren. Snakkend naar lucht kwam ik boven. Evert dreef een paar meter verder en zwom met krachtige slagen naar me toe. ''Bij de brug moeten we eruit klimmen.'' Hij knikte. ''En als we moffen tegen komen, onderduiken!“' en hij grijnsde.

Bij het tweede en derde huis stonden ze me al op te wachten. Ze grisde de bonnen uit mijn handen en smeette de deur al dicht. ''Ook bedankt en tot ziens!'' en ik stapte weer op mijn fiets. De boeken werden steeds lichter en hoe minder bonnen ik bij me had, hoe opgeluchter ik me voelde. Ik floot een vrolijk deuntje. Bij het vierde huis ging het weer bijna mis. ''Eikel, er staan daar moffen, kom gauw binnen!'' en ik werd naar binnen getrokken door de boer. Hij smeet mijn tas in een kolen hok en schepte hem onder de kolen. ''Doe alsof er niets aan de hand is, je bent een neef!'' en hij duwde me aan tafel, gaf me een bord en een broodje. Er werd geklopt. ''Guten Tag!'' en een Duitse officier deed zijn pet af toen hij binnen kwam. ''Wissen Sie etwas von dem gefallenen NSB-weiss?'' ''Eh wat zegt u?'' ''Iets met NSB? Daar hebben wij niks mee te maken, meneer!'' en de boer deed alsof hij doof was. ''Wo ist seine Tasche?'' en de man wees naar mij. ''Tas,welke tas?'' ''Sie wissen, was ich rede!'' ''Ooo die tas, vrouw?'' en de vrouw stond op. Ze liep de kamer uit en ik werd steeds roder en roder. ''Kijk, kleren voor onze zoontjes!'' en ze pakte een linnen tasje, net zo een als ik had. ''Na ja, gute.'' en de man groette ons op de wijze die Hitler lief had. ''Jongen, jij speelt met vuur zo!'' en de boer keek door het raam of de moffen vertrokken waren. ''Ach joh, het zal ook wel.'' en hij gaf me de tas terug, onder de zwarte vegen. De bonnen nam hij aan en hij tikte tegen zijn pet als groet.

''Daar, daar!'' en Evert wees naar een paar mannen. ''Duitsers!'' Er we doken onder. Het water was vies en troebel. Toen ik omhoog probeerde te kijken, zag ik een paar schimmen. Evert dreef bijna naar boven, maar ik trok hem weer naar beneden. Toen onze lucht op was, zwommen we weer zachtjes naar het oppervlakte.

Met mijn fiets aan de hand liep ik naar het volgende huis, ik wou geen risico's meer nemen. Bij het vijfde huis stonden er mensen op de uitkijk. ''Je bent te laat.'' ''Problemen.'' En ook deze mensen griste weer de bonnen uit mijn handen. Ik gaf de angst maar de schuld. De laatste 5 huizen gingen zonder problemen en met alleen de boeken nog in mijn tas fietste ik naar huis. ''Je bent te laat, zoon!'' en mijn vader trok de tas van mijn schouder af. ''Wat heb je er mee uitgespookt, de tas is vies.'' de boeken haalden hij eruit en gaf de tas aan mijn moeder die het ging wassen. ''Eerst koffie, dan leg ik het wel uit!“'

Geruisloos kwamen we boven. Dobberend lieten we ons meevoeren, we waren de Duitsers voorbij! Evert stond als een gek tegen mijn schouder te rammen, hij kon het niet geloven. En ik trouwens ook niet, dat moest ik wel zeggen. ''Kappe nou, man, daar is de brug!'' en we zwommen met een paar slagen naar de kant. Met pijn en moeite hezen we ons erop, we waren helemaal nat en beurs. Om niet al te veel op te vallen rende we naar een ''grot'' die we hadden uitgegraven voor een paar onderduikers.

''Nou zoon, jij hebt je vuurdoop wel gehad!'' en mijn vader nam de laatste slok koffie. ''Ik neem morgen wel krantjes mee!'' ''Wat, hij zou toch alleen de bonnen doen!?'' en mijn moeder gilde het uit. ''Ach wat, die krantjes zijn nog makkelijker dan die bonnen!“ En Peter was er ook bij komen zitten. ''Die tas kan je evt. Nog in het water gooien, die bonnen niet!“ En mijn vader gaf hem een draai om zijn oren. ''Breng dat jong niet op ideën!'' ''Ik doe het!'' en ik stopte het laatste stuk brood in mijn mond. ''Oke, ik leg het je wel uit! En jij, naar boven of naar buiten!'' en dat laatste richtte hij richting Peter. ''De krantjes doe je s'nachts en in de wijken rond het centrum. De rest doen de anderen.'' En ik knikte, vol vertrouwen....

''Zijn ze hier?'' ''Ja nou, hoe moet ik dat nou weer weten dan?'' En nog twee mannen uit de groep kwamen aanlopen. Het was Frits die Henri afsnauwde. Ik pakte een steen en sloeg er drie maal op met een andere steen. ''Wel dus, daar!'' en ze sloften op ons af. Rennen zou opvallen. ''Flinke knal he!'' En ik dacht met een schok terug. Ik hoorde gegil en geschreew. ''Hea, blijf je erbij'' en Frits duwde me omver. ''Huh, ja tuurlijk!'' ''Hebben jullie nog wat van Harm vernomen?'' Harm was de schuilnaa van Hugo. ''Nou, ehm, ik weet het zo net nog niet.''

Uit angst heb ik de laatste paar dagen een aantal rondes gemaakt in de wijken rond het centrum. Ik wist eigenlijk ook niet zo goed wat ik moest doen. De opleiding was gesloten, de Duitsers hadden het verboden en ik deed een opleiding tot elektriciën en daarbij moest je veel oefenen onder begeleiding. Die was er nu niet. Ook sliep ik wat, ik moest wel wakker zijn als ik de kranten rond bracht.

''Is er wat gebeurd?'' ''Nee, nou, ja, eh....'' En ik vloog Frits bijna naar zijn keel. ''Ik wil het weten!'' ''Nou, we hebben niks meer van hem vernomen...'' en ik veegde snel de tranen uit mijn ogen, er was nog hoop! Er klonk geritsel en we hielden onze mond.

Met een tevreden gevoel ging ik na het eten nog even slapen, er kon niks meer misgaan. Ik had verschillende routes en onderduik adressen door gekregen waar ik naar toe kon in tijden van nood. Ik zou wakker gemaakt worden door Hugo en ik dommelde al gauw in. Ik droomde over schietende Duitsers in bassischolen, maar ik redde iedereen en liep dwars door de kogels heen.

''Nondeju, wat een tocht.'' en we hoorde Boris aankomen rennen. ''BOR!'' en Evert schreeuwde net iets te hard. ''Eikel!'' en hij kreeg een knal van Frits. Mopperend wreef hij zijn rode wang. ''Je hoeft niet zo te slaan hoor!'' ''Het gaat hier wel over leven en dood, zak!'' en ik duwde ze uit elkaar. ''Nu geen ruzie, doe dat straks maar of helemaal niet!'' ''Hoelang hebben we nog?'' En ik nam de leiding. De jongens luisterden allemaal alsof het vanzelf sprekend was dat ik de leiding nam. ''We moeten nog een half uur wachten.'' ''Oke, houd jij de tijd bij?'' ''Jawel!'' en ik klom op de hoop met stenen, ik hield de wacht. Doodstil ging ik zitten en weer nadenken.

''On, Onno!'' en Hugo trok aan mijn dekbed. Ik kleedde me aan, deed mijn schoenen aan en pakte mijn tas. Iedereen omhelsde me nog een keertje en ik deed de deur achter me dicht. Hugo, Peter, moeder en vader keken me aan vanachter het raam. Het was al na de avond klok en niemand mocht eigenlijk nog de straat op. Het was winter, dus gelukkig al donker. Als een dief sloop ik door de nacht, door elke brievenbus een krantje gooien die ik uit mijn tas haalde. Het was extra donker op straat, de straatverlichting en de huizen waren verduisterd. Er liepen een paar Duitsers voorbij met een geladen geweer op zak en ik duwde me tegen een huis aan en hield mijn adem in. Ze liepen door en na vijf minuten ik ook, maar dan in de tegengestelde richting. De tas voelde met elk krantje die ik in een bus gooide lichter aan. Maar helaas, het geluk zat me niet mee, net toen ik een krantje door de bus wou stoppen, kwam de bewoner naar buiten. ''Nach innne, jetzt!'' Ik probeerde met een lage stem een Mof na te doen. ''Natürlich, sorryhy!'' hij lalde maar wat. Ik duwde hem zachtjes naar binnen en trok de deur achter hem dicht.

En bij deze herinnering moest ik lachen. ''Ey, Paul, we moeten verder, het spijt ons van Harm.'' en ik klom behendig naar beneden. ''Nou ja.'' en ik zuchtte. Met steeds een paar meter tussen ons, liepen we in een lange sliert naar het dorp terug. Ik kon het me niet veroorloven, maar ik zonk weer weg in mijn gedachten.

gerlienke
Berichten: 1592
Geregistreerd: 17-12-04
Woonplaats: Eibergen

Re: [VER] De aanslag

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-03-14 18:19

leuk verhaal. :D ik volg. Alleen is het denk ik fijner lezen als je de stukken in TT en VT langer maakt. bijv. 1 hoofdstuk VT en dan weer een hoofdstuk TT.