Ik heb nu in totaal 4000 woorden. Ik plaats er per keer 1500, zodat ik wel af en toe een update kan geven. Nu zit ik alleen te twijfelen, of ik nog verder zou schrijven of dat ik het hier bij laat. Dat ik dit wel een mooi einde vind.
Brand los zou ik zeggen

Citaat:Daar zit je dan, op je kamer met muziek op. Te wachten op je familie, tot dat hun thuis komen van het werk. Dit kan ook alleen mij maar over komen.
Dromerig kijkt Tessa na buiten. Is dit nou het begin van mijn dagboek? Of moet ik het toch maar anders beginnen. Mama zei nog zo, begin een dagboek dan kan je jou gedachtes kwijt op papier. Wedden dat dan de tijd sneller gaat. Laat ik dan toch maar weer verder schrijven.
Ik had vandaag weer een halve dag vrij genomen van school, mijn zussen werken en mijn ouders ook, dus niemand die het kon merken. Ik hield het niet meer op school uit en om nu huiswerk te gaan maken heb ik helemaal geen zin in. Maar vind ik het op school wel helemaal geweldig dan? Gaat daar de tijd wel snel, ik weet het niet.
Zo kan ik mijn dagboek toch niet beginnen, het eerste papier scheur ik er al uit, toch maar overnieuw beginnen. Lief dagboek? Of moet ik je toch maar een naam geven. Nee een naam geven is voor kleine kinderen, ik ben ondertussen ook alweer 16.
Hallo,
De vogels fluiten buiten, ik zit hier op mijn kamer uit het raam te staren. Van mijn moeder moest ik toch maar een dagboek gaan bijhouden, misschien dat ik dan meer mijn gevoelens kwijt kon. Want veel praten doe ik niet. Ik zit nu in het examenjaar, moet er wel goed voor leren maar veel tijd gaat er niet na toe. Ik doe toch liever andere dingen.
Veel meer zin in schrijven heb ik niet, dus leg ik gefrustreerd het dagboek weer weg, ik kan niet snappen dat een dagboek je zou kunnen helpen. Ik kan het toch allemaal wel zelf verwerken.. Langzaam gaan mijn gedachte terug naar vorig school jaar, ik zat toen in mijn 3e schooljaar, als het allemaal goed ging dat kwam ik aankomend schooljaar in de 4e klas en was ik van deze school af, maar hoe het allemaal precies is gegaan, snap ik nog steeds niet.
Ik dacht toch echt dat Mendy een goeie vriendin van mij was, mijn beste vriendin, waarom heb ik het aan haar verteld. Ze begreep het niet dat een trein naar mij kon toeteren. Ze begreep het niet dat ik het leven niet zag zitten. Waarom vertelde ze het verder, door haar zit ik nu in de problemen.
Mendy zei het tegen onze leraar, van wiskunde. Ik weet nog heel goed hoe die les ging, hij vroeg of ik even wou blijven na de les. Hij gaf als reden op dat ik niks in de les had gedaan, had ik ook niet maar dat maakt niet uit. De les ging zo langzaam voor bij, waarvoor moest ik blijven, waarom.
Meneer Bos begon te praten: ‘ Ik schrok wel erg hoor, van dat briefje dat ik van Mendy kreeg.’ Ik kreeg een brok in mijn keel en probeerde er nog uit te krijgen ‘ welk briefje?’ meneer Bos gaf mij een erg verfrommeld briefje.
Waarom bij elk geluid dat ik hoor,
Waarom bij elk ding dat ik denk.
Waarom denk ik dan telkens aan de trein,
Hoe hij mij zal wegvagen van de wereld
Waarom elke keer als ik het geluid van de trein hoor,
Waarom? Ik weet zelf dat ik niet meer wil.
Maar waarom blijven die gedachtes doorgaan.
Ik pakte het briefje aan, mijn ogen vlogen er overheen. Dit was vertrouwt, dit mag niemand weten, alleen Mendy. Zij was toch mijn beste vriendin? Tranen kwamen in mijn ogen te staan, ik draaide me om en probeerde zo snel mogelijk het lokaal uit te komen, weg van school. Ik hoorde meneer Bos mijn naam nog roepen. ‘ Tessa, waar ga je nu na toe.’ Ik weet ook wel dat hij mij wou helpen, maar nee ik kan het niet.
‘Tessa, ben je thuis?’ roept mijn moeder van beneden, ‘zit je nu alweer op je kamer?’ Ik mompelde wat terug. ‘Tessa!!’ roept mijn moeder weer, ‘Ik zei toch dat ik er was,’ riep ik maar hard terug. ‘Kom je nog na beneden, je zit altijd boven.’ ‘Ja ik kom er zo aan’ met een diepe zucht deed ik de muziek uit en ging ik na beneden toe.
‘Hoe was je werk mama?’ om toch maar een gesprek aan te knopen.
‘Ja, was weer leuk maar die ene collega waar ik je wel is over heb verteld, functioneert nog steeds niet goed.’ ‘Dat is niet echt leuk of wel?’ vraag ik belangstellend.‘Nee, want ik moet zomenteen bij het gesprek zitten dat ze niet goed functioneert, daar heb ik totaal geen zin in, vind het best wel moeilijk.’
‘Maar kom, we gaan even na dorp om wat eten te halen, kunnen we het klaar hebben voordat papa thuis komt en je zus.’
Ja hoor, daar gaan mij gedachte weer. Af en toe word ik er zo gek van, kan ze geen eens onder controle houden. Waar gingen ze net ook alweer over?
Ohja, hoe ik in deze situatie terecht ben gekomen. Ik stapte op mijn fiets na huis, eerst maar na de benzinepomp sigaretten halen, dat heb ik moment echt wel nodig. Ondertussen bedenk ik mij dat ik morgen weer wiskunde heb, hoe moet ik dat nou weer volhouden. Wat zou meneer Bos zeggen na gister. Zou ik weer moeten blijven na de les, mijn klasgenoten zouden wel denken. Waarom werkt ze niet door, waarom moet ze steeds blijven in de les.
‘Tessa, TESSA!!! Ben je er weer niet bij met je gedachte? Wat is er toch met jou aan de hand, sinds je bent blijven zitten in de 2e ben je niet meer de oude.’
‘ Mama, ik ben nog steeds dezelfde, ik ben nu gewoon een puber.’ Ik moest toch wat verzinnen, mama hoeft dit niet allemaal te weten.
‘ Wat wil je eten? Zullen we bloemkool met gehaktbal eten, dat vind papa ook wel lekker.’
‘Hoe laat is papa vandaag thuis dan? Heeft hij weer zo’n lange dag als anders?’
‘ Papa had gebeld toen ik net thuis was, tegen 6 uur kwam hij ongeveer thuis.’ Zei mama zachtjes. Ik wist wel dat ze het ook niet altijd leuk vond dat papa altijd zo laat thuis was, maar hij vond zijn werk als vrachtwagenchauffeur wel erg leuk. Dus dat scheelt een hele hoop. ‘En hoe laat komt Vera thuis?’ vroeg ik, in de hoop dat het belangstellend klonk, met Vera kon ik niet zo goed. We hadden altijd ruzie en allebei wisten we niet waar dat aanlag. ‘Je zus komt om 5 uur thuis, dus als we een beetje opschieten zijn we allebei tegelijk thuis.’
Mama en ik liepen naar de kassa.
Wanneer we de dam opreden zagen we Vera haar fiets al staan, dus dat betekende dat ze al thuis was.
‘Waarvoor zit Tessa zo veel op haar kamer,’ hoorde ik mijn vader aan mijn moeder vragen. ‘Ik weet het ook niet Sam, sinds ze in de 2e klas is blijven zitten is ze zo anders geworden’ zuchte mijn moeder. ‘Ik weet het ook allemaal niet meer…’ zei ze verder. ‘ Eerst konden we altijd goed praten met elkaar, deden we leuke dingen en alles waar ze mee zat zei Tessa tegen mij.’ Ik hoorde weer een diepe zucht van mijn moeder. Mijn vader wist ook niet wat ze moesten doen. :’ misschien moeten we haar maar tijdelijk gewoon even met rust laten, niet te veel vragen over hoe ze zich voelt. Dan komt ze vanzelf weer naar ons toe.’ ‘Maar Sem, besef ook dat dat voor mij echt heel erg moeilijk is. Ik weet het allemaal niet meer met Tessa.’
Mijn vader en moeder praatte verder, maar waar over het ging kon ik niet meer horen. Ze waren duidelijk zachter gaan praten. Daarom zette ik de muziek maar weer harder en pakte mijn dagboek er weer bij. Mama zei toch echt dat het heel goed kon helpen….
Ik las het stukje wat ik er vanmiddag in had geschreven weer over nieuw. Tja welke dingen vind ik dan belangrijker dan school. Dansen en paarden dat was toch echt wel het belangrijkste. Daar kon ik toch echt wel een hele hoop over vertellen, dus begon ik weer te schrijven.
Dansen en mijn verzorgpaard vind ik veel belangrijker dan school, wat moet ik toch met school. Meneer Bos kijkt me nog steeds zo indringend aan, volgens mij is hij nog steeds teleurgesteld dat ik nog steeds niet naar meneer Bruinink was gegaan. Waarschijnlijk moet ik toch maar een keer langs gaan, het is ondertussen ook alweer een halfjaar geleden dat Mendy dat papiertje met mijn gedichtje aan meneer Bos had gegeven.
En weer weet ik niet hoe ik verder moet schrijven, zuchtend leg ik mijn pen neer. Begin naar buiten te staren. Het is alweer donker buiten, de koude tijd is weer gekomen. Ik krijg het spontaan er koud van, langzaam kleed ik mij uit en trek mijn pyama aan. Loop nog even naar beneden, roep welterusten en ga terug naar mijn kamer. Heerlijk warm onder de dekens val ik uiteindelijk in slaap.