Ik ben al een tijdje bezig met een ander verhaal ([UK] [VER] Run Away), maar een week geleden kreeg ik ineens een idee voor een ander verhaal. Het bleef ik mijn hoofd zitten, en vandaag ben ik er dan maar aan begonnen. En omdat bokt heel aanmoedigend werkt heb ik besloten om heb toch ook hier te plaatsen.
Voor bokkers die mijn andere verhaal volgen, daar ga ik natuurlijk ook gewoon mee verder.
Citaat:Proloog
Langzaam doemen er vlekken op voor mijn ogen, ik voel me duizelig worden en heb geen controle meer over mijn lichaam. Mijn hoofd doet pijn. Het is weer zover. Alles begint te draaien en ik zie nog net hoe ivy mijn hand vast pakt, haar lippen bewegen, maar ik versta haar niet. Trillend zak ik weg om enkele seconden later wakker te worden. Tot zover ik kan kijken zie ik heide, heide en nog meer heide. Voorzichtig loop ik een paar passen, de duizeligheid die ik net nog voelde is verdwenen. Net als vorige keren. Enkele passen van mij vandaan loopt een pad van mul zand. Voorzichtig, zonder te struikelen, loop ik er heen. Kleine afgebroken, droge takken liggen verspreid over het pad. Het doet me denken aan de dagen na een storm. Het mulle zand loopt zwaar, zwaarder dan ik gedacht had. De zon brandt op mijn blote armen, het is nog maar januari, maar blijkbaar is het weer snel omgeslagen. In de verte zie ik wegwijzer staan, ik vraag me af waar ik beland ben en neem een sprintje. Het droge zand stuift op bij elke pas die ik maak. Het bord komt steeds dichterbij. Grote onduidelijke letters vormen een naam, ik herken die naam ergens van. Was dat niet die plek waar we over een maand kamp hebben. Ik vraag me af wat ik hier doe, de zon staat laag aan de hemel. Niet wetend waar ik heen wil loop ik wat vooruit. Het lopen door het mulle, zachte zand is vermoeid. Half hijgend sjouw ik over een pad waar geen eind aan lijkt te zitten. Ik zie iets tussen het droge gras, ik loop er heen op de hoop dat het iets is waar ik op kan gaan zitten. Het is geen steen, mijn ademhaling versnelt als ik zie wat het wel is. Het is een meisje en ik ken haar, het is ivy. Met ogen open bekijk haar. De linkerkant van haar hoofd licht open, opgedroogd bloed bij haar oog en over haar wang. Het ziet er gruwelijk uit. Paniek komt naar boven, mijn vriendin die net nog mijn hand vast hield, leeft nu duidelijk niet meer.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Jille is een op het eerste gezicht normaal meisje, lange donkerblonde lokken tot net over haar schouders en wat zomersproetjes. Maar dat is op het eerste gezicht, Jille ziet bijzondere dingen. Af en toe valt ze korte momenten weg en raakt ze verzeild in een andere wereld. Een wereld die op de tijd vooruit lijkt te lopen..
1
• De bel gaat, snel stop ik het laatste stukje brood naar binnen en druk ik mijn broodtrommel in mij tas. In de pauzes staat er altijd vrolijke muziek op, ondanks dat het nog maar vroeg in het jaar is, heb ik het niet koud. De rits van mijn rode tas hapert even, maar na een kort rukje krijg ik hem toch dicht. Ivy loopt naar de prullenbak om haar boterhamzakje weg te gooien. ‘Kom, laten we gaan!’ Zegt ze vrolijk als altijd. Ik knik. Ze gooit haar zware rugzak over haar schouder. Samen lopen we richting de deur, waar inmiddels al een file is ontstaan. Iedereen staat voor de deur te dringen, sommige kinderen duwen. Het is ook altijd het zelfde. Soms heb ik de nijging om met als sommigen de hele rij flink aan te drukken, maar ik weet dat het niet zal helpen. Ik klem mijn vingers om het hengsel van mijn schoudertas om te voorkomen dat hij van mijn schouder glijdt. Het zware ding veroorzaakt een onaangename druk in mijn hals. Naast mij staat Ivy net zo ongeduldig te wachten. ‘Tweede uur Frans toch?’ Zucht ze. ‘Helaas wel.’ We hebben beiden een hekel aan frans, niet eens aan de taal zelf, meer aan de lerares. Die heeft trouwens net zo’n hekel aan ons als wij aan haar. De eerste dag ging het al mis, we kwamen met een hele groep te laat in de les omdat we het lokaal niet konden vinden. We mochten gelijk een briefje halen. Ik word alweer chagrijnig als ik er aan denk. Ineens voel ik twee handen voor mijn ogen, dat moet Milou wel zijn. Ik draai me om en ja hoor, daar staat Milou. Zeg begint gelijk een heel gesprek over een leuke jongen die ze in de pauze gespot heeft. Typisch Milou, elk uur heeft ze wel een nieuw verhaal over de zoveelste leuke jongen. Ik luister met een half oor. ‘Daar gaat ze weer!’ Fluistert Ivy lachend in mijn oor, ik kijk haar lachend aan om te laten weten dat ik het met haar eens ben. Milou is aardig, maar die verhalen.. Nog een paar meter en we zijn voorbij het filepunt bij de deur. Met zijn drieën lopen we richting het lokaal waar we zo mentorles hebben. Eerst de trap op, half rennend neem ik de tredes. Het is nog een klein stukje. Fleur komt aan de andere kant van mij lopen. Andere klasgenoten zitten op de vensterbank bij het lokaal. De meesten op hun mobiel, of kletsend met hun vrienden. Ik hang mijn jas op de kapstok en loop het lokaal binnen. Ivy en ik zitten helemaal rechts achterin. Mijn tas beland met een knal op de grond. Voor ons zit de tweeling Sander en Jim, Sander is lang en heeft blond piek haar wat alle kanten op zit, Jim’s haar daarin tegen zit netjes in model. Ze lijken niet echt op elkaar, ook qua karakter niet, ik mag ze beiden. Vaak spreek ik naar schooltijd af met hun, Ivy en Fleur. We zijn allemaal gek op voetbal, maar niemand voetbalt zo goed als Ivy. Tijdens de training staat ze spits, en dat doet ze goed, heel goed. Ik zelf sta verdediging, fleur ook.
‘Ik ben benieuwd wat ze nu weer te vertellen heeft!’ Glimlacht Sander als onze mentor, een man van middelbare leeftijd, de klas in komt lopen. Hij groet de klas en vraagt om stilte. ‘Goeiemorgen 2Q! Zoals je jullie misschien wel weten wil ik het vandaag met jullie hebben over het kamp. ’ Het word gelijk stiller in de klas, iedereen is wel benieuwd waar we dit keer heen gaan. ‘Ik zal jullie niet langer in spanning houden, we gaan dit jaar naar een klein dorpje boven in Drenthe. Er zijn veel leuke en interessante dingen te doen. Zo gaan we bijvoorbeeld lekker de hei op!’ Hij kijkt stralend de klas in, ik kijk Ivy zuchtend aan. Wetend dat het een van de zoveelste saaie schoolkampen gaat worden. Ze draait met haar ogen. Met mijn hand strijk ik een voor mijn ogen gevallen pluk achter mijn oor. Af en toe zijn mijn blonde lokken niet te temmen. Het gezicht van onze mentor betrekt als hij de ontevreden gezichten ziet. ‘Nog iets, we gaan met de fiets. Zoals jullie al weten is het over twee en halve maand al zover. ’ Hij laat een papiertje de klas rondgaan met een foto van de herberg waar we blijkbaar gaan overnachten. Ik staar uit het raam naar buiten, de bomen zijn bedekt met een dun laagje ochtend dauw. Het glinstert in het zonlicht. Kleine vogeltjes landen in het natte gras. ‘Jille, let eens op!’ Hoor ik meneer Joppen roepen. Ik draai mijn gezicht weer in de richting van het bord. Hij gaat verder met zijn verhaal over de Drentse herberg, hij verteld over hoe de kamers ingedeeld zijn en over het eten. Bij elk woord gaat zijn kleine snor een beetje heen en weer. Ivy staart ook maar wat voor zich uit, haar hoofd rust op haar hand. Ik tik haar aan en wijs onder de tafel door naar meneer Joppe 'Die snor.' Fluiter ik zacht. Lachend knikt ze.Uit verveling teken ik verschillende domme figuurtjes in mijn schrift. Hartjes, bloemetjes, driehoekjes. En nog meer hartjes en bloemetjes en driehoekjes. Langzaam verschijnen er steeds meer figuurtjes in mijn schrift, grote en kleine. Ik ga net zo lang door tot mijn hele kantlijn vol getekend is. In mijn ooghoek zie ik hoe Ivy haar nagellak er aan het af peuteren is, ze heeft altijd wel een ander kleurtje op haar nagels. Ik heb bijna nooit nagellak op, ik vergeet het altijd. Op het bord staat het huiswerk voor volgende week, vluchtig schrijf ik het in mijn agenda. Meneer Joppe deelt formuliertjes uit voor het kamp. Ik lees de tekst door, vouw hem dubbel en stop hem in mijn tas. Terwijl ik voorover buig voel ik me ineens duizelig worden, ik ga recht op zitten op de hoop dat het over gaat. 'Jille?' Hoor ik Ivy zacht zitten. Ze kijkt me bezorgd aan 'Gaat het wel Jil?' Ik wil mijn mond open doen, maar ik voel me verlamd. De wereld om mij heen zit er raar uit, licht en draaiend. Het word zwart voor mijn ogen.
Hopelijk bevalt het een beetje. Tips zijn uiteraard helemaal welkom, houd wel rekening met mijn leeftijd en dat ik niet heel veel schrijf. Groetjes hannah41