[VER]Schaduw van het licht

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
sanne_sanne

Berichten: 340
Geregistreerd: 15-05-12

[VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 20-08-13 16:52

Na lang twijfelen, hier toch mijn verhaal.
Allereerst: Ja, ik weet dat er hier op bokt nog ene verhaal is met bijna dezelfde titel, maar onze titels hebben niks met elkaar te maken, toen ik het bedacht kende ik bokt nog niet.

Dit verhaal heeft al heel lang in mijn hoofd gezeten, maar ik ben tot een tijdje geleden nooit verder dan 1 pagina gekomen. Het eerste stukje(eerste drie pagina's) heb ik heel lang geleden geschreven, het is daarom wat slechter dan de rest(vind ik)
Ik plaats nu alleen het eerste hoofdstuk, bij belangstelling volgen de volgende twee hoofdstukken.

(op de eerste pagina staan een paar stomme spelfouten, maar door moeilijkheden met het uploaden van de printscreen kan ik die hier niet meer uit verwijderen.)
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Ik heb heel graag tips! Dit is mijn eerste serieuze verhaal, dus ik kan nog heel wat leren :j Ik vind zelf het stukje wat ik eerder geschreven heb wat te snel gaan, maar dat gaat nu (bij de volgende stukken) beter.

Ik schrijf niet zo snel, dus upjes kunnen lang op zich laten wachten. Echter gaat het steeds beter en heb ik steeds sneller veel tekst af.

Ik ben benieuwd :)

_roodvos_

Berichten: 1430
Geregistreerd: 20-02-12

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst: 21-08-13 09:00

leuk!

sanne_sanne

Berichten: 340
Geregistreerd: 15-05-12

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 21-08-13 10:09

Dankjewel :D

sanne_sanne

Berichten: 340
Geregistreerd: 15-05-12

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 22-08-13 09:36

Is er iemand geinteresseerd in de volgende twee stukjes?
Het loopt niet echt storm....

_roodvos_

Berichten: 1430
Geregistreerd: 20-02-12

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst: 22-08-13 10:32

post ze er gewoon op. zeker als ze beter zijn trek je dan misschien meer "klantjes"

sanne_sanne

Berichten: 340
Geregistreerd: 15-05-12

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 23-08-13 07:04

Ja, dat valt te proberen.
Want alles voor jou posten, dat is ook zo... Jij hebt alles al gelezen :')
Afbeelding
ze leefde nog. Hij veegde

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding
gevloek."Waarom
Afbeelding
"Is ze..., Is ze dood?"
Hopelijk nu meer reactie...

edit: door het tekstje van plaatjesdump kan je het soms niet lezen, ik zal de zinnen die eraf vallen even eronder zetten.

Spellingfouten en tips zijn welkom!

_roodvos_

Berichten: 1430
Geregistreerd: 20-02-12

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst: 23-08-13 08:17

en toen waren we weer waar ik gebleven was...
is ze dood?
NOU, ALS JE NOG LANG NIETS DOET GAAT ZE INDERDAAD DOOD JA!

sanne_sanne

Berichten: 340
Geregistreerd: 15-05-12

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 23-08-13 16:33

Haha roodvos...
Waarom reageert hier (verder) niemand?... -O-

Mri

Berichten: 15723
Geregistreerd: 01-12-04

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst: 23-08-13 18:34

als ik heel eerlijk ben denk ik vooral dat het komt door je manier van posten.
Ik vind het niet fijn om op deze manier te lezen, daardoor begin ik er niet aan.

sanne_sanne

Berichten: 340
Geregistreerd: 15-05-12

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 23-08-13 19:06

Mri schreef:
als ik heel eerlijk ben denk ik vooral dat het komt door je manier van posten.
Ik vind het niet fijn om op deze manier te lezen, daardoor begin ik er niet aan.

Hoe heb je het dan liever? Ik vind het niet erg om te horen hoor, ik leer liever wat :j

Mri

Berichten: 15723
Geregistreerd: 01-12-04

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst: 23-08-13 19:19

In een normale post in plaats van printscreens/afbeeldingen. Dat leest makkelijker (vind ik)

_roodvos_

Berichten: 1430
Geregistreerd: 20-02-12

Link naar dit bericht Geplaatst: 23-08-13 19:35

ik vind het zelf ook makkelijker, maar heb het er wel voor over. ik snap wel wat je bedoelt, ik begin er zo ook minder snel aan...

dit word gedaan om jatten te voorkomen. als je het gewoon copypaste in een bericht kan iedereen het kopiëren, eigen opmaak en hoppakee. en je weet nooit wie er meeleest...

sanne_sanne

Berichten: 340
Geregistreerd: 15-05-12

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 24-08-13 11:14

Wat roovos zegt is wel waar, maar ik heb het risico er wel voor over.
Dus:
H1 Dieven in de nacht
Het was koud in de straten van Morsal. En gevaarlijk. Rond deze tijd waren er veel enge lui op straat. Dronken kerels wankelde door nauwe steegjes, en het kwam dan ook talloze keren voor dat je er in een schemerig winkeltje stond en je gelsbuidel was geldbuidel was verdwenen. En soms verdwenen er ook mensen, zomaar, in het niets. Om maanden later te worden terug gevonden, morsdood en bevroren. Nee, Morsal was niet meer wat het ooit geweest was. En de mensen fluisterde nog meer. Ze zeiden dat de Schaduwdieven weer actief waren. Maar dat kon niet. Want die waren eeuwen geleden toch al uitgeroeid?

Nevel rilde bij het idee aan de schaduwdieven. Dat waren duistere wezens, zonder wil of geweten. En ze stalen, zoals hun naam al verteld, schaduwen. Niet zomaar schaduwen van dieren of dingen, nee, ze stalen de schaduwen van mensen. En een mens zonder zijn schaduw was een gebroken mens.
Ze moest eens ophouden om aan zulke enge dingen denken! Vooral niet op dit uur, wanneer het toch al zo gevaarlijk was. Nu moest ze zich focussen op de opdracht die ze van haar moeder had gekregen. Ze moest het medicijn halen.
Moeder was ziek. Ze had medicijnen nodig, en Nevel was de oudste in het gezin. Vader was al twee jaar dood en haar oudste broer was op reis. Dus nu was zij de oudste thuis. En dus moest zij gaan. Er zat dus niets anders op dan gewoon maar op pad gaan. Maar dat nam niet weg dat ze het doodeng vond.

Even later kwam ze heelhuids aan bij het kruidenierswinkeltje. Het was er schemerig en het rook muf. De eigenaar was al oud. Strompelend kwam hij achter de toonbank vandaan. Ze kon zien dat hij ooit eens heel levendig moest zijn geweest. Zoals zijn schaduw speelde met de objecten waar hij op reflecteren, leek het bijna of hij nog steeds grapjes maakte, bulderend van het lachen over het dorpsplein rende en hier en daar wat kattenkwaad uithaalde. Maar hij was oud. Oud en moe. En ze wist dat het niet lang meer zou duren voordat hij zijn winkel zou sluiten. Waar moesten ze dan hun medicijnen vandaan halen?
De oude man onderbrak haar gedachten met een zacht kuchje. Ze had helemaal niet door dat ze hem de hele tijd al had aangekeken. Snel wende ze haar blik af. Ze mompelde een kort excuus en gaf haar bestelling op. In zichzelf maakte ze snel een aantekening: niet meer zoveel dagdromen.
Gelukkig nam de oude man haar niks kwalijk. En even later liep ze de winkel weer uit, met medicijnen.

Pas toen ze het dorpsplein bereikte merkte ze het op. Angst kneep haar keel dicht. Wat was dat?
De stank van verrotte eieren kroop door de steeg. Het dwarrelde omhoog, haar linker neusgat in. Als een zware zweem ging het verder, naar boven. Tussen haar ogen bleef het steken, om zich vervolgens door haar hele lichaam te verspreiden. Het was zwaar, dwingend, verdoezelend. Het maakte dat ze niks meer wilde. Alleen maar… slapen… heerlijke rust….
Bijna liet ze zich vallen, toen het groen kwam. Zo vel, zo groot. Pijnlijk sloot ze haar ogen. Toen was het weg.

Behoedzaam schuifelde ze verder, weg van het plein. Stap voor stap strompelde ze voort. Maar hoe zeer ze ook oplette, ze had het niet zien aankomen. En even later sloot het zich om haar enkels. Een ruk, een felle pijnscheut, toen was alles zwart.
Ze hoorde stemmen om haar heen. Zachte, sissende stemmen. Maar stemmen kon je het niet noemen. Meer ruisen…

Ze wilde gillen, maar kon geen geluid uitbrengen. Wild begon ze met haar armen te zwaaien. Ze greep iemands arm vast. Met haar nagels kneep ze die door. Maar ze voelde geen vlees, geen bloed. Ze voelde niks.
Een schim met een zwarte kap boog zich over haar heen. Hij blies in haar gezicht, en meteen verloor ze al het besef van wat er om haar heen gebeurde. Alles was ver, ver weg. De wereld draaide, werd vaag. Nog meer stemmen, nog meer schimmen. Waarom lieten ze haar niet met rust? Dat zou een stuk makkelijker zijn…

Een andere schim deed een stap naar voren. In zijn hand flikkerde iets. Hij lachte. Het was een vreselijke, kille lacht. Het sneed recht door haar heen. En meteen was ze weer helder. Maar haar spieren waren nog steeds verlamd, als van steen.
Ze kon nu zien wat hij in zijn hand had. Het was een groot, scherp mes. Het straalde groen licht uit. Het verblinde haar ogen. Het was als vuur, maar het was niet heet. Ze huiverde. De schim slaakte een korte kreet, en twee anderen liepen naar haar toe. Ze klemde haar en haar schaduw vast. Niet dat dat veel zin had, want ze kon zich toch al niet bewegen.

Een angstig voorgevoel bekroop haar.’ Het zou toch niet…?’
Wanhopig zocht ze contact met haar schaduw. Maar hij was eerder. Zachtjes fluisterde hij haar naam: “Nevel”. En dat was genoeg. Hij troostte haar zonder woorden. Maar zijn kalmte, zijn zekerheid, die was schijn.

Nevel was even rustig. Even kon ze ademhalen, nergens meer aan denken. Alles vergeten. Een paar lange seconden gingen voorbij. Maar toen ze opkeek, zag ze het mes weer. Groot, dreigend, steeds dichter bij. Het leek in de lucht te zweven. Angst kroop in haar keel. Ze kon zich niet meer bewegen, opnieuw. Alles stond stil. Haar ademhaling was zo hard dat ze niks anders meer hoorde. Ze dacht aan alle momenten die ze samen hadden doorgebracht. Aan de verbondenheid die ze hadden. Aan de liefde die ze tussen hen voelde. Meteen nam de angst toe. Haar schaduw probeerde haar nog te troosten, maar niks hielp. Ze wist het niet meer. Ze wist niet meer wat ze moest doen. Een leven zonder hem, dat was niet voor te stellen. Ze had hem nodig! Hij was een deel van haar, en zij van hem. Dit kon niet gebeuren, ze moest het stoppen! Ze moest iets doen… Maar wat? Ze kon niet meer denken. Ze wist niks meer, ze…
Haar ogen werden groot, al haar spieren spanden zich aan. Haar hele lijf trilde. Van de spanning, angst, boosheid, alles. De tijd leek stil te staan. En nog steeds kwam het mes nog dichterbij. Ze had haar lichaam niet meer onder controle. Hitte steeg naar haar hoofd. Al haar kracht in haar hele lichaam verzamelde zich op een punt. Woede, wanhoop, alles kwam samen. Als vanzelf kromde ze haar rug. Een seconde lang bleef ze zo staan, toen zette ze zich af. De sprong was eindeloos. De kracht enorm. Ze hoorde de stemmen om haar heen, ver weg. Niks kon haar nog raken. Als een grote bol van woede vloog ze door de lucht. Nog nooit was ze zo hoog gekomen. Nog nooit had ze zo veel kracht in haar gevoeld. Één lange, heerlijke seconden dacht ze dat alles goed zou komen. Dat ze samen konden ontsnappen, bij elkaar blijven. Dat ze naar huis zou gaan, gewoon verder leven. Ze leek stil te hangen in de lucht. Niks drong meer tot haar door. De angst, het gevaar, dat was ver weg. Maar zij kon alles aan. Niks kon haar nog raken…

Toen ging alles heel snel. Ze werd uit haar roes gerukt. Ze hoorde haar schaduw schreeuwen. Een lange, histirische kreet. Ze vroeg zich af wat er was. Toen keek ze voor haar. Met een gigantische snelheid schoot ze op de grond af. Tranen welde op in haar ogen. Haar oren suisde. Ze zag nog net hoe een schim onder haar ging staan. Zijn glimlach was vreselijk. Er flikkerde iets in zijn hand…
Toen viel ze naar beneden.
En ze viel recht op het mes.
Hij zag haar vallen. Zijn mens, zijn levensdeler. Naar beneden. Recht op die akelige schimmen af. De schim hield iets in zijn hand. Wat was het? Hij kon het niet zien. Wat deed het er ook toe. Zij zou te pletter vallen. Zij waar hij van hield. Ze zou gewond raken, pijn hebben. Of erger. Maar dat kon, dat mocht niet gebeuren. Hij schreeuwde naar haar. Een lange, schelle kreet. Hij stopte er al zijn wanhoop, al zijn emotie in. Hij wilde haar niet verliezen!
Maar ze leek het niet te horen. Het leek wel of ze blij was, daar in de lucht. Hoog en gevaarlijk. Besefte ze dan niet wat er gebeurde? Besefte ze niet dat ze elkaar zouden verliezen? Hij probeerde weer contact met haar te maken, haar te waarschuwen. Ze hoorde het niet. Woest probeerde hij onder haar te gaan staan, maar toen had de streng* zijn langste afstand bereikt. Met een enorme klap om zijn middel werd hij achter haar aan geslingerd. Nu vloog ook hij door de lucht. Alles ging heel snel. Hij zag haar onder hem vallen. Hij was zich niet bewust van zichzelf, alleen om haar. Nog een keer schreeuwde hij. Harder dan ooit. Dit keer hoorde ze het. Een schok van besef leek door haar heen te gaan, maar het was al te laat. Hij zag nog net hoe ze voorover knalde. Een enorme knal. Bewegingsloos lag ze op de koude stenen. Er stak iets groens uit haar borst…
En toen viel ook hij te pletter.

* De streng is een onzichtbare lijn waardoor een mens en schaduw met elkaar verbonden zijn. Wanneer zij te ver uit elkaar zijn worden ze naar elkaar toe getrokken, als een elastiek.

H2 De oude man
De oude man keek het meisje glimlachend na. Wat een lief kind was het toch. Even dacht hij terug aan de tijd dat hij zelf kinderen had gehad. Hij hield van kinderen. Zo levendig en vrolijk als ze waren. Dat was wel wat anders dan hij zelf. Hij was stijf en oud. Zijn jonge jaren waren al lang voorbij. Eigenlijk was hij nog best fit voor zijn leeftijd. Maar hij had natuurlijk ook genoeg kruiden en medicijnen om zichzelf gezond te houden…
Kreunend kwam hij overeind. Het werd al donker. Tijd om de lichten aan te doen. Vrolijk liep hij door de winkel heen. Met een fakkel stak hij alle lantaarns aan. Vrolijke vlammetjes verlichtte de winkel. Hij lachte om zijn schaduw, die zich gretig op het licht liet reflecteren. Lichtjes danste op en neer. Toen zag hij het de half vermaalde wortelstrengen op zijn bureau liggen. Dat was waar ook! Die zou hij nog af maken. Snel ging hij aan het werk. Met een vijzel vermaalde hij alles tot kleine korreltjes. Tevreden stopte hij het in een potje. Hij plakte er nog een klein etiket op en zette het in de kast. Toen ging hij in zijn luie stoel zitten. Dat was weer een lange dag geweest. En bij de warmte van het haardvuur sukkelde hij langzaam in slaap.

Hij schrok wakker van een luide knal. Vreemde geluiden klonken op straat. Met een akelig gevoel in zijn buik ging hij kijken. Nog een knal. Overal waren groene dampen. Angstig verstopte hij zich onder het raam. Zijn adem bonkte in zijn keel. Het geluid van duizenden slangen drong tot hem door. Sissend, zoemend. Hij maakte zich klein en wachtte af. De geluiden ebde langzaam weg. Hij raapte al zijn moed bij elkaar en stond op. Hij griste nog net zijn jas mee voordat hij naar buiten rende. Misschien was er wel iemand gewond. In zijn haast vergat hij goed om zich heen te kijken. En zo rende hij zomaar de donkere schaduwen in. Een angstaanjagend moment dacht hij recht tegen een monster aan te lopen. Maar voor zijn neus loste het op. Het was alleen rook. Vieze, stinkende rook. Even bleef hij staan om van de schrik te bekomen, toen rende hij snel verder. De hoek om. Daar bleef hij stokstijf staan. De dampen waren hier veel sterker dan verderop. Een zware geur van rotte eieren drong zijn neus in. Hij werd even licht in zijn hoofd, maar hij liep verder. Een groene waas verspreide zich. Plotseling verloor hij de controle over zijn lichaam, van het ene op het andere moment. Zijn knieën werden slap, zijn armen maaide in de lucht. Hij viel voorover. Koude stenen vermengde zich met groen. Alles werd vaag. Ver weg hoorde hij iemand schreeuwen. Zijn schaduw. Zijn schaduw riep hem, probeerde tot hem door te dringen. Hij werd iets helderder. Met een hand tastte hij naar zijn tasje. Zijn vingers grepen het hengsel beet. Langzaam trok hij het naar zich toe. Al zijn spieren protesteerde, maar hij ging door. Zijn hand vond het houten potje. Op de een of andere manier wist hij de dop van het potje los te wrikken. Hij gooide de inhoud over straat. Een wolk van zilverwit poeder dwarrelde neer. Het groen verdween…

Hij krabbelde overeind. Met de groene dampen was ook de waas uit zijn hoofd verdwenen. Hij huiverde. Er was hier iets heel akeligs aan de hand. Wat gebeurde er toch allemaal? Hij strompelde verder, turend in het donker. Een pijnlijke schok ging door zijn been. Hij keek naar beneden. Zijn knie bloedde, en er stak een scherp stuk glas uit. Hij vloekte. Ze mochten het hier wel eens schoonmaken! Toen zag hij wat hij zocht. Een donkere vlek voor hem verried het lichaam van een mens. Ten minste, hij hoopte dat het een mens was.
Toen hij dichterbij kwam werd zijn hoop bevredigt. Voor hem lag een meisje met lange doffe haren, een bleek gezicht, versleten kleren, onder het vuil en bloed. En het was niet zomaar een meisje, zag hij nu. Dat was het meisje dat daarnet nog bij hem in de winkel had gestaan!
Hij knielde naast haar neer, zijn eigen pijn negerend. Het meisje was bewusteloos. Een dun laagje speeksel liep uit haar mond en haar ogen waren gesloten. Maar haar hard bonsde nog, ze leefde nog. Hij veegde haar haren naar achter. Geschrokken trok hij zijn hand terug. Die zat vol met warm, vuil bloed. Hij veegde zijn hand schoon en keek nog eens, voorzichtiger dit keer. Er zat een grote wond op haar achterhoofd. Hevig spoot het bloed er uit. Haar haren plakte van het bloed en vuil. De wond zag er ook niet bepaald schoon uit. Snel scheurde hij een reep van zijn hemd af en strooide er wat reinigende kruiden op. Met een flesje water spoelde hij de wond zo goed en kwaad als het ging schoon. Het water zelf was nou ook niet bepaald zuiver, maar iets anders was moeilijk te krijgen. Het was in ieder geval beter dan het vuil op straat, en wie weet wat nog meer. Toen het water op was schoof hij de reep stof achter het hoofd van het meisje. Ze verroerde zich nog altijd niet. Maar het was nog niet de tijd om de hoop op te geven. Behendig knoopte hij de doek zo, dat het stevig bleef zitten maar niet voor haar gezicht hing. Toen haalde hij een paar keer diep adem en kwam weer tot rust. Dit alles had hij in minder dan drie minuten gedaan, het resultaat van een leven lang oefening. Bij het genezen van patiënten was snelheid een van de belangrijkste factoren. Maar wie weet hoe lang ze hier al lag?
Zijn schaduw siste naar hem: ”Pas op, pas op! Zie de dampen, ze keren terug. Het gevaar is nog niet voorbij!”
Hij keek op. Zijn schaduw had gelijk. De groene dampen waren terug gekeerd. Ze waren niet zo sterk als eerst, en ook de stank ontbrak. Maar ze waren er wel. In groene slierten draaide ze rondjes, vermengde zich met de koele avondlucht. De oude man was verbaasd. Waar kwamen de dampen vandaan? Het poeder had ze toch vernietigt? Of er moest hier ergens een bron zijn, waar nieuwe dampen vandaan kwamen. Ja, dat moest het zijn. Hij keek om zich heen, maar kon niks ontdekken. De dampen waren locaal, op dit punt. Nergens was een teken te zien uit andere straatjes of steegjes. Maar zijn schaduw had het wel gezien. “kijk, zie het meisje” gaf hij door. De oude man keek verbaast. “het meisje? Hoe kan het meisje nou kwade dampen maken?” Maar zijn schaduw had gelijk, alweer. Groene dampen stegen op uit haar een wond in haar borst en bij haar voeten. Ongerust bekeek hij het van dichterbij. “Dat ziet er slecht uit.” mompelde hij. Hij pakte een handje van zijn zilverpoeder en strooide het in het rond. De dampen verdwenen weer. Maar de wonden van het meisje kleurde nog steeds groen. Ongerust dacht hij na. Wat zou er kunnen helpen? Wat zou er überhaupt aan de hand zijn?
Zijn schaduw kwam met de oplossing: zuigkruid. Misschien dat dat de vreemde dampen uit de wond zou zuigen, net zoals het normaal met gif deed. Misschien, maar het was het proberen waard.
“Alleen….”aarzelde de oude man.
“Wat?”
“Alles ligt nog thuis. We zijn heel snel vertrokken, en het enige wat ik bij me had waren een paar spullen voor noodgevallen. Maar ik durf het niet te gaan halen, want ik wil haar niet alleen laten.” Verklaarde hij terwijl hij naar het meisje wees. “Wie weet wat hier nog allemaal rondspookt. Dat kan nooit goed gaan.”
Zijn schaduw keek om zich heen. Naar de donkere steegjes, de verlaten straten. De wind die dreigend over de stad vloog. De verscholen hoeken en gaten, duistere plekken die overal leken te verschijnen. Nee, het was hier inderdaad niet veilig. Want dit was Morsal, in zijn donkerste uren.
“Je hebt gelijk.” sprak hij uiteindelijk. “Je moet haar niet alleen laten. Maar roep dan hulp! Je bent vast niet de enige die wakker is geworden, in dit uur van gevaar.”
En dat deed hij. Zijn stem galmde over de straten, over het dorpsplein. Vele mensen kwamen aanlopen, renden naar hem toe. Snelle voetstappen kwamen denderend zijn kant op. De slapende stad was wakker.
“Wat is er?”
“Wat gebeurt er?”
“Wat waren die knallen?”
“Waarom heb je geroepen?”
“Hoe durf je me wakker te maken, op dit late uur!”
“Stil toch, hij probeert…”

De vragen suisden hem om het hoofd. De mensen waren bezorgd, nieuwsgierig, boos, en allemaal schreeuwden ze door elkaar. Ze hadden allemaal de knallen gehoord, en nu wilden ze weten wat er aan de hand was. Chaos overviel het smalle straatje. Bijna brak er ruzie uit. Toen greep de oude man in. “mensen!” schreeuwde hij. “Ik heb jullie niet om hulp geroepen, om vervolgens helemaal doof geschreeuwd te worden! Ik heb jullie hulp nodig, maar laat het me eerst uitleggen. En laat iedereen luisteren” en daarop begon hij met zijn verhaal. Nu luisterde iedereen vol aandacht. Toen hij klaar was, bleef het even stil. “dat zo iets in ons goede Morsal gebeurt…”Mompelde iemand. “zo goed is dat Morsal anders niet meer.” snauwde een ander. “maar laten we nu ter zaken komen. Iemand zal het kruid moeten gaan halen. Maar ik loop moeilijk. Wie wil in mijn plaats gaan?”
Een jonge vrouw ging op pad en al snel kwam ze terug met het gevraagde pakketje. Twee anderen waren een draagbaar in elkaar aan het zetten. Er werd voor schoon water gezorgd, en zo liep alles gesmeerd. Samen met een stevige kerel tilde hij het meisje op de draagbaar. Toen pakte hij het zuigkruid. Het waren dunne, harige takjes met een paars-rode kleur. Zodra het in aanraking kwam met de wond op haar borst begon het te gloeien. Het verkleurde en nam de bekende groene kleur aan. Het takje zwol op en begon vreselijk te stinken. Maar het was wonderbaarlijk om te zien. En het deed zijn werk. De wond kreeg een gezondere, normale kleur. Hoewel nog niet al het groen verdwenen was. Maar voor nu was het goed.
Toen waren de voeten aan de beurt. Hij pakte nog een bosje en wilde het onder haar voeten houden, toen hij iets onvoorspelbaars zag. Zijn ogen werden groot van verbazing en hij slaakte een geschrokken kreet. De spanning was om te snijden. Ontstelt keek hij nogmaals, maar hij had het goed gezien. Hij hapte naar adem. “haar… haar schaduw…”stamelde hij, met een hoog piepstemmetje. “Ze heeft geen schaduw…”


H3 Arend
Het was druk op het marktplein. Overal stonden kraampjes vol met etenswaren, kleren en andere mooie spulletjes. Mensen liepen schreeuwend heen en weer, het was een hels kabaal. En de handelaren schreeuwde het hardst van allemaal. Het was flink dringen als je ergens langs wilde komen. Want de markt werd druk bezocht.
En dan de geuren! Verse broden, vis, kruiden, allerlei gerechten en hapjes. Maar ook de geur van de stad was goed te ruiken. Het zweet van de mensen, de varkens en de koeien. Dat alles samen rook nou niet bepaald fris. Maar het was wel de geur van de stad, de geur van Morsal. En dat hoorde er bij, fris of niet.

Arend snoof de geur diep op. Hij hield van de geur van Morsal, de geur van zijn stad. Hij hield van de bedrijvigheid om hem heen, de drukte. Maar nog meer hield hij van de markt zelf. Hij kon er uren rond hangen, op zoek naar mooie spulletjes en bekende gezichten, hier en daar wat kattenkwaad uithalend. De mensen mochten hem graag, en dat wist hij. Dit was zijn plek, hier voelde hij zich thuis. Want wanneer het markt was, dan leefde de stad.

“Hey Arend! Zin in een lekker vissie?”Schalde een bekende stem over het plein. Arend keek op. Een grote, forse, maar ook ietwat dikke man stond grijnzend voor hem. In zijn hand hield hij twee gigantische grijze vissen vast, die hij zacht heen en weer liet zwaaien. De vissen waren enorm, bijna net zo groot als Arends arm. Het vet droop er vanaf, en de geur drong diep in Arends neusgaten. Maar daar kon hij wel tegen. Arend grijnsde breed terug: ”Die vissies van jou zijn half zo groot als pa’s vetste varken! En zo te zien zwemmen er ook heel wat rond in je bolle buikje!” plagend prikte hij met zijn vinger in Beers buik.
Nu bemoeide ook Beer’s schaduw zich er mee, die al die tijd groot en lui boven Beers hoofd zweefde.
“Die mensen ook, altijd maar grapjes maken” Bromde hij tegen Arends schaduw. Maar er schenen pretlichtjes in zijn ogen. En hierop begonnen de twee schaduwen een lang gesprek met elkaar, dat te oninteressant voor mensen is om hier te vermelden.
Beer wende zich weer tot Arend en liet zijn bulderende lach horen: “Jij kan anders nog wel wat vet op je magere botten gebruiken! En dat varken, dat wil ik nog wel eens zien.” Hij klopte Arend vriendschappelijk op zijn schouder. “Maar kom op, proef wat van mijn nieuwste aanwinst! Regenboogvis, die vind je maar zelden en het is heerlijk.”
Maar Arend schudde zijn hoofd. “Sorry Beer, vandaag niet.” Zijn gezicht betrok. “Nevel…”
Beer keek bezorgd. “Het arme kind…”Onwillekeurig tastte hij even naar zijn eigen schaduw. “Ga maar gauw, ik zal je niet langer ophouden.”
Arend kinkte. “Dat zal ik doen.”
“Kom schaduw! Het is tijd om te gaan.”
“Hmm…” Mopperde zijn schaduw. “We waren net zo fijn over lantaarns en vuurvliegjes aan het praten.”
Aren lachte. “Nou, praat dan maar een andere keer verder.” En met die woorden zette hij het op een lopen. Al snel verdween hij in de zee van mensen.

Hij klopte aarzelend aan. “Is daar iemand?”
Zijn stem klonk iel, bijna niet te horen. Er kwam geen antwoord.
Hij zuchtte. Wat nou als er niemand was? Toen pas zag hij de klopper, die met een dun touwtje aan de deur gespijkerd was. Hij trok. Met een doffe klap viel de klopper op de zware eikenhouten deur.
Er klonk gestommel. “Ja ja, ik kom al” Toen hoorde hij een zachte plof, gevolgd door een heleboel kabaal en een hoop gevloek. “Waarom moet ook altijd alles omvallen?” klonk het nog. Toen ging de deur piepend open. Een hoofd met een brede grijns verscheen. Hij keek Arend vrolijk aan, maar zijn ogen stonden moe en afgetobd. Niettemin maakte hij dat ook Arend zich even wat vrolijker voelde. “Kom erin!” nodigde de oude man hem uit. Arend knikte en liep snel het winkeltje in. Er brandde een gezellig vuurtje dat de ruimte verwarmde. Het rook er heerlijk naar kruiden. Overal stonden potjes en flesjes. Een aantal stoelen en een klein tafeltje lagen omgevallen op de grond. Een stapel papier lag er verspreid overheen. Het was echt een rotzooi.
De oude man begon mopperend de spullen weer op hun plek te zetten. “Wat een gedoe” mompelde hij. Arend besloot hem te helpen. Al gauw lagen alle spullen weer waar ze hoorden. De oude man keek hem dankbaar aan. “Bedankt jongen. Waarom ben je hier eigenlijk?”
Arend slikte de brok in zijn keel weg. “Voor nevel” antwoorde hij, en hij merkte dat zijn stem beefde.
“O, eh… Tja. Ik vrees dat er niet veel te zien valt…” zei de oude man meelevend. “Maar je mag wel even kijken, als je wilt.”
Arend knikte. “Ik wil haar graag zien.” mompelde hij.
“Nou, goed dan. Kom maar mee.”
Ze liepen het winkeltje door, tot aan het kleine scheve deurtje achterin. Arend moest bukken om er doorheen te lopen. Ze kwamen in een smalle gang, die vol stond met rekken, potjes en bosjes kruiden. Maar de oude man bleef niet staan. “Hier heen” zei hij, en hij leidde Arend naar een klein zijkamertje. Hij moest even knipperen met zijn ogen. De kamer was verlicht met een helder, wit licht dat door een groot raam naar binnen viel. Via een ingewikkeld systeem met spiegels werd het licht nog extra versterkt.
De oude man zag hem kijken. “Zonlicht is het beste medicijn wat je aan een zieke kan geven” verklaarde hij. “Maar kom verder, als je ogen het toelaten.”
Aarzelend liep Arend verder, in de richting die de oude man hem wees. Hij durfde niet te kijken. Wat zou hij zien? Wat zou hij te weten komen? Hij was bang voor de waarheid. Angst trachtte zich van zijn hele lichaam meester te maken, en hij bleef stokstijf staan.
Toen greep zijn schaduw in, moedigde hem aan. Langzaam liep Arend verder. Hij wenste uit alle macht dat het goed zou zijn, dat ze rechtop zou gaan zitten, hem scheef aan zou kijken en dat ze zich af zou vragen waarom hij zo raar keek. Hij wenste dat dit nooit gebeurt was, dat hij hier niet stond…
Nog twee stappen. Ze gingen voorbij, als in een trance. Toen stond hij voor haar. Langzaam deed hij zijn ogen open.
En hij keek.

Ze lag op een houten verhoging, gehuld in witte lakens. Doodstil lag ze, als bevroren. Haar lange haren hingen voor haar gezicht.
Met trillende handen pakte Arend de lakens vast, en schoof ze een stukje opzij. Haar bovenlichaam werd zichtbaar. Ze droeg een simpel, wit hemd. Haar armen lagen over haar borst gevouwen. Stil, zo stil. Ze waren bleek, alle kleur was verdwenen. Behalve haar buik, die was blauw-paars van de wond die het mes had gemaakt. Niks scheen te bewegen. De minuten kropen voorbij. Met één voorzichtige vinger schoof Arend de haren uit haar gezicht. De adem stokte in zijn keel. Ze was zo bleek, zo stil… Hij beefde. “Nevel? Nevel!” zijn stem klonk zacht, dringend. De lucht trilde. Er kwam geen antwoord. Zelfs zijn schaduw was stil.
Hij boog zich voorover, over haar bleke gezicht heen. Langzaam bracht hij zijn mond bij haar oor: “Nevel, word wakker. Nevel, alsjeblieft!”
Er kwam weer geen antwoord. Hij begon wanhopig te worden. Hij wilde, mocht haar niet verliezen! Het mocht niet zo zijn!
Bleek liep hij van haar weg, achteruit. Hij stormde de gang in, zijn ogen schoten heen en weer. Toen zag hij de oude man staan, die om het hoekje had staan wachten. Hij raapte al zijn moed bij elkaar. Langzaam vormde zijn lippen woorden, maakten ze die éne vraag. Met een bevende stem klonk het, hol en leeg. “Is ze.., is ze dood?”

_roodvos_

Berichten: 1430
Geregistreerd: 20-02-12

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst: 24-08-13 13:39

ik dacht al, Jippie nieuw stuk! maar nee hoor... nu weet ik het nog steeds niet!

Breng haar wat Morele steun, dan kan ik eindelijk weten of ze nog leeft...

sanne_sanne

Berichten: 340
Geregistreerd: 15-05-12

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-08-13 12:32

Gaat er verder nog iemand reageren?.... "zucht"

taartjee
Berichten: 2660
Geregistreerd: 10-04-12

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-09-13 20:41

Jaaaaa! Ik wil meeer!
blijf goed op spelling en zinsbouw letten ;)

sanne_sanne

Berichten: 340
Geregistreerd: 15-05-12

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 04-09-13 19:03

Dankjewel :) :)
Er komt ooit meer, als ik even huiswerkvrij+moevrij+tijd+zin+inspiratie heb
Spellingfouten, daar ben ik niet goed in...
Maar zinsbouw, dat had ik niet door. Waar zie je dat dan? Ik lees er denk ik over heen...

taartjee
Berichten: 2660
Geregistreerd: 10-04-12

Re: [VER]Schaduw van het licht

Link naar dit bericht Geplaatst: 04-09-13 19:06

Ik kan nu even geen voorbeeld vinden, maar de komma's op de juiste plaats zetten ;)

Nienke98
Berichten: 1046
Geregistreerd: 28-02-12
Woonplaats: Nederland

Link naar dit bericht Geplaatst: 05-10-13 17:07

_/-\o_ Super!