[VER]Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
Vereentjex

Berichten: 973
Geregistreerd: 28-03-13
Woonplaats: in't leukste dorpje van Nederland

[VER]Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 11-08-13 23:06

Hey! *\o/*
Bokkers : taartjee en Vereentjex (ik) hebben samen een verhaal bedacht, uitgewerkt en geschreven. Wij schrijven er nu samen een boek over maar wilden bokt toch wel heel graag laten 'proeven' van ons verhaal ;)
de hoofdpersoon in dit verhaal is Avelin en mede hoofdpersoon is Levi. (Tara schrijft vanuit Levi en ik (Vereentjex) vanuit Avelin)
het verhaal speelt zich af rond 1800 in het (zelf verzonnen) land Unica. Avelin woont in een (waar er heel veel van zijn in Unica) klein dorpje genaamd Vallis.
dat zoals bijna het hele land word getreiterd door een honderd jaar durende oorlog. En als Avelin dan ook nog verliefd word op zoon van de 'Badguy' gaat het helemaal spannend worden!
Enjoy! (en tips zijn natuurlijk meer dan welkom! maar houd het netjes, wij zijn geen schrijvers van beroep *nog niet* ;) )

proloog:
Deel 1: hoe het allemaal begon…


Terwijl het ochtend zonnetje haar best doet de aarde te verwarmen, zijn er al een aantal mensen die zich buiten wagen in de vroege morgen.
Dauwdruppels vallen van de boomtakken, vogels strijken met hun snavels hun veren droog.
De wereld ontwaakt zullen we maar zeggen.
En zo begint een nieuwe dag in Unica, een prachtig land. Vol met uitgestrekte vlaktes en bosgebieden. Schitterende rivieren en gevaarlijke rotswanden. Kabbelende beekjes en zanderige wegen maken dit land tot wat het nu is en zo’n honderd jaar geleden ook was.

Behalve….de bewoners, zij bepalen wat er in dit land gebeurt. En waarom.
Of het nou oorlog is of vrede, zij zijn de oorzaak en de oplossing.
Alleen had die oplossing er al honderd jaar geleden moeten zijn…maar omdat te laten zien moeten we kijken naar wat er toen misging:

Er waren drie broers, ieder had een uniek talent, en bijzondere hobby’s.
De jongste broer had de meeste liefde voor de natuur, en smeed daarom een amulet in de vorm van een groene edelsteen met daarin magische natuur krachten.
De middelste was weg van de elementen, dus wind, water, vuur, en aarde hij smeedde een amulet in de vorm van een blauwe diamant.
De oudste had zich overgegeven aan de zwarte magie en smeedde daarom een rood amulet in de vorm van een driehoek, met krachten om te genezen maar ook om te doden.
Toen de broers groter werden kwam er een onenigheid over wie welk deel van het land kreeg.
De oudste broer was in die jaren langzaam gek geworden, en had waan ideeën over ‘de wereld overheersen’ daarop besloten de jongste broers hem op te sluiten in de Zwarte driehoek: een grot met drie openingen. De oudste was het daar niet mee eens, en was flink kwaad dat zijn plannetje was mislukt: hij wilde alle drie de amuletten om zo onoverwinnelijk te worden. Maar die kon je alleen krijgen als alle twee de broers dood waren en hij als enige overbleef…toen de broers oud waren lieten zij hun amuletten na aan hun nakomelingen, maar wel zo geheim dat de oudste er niet achter kwam. De oudste broer ,volkomen krankzinnig, uitte zijn woede door beide broers te laten vervolgen, en een heel leger van zwarte ruiters bij elkaar te verzamelen. In het geheim deden ook de jongste dat met hun : rode en ‘groene ruiters’
En zo begon de ‘zwarte oorlog’ oftewel ‘de zoektocht naar de amuletten’. Maar alleen de nakomelingen van Argus en Denim (zo heette ze) kunnen deze amuletten dragen. En weten ook alleen waar die zijn…en deze koude bittere oorlog gaat nu nog steeds door…opzoek naar de nakomelingen en de kettingen.

deel 2: Blauwe plekken en schrammen

“Ben! Benjamin! Kom als de donder hier!”
De stem van mijn vader buldert door de gangen van ons huis. Iedereen weet dan ook meteen dat hij vandaag niet te genieten zal zijn. Ik open mijn ogen. Zuchtend gooi ik mijn benen over de rand van het bed, sta op en trek de kleren aan die Maria voor me heeft klaargelegd. Daar gaan we weer…
Zo snel als ik kan fris ik me een beetje op, zodat vader zich daar niet over kan opwinden. Ik struikel half over mijn pyjama, smijt mijn slaapkamerdeur open en sprint richting het gebulder van mijn vader.
“Benjamin! Ik ben het zat!”
Ik hoor hoe hij stampend naar me toe komt. Terwijl ik door de gangen ren, zie ik hoe een paar dienstmeisjes me bang, maar afkeurend nakijken. Voor ik het in de gaten heb, komt vader de hoek om gesneld en aan de manier waarop hij naar me toe beent, weet ik al hoe laat het is. Zijn gezicht staat op onweer, zijn vuisten gebald.
“Jij nutteloze snol! Onnozel stuk vuil dat je bent!”
Zo kwaad heb ik hem nog nooit gezien. De woede, de kilte in zijn ogen maken me bank. Veel tijd om na te denken heb ik niet, want voor ik het weet staat hij voor me en haalt uit met zijn hand.
Pets!
Ik voel de huid op mijn linkerwang branden. De tranen springen in mijn ogen, maar boos en eigenwijs als ik ben, kijk ik vader strak aan. Vader kikt op pijn, lijden en verdriet. Hij geniet ervan om verderf te zaaien. En ik snap niet waarom. Voor een seconde kijkt hij verward terug, maar al snel herstelt hij zichzelf. Ik had hem beter niet kunnen aankijken, bedenk ik.
Een knal. Een stomp. Ik val. Vader verzet zijn voeten waarop ik vliegensvlug mijn hoofd vastpak en hem bescherm teken de schoppen die gaan komen. Terugvechten probeer ik niet eens meer, het heeft toch geen zin.
Bij iedere schop voel ik de haat naar vader steeds groter en groter worden. Ik hoor hoe hij bij iedere trap steeds harder begint te lachen.
De pijn van zijn geweld is niets vergeleken met de pijn die hij me bezorgt diep van binnen. Nooit zal ik goed genoeg voor hem kunnen zijn, want ik ‘ik lijk teveel op mijn moeder’. Ik ben een watje, nutteloos, onnozel, een slapjanus, ik ben ‘te braaf’. Met al zijn kracht trapt hij een laatste keer, gericht in mijn buik. Ik krimp ineen van de pijn en merk hoe ik steeds flauwer en flauwer word. Vader ziet dit en lacht.
“Zie je nu wel, waardeloos misbaksel! Je bent een slappeling!”
Ik hoor nog dat hij schaterlachend wegloopt voordat ik flauw val van de pijn.

Langzaam word ik wakker. De zon schijnt door het raam op mijn gezicht. Als ik mijn ogen open zie ik allemaal zwarte vlekken en het beeld is wazig. Ik zie iets op me afkomen, twee zwarte benen. Meteen duik ik in elkaar, wachtend op de volgende reeks trappen. Maar in plaats van geschop, voel ik een hand op mijn schouder die me zacht heen en weer schudt.
“Au! Asjeblieft, doe niet…” Kreun ik van de pijn.
Ik hoor nog twee paar voetstappen die naar ons toe komen.
“Is het weer zo ver?”
“Ja, helaas… Zo woest heb ik hem nog nooit gezien…”
“Arme knul… Dat hij het nog vol kan houden…”
“Het zal me ook niets verbazen als Meester hem nog een keer dood slaat…”
Ik luister naar het gesprek die wordt gevoerd. Zachtjes kreun ik en het gesprek houdt meteen op.
“Meneer? Benjamin? Gaat het?”
Een van de drie knielt naast me neer en veegt wat haar uit mijn gezicht. Ik probeer te antwoorden, maar het in- en uitademen kost me al meer dan genoeg moeite. Ik knik.
“Emma, haal eens een emmer water en een katoenen lap, wil je?”
Een paar voetstappen loopt meteen weg. Ik luister tot ik ze niet meer hoor.
“Kom, probeer eens te gaan zitten?”
Twee vrouwenhanden omklemmen mijn bovenarm. Heel langzaam en voorzichtig word ik op mijn rug gedraaid. Nog een paar handen pakken mijn andere arm beet. Samen helpen ze me omhoog.
“Au! Stop, asjeblieft.” De tranen rollen over mijn wangen terwijl ik het uitschreeuw van de pijn.
“Sorry Benjamin, je kan hier niet blijven liggen. Nog maar een klein stukje.”
Ik klem mijn kaken stevig op elkaar en probeer niet toe te geven aan de enorme pijn die mijn hele lichaam in beslag lijkt te nemen.
Niet één, maar twee paar voetstappen komen mijn kant op. Ik herken de voorzichtige stappen van Emma, maar op die andere kan ik niet komen.
“Waren de rapen weer gaar?” Een zware stem galmt zuchtend door de gang.
“Helaas… Meester heeft hem flink te grazen genomen.”
Voorzichtig open ik mijn ogen weer, in de hoop dat de zwarte vlekken zijn verdwenen en mijn zicht weer helder is. Ik zie hoe een brede, forse man bij me neer knielt. Twee bezorgde ogen kijken me aan.
“Mag ik even kijken?” Vraagt hij.
Ik knik terwijl ik niet probeer te bewegen. Heel voorzichtig schuift hij mijn [shirt/hemd] omhoog, totdat mijn buik en mijn borst bloot liggen. Hij bestudeert mijn buik en drukt zacht op verschillende plaatsen. Ik probeer me tegen mijn tranen te verzetten, maar wat ik ook doe en wat ik ook probeer, ik faal.
Terwijl hij mij onderzoekt, sluit ik mijn ogen weer en kantel mijn hoofd licht naar achteren, tegen de wand aan. De pijn, het onbegrip en het verdriet wordt me allemaal te veel. Ik wil slapen, slapen en nooit meer wakker worden. Eindelijk verlost zijn van vader.
Met een ruk open ik mijn ogen en schreeuw ongelofelijk hard. Geschrokken trekt hij zijn handen terug en kijkt bezorgt naar de anderen.
“Ik vrees dat ie zijn ribben kapot heeft… Emma, geef die emmer eens aan.”
Ik voel hoe een natte, koele doek tegen mijn ribben aan wordt gedrukt. Het zorgt ervoor dat de pijn minder wordt en ik mijn spieren iets ontspan. Hier zal ik nog wel even zoet mee zijn…
“Wat doe ik steeds fout?” Mijn stem klinkt schor terwijl ik dat zeg. Ik voel me gebroken.
Vier paar ogen kijken me aan. Niemand durft iets te zeggen, en dat snap ik dondersgoed. Vader heeft echt bijna alles in de gaten, iedereen is onwijs bang voor hem.

“Bedankt, het gaat wel weer.” Zeg ik na een poosje levenloos op de grond te hebben gezeten.
“Weet je het zeker? Heb je nog hulp nodig?”
“Echt heel erg bedankt, maar het zal wel lukken.”
Met mijn linker arm bescherm ik mijn ribben en met mijn rechterarm duw ik mezelf omhoog zodat ik mijn benen onder me kan zetten. Ik ga op mijn hurken zitten en sta langzaam op. Eigenlijk verga ik van de pijn, maar ik laat niets merken. In een rustig tempo loop ik dan ook richting mijn slaapvertrek. Terwijl ik loop, denk ik na over alles wat net is gebeurd. Het liefst pak ik meteen al mijn spullen, maar ik zal nooit ongezien er tussenuit kunnen knijpen. O, wat wil ik hier graag weg! Weg van mijn misselijkmakende en duivelse vader. Iedere minuut hier langer blijven is er één te veel. Maar het allerliefste zou ik vader in elkaar willen timmeren, hem ook eens laten voelen hoe het is om zo behandelt te worden door iemand die van je hoort te houden.

Mijn kamerdeur staat nog wagenwijd open, precies zoals ik alles heb achtergelaten. Ik wil mijn [shirt/hemd] uittrekken, maar echt makkelijk gaat het niet. Iedere beweging die ik maat ket mijn rechter arm, zorgt voor enorme pijn. Uiteindelijk heb ik hem dan uit en ik loop naar de grote spiegel die in mijn kamer staat. Ik bekijk mezelf van top tot teen en tel de beurse plekken die zich op mijn lichaam hebben gevormd. Mijn ogen blijven hangen bij mijn rechter zij, mijn ribben. De blauwe plek is enorm en bijna zwart van kleur. Er naar kijken doet al bijna zeer. Diep zuchtend en me afvragend wat ik fout doe, trek ik mijn kleren weer aan.
“Mag ik binnenkomen?” De stem van Maria klinkt door de deur.
“Ja hoor, kom maar.” Zeg ik terwijl ik met mijn [shirt/hemd] worstel.
“Doe maar weer uit.” Ze knikt naar haar handen.
Zuchtend en kreunend trek ik hem weer uit.
“Ga maar zitten, dan zal ik het even bekijken en verbinden.”
Maria legt de zwachtels op het voeteneinde van mijn bed en ik ga ernaast zitten. Zwijgend kijk ik toe in de spiegel hoe ze me verbindt.
“Je hebt echt geluk gehad, Benjamin. Zonder je spieren zou de schade veel groter zijn geweest… Til je arm eens op?”
Zwijgzaam volg ik haar bevelen op.
“AU!” Meteen verkrampen mijn spieren, maar Maria ging onverstoorbaar verder.
“Ik denk niet dat je ribben gebroken zijn, zo voelt het niet. Je hebt ongetwijfeld een flinke knauw gehad dus ik denk dat ze goed zwaar gekneusd zijn.” Ze maakt het verband vast en neemt weer wat afstand.
“Dank je wel.” Dankbaar kijk ik haar aan.
Ik pak mijn [shirt/hemd] weer en bereidt me voor op vijf minuten worstelen. Mijn gezichtsuitdrukking spreekt boekdelen voor Maria.
“Geef maar, ik zal je wel helpen, net als vroeger.”
Ik geef haar het [shirt/hemd] en steek mijn armen naar voren, hoe zeer dat ook doet. Voor ik het weet heeft ze hem al bij me aangetrokken.
Maria laat het voor wat het is en loopt de kamer uit. Ik kijk haar na en als ze doe hoek om is, laat ik me langzaam op bed vallen. Doelloos kijk ik omhoog. Minuten lang tel ik de planken van het plafond, vooruit en achteruit.
Voorzichtig ga ik weer zitten, De pijn steekt in mijn zij, maar ik geef er niet aan toe. Ik trek mijn oude schoenen aan en loop regelrecht naar de plek waar vader het minst vaak te vinden is.

“Ha, jongen.” Een zacht, vriendelijk gehinnik komt me tegemoet als ik de stallen in kom lopen. Even vergeet ik de pijn als ik in die grote, vrolijke en vriendelijke ogen kijk. Zijn hoofd hang over de staldeur, zijn oren naar voren. Gelukkig is er nog iemand die wel blij met me is als ik kom… Treurig pak ik de staldeur vast. Hij zet een paar passen naar achteren zodat ik de deur kan openen. De deur laat ik open staan en loop regelrecht naar het vaste hoekje in zijn stal. De manier waarop Jaca op zijn hooi staat te knabbelen, werkt enigszins rustgevend. Hij is druk bezig zijn stapel hooi te verplaatsen en als alles ligt zoals hij wil, ploft hij naast me neer en eet rustig verder. Iedere keer verbaast het me weer dat zo’n groot, sterk en machtig paard een mens kan volgen.
Jaca merkt dat ik niet zoals normaal ben, hij legt zijn zachte, zwarte neus op mijn benen en kijkt me aan alsof hij wil zeggen: “Het komt wel goed.”
En gek genoeg geloof ik dat lieve beest ook nog! Met mijn linkerhand aai ik zacht over zijn hoofd. Terwijl ik alles om mij heen even vergeet, merk ik niet dat Generaal Bisonte naar me aan het kijken is.
“Ben, ik dacht al dat ik je hier kon vinden.” Hij loopt de stal in en komt naast me zitten.
“Ik hoorde dat het weer raak was? Niet te veel pijn?” De bezorgde ogen van Bisonte kijken me aan. Ik knik, maar we weten allebei wel beter.
“Laten we het trainen voor vandaag maar even zoals het is, ga maar iets voor jezelf doen jongen.” Hij staat weer op en loopt de stal weer uit. In de deur opening draait hij zich nog even om en knipoogt naar me. Man! Wat had ik graag dat hij mijn vader was geweest… Jammer dat dat nooit zo zal mogen zijn. Hij neemt gelukkig wel een deel van het verdriet weg.
Ik weet niet hoe lang ik nog in stal heb gezeten, maar ik begon mijn maag te voelen. Gelukkig hebben we een appelboom niet ver van de stallen staan. Voorzichtig sta ik op.
“Ja, loop je mee?” Bij het woord ‘loop’ vliegen Jaca’s oren meteen naar voren. Hij laat de pluk hooi die in zijn mond zit direct vallen en staat op. Ik sta al buiten zijn stal te wachten, en even twijfelt hij. Toch loopt hij met me mee, zonder ook maar iets om hem aan vast te kunnen pakken. Terwijl we lopen, klop ik zachtjes op zijn gespierde hals. Jaca kijkt vrolijk om zich heen. Ik voel me trots, trots omdat Jaca me zal volgen waar ik ga, wanneer ik dat wil. We lopen door de tuin, langs de vijver en voorbij de fonteinen tot we uiteindelijk bij de boomgaard zijn. Onder de appelboom, net buiten de gaard, klim ik op de rug van Jaca om een paar appels te kunnen plukken. Gelukkig blijft hij zo stil staan dat ik het aandurf om op zijn rug te gaan staan. Voorzichtig laat ik de appels een voor een in het hoge gras vallen. Langzaam ka ik weer op zijn rug zitten. Ik laat me van zijn rug glijden en buk om de appels op te rapen.

Twee nieuwsgierige ogen kijken me aan.
“Pak maar. Je hebt hem verdient!” Alsof hij in geen maanden eten heeft gehad grijpt hij meteen een appel. Lachend ga ik tegen de stam van de boom aan zitten en zet mijn tanden in een appel.
Samen kijken we naar de lucht. Geen wolkje te bekennen. En hoewel alles zeer doet en hoe hard ik ook probeer niet toe te geven, kan ik het gewoon niet laten om te gaan rijden. Ik kijk naar Jaca, die er waarschijnlijk precies hetzelfde van denkt. Ik voel me gelukkig niet meer zo stijf als toe straks, die wandeling heeft in ieder geval goed geholpen. Terwijl ik een laatste hap van mijn appel neem, sta ik op. Jaca blijft onverstoord liggen. Voorzichtig gooi ik mijn ene been over zijn rug. meteen vertrekt mijn gezicht. Dat had ik beter niet kunnen doen… eindelijk! Ik zit! Ik klop met beide handen op zijn hals. Zachtjes komt hij met zijn snuit richting mijn linkerbeen en raakt liefkozend mijn knie aan. Ik smelt bij het zien van die speelse en ondeugende ogen.
“Kom op Ja, tijd om te staan.” Meteen vliegen zijn oren naar voren. Ik voel hoe hij zijn spieren aanspant, zich klaar makend om op te staan. Binnen no time staat ie weer op alle vier zijn benen en komt langzaam in beweging.
We lopen regelrecht de boomgaard in. Aan het eind beginnen de uitgestrekte bossen van Unica, de plek waar ik het liefste naar toe vlucht als ik weer mot heb gehad met vader.
“Hé, waar ga je naar toe?” Hoefgetrappel dat steeds dichterbij komt en de luide stem zorgen ervoor dat ik verstijf. Niet weer, asjeblieft!
“Gast! Wacht ff!” Bij het horen van Daniëls stem verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Ik draai me half om terwijl Jaca onverstoord verder loopt.
“Moeten jullie niet werken?”
“Neh, geen zin.” Een nonchalante glimlach verschijnt op het gezicht van Daniël.
“Jo, Chris!” Druk zwaaiend proberen we de aandacht van Christian te trekken. Na een paar keer fluiten heeft ie ons gezien en komt in draf naar ons toe.
“Wat gaan jullie doen?” roept hij terwijl hij naast ons komt rijden.
“Ja Ben, wat ga je eigenlijk doen?”
Sip kijk ik naar mijn handen. Ik kan ze echt niet vertellen dat ik weg ga! Dan breng ik hun ook in de problemen… Ik ben in gevecht met mijzelf en geef dus geen antwoord. Gelukkig hoef ik ook niet te antwoorden want ze hebben al snel door dat het weer raak was vanochtend. Voor vijf lange minuten zeggen we alle drie geen woord, niet wetend wat we moeten zeggen. Ook al gebeurt het regelmatig dat ik slaag heb met vader, blijft het toch een gesprek die ik liever kwijt ben dan rijk. Voorzichtig probeer ik dan maar een gesprek te beginnen, iets waar ik nogal in faal.
“Uhm, wat waren… nou ja, wat gingen jullie… oké, ik weet niets.” Ik zucht diep. Naast me hoor ik hoe Daniël zijn lach probeert in te houden, maar uiteindelijk toegeeft en in een schaterlach uitbarst. Zijn lach werkt aanstekelijk en binnen no time zitten we alle drie met de slappe lach op de ruggen van onze paarden.

Langzaam maar zeker gaan de rechte paden van het bos over in de wildernis van het zwarte woud. De enige geluiden die te horen zijn, zijn de voetstappen van onze paarden, de vogels en de wind. Heerlijk! De stilte, daar hou ik van. Even geen gezeik en gezanik van vader, niemand die me in de gaten houdt. Gewoon Jaca en ik. En Daniël en Chris met hun paarden. In een sukkel drafje rijden we steeds verder het woud in. In de verte hoor ik zacht het geruis van het water dat van de waterval naar beneden klettert. En hoe dichter de bomen op elkaar gaan staan, hoe harder het geluid van de waterval klinkt. Tot we op de open plek komen waar we afstappen en we de paarden even wat rust gunnen. Zodra ik van Jaca af stap en hem toestemming geef om richting het water te gaan, stuift hij dan ook meteen het water in. Bang dat hij wegloopt ben ik niet. En hoewel Christian en Daniël weten dat Jaca onwijs betrouwbaar is, kijken ze me alsnog twijfelend aan.
“Laat ze gewoon lekker los! Jaca houdt ze wel bij elkaar.” Met een knipoog ga ik voorzichtig in het gras zitten. Tevreden kijk ik om me heen. Wat woon ik toch in een prachtig land! De natuur is zo ongerept, zo puur. Woest en gevaarlijk, maar tegelijkertijd vriendelijk en beschermend. Daniël gooit zijn zadel van zich af en doet het hoofdstel van Amigo af, geeft hem nog een klopje op zijn kont voordat hij naast mij komt zitten. Beduusd staat het beestje om zich heen te kijken, maar zodra Jaca hem roept, rent hij het water in. Chris daarentegen staat nog te treuzelen met het aftuigen van Victor. Ik kan van zijn houding aflezen dat hij nog erg aan het twijfelen is. Wat ook niet echt meewerkt is dat Victor erg graag naar Jaca en Amigo toe wil en heerlijk aan het drentelen is.
“Vic! Sta nou verdorie stil!” Het heffen van zijn stem is genoeg om meneer te laten ophouden. Zuchtend legt ook Chris zijn tuig weg en laat Victor weglopen. Met een rood aangelopen hoofd komt hij uiteindelijk naast ons zitten.
“Zeg, hoe staat het met Victoria?” Alleen al bij het uitspreken van haar naam begint Daniël spontaan te blozen.
“Fjiet Fjuuw!” lachend fluit ik waar hij nog roder van wordt.
“Jongens! Kom op!” Licht beschaamd geeft hij mij een duw. Een pijnscheut schiet door mijn lichaam en ik hou prompt op met lachen. Ik grijp meteen naar mijn ribben en ik kan me nog net inhouden het niet uit te schreeuwen van de pijn. Totaal van de wereld laat ik me achterover in het gras vallen terwijl ik vecht tegen mijn tranen.
“Jo, gaat het wel?” Twee paar bezorgde ogen kijken me aan. Terwijl mijn ogen zich vullen met tranen knik ik ja. Ik blijf nog even stil liggen voor ik mij weer op mijn rug draai. Met de rug van mijn hand veeg ik een traan weg.
“Man, sorry! Ik wilde je geen pijn doen…” Geschrokken kijkt Daniël me aan.
“Is niet erg, kon je niet weten.” Om mijn woorden kracht bij te zetten, sta ik op en loop ik richting de paarden toe. Ik laat de jongens verbaasd en geschrokken achter. Bij het water aangekomen ga ik op mijn hurken zitten en maak ik met mijn handen een kommetje waar ik het water in laat stromen. Voorzichtig neem ik er een slok van. Het koude, maar frisse water smaakt heerlijk!
Ik voel het koude water door mijn lichaam stromen. Heerlijk! Gretig neem ik nog een paar slokken. Door alle indrukken van vandaag heb ik niet gemerkt dat mijn lichaam schreeuwt om vocht. Ik neem een laatste slok, veeg mijn mond af met mijn mouw en gooi een plens water in mijn gezicht. Even opfrissen. Als ik me weer omdraai liggen Christian en Daniel in het gras. De paarden staan een stukje verderop te grazen aan de rand van het stroompje. Terwijl ik terug loop, vang ik een aantal keer de naam 'Victoria' op. Zacht grinnik ik als ik daniel vol vuur over haar hoor praten. Hij merkt niet eens dat ik er weer ben.
'... En die kont! Gewoon perfect! Haar lijf, haar rondingen, haar... alles! Ze is gewoon perfect...'
'ga dan met haar praten.' Doodserieus kijk ik hem aan terwijl hij mij met een schaapachtige blik aankijkt. Alsof ik een of andere wartaal uitkraam.
Plotseling worden we ruw onderbroken door het denderende geluid van galopperende paardenhoeven. Bang kijk ik naar de jongens die me druk gebaren als de donder plat te gaan liggen op mijn buik. Dan kijk ik naar Jaca. Zijn oren liggen in zijn nek, zijn houding is dreigend. Een vlaag van paniek overspoelt me, wetend dat dit echt foute boel is. Iedere seconde worden de geluiden harder en harder.
'ik leidt ze af, jullie gaan terug..'
Wauw! Ik sta te kijken van mijn besluit. Christian wil me onderbreken, maar dat wimpel ik meteen af.
'jullie hebben je tuig, ik niet.' Ik draai mezelf om nog voor ik een reactie terug heb, fluit op mijn vingers en wacht op Jaca die komt aangestormd.
De adrenaline giert door mijn lichaam. Ik vergeet mijn pijn. Nog voor hij stil staat, spring ik op zijn rug en race er in volle galop vandoor. Chris en daniel blijven achter, ik moet nu weg!
Mijn hart klopt als een bezetene. Er vliegen duizenden gedachten door mijn kop.
Oh, god... Daar zie ik ze al... Rode ruiters... Ik slik. Terwijl ik al mijn moed bij elkaar schraap, neem ik Jaca iets terug.
'het is nu of nooit.' Ik ga nog eens goed zitten, doe een vliegensvlug schietgebedje en spoor hem weer aan. Sneller, steeds sneller vliegen we door het woud, de bomen suizen voorbij.
Ze hebben me gezien. Ik hoor ze roepen, ik hoor het gedender van hoeven. Jaca en ik zijn snel, maar zullen we snel genoeg zijn?
De adrenaline maakt plaats voor angst. Wat als ze me inhalen?
Hou je kop! Streng spreek ik mezelf toe. Heel voorzichtig kijk ik onder mijn arm door naar achteren. Een pijl suist rakelings langs mijn hoofd. In de verte zie ik huizen opdoemen, het woud wordt minder beschut.
Plotseling voel ik een stekende pijn in mijn rechter schouder. Mijn spieren verslappen, ik verlies de kracht in mijn arm.
'kom op! Nog even volhouden.' Fluister ik. Ik voel hoe Jaca nog een tandje harder gaat, maar ik voel ook hoe ik mijn evenwicht begin te verliezen. Ik hou krampachtig zijn manen vast in een poging te blijven zitten. We zijn nu zo dicht bij de huisjes. Nog één keer kijk ik achterom. Geen rode ruiters meer te zien.
Heb ik ze afschudt?
De pijn wordt me teveel, ik verlies mijn grip. vlak voor een van de huizen val ik met een smak van Jaca af en rol zo de struiken in. Ik blijf bewegingloos liggen, ik kan me niet bewegen. Mijn ogen zoeken koortsachtig naar hulp. En naar Jaca.
Ik hoor hoe iemand zich naar mij toe snelt, maar hoe of wat weet ik niet. alles begint te draaien, mijn oren suizen. Het 'leven' glijdt langzaam uit mijn lichaam. Ik merk nog dat ik word opgetild. Totaal van de wereld neem ik in gedachte afscheid van Jaca. Dan wordt alles zwart en val ik in een diepe slaap.

deel 3: Avelin

‘Bertha ze is toch niet weer in slaap gevallen?’
- ‘Nee Henry, dat denk ik niet hoor’
‘AVELIN!! Waar zit je!’


Meteen schrik ik op. Wat was ik ook al weer aan het doen?
Terwijl ik recht op ga zitten, probeer ik mijzelf eraan te herinneren dat het wellicht drie uur geleden is dat ik de koeien moest ophalen!
Met mijn hand graaf ik een kuiltje in het gras en luister nog eens naar het verhelderende gezang van de vogels. Heerlijk om is iets anders te horen dan orders. Grinnikend sta ik op en veeg het zand en gras van mijn jurk. Als ik om me heen kijk, zie ik dat Mirabília weg is! O nee niet dat ook nog is!
Zo hard als ik kan fluit ik op mijn vingers: wat word beantwoord met het gehinnik en hoefgetrappel van mijn trouwe ros. ‘Hey meid, ik zei toch dat je niet moest weglopen’ fluister ik als ik met mijn handen door haar zwarte manen aai. ‘kom op, we moeten koeien gaan halen’ zeg ik terwijl ik haar aanspoor.
Van dit soort momenten kan ik echt genieten, heerlijk op mijn paard de wind door mijn haren voelen.
Het geluid van haar bulderende hoeven op het gras, haar snelle ademhaling en even geen gezeur aan mijn hoofd. Het duurt niet lang of ik moet mijn hoofd er weer bij houden om op te letten dat er geen koeien achterblijven. Rustig drijven we de dames naar de kraal.
Hoe dichter ik bij huis kom hoe zenuwachtiger ik word omdat mijn vader niet blij zal zijn.
‘Hey daar ben je!, zo jij hebt de tijd genomen hoor’ zegt Bertha terwijl ze de ramen van haar herberg lapt.
‘Ja nou, kijk, er was een probleem met de…eh’ zeg ik zo onschuldig mogelijk.
Lachend schud Bertha haar hoofd. Ach wie houd ik voor de gek, als er één is die mij door en door kent dan is dat Bertha wel. Ze weet heus wel dat ik lag te slapen!
Zuchtend sluit ik het hek van de kraal en leid Mira naar een paal waar ik haar vast zet.

Slenterend loop ik naar de stallen die gedaan moeten worden.
Verveeld pak ik de mestvork en gooi alle mest van de stallen op de kar: die ik waarschijnlijk straks ook nog naar het dorp hier verderop mag brengen. Waarom neemt mijn vader niet is een keer een stal hulp extra? Het is zoveel werk, dat ik al blij mag zijn als ik het af krijg of iets tijd over houd.
Na een paar uur word ik uit mijn lijden verlost met het blije gevoel dat Bertha weer iets heerlijks heeft klaargemaakt.
Vrolijk, ondanks het zware werk, ren ik naar binnen, waar een warme maaltijd op mij zit te wachten.
Zodra ik de keuken binnen kom, zie ik de damp van het vuur nog hangen. En de geur van gebakken vlees is verrukkelijk. Met een blij gezicht ga ik aan tafel zitten. Op het moment dat we willen beginnen stormt mijn vader binnen. ‘Avelin! Waar was jij?! Ik was doodongerust!’ roept mijn vader zodra hij mij ziet zitten. ‘Ikke.. eh’ probeer ik te zeggen. ‘Je weet toch dat ik er niet van houd als jij buiten bent, het gevaar is overal en ik wil jou ook niet kwijt!’ gaat hij kwaad verder. ‘Vanaf nu kom jij niet uit Vallis!’ roept hij. Verbaasd kijk ik hem aan, het vuur binnen in mij wakkert langzaam maar zeker steeds hoger aan.
‘Dan breng je die mestkar maar zelf weg!’ snauw ik naar hem terwijl ik met mijn vuist op de tafel sla.
Bekers vallen om, bestek rinkelt en zo te zien heb ik indruk gemaakt. ‘Elke dag krijg ik te horen wat ik allemaal niet goed doe!’ hijg ik kwaad. ‘En ik...—‘ verder kom ik niet als de deur word open gesmeten.
‘Rode ruiters!!’

Mijn vader holt naar buiten. Bertha trekt aan mijn mouw al knikkend naar de afwas.
Zuchtend pak ik de borden en bekers en help haar. Al spiekend naar buiten. Wat gebeurd daar toch?
Hebben ze weer een zwarte ruiter opgepakt? Een andere crimineel?
Zo snel als ik kan maak ik de borden schoon en spoel de bekers om. Net als ik weg wil gaan houd Bertha mij tegen. Ze kijkt me aan met een blik van: ‘Ga daar nou niet heen, maak het niet erger dan het is’. Ik knik en loop naar de stallen om mijn werk af te maken.
Na een tijdje ben ik klaar. Als ik naar buiten loop sluit ik even mijn ogen om van de koele avond bries te genieten. Een eindje verderop zie ik de mestkar staan…zal ik? Argwanend kijk ik over mijn schouders. Niemand te zien! Snel maak ik de knoop in het touw van Mira los en zet haar voor de mestkar. De gespen maak ik behendig op maat. Een hoofdstel heb ik niet nodig Mira luistert met halster en touwen ook wel. Ik klak met mijn tong en daar gaan we. Het begint al schemerig te worden als we Vallis uit rijden. Tom de kou tegen te gaan wrijf ik met mijn handen over mijn armen om iets warmer te worden. Misschien ligt hier nog een cape? Met mijn ogen speur ik de kar af. Ja geluk! Daar ligt de bruine cape van vader. Blij sla ik hem om mij heen en trek de capuchon over mijn hoofd. Veel warmer zo! De boerderij waar ik de mest naartoe breng is niet zo’n heel eind, na een tijdje zie ik de lantaarn van het huis. Rustig rij ik het erf op en spring van de kar. Ik klop op de deur in de hoop dat de boer thuis is. Geen antwoord. Ik weet waar de mest moet liggen dus pak ik de leidsels weer op en rij tot achter de boerderij. Daar laat ik de mest van de kar glijden. Als we het erf af rijden is het al donker geworden. Een gevoel van ongemak voel ik diep van binnen als ik over de weg heen rijd. Het is al na zevenen: Zwarte ruiters hebben verboden dat burgers en boeren dan nog over de wegen rijden.
Nerveus klak ik nogmaals met mijn tong om Mira harder te laten gaan. Als we al een eindje op weg zijn krijg ik het gevoel dat we gevolgd worden. Meerdere hoeven hoor ik. Nee dit kan niet waar zijn!

Voor dat ik het goed besef grijpt een hand mijn arm vast en sleurt me van de kar.
Met een dreun kom ik op de weg terecht. Ik probeer mijn arm los te trekken, maar het help niks, de greep om mijn arm word daardoor alleen maar pijnlijker. Angstig kijk ik omhoog, maar ik zie hun gezichten niet.
Vijf zwarte ruiters hebben mij omsingeld, op hun grote zwarte paarden. Mijn borst gaat op en neer en mijn hart klopt in mijn keel. Wat moet ik doen? ‘Zeg op, hoe heet je?’ beveelt een zware stem.
Ik probeer te praten, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Dan grijpt de hand naar mijn keel en tilt mij van de grond af. Ik spartel en probeer los te komen. ‘Voor de laatste keer hoe heet je en waar kom je vandaan?!’ schreeuwt hij dreigend en gooit mij nog harder op de grond. In mijn angst probeer ik iets te grijpen, mijn hand tast de grond af en dan…hebbes! De zwarte ruiter stapt van zijn paard af om mij voor de zoveelste keer op te grijpen. Ik klem de steen nog harder tussen mijn vingers en zo hard als ik kan gooi ik het in zijn richting...raak! snel stuif ik overeind en spring op de kar. Mira vliegt ervan door over de zanderige weg. Stof waait op tot een grote zand verstuiving. Ik hoor ze hard schreeuwen en zie vaag de silhouetten van steigerende paarden. Het zweet druipt van mijn voorhoofd als we bijna bij Vallis zijn aangekomen. ‘Kom op Mira nog een klein stukje!’ fluister ik angstig.
Opgelucht rijd ik het dorp in en sprint met de kar het erf op. Snel spring ik van de kar en maak Mira los.
Vlug zet ik haar in de stal en druk de mestkar achter de schuur. Als ik naar buiten ren, kijk ik haastig om mij heen in de donkere nacht. Niemand te zien. Mijn hart bonkt nog steeds in mijn keel, als ik blij de deur achter mij dicht trek. Geluidloos sluip ik de trap op en plof op mijn bed neer. Uitgeput val ik half in slaap, met op de achtergrond het geluid van paardengehinnik en geschreeuw van zwarte ruiters die kwaad door Vallis galopperen. Een angstige rilling kruipt over mijn rug. Vermoeid trek ik de dekens verder over mij heen en druk mijn gezicht in het zachte kussen. Voor mijn ogen dicht vallen besef ik dat ik flink geluk heb gehad!

Deel 4: een vreemde gast.

Dankzij de zon ontwaak ik vroeg in de ochtend.
Langzaam rek ik mijzelf uit en meteen besluipt dat angstige gevoel van gisteravond mij.
Die dreigende stem, de pijnlijke greep en de realiteit dat ik hun gezichten niet kon zien.
Het dringt nu pas tot mij door wat een geluk ik heb gehad, dat die steen daar lag en dat ik blijkbaar toch niet zo belabberd gooi. Ik slik even. Sluit mijn ogen en probeer dat moment te vergeten. Dan zwaai ik mijn benen over de rand van het bed en loop naar de stoel waar een schone jurk op mij wacht.

Als ik aangekleed beneden kom zie ik dat Bertha er niet is en mijn vader ook niet.
Ik frons mijn wenkbrauwen als ik zie dat er al wel een ontbijt staat te wachten. Ach ze zullen zo wel komen. Gauw begin ik aan mijn ontbijt, als ik buiten opgewonden stemmen hoor. Wie zijn dat? Glurend kijk ik naar buiten. Wacht dat kan niet! Geschrokken verslik ik mij bijna in mijn brood! Benauwd weet ik snel een slok water naar binnen te persen. Hoestend en proestend loop ik op een drafje naar buiten en ga achter een stapel houtblokken zitten. Zo kan ik goed horen wat er gezegd word:
‘nee meneer, ik verzeker u ze was gisteravond de hele tijd binnen’ hoor ik mijn vader zeggen.
-‘ laat het even duidelijk zijn, dat als ik wie dan ook zijn of haar dochter buiten het dorp zie lopen, ik die oppak wegens het aanvallen van een van onze ruiters, Is dat heel duidelijk?’ gaat de zwarte ruiter verder. Dat is een van de vijf die mij gisteren wilden vermoorden! Ik herken zijn stem! Mijn adem stokt in mijn keel als ik daar aan denk. ‘Rustig blijven Avelin’ kalmeer ik mijzelf. ‘Ah je bent dus al wakker!’ roept een bekende stem. Geschrokken draai ik mij om, maar had eigenlijk niet hoeven schrikken van het vriendelijke gezicht van Bertha. ‘Ja, het was een lekker ontbijt’ zeg ik blij.
‘Maar zeg Avelin, jij ziet hier de boel toch niet te bespieden he?’ vraagt ze met een argwanende trek op haar gezicht.
-‘Nee, natuurlijk niet, ik zocht mijn kettinkje’ lieg ik keihard.
‘Ja dat zal, en waar was je gisteravond dan? zeker aan het zoeken op de mestkar?’ zegt ze terwijl ze wegloopt, maar voor ze zich omdraait knipoogt ze naar mij. Oeps, betrapt fluister ik verbaasd.
Voor haar kun je niks geheim houden dat blijkt wel weer. Hoofdschuddend loop ik naar de stallen, waar ik Mira een aai over haar neus geef. De rest van de ochtend verzorg ik Mira en geef de paarden te eten. Net als ik de stal uit wil lopen, staat mijn vader voor mijn neus.
‘Luister lieverd, ik wilde nog zeggen dat het mij spijt voor wat er gisteren gebeurt is, de zaken gingen niet zo goed’ zegt hij al krabbend achter zijn hoofd. Meteen vergeet ik weer waarom ik zo boos was op hem.
En voor hij het weet heeft hij een knuffel te pakken. ‘Ik begreep het wel’ zeg ik als ik hem weer los laat.
-‘Mooi, zullen we is even een paar paarden nieuwe ijzers gaan geven?’ vraagt hij.
Ik knik. Het gaat vlot en we hebben al veel paarden beslagen als mijn vader vraagt of ik wat te drinken wil halen en een flesje met de naam ‘wondergoed’. Wondergoed? Grinnik ik als ik de herberg binnen loop. En waar moet dat staan dan? zoekend kijk ik in de kast, maar kan het niet vinden. Misschien in de keuken? Verwart loop ik de gang door als ik te laat op kijk en tegen iemand aan bots.
Met een dreun val ik op de grond en mijn ‘botst - partner’ ook.
‘Auw’ zeg ik pijnlijk terwijl ik over mijn voorhoofd wrijf. Maar dan bedenk ik me dat ik wellicht niet de enige ben met pijn. Ik open mijn ogen om te kijken wie de andere pechvogel is.
Op de grond ligt een knappe jongen, aan zijn gezicht te zien heeft hij duidelijk meer pijn dan ik.
‘Sorry, het spijt me gaat het?’ vraag ik voorzichtig terwijl ik mijn hand uitsteek om te helpen.
- ‘jawel hoor, het gaat wel’ zegt hij met een gezicht vol pijn.
‘kom ik help je wel overeind’ zeg ik terwijl ik hem overeind trek. Voor een seconde kijk ik in zijn ogen.
ik zie tranen in zijn ooghoeken, zijn ogen verraden dat hij veel pijn heeft…en er is nog iets, maar ik kan niet zeggen wat het is, het lijkt haast wel haat. Zijn ademen gaat schokkend en met veel moeite, maar het klinkt zo vertrouwd. Een warm gevoel bloeit er in mijn maag. Het lijkt wel alsof mijn hart een slag overslaat. En dan is het moment verdwenen, het leek wel een eeuwigheid maar het was niet meer dan twee seconden.
‘weet je zeker dat alles goed gaat?’ vraag ik nog een keer.
- ‘ ja, het gaat goed’ herhaald hij zacht.
Wat ik niet door heb, en hij blijkbaar ook niet, is dat ik nog steeds zijn hand vast houd.
Als ik naar mijn hand kijk zie ik het pas, gauw laat ik hem los. Maar dan valt mijn oog op zijn gehele arm. Allemaal blauwe plekken en schrammen. Zonder er bij na te denken pak ik zijn arm en vraag:
‘Je bent gewond hoe kan dat? Viel je net zo hard?’
- ‘ ik…--‘ meer als dat kan hij niet zeggen want Bertha onderbreekt ons.
‘Avelin, ik zie dat je Levi al hebt ontmoet?’ zegt ze lachend.
‘Je vader heeft hem gisteren gevonden, hij had een pijl in zijn schouder en is behoorlijk hard van zijn paard afgevallen’ gaat ze verder. ‘Hij is vanochtend pas bijgekomen’ zegt ze terwijl ze glimlachend naar Levi kijkt. Ik kijk van de een naar de ander. Maar mijn ogen blijven steken bij Levi. Hij kijkt met zijn ogen naar de grond, net alsof hij niet hier is, maar ergen anders. ‘Bertha vind je het goed als ik met hem mee loop naar boven? We hadden net een botsing en ik denk dat dit wel het minste is wat ik kan doen om het goed te maken’ vertel ik haar. ‘Natuurlijk is dat goed help hem maar naar boven en spoel je de wond ook even? Komt juist goed uit ik moet nog even een flesje wondergoed halen’ zegt ze terwijl ze van mij wegloopt.
‘Zal ik je helpen?’ vraag ik aan hem.
Een glimlach verschijnt op zijn gezicht en hij knikt instemmend. Blij help ik hem naar boven, wat een bijzondere jongen! Hij is anders als de andere. Het duurt even maar dan zijn we op de kamer waar hij bij is gekomen. ‘Hoe voel je je? Vraag terwijl ik een koude doek op zijn voorhoofd druk.
- ‘Het gaat prima’ fluistert hij.
‘Dat denk ik niet, ik zie wel hoeveel pijn je hebt, je hoeft je echt niet groot te houden’ grinnik ik.
Een klein lachje verlaat zijn mond. Dapper, vind ik. Als je bedenkt dat een dag geleden nog een pijl in zijn schouder zat.
‘Wat is er gisteren eigenlijk gebeurt?’ vraag ik.
- ‘ ik werd achtervolgt en toen…AAU’ schreeuwt hij het uit van de pijn.
En als ik het verband er af haal snap ik waarom. Zijn hele boven lichaam zit nog onder ergere blauwe plekken en schrammen. Ook de schouder wond is echt heel erg groot. Ik moet even slikken tegen de tranen om niet te gaan huilen van medelijden. Zachtjes maak ik de wond schoon en wikkel er nieuw verband om heen. ‘Levi, deze verwondingen komen toch niet alleen maar door dit ongeluk? Vraag ik met beverige stem.
- ‘ nee, dat klopt’ is zijn fluisterende antwoord.
Als ik klaar ben ga ik voor hem staan. ‘Wie doet dit Levi?’ vraag ik voorzichtig.
- ‘Dat kan ik niet zeggen’ zegt hij angstig als hij voorzichtig gaat liggen.
Net als ik wil weggaan, pakt hij mijn hand. Dat zelfde warme gevoel schiet door mijn maag en vragend kijk ik naar zijn mooie maar betraande ogen.
‘Wil je goed voor Brego zorgen? Mijn hengst? Vraagt hij vermoeid.
- ‘Ja, dat zal ik doen’ antwoord ik fluisterend en vol medelijden. Als ik de kamer uitloop, draai ik mij nog één keer om naar Levi die inmiddels in slaap is gevallen. Wat maar goed is ook…






ps: Levi liegt over hoe zijn paard heet enz omdat Avelin er niet achter mag komen wie hij echt is: de zoon van de 'schurk'
Laatst bijgewerkt door Muurp op 29-10-13 09:04, in het totaal 1 keer bewerkt
Reden: TAG toegevoegd.

Vereentjex

Berichten: 973
Geregistreerd: 28-03-13
Woonplaats: in't leukste dorpje van Nederland

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 11-08-13 23:22

upje

taartjee
Berichten: 2639
Geregistreerd: 10-04-12

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 11-08-13 23:30

Het is echt een flinke lap tekst, maar zo de moeite waard om het te lezen ;)

Vereentjex

Berichten: 973
Geregistreerd: 28-03-13
Woonplaats: in't leukste dorpje van Nederland

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 11-08-13 23:32

ja dat zeker maar hier hebben we dan ook hard op zitten blokken :)

taartjee
Berichten: 2639
Geregistreerd: 10-04-12

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 11-08-13 23:37

Oh, en voor de mensen die zich afvragen waarom er [shirt/hemd] staat in het begin van het verhaal, ben nog op zoek hoe zo'n ding heet :+

Vereentjex

Berichten: 973
Geregistreerd: 28-03-13
Woonplaats: in't leukste dorpje van Nederland

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 11-08-13 23:39

ach ik denk dat de meeste slapen :)

xDaphnexx

Berichten: 1073
Geregistreerd: 24-12-12
Woonplaats: Dordrecht

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-08-13 00:31

Nee hoor leuk verhaal ik volg

Kaus

Berichten: 9566
Geregistreerd: 30-07-11
Woonplaats: Vaals

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-08-13 00:40

Ik ben nu bij deel 3 en vind het een leuk verhaal! Ik lees 's ochtends de rest, ben er nu te moe voor :P
Tips: Let op je punten, komma's en uitroeptekens. Soms staat er zonder reden een komma en soms had je beter een uitroepteken kunnen gebruiken dan een punt. Zoals bij de zin waar Ben wordt omgedraaid en hij het uitschreeuwt van pijn, bij die tweede zin staat geen uitroepteken terwijl hij daar toch echt schreeuwt. Probeer op dat soort dingen te letten.
Verder is het soms wat onduidelijk wie de 'hij' is in de tekst. Bij het stukje waar Ben de staldeur open doet bijvoorbeeld gebruik je het woord 'hij' daar was het mij de eerste keer niet helemaal duidelijk of het daar om het paard ging of om Ben die achteruit stapt. En ook valt het me bij sommige zinnen op dat je ze te kort maakt, dan gebruik je wat te weinig 'hij' of 'mijn'. In spreektaal zou je zulke dingen kunnen gebruiken maar met lezen is het niet fijn. Ik weet niet meer bij welke zinnen het me opviel maar een voorbeeld.
'Met mijn ene hand pak ik mijn tas en loop de klas uit.' Dat zijn (i.m.o. iig) te korte zinnen die net niet helemaal lekker lopen.

Dit zijn natuurlijk maar kleine dingen die ik heb genoemd maar als je daar op let is het een goed geschreven verhaal! :j

Sabbientje

Berichten: 5028
Geregistreerd: 15-03-04
Woonplaats: Poortugaal

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-08-13 09:07

Zag een paar typfoutjes, maar niets schokkends.
Verhaal leest lekker weg.
Ben benieuwd naar de rest van het verhaal.

taartjee
Berichten: 2639
Geregistreerd: 10-04-12

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-08-13 10:35

Dankjulliewel!
Ik ga vandaag weer een heel stuk erbij schrijven, maat wat vereentje gaat doen weet ik niet ;)
Typfouten gaan we controleren, zinnen nog even nakijken en desnoods verbeteren!
Als het goed gaat en Verena is het er mee eens, misschien vanavond weer een upje!

Vereentjex

Berichten: 973
Geregistreerd: 28-03-13
Woonplaats: in't leukste dorpje van Nederland

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 12-08-13 10:42

Bedankt allemaal! ook voor de tips! denk vanavond wel weer een upje :)

Juuultjee

Berichten: 968
Geregistreerd: 18-12-11

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-08-13 12:16

Update! Wat een geweldig goed verhaal!

xDaphnexx

Berichten: 1073
Geregistreerd: 24-12-12
Woonplaats: Dordrecht

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-08-13 15:37

Jaa update

Nienke98
Berichten: 1046
Geregistreerd: 28-02-12
Woonplaats: Nederland

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-08-13 15:44

Heee, Taartje Vereentje!! Jullie zijn geweldig en jullie mede SGB-er en grootste fan komt zich even melden.
Ik heb er geen woorden voor zo goed is het. Wauwie!! 8-)

Pff, als ik mijn verhaal daarnaast leg verbleekt het erbij :')

Maar serieus ga zo door! _/-\o_

taartjee
Berichten: 2639
Geregistreerd: 10-04-12

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-08-13 15:45

Dankjewel Nienke!
En dat is helemaal niet waar! Jou verhaal is ook super goed!

Nienke98
Berichten: 1046
Geregistreerd: 28-02-12
Woonplaats: Nederland

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-08-13 18:58

Als jij het zegt taartje. :o
Komt er vanavond weer een upje?

Vereentjex

Berichten: 973
Geregistreerd: 28-03-13
Woonplaats: in't leukste dorpje van Nederland

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 20-09-13 18:13

Mensen we zijn bezig met een nieuwe update! voor de geïntereseerde!

Juuultjee

Berichten: 968
Geregistreerd: 18-12-11

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 21-09-13 09:53

Joepieeeee

xDaphnexx

Berichten: 1073
Geregistreerd: 24-12-12
Woonplaats: Dordrecht

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 22-09-13 11:24

Jeeeeh

Nienke98
Berichten: 1046
Geregistreerd: 28-02-12
Woonplaats: Nederland

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 25-09-13 19:57

*\o/* Ik ben benieuwd!

Nienke98
Berichten: 1046
Geregistreerd: 28-02-12
Woonplaats: Nederland

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-10-13 01:54

upje? :Y)

Juuultjee

Berichten: 968
Geregistreerd: 18-12-11

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-10-13 18:46

Upjeeeee

taartjee
Berichten: 2639
Geregistreerd: 10-04-12

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-10-13 19:31

Ik ben hard aan het schrijven voor een upje :)

Juuultjee

Berichten: 968
Geregistreerd: 18-12-11

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-10-13 19:32

:)

Pina22
Berichten: 472
Geregistreerd: 20-12-12

Re: Samen geschreven verhaal: Unica: vluchten kan niet meer

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-10-13 19:50

Leuk verhaal weer, ik volg! Ik vind alleen dat die 'benjamin' wat 'modern' praat tegen zijn vrienden voor iemand uit de 18e eeuw. Ik weet er niet zo veel van, maar ik denk niet dat ze toen zeiden: 'Gast! Wacht ff!' :P maar dat is maar een klein puntje, het is echt een heel leuk verhaal!