[VER] Onrust

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

[VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-02-13 17:35

Hoi, bedankt voor het openen van mijn topic :)
Ik ben bezig met een verhaal schrijven. Ik ben hier al langere tijd mee bezig, maar heb vandaag besloten dat ik er ook echt een lang verhaal van wil gaan maken en eventueel ook wil laten uitgeven, als ik goede reacties ontvang. Daarom zou ik heel graag tips willen horen en/of inspiratie :D

In het kort: Het gaat over een meisje, Hanna, die erg gepest wordt op school. Ze woont op het platteland en heeft een hekel aan de stad en haar school. Op een dag op school krijgt ze een vreemd soort visioen. Vanaf die dag staat haar leven op z'n kop en vinden er veel veranderingen plaats ;)

Nouja, veel leesplezier en ik zou het heeeel erg waarderen als jullie tips/tops zouden willen geven! :D


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hoofdstuk 1

Ik snak naar adem, terwijl ik door het bos ren. Het regent pijpenstelen en de lucht is donkergrijs, de wolken hangen als een onheilspellende deken over het landschap. Ik volg de vogels, die weten vast waar ze naar toe moeten om deze plenzende regen te ontwijken. Het lijkt wel alsof het er steeds meer worden. Meer vogels. En de regen blijft erger worden.
Waarom ben ik dan ook zo stom om met dit weer naar buiten te gaan? Ik wist dat het zou gaan regenen. Maar ik moest er even uit, anders zou ik gek worden in ons huis. Mijn vader is op zakenreis. Niet dat ik dat erg vind, ik vind het juist heerlijk om alleen thuis te zijn. Het is alleen zo jammer dat ik verder niemand heb: mijn moeder is vorig jaar omgekomen bij een ongeluk op haar werk in de fabriek. Vanaf die dag verafschuw ik alles wat ook maar met machines te maken heeft. Het beeld van haar half verbrande lijf wat stil, koud en stijf in de kist lag staat op mijn netvlies gebrand. Het komt nog regelmatig terug in mijn dromen, waarna ik met een schreeuw wakker schrik.

Dan doemt er op precies het goede moment een stenen huisje tussen de bomen op. Ik ren er zo snel als ik kan heen en rammel aan de deur. Godzijdank, hij zit niet op slot. Ik ben net op tijd binnen: een bliksemflits slaat zo’n 25 meter verder in een boom.
Ik controleer mijn voorraad. Ook al leven we in de 21e eeuw, ik verzamel liever mijn eigen eten in de natuur dan dat ik het in de supermarkt koop, waar er allemaal chemische goedjes doorheen zijn gemengd. Geleerd van mijn moeder. Ze was echt zo’n stoer vechterstype, waar je niet mee moest spotten. Maar ze had wel een gouden hart en was de liefste moeder die ik me kon wensen. Ze had me al van jongs af aan geleerd om goed voor mezelf te zorgen. Nu zij er niet meer is komt dat goed van pas. Het scheelt ook wel dat we op het platteland wonen, waar niemand op ons let. Geen boswachters die zeggen dat je niet mag jagen of paardrijden in dit gebied. Alleen mijn vader, mijn zusje Lize, een paar andere gezinnen en ik. Voor de rest woont iedereen verderop in het dorp.
Wij wonen in een groot huis met een aantal weilanden en we hebben drie paarden, twee van mij en één van mijn zusje. Mijn ene paard, Chester, is een echte wildebras. Het lijkt wel alsof hij longen heeft zo groot als een huis, zo lang en hard kan hij galopperen. We maken vaak lange ritten door het bos, soms samen met mijn zusje op haar pony Mia. Dan is er nog de kleine Polly, een echte diva. Ze dient eigenlijk vooral als gezelschapspony. We hebben haar al sinds ze een veulentje was, en ze is nu 15 jaar oud. Zelf ben ik ook 15, dus ze kwam tegelijk met mij. Verder hebben we een aantal geiten, heel veel kippen en een drie katten. Al met al een gezellige boel bij ons thuis, behalve dus dat mijn vader alles in zijn eentje moet zien te regelen.

De regen begint minder te worden. Ik denk dat het de beste keus is om nu terug naar huis te gaan, voordat het zo meteen wéér losbarst. Ik pak mijn rugzak en open de deur van het huisje. Terwijl ik kijk of de kust veilig is, loop ik behoedzaam het huisje uit. Ineens hoor ik hard gekraak in het bosje naast me. Ik draai me met een ruk om. Nadat ik een paar stappen achteruit heb gedaan zie ik dat het maar een vos is. Niets om me zorgen over te maken. Het wemelt in dit bos van de vossen. Ik loop verder, in een hoog tempo maar wel op mijn hoede. Er zitten niet alleen onschuldige dieren in het bos. Zoals het grote zwijn dat ik een keer bijna te pakken had, maar zich opeens tegen me keerde. Ik had geluk dat ik dicht bij huis zat, anders had het heel anders af kunnen lopen.

‘Psst!’
Wat hoorde ik daar? Het klonk niet als een dier.
‘Psssst! Hanna! Kom eens!’
Nu hoor ik het, het is gewoon Sep, de jongen van de buren. Het is een echte mafkees en hij duikt overal op. ‘Hey Sep, wat doe je hier? Zit je niet liever thuis met dit noodweer?’ vraag ik, terwijl ik naar de boom loop waar hij zich achter verschuilt. ‘Nee, mijn ouders hebben ruzie. Had ik geen zin in. Maar iets heel anders: ik hoorde mensen op straat smoezen, alsof ze een geheim bespraken. Ik kon het niet zo goed horen, maar volgens mij ging het over een nieuwe burgemeester. Weet jij daar misschien iets van?’
Ik schud mijn hoofd. Als het waar is, is het geen goed nieuws. De huidige burgemeester laat ons zo vrij als een vogel en heeft nergens bezwaar tegen. Helaas is de beste man al 60 jaar, en niet zo gezond meer. Als er een nieuwe burgemeester komt, gaat alles beslist veranderen. Maar waarom zou burgemeester Van Haren het dorp verlaten? Zou er iets zijn wat wij niet weten?
‘Hmm. Misschien is er wel iets met zijn familie, of wil hij gewoon een ander beroep. Of er is iets met zijn gezondheid. We zullen het vast wel te weten komen als het echt zo is,’ zeg ik, ‘maar vind je het heel erg als ik nu naar huis ga? Ik moet nog een aantal dingetjes doen, en ik wil niet nog een keer in zo’n plensbui terechtkomen.’
Sep kijkt een beetje teleurgesteld, maar stemt in en loopt mee richting de huizen. Onderweg kletsen we nog wat over koetjes en kalfjes, tot we aankomen bij mijn huis. Het huis waar Sep woont staat 50 meter verderop, zo gaat dat op het platteland. Ik zwaai hem uit en loop naar binnen.

De regendruppels druipen op de vloer, maar ik let er niet op. Ik ren meteen naar de woonkamer om het nieuws van Sep aan mijn vader te vertellen, tot ik me bedenk dat hij op zakenreis is. Dat is nou elke keer zo vervelend, ik heb niet echt iemand om mee te praten. Natuurlijk heb ik mijn zusje, maar die is pas 9 jaar oud en dus te jong om de meeste dingen te begrijpen.
Plots zie ik dat ik bruine voetstappen heb achtergelaten in de woonkamer. oliebol! Snel pak ik een dweil en maak ik de vloer schoon. Als mijn vader dit zou zien, zou hij razend worden.

Ik grijp naar de telefoon en tik het nummer van de tweeling in. Noor en Feline Hoogvliet, de zusjes die bij mij in de klas zitten en tevens mijn beste vriendinnen zijn. Ze zijn superslim en beeldschoon, en af en toe ben ik best jaloers op ze. Maar ik mag niet klagen.
‘Hallo, met Noor Hoogvliet,’ hoor ik aan de andere kant van de lijn.
‘Hee Noor! Met Hanna, ik moet je wat vragen!’
‘Oké dan, kom maar op. Wacht even, ik zet de telefoon op luidspreker, dan kan Fee ook meeluisteren.’ Ik wacht een paar tellen en haal dan diep adem.
‘Goed, ik liep net in het bos en daar kwam ik Sep tegen. Hij vertelde dat hij een aantal buurtbewoners hoorde praten over een nieuwe burgemeester, weet jij daar meer over? Het zou wel heel raar zijn toch? Ik hoop echt niet dat het waar is, het zou vreselijk zijn! Zie je het al gebeuren?’
Ik hoor Feline wat mompelen.
‘Fee zegt dat ze ook wat gehoord heeft. Ze ving op school een gesprek op tussen Max en Lucas, die hadden het ook al daarover. Ze kon alleen niet zo goed verstaan wat ze zeiden.’, zegt Noor.
Ik zucht. Dan wordt het helaas wachten tot het nieuws bekend wordt gemaakt, maar dan is het dus al te laat.

Hoofdstuk 2

Goedemorgen, het is dinsdagochtend 23 november 2012. Het wordt vandaag bewolkt met af en toe een regenbui. Vanavond en vannacht is het droog en er is weinig bewolking. De temperatuur daalt naar een graad of 2. Aan het begin van de middag…’
Ik geef een klap op mijn wekker. Jeetje, het is alweer 23 november, wat gaat de tijd snel. Over een week is het een jaar geleden dat mijn moeder om het leven kwam. Lize en ik hebben het idee om een schilderij te maken om in huis op te hangen. Het moet een bijzonder schilderij worden, waarin de schoonheid van haar leven terugkomt. Hopelijk helpt dat om het verlies te verwerken, want ik heb het er nog vaak moeilijk mee. Als ik mijn vriendinnen zie met hun moeder moet ik toch altijd nog even slikken.

Snel stap ik mijn bed uit, doe mijn pantoffels aan en loop duffig naar beneden, waar mijn vader aan de eettafel zit. Hij leest de krant van vandaag en naast hem staat een dampende kop koffie. ‘Pap! Je bent terug!’ roep ik, en ik vlieg hem om de hals. ‘Au!’ Ik voel een hete plens koffie over me heen komen. Goed gedaan Hanna! Je ziet je vader een tijdje niet en bij de eerste ontmoeting zorg je meteen alweer voor problemen. ‘Au, pap, help me!’ Mijn vader schrikt op en haalt een kan water uit de keuken, die hij over mijn been leegschenkt. ‘Goed bezig, je mag wel wat beter uitkijken! Volgende keer niet zo uitbundig op me af springen… Je bezorgt me nog eens een hartaanval.’ zegt hij chagrijnig, en hij gaat weer verder met lezen.
Pff, zo bedoelde ik het toch niet. Ik pak een nat doekje uit de keuken en houd hem op mijn been, terwijl ik de trap op loop naar mijn kamer. Hoe kan hij zich nou zo gedragen? Is hij niet blij dat hij me weer ziet? Wat is er toch met hem aan de hand de laatste tijd, hij gedraagt zich zo raar en afstandelijk…
Op mijn kamer barst ik in huilen uit. Ik ben echt een emotioneel wrak de laatste tijd. Misschien komt dat omdat mama bijna een jaar dood is, of omdat ik gewoon niet lekker in mijn vel zit. Na 10 minuten schrik ik op: ik moet naar school! Snel gris ik mijn schooltas van de grond, ren de trap af en gooi een appel en een krentenbol in mijn tas. Voor ik het weet zit ik op de fiets. Als ik nou maar doorfiets, dan ben ik hopelijk nog op tijd.

Na drie kwartier fietsen ben ik eindelijk bij mijn school. Ik kom aan bij mijn kluisje en gooi mijn jas erin. Zo snel als ik kan moet ik naar lokaal 30, waar ik biologie heb. Ik wurm mezelf door de mensenmassa op de trap en ren de gang door. Precies tegelijk met de bel stap ik het lokaal binnen. Gehaald! Wat een opluchting.
‘Hee puistenkop, waarom ben je zo laat? Heb je onderweg stiekem een zak chips weggevreten ofzo?’
O ja. Bijna vergeten. De grootste pester van allemaal zit aan de tafel bij de deur en zorgt zoals altijd weer voor een warm welkom. ‘Hou je kop, Roy!’ roept Noor, die aan de andere kant van de klas zit. Stilletjes loop ik naar mijn tafel, vlak voor het bureau van meneer Hoeks. Ik ga zitten en pak snel mijn boeken uit mijn tas. Wat haat ik die jongen toch. Ik haat school. Ik haat de stad. Het liefst ben ik gewoon de hele dag aan het ronddwalen in het bos.
Eigenlijk haat ik de hele klas, behalve Noor en Feline. De enige vriendinnen die ik heb. En daar ben ik blij mee. Maar op de momenten dat ze niet bij me zijn, voel ik me zo klein. De pesters maken me het leven zuur op school. Ik probeer me er niet al te veel van aan te trekken omdat ik weet dat ze dat alleen maar leuk vinden, maar toch is dat moeilijk. Soms is de maat gewoon vol. Dan schreeuw ik of vecht ik en wordt het uiteindelijk alleen maar erger. Het is een vicieuze cirkel en ik weet niet hoe ik eruit moet komen.

Plotseling wordt het zwart voor mijn ogen, ik denk dat ik op het punt sta flauw te vallen. Ik wacht, omdat ik er toch niks aan kan doen. Maar ik val niet. Ik zit nog steeds. Hoe kan dat? Ineens wordt het fel en helder wit voor mijn ogen. Cijfers vliegen mijn gezichtsveld in en dansen voor mijn ogen. Groene, blauwe, rode, oranje cijfers. Ze draaien rond en komen dichterbij. Waar ben ik in beland? Een droom? Nee, dat kan niet, ik zit op school. Ik probeer mezelf terug te halen naar de werkelijkheid maar mijn hersenen slaan op hol. De cijfers draaien steeds sneller, ik krijg er hevige hoofdpijn van. Ze vormen uiteindelijk het cijfer 34. Dan verdwijnen ze.

Ik kan ineens alles weer zien en horen. Wat had dat te betekenen? Veel tijd om er over na te denken heb ik niet, want de bel gaat en de klas verzamelt zich bij de deur om het lokaal te verlaten. Ik schrik op en pak snel mijn spullen in. Noor en Feline komen bij mijn tafel staan. ‘Waarom was je zo laat,’ vraagt Feline, ‘We dachten dat er iets ergs met je was gebeurd!’
Ik glimlach. ‘Tuurlijk niet, ik had gewoon wat vertraging. Niks aan het handje’. Ze hoeven niet te weten dat ik vanochtend weer een huilbui heb gehad. Ik wil me geen aansteller voelen. ‘Gelukkig maar.’ zegt Noor met een lach, en we lopen met zijn drieën naar de kantine. Daar staat een groepje jongens in zwarte kleding. Wie zijn dat? Ik heb ze nooit eerder gezien. Ze zien er nogal ruig uit, niet mijn type in ieder geval.

Ik dwaal weer af naar de situatie die zich in de les afspeelde. Al die cijfers, 34… 34… Waarom 34?
Plots hoor ik Noor een beetje geïrriteerd mijn naam zeggen. ‘Hanna? Hanna! Kom je mee? We moeten naar natuurkunde, anders komen we te laat.
‘Oja, sorry. Gaan jullie maar alvast, ik moet nog even langs het toilet. Tot zo.’
Terwijl ik naar de deur van de kantine loop, moet ik langs de prullenbak om mijn plastic zakje weg te gooien. Ik loop erheen, en als ik er bijna ben zie ik vanuit mijn ooghoek iets op me af komen. Een boterham. Voor ik het weet ben ik geraakt en zit er pindakaas op mijn gezicht en in mijn haar. Snel gooi ik mijn zakje in de prullenbak en loop weg. De tranen prikken in mijn ooghoeken. Ik neem niet eens de moeite om te kijken wie de boterham heeft gegooid.

Hoofdstuk 3

Ik loop lokaal 03 binnen, waar ik natuurkunde heb. De hele klas zit er al en staart me aan. Noor en Feline kijken me niet-begrijpend aan. Ik leg snel het briefje van de conciërge op het bureau van meneer de Haan en loop naar mijn tafel. Weer zit ik alleen.
Het duurde lang voordat ik de pindakaas uit mijn haar had gekregen. Ik heb een hele wc-rol gebruikt om mijn gezicht en haren schoon te maken, en mijn tranen zo goed mogelijk weg te vegen. Hopelijk is het niet aan me te zien dat ik gehuild heb. Meneer de Haan leest het briefje en kijkt me vol medelijden aan. Juist hierom ga ik eigenlijk nooit naar de conciërge als zoiets gebeurt, maar dit keer kon ik het niet laten. Ik wíl niet dat mensen medelijden met me hebben, en docenten al helemaal niet.
Ik zit verdiept in de opdrachten over elektriciteit als ik plotseling een hand op mijn schouder voel. Ik schrik op en kijk achterom. Het is meneer de Haan. Snel kijk ik weer naar de opdrachten en hoop ik dat hij me loslaat. Het lijkt erop dat hij de boodschap begrijpt, en haalt zijn hand van mijn schouder.


Verder ben ik nog niet, ik wil eerst graag horen wat jullie er van vinden :)

ankehoix
Berichten: 716
Geregistreerd: 14-10-12
Woonplaats: Fryslân

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst: 25-02-13 18:07

Ik moet zeggen dat ik ontzettend benieuwd ben hoe het verder gaat en hoe het afloopt! :D
Volgens mij is dat ontzettend positief :+

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-02-13 18:31

Dankje! Leuk om te horen :)

LoveBodin

Berichten: 4528
Geregistreerd: 18-12-09
Woonplaats: Under The Northern Lights

Link naar dit bericht Geplaatst: 25-02-13 18:59

Goed geschreven!
Ik wil nu al een vervolg }> :Y)

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-02-13 21:29

Haha, ik ga morgen verder schrijven :D

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 26-02-13 18:44

Opgelucht haal ik adem. Vanaf de eerste les natuurkunde vind ik de Haan al een engerd. Ik vertrouw hem niet. Eigenlijk vertrouw ik bijna niemand, maar hem in het speciaal niet.
‘O mijn God! Een 8,5! Hanna, wat heb jij?!’ hoor ik Feline opgewekt door de klas roepen. Ik heb geen idee, er ligt nog geen blaadje op mijn tafel. De Haan loopt rond met de stapel nagekeken toetsen. Bij mijn tafel stopt hij. Hij gaat op zijn knieën zitten en legt zijn hand op mijn bovenbeen. Help! Mijn gevoel zegt dat ik hier zo snel mogelijk vandaan moet. Ik voel een koude rilling over mijn rug als hij zijn hand langzaam verschuift richting mijn buik. Ik wil iets zeggen, maar er komt geen woord uit mijn mond. Na veel moeite weet ik er een zacht hoog piepje uit te persen. De Haan kijkt me aan met zijn donkerblauwe ogen op een manier die ik nooit eerder heb meegemaakt. Ik hou het niet meer. Ik schuif mijn stoel naar achter en ren het lokaal uit. Ik moet hier zo snel mogelijk weg! Weg uit deze school. Weg van deze poedersuiker met zijn idiote pestkoppen.

Buiten adem kom ik aan bij mijn fiets. Ergens achter me hoor ik geroep, maar ik luister niet. Ik haal mijn fiets van het slot en ga erop zitten, om vervolgens op vol tempo het schoolplein af te fietsen. De wind suist langs mijn oren als ik de heuvel af rijd. Ik moet zo ver mogelijk weg van school. Nooit meer wil ik terug. Ik meld me gewoon elke dag ziek. De woede raast nog steeds voort in mijn hoofd. Ik voel de kriebels in mijn buik. Als ik niet snel rustig wordt, ga ik ontploffen. Ik wil iemand slaan. Ik wou dat Roy hier was, dan zou ik hem helemaal in elkaar slaan. Het getreiter zat me al heel hoog en die actie van de Haan was de druppel. Ik ga veranderen. Ze zullen me niet meer herkennen. Ik ben nog lang niet verslagen. Ik ben pas verslagen als ik zelf opgeef.

Hoofdstuk 4

Noor en Feline hebben me al twintigduizend keer gebeld, volgens mij. Mijn telefoon piept om de zoveel seconden door binnenkomende Whatsapp-berichtjes. Maar ik heb nu even helemaal geen zin om erop in te gaan. Ik ben een plan aan het uitstippelen. Een plan waarmee ik voor eens en voor altijd afscheid zal nemen van de oude ik. Als mijn telefoon weer het irritante piepgeluid maakt, zet ik hem uit. Ik besluit even naar het bos te gaan, een frisse neus halen. Al dagen zit ik op mijn kamer te niksen. Papa is voor de verandering weer eens op zakenreis, naar Berlijn dit keer. Alle tijd voor mezelf dus. Ik ga toch nooit meer naar school.

Op mijn weg naar het bospad kom ik langs de stallen. Chester hinnikt opgewekt. Laat ik maar eens een buitenrit gaan maken, dat heb ik lang niet gedaan. Ik moet even mijn hoofd helemaal leeg maken.
Ik haal Chester uit zijn stal en zet hem vast aan het hek. ‘Chester, Chester, wat ben je toch weer vies. Kan ik weer een uur lang gaan borstelen.’ zeg ik tegen hem met een grijns. Ik vind het niet erg. Hij zorgt voor afleiding, dat heb ik harstikke hard nodig. Zonder hem zou ik al lang depressief zijn, denk ik. Ik twijfel eigenlijk of ik dat nog niet ben. Als het zo doorgaat zit het er in ieder geval wel aan te komen. Ik loop naar de schuur en pak de bak met borstels van de plank. Chester schudt ongeduldig met zijn hoofd, hij kan niet wachten om het bos in te gaan. Wat ben ik blij dat er dieren bestaan. Dieren hebben geen vooroordelen, dieren pesten niet. Ik zou ook zo al mijn geheimen aan hem kunnen vertellen, hij praat toch niet terug. Chester is mijn uitlaatklep.

Ik ben eindelijk klaar met borstelen, als ik ineens de voordeur dicht hoor slaan. Het is Lize.
‘Hanna! Ik kwam Noor en Feline tegen op de fiets. Ze vroegen waar je was. Ben je niet naar school gegaan? Waarom niet? Ze maken zich enorme zorgen. Het is niet zo aardig van je om niks te laten horen…’ ratelt ze. Mijn zusje kan wel een uur aan één stuk door praten. Gek word ik ervan. ‘Lies, laat dat nou maar aan mij over. Ik regel mijn eigen zaakjes wel.’ Verder besteed ik er maar geen aandacht aan. Ik heb geen zin in een zusje dat zich constant met mijn leven bemoeit. Toch spookt het wel door mijn hoofd wat ze zei. Ik laat Noor en Feline echt in de steek, terwijl ze altijd voor me opkomen… Ik sla met mijn vuist hard tegen de stenen muur. Dat doe ik wel vaker, om mezelf te straffen. Wat ben ik toch een stom wicht af en toe.

Het geluid van de stampende hoeven op het bospad ontspant me. Chester loopt vrolijk met zijn oortjes naar voren, nieuwsgierig naar elk klein dingetje in het bos. Dit is pas ultieme vrijheid. Met beide handen laat ik de teugels los. Chester weet de weg. Mijn rechterhand is warm en bonkt nog van de harde klap. Even doorbijten.
Ik voel met mijn linkerhand aan mijn gezicht. De reden waarom ze me pesten, volgens mij. Ze vinden me lelijk, een mislukkeling, een gedrocht. Als mensen dat zo vaak tegen je zeggen ga je dat vanzelf geloven. Mijn hand gaat omlaag naar mijn haar. Lange bruine lokken glijden door mijn vingers. Hoe vaak is er al aan deze haren getrokken? Hoe vaak heeft er kauwgom, pindakaas, of iets anders plakkerigs in gezeten? Na de tiende keer was ik gestopt met tellen.
Ik kijk omlaag naar mijn benen. Mijn paardrijdbroek zit strak om mijn bovenbenen, niet erg comfortabel. Ontelbare keren ben ik voor dikzak uitgemaakt, ik luister er nu zelfs naar. Niemand noemt me gewoon bij mijn naam. Behalve Noor en Feline, en mijn docenten. Gedachten over mijn twee vriendinnen vliegen door mijn hoofd, en dan zeg ik onbewust hardop: ‘Ik ga naar ze toe.’ Maar eerst moet ik veranderen.

Uitgeput kom ik weer aan bij de stal. Het is intussen al donker, ik denk dat het rond half zeven is. Wat zal ik vandaag voor eten maken? Ik denk dat ik wat voor Lize ga maken, maar zelf hoef ik niks. Er zit al genoeg vet aan mijn lijf.
‘Hannaaaa! Ik heb honger!’ krijst Lize vanuit haar slaapkamer. ‘Rustig aan, wees eens geduldig! Ik ben pas net thuis!’ roep ik naar boven. Mijn buik maakt een borrelig geluid. Ik doorzoek de keukenkastjes naar wat eetbaars. Spaghetti, rijst, lasagne.. Ah, daar staat nog een bak zelfgemaakte kippensoep. De hele dag was ik bezig met één van de oude overleden kippen te bereiden.
Daar kan ik toch wat van nemen, zonder al te veel binnen te krijgen. Bovendien is Lize dol op kippensoep. Ik vul twee kommen met de soep, de ene kom bevat enorm veel soep en de andere een klein laagje. Na een paar minuten afkoelen is het klaar om te eten, en ik roep Lize naar beneden. Ze pakt de volle kom soep en gaat achter de computer zitten. Wat kan ze toch asociaal zijn. Maar goed, ik ben zelf ook niet echt een goed voorbeeld voor haar. Mij overkomen alleen maar slechte dingen.

Hoofdstuk 5

Ik word wakker door de bel die hard rinkelt. Waarom doet Lize niet open? Ze is vast al naar school. Ik schuif mijn gordijnen opzij en werp een blik naar de voordeur. Het zijn Noor en Feline, en ze hebben iets bij zich. Moet ik open doen of niet? Ik besluit het niet te doen. Eerst moet ik de verandering ondergaan, ze mogen me pas zien als ik ben veranderd in de nieuwe ik. Ik ben nu niet goed genoeg.
Ik blijf kijken tot ze hun fietsen weer pakken en van het erf af fietsen.

Gisteren heb ik een pakje haarverf gekocht in de stad. Het is een vreemde kleur, een soort blauwzwart. Zenuwen gieren door mijn buik. Ik maak het pakje open en lees de instructies. Er zitten dunne handschoentjes bij. Ik trek de handschoentjes aan en sta op het punt de verf over mijn haar te verdelen.
Dan zie ik vanuit mijn ooghoeken een schaar liggen. Ik kijk in de spiegel naar mijn lange lokken. In één beweging gris ik de schaar van tafel en zet hem in mijn haar, net onder mijn oren. Als ik iets doe, dan doe ik het goed. Ik knijp mijn ogen dicht, durf niet te kijken. Met trillende handen zet ik door. Ik hoor de knip van de schaar en kijk naar beneden, waar een lang stuk bruin haar zielig op de grond ligt. Nu kan ik niet meer terug. Ik breng de schaar naar de andere kant van mijn hoofd en knip ook daar een lang stuk haar af. Waarom doe ik dit ook al weer? Oja, ik wil veranderen. Maar waarom, waarom doe ik het op deze manier?! Ik barst in huilen uit. Waar ben ik toch mee bezig de laatste tijd… Vroeger was ik altijd zo’n vrolijk type maar sinds ik op deze school zit is mijn zelfvertrouwen tot een dieptepunt gezakt. Als er dan ook nog creepy leraren op me af komen, hoef ik echt niet meer terug naar school. Stel dat iemand het te weten komt, dan ben ik al helemaal de klos. Dan hebben ze alleen maar méér materiaal om me de grond in te boren.

LoveBodin

Berichten: 4528
Geregistreerd: 18-12-09
Woonplaats: Under The Northern Lights

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst: 26-02-13 18:55

Leuk!

Je hebt echt een fijne schrijfstijl :)

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 26-02-13 19:11

Dankje! :)

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 26-02-13 19:12

Ik zit een beetje te twijfelen met welke lijn ik verder zal gaan:
De visioenen, de nieuwe burgermeester of het gepest/de enge docent? :P
Zit nu een beetje in de knoop met alle drie..

_Marell

Berichten: 1157
Geregistreerd: 23-08-11
Woonplaats: Enter, Overijssel

Link naar dit bericht Geplaatst: 26-02-13 19:15

Wat een spannend verhaal!
Ik volg. :)

LoveBodin

Berichten: 4528
Geregistreerd: 18-12-09
Woonplaats: Under The Northern Lights

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst: 26-02-13 19:28

Door elkaar?
Of even die visioenen op wacht zetten, die kunnen natuurlijk altijd nog terugkomen :). Net zoals dat de burgemeester nog wel een paar jaar door kan (in ene).
Pesten zou ik wel mee doorgaan, dat kan natuurlijk niet even op pauze :+

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 26-02-13 19:29

Klopt, dankje! Denk dat ik idd de burgemeester voorlopig niet terug laat komen. De visioenen zullen binnenkort wel weer aan bod komen en het pesten natuurlijk ook.

@Howrse, dankjewel! :D

Inney

Berichten: 6178
Geregistreerd: 07-10-09

Link naar dit bericht Geplaatst: 26-02-13 19:33

Ik zal de visioenen nog even laten liggen. Anders ben je gelijk op het hoogtepunt van het verhaal en word het moeilijk een langer verhaal. Ik weet niet wat je plannen zijn?
Als ik het verhaal zo lees, zal ik denk ik eerst verder gaan met haar transformatie. Daar zit je als lezer nu in. Wat ik altijd doe als ik vastloop is kort de verhaallijn uitschrijven en dan kijken welke gebeurtenis het er het beste in past en het spannend maakt.
Als je nu de visioenen als behandeld is denk ik het hoogtepunt al geweest?

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 26-02-13 19:38

Dankje Jody, goede tip. Daar had ik niet echt aan gedacht... Ik wil wel dat het een lang verhaal wordt, dus bewaar dan liever het hoogtepunt wat langer idd. Misschien kan ik wel af en toe een soort visioen doen, maar dat ze niet weet dat het visioenen zijn. Zoals nu met die cijfers. :)

meganproperx

Berichten: 769
Geregistreerd: 08-11-11
Woonplaats: Utrecht

Link naar dit bericht Geplaatst: 26-02-13 19:45

leuk , ik volg ook!

SCC

Berichten: 1042
Geregistreerd: 04-12-12
Woonplaats: thuis

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst: 26-02-13 20:44

AAAAAAAAAAAAAAA schrijf AUB door !
ik ben vanaf nu verslaafd meelezer !

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 26-02-13 21:06

De verf trekt in mijn haar. Ik hoop toch zo dat het goed uitpakt, anders kan ik me nergens meer vertonen. Een half uur moet het intrekken, en het zit er pas vijf minuten in. Morgen ga ik naar de stad om nieuwe kleding te kopen. Het punt is alleen dat ik niet genoeg geld heb… Misschien moet ik alvast mijn nieuwe persoonlijkheid tevoorschijn laten komen, en wat geld uit mijn vaders nachtkastje pakken. Dat merkt hij vast niet, hij is toch nooit thuis.
Met knikkende knieën loop ik naar de slaapkamer van mijn ouders. Nou ja, mijn ouders… mijn vader. Ik zie de levensgrote foto van mama aan de muur hangen en moet even slikken. Niet naar kijken, Hanna. Concentreer je.
Ik open het nachtkastje van mijn vader en zie onderin, in een hoekje weggestopt, een rond kartonnen doosje met bloemenprint. Vroeger zaten hier de sieraden van mijn moeder in. Ik open het doosje, en zie een stapeltje bankbiljetten. Bovenop ligt een briefje van honderd euro. Dat moet genoeg zijn voor een stoere outfit.
Als ik coole kleren ga dragen en kort haar heb met een bijzondere kleur, kijkt iedereen tegen me op. Als ze me dan nog durven te pesten, weet ik het ook niet meer. Snel stop ik het geld in mijn portemonnee.

Trrrrrrrrrrrring… Trrrrrrrrring…

De kookwekker gaat af, het halfuur is voorbij. Dit is het moment van de waarheid. Ik zet het wekkertje uit en ga voor de spiegel staan. Ik walg van mezelf.
Ik kleed me uit en kijk nog eens in de spiegel. Het voelt alsof dat lichaam niet van mij is. In de spiegel zie ik een aantal vetrollen. Ik moet echt minder gaan eten, anders zal ik nooit veranderen. Mijn moeder zou nooit gewild hebben dat ik zo’n mislukkeling zou worden.

De warme stralen water lopen over me heen. Ik ben in een soort roes, ik hoor niks meer. Het enige wat ik doe, is genieten van de warmte. Over mijn lichaam loopt blauw en zwart water naar beneden richting het afvoerputje, en weg is het. Als ik mijn hoofd weer ophef, begint het te duizelen. Het voelt alsof er een band strak om mijn hoofd knelt. Dit voelt als dezelfde vreemde ervaring die ik op school had. Ik weet nog steeds niet wat die 34 te betekenen had. Het wordt weer pikzwart voor mijn ogen, wat na een tijdje verandert in helder wit. Ik word er bang van. Uit een poging om hieruit te komen, sla ik met mijn hoofd tegen de deur van de douche. Het helpt! Het wit trekt weg en langzaam kan ik weer de badkamer zien. Stiekem ben ik wel benieuwd naar er dit keer zou verschijnen, maar toch wil ik het niet zien. Het is zo’n bizarre ervaring. Nooit van mijn leven zal ik iemand hierover vertellen. Ze zullen me voor gek verklaren.
Na een paar minuten stap ik onder de douche vandaan, met mijn handdoek om me heen geslagen. Ik durf bijna niet in de spiegel te kijken maar dwing mezelf ertoe. Daar zie ik het vreemdste wat ik ooit heb gezien. Ik ben een totaal ander persoon. Mijn lange bruine lokken zijn vervangen door een korte, zwartblauwe pluizige coupe. Het is gelukt. Het is gelukt! Ik kan een grote grijns niet onderdrukken. De eerste stap naar de nieuwe Hanna is gezet. Morgen komt de rest.

Hoofdstuk 6

Ik stap met mijn armen vol kleding het pashokje in. Normaal gesproken houd ik niet van winkelen, maar dit keer vind ik het niet erg. Het enige waar ik bang voor ben is dat ik klasgenoten tegen zal komen.
Bovenop de stapel ligt een zwart truitje met gaten in de rug. Er staat een doodshoofd op de voorkant. Ik trek mijn eigen oranjerode trui uit, die zal ik weggooien zodra ik thuis ben. Dat zal wel moeilijk worden vrees ik, want ik heb die trui al vier jaar. Ik wurm mezelf in het zwarte truitje. Hij past perfect! In de spiegel staat een totaal vernieuwd persoon. Ik zoek tussen de stapel kleren naar het rode geblokte broekje dat ik stiekem van de mannenafdeling heb gehaald. Bij de mannen hangt veel stoerdere kleding dan bij de vrouwen. Niet dat ik het leuk vind om deze kleding te dragen, maar het zal wel moeten. Ik kan niet wachten om mijn nieuwe look aan Noor en Feline te laten zien. Ik hoop dat ze niet boos zijn omdat ik niks van me heb laten horen. Als ik klaar ben met winkelen, zal ik meteen naar ze toe gaan. Misschien koop ik wel een cadeautje voor ze, gewoon om te laten weten dat ik ze niet vergeet.

‘Dat is dan €105,90, alstublieft. Wilt u pinnen?’ vraagt de blonde caissière. Ik pak het honderdje uit mijn portemonnee en het tientje dat ik zelf uit mijn spaarpot had gehaald. De caissière staat op het punt me te vragen hoe ik aan zo veel geld kom, maar dan ziet ze mijn haar en gezicht. Zwijgend stopt ze het geld in de kassa. Misschien is ze wel bang voor me, vanwege mijn haar. Ik heb nu al een bepaalde invloed op mensen, en dat maakt dat ik me voor de eerste keer in tijden een beetje machtig voel.

Ik loop de winkel uit met twee plastic zakken vol kleding. Ik ben goed geslaagd voor mijn nieuwe stijl. Opeens zie ik aan de overkant van de straat een groepje jongens uit de snackbar komen. Zie ik dat nou goed? Is dat Roy? Van iedereen die ik op dit moment tegen kan komen, is het natuurlijk uitgerekend Roy. Ik loop zo snel als ik kan door, hopend dat hij me niet ziet. Maar het is al te laat.
‘Hee puistenkop! Puistenkop! Hoor je me niet? Ben je doof? Wat heb je met je haartjes gedaan?’
Wat is het toch een zak.
‘Hallo Roy,’ probeer ik zelfverzekerd te zeggen, maar zelfs een kleuter kan horen dat ik niet zelfverzekerd ben. ‘Ja, ik heb mijn haar geverfd.’ Ik probeer hem aan te kijken, maar mijn blik wordt automatisch naar de grond getrokken. Hij staat boven me. Ik kan er niks aan doen. Zijn groepje jongens heeft zich om me heen verzameld en beginnen aan me te duwen en te trekken. Ik probeer door de muur van jongenslijven heen te breken, maar het lukt niet. Ze hebben de macht over mij. Ineens komt een woede omhoog, zó krachtig, als een orkaan. Dit pik ik niet. Ik begin om me heen te slaan en te schoppen en raak alles wat ik tegenkom. Ik zie dat Roy schrikt en zijn armen voor zijn hoofd houdt om zichzelf te beschermen. Dit is mijn kans. Ik haal mijn been naar achter en met alle kracht die ik in me heb geef ik een trap tussen zijn benen. Roy valt schreeuwend op de grond en ik maak dat ik wegkom. Dit is zijn verdiende loon. Maar ik vrees voor mijn leven als ik hem weer tegenkom.

Hoofdstuk 7

Hijgend ren ik een steegje in. Volgens mij heb ik nog nooit zo hard gerend. De jongens zijn me een paar straten achterna gerend, maar ik denk dat ze het opgegeven hebben. Ik plof neer tegen de stenen muur van een gebouw. Ik heb geen idee hoe ik in staat was om Roy zo aan te pakken, ik was mezelf niet. Het leek wel alsof ik buiten mezelf trad en van een afstandje stond te kijken hoe ik hem trapte. Dit ben ik helemaal niet van mezelf gewend.
Als ik tot rust ben gekomen, kijk ik om het hoekje of ik nog andere bekenden zie. Gelukkig is dit een rustig deel van de stad. De enige mensen die er lopen zijn een vrouw in een lange bontjas, en een ouder echtpaar met een jongetje en een meisje van een jaar of tien, waarschijnlijk hun kleinkinderen. In de winkel aan de overkant komt net een man in pak naar buiten. Dat is de winkel waar ik heen moet om iets te kopen voor Noor en Feline.

Twijfelend sta ik voor een vitrinekast. Er liggen prachtige oorbellen in, één paar met lieveheersbeestjes en een paar met vlinders. Ik weet zeker dat Noor en Feline ze mooi vinden. Ik controleer mijn portemonnee. Er zit nog €4,- in. De oorbellen kosten €4,50 per stuk. oliebol! Dit ga ik niet redden. Maar ik wil zo graag die oorbellen kopen, en het is nu te laat om nog naar huis te fietsen. Zal ik….? Nee. Ik ga niet stelen. Dat gaat tegen mijn principes in. Ik mag er dan wel stoer uitzien aan de buitenkant, maar van binnen ben ik nog steeds die brave studiebol. Bovendien, die actie met Roy deed ik in een opwelling en niet met opzet.
Maar hoe moet ik dit nou doen… Ik kijk de winkel rond of er iets goedkopers is wat ze ook leuk zouden vinden. Het enige wat ik kan vinden is een pennenset, maar daar zijn ze vast niet blij mee. Dan kan ik ze net zo goed niks geven. Ik werp nog een blik op de oorbellen. Er zit geen stripje op waarmee het alarm afgaat, en er staan geen palen bij de deur. In principe zou ik ze zo mee kunnen nemen. Maar daarvoor moet ik de vitrinekast open doen, en dat hoort de winkelbediende. Ik loop nog een rondje door de winkel, als plotseling de telefoon gaat. De man achter de kassa loopt naar een kamertje waarvandaan hij me niet kan zien. Dit is mijn kans. De enige kans die ik krijg. Ik voel de adrenaline door mijn lijf stromen, als ik naar de vitrine loop. In een snelle beweging open in het deurtje van de vitrine een klein stukje, en gris de oorbellen eruit. Ik laat ze in mijn tas vallen en doe de vitrine weer dicht. Net op tijd, de man komt weer terug.
‘Kan ik je helpen? Je loopt al zo lang te zoeken.’ merkt hij op. ‘Nee dank u, ik keek alleen even rond. Ik denk dat ik maar weer naar huis ga,’ zeg ik nerveus. ‘Tot ziens!’
Ik verlaat de winkel zo snel mogelijk. Als ik eenmaal buiten sta en de hoek om ben, moet ik huilen. Wat heb ik gedaan?! Ik had mezelf nog zo beloofd om dit niet te doen! Ik ben een slecht mens. Mijn hand wordt een vuist, en automatisch sla ik met die vuist tegen de stenen. Mijn hart klopt nog steeds in mijn keel. Als mijn hand begint te bloeden houd ik op. Dit is mijn verdiende loon.

SCC

Berichten: 1042
Geregistreerd: 04-12-12
Woonplaats: thuis

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst: 26-02-13 21:24

het wordt steeds spannender !

ik denk echt serieus dat dit een super goed boek gaat worden !

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 26-02-13 21:31

Dankje, superleuk om te horen! :D

Jessica_1998

Berichten: 3426
Geregistreerd: 24-07-11
Woonplaats: Ridderkerk

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst: 26-02-13 21:33

echt een superleuk verhaal

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 26-02-13 21:34

Dankjewel :)

SCC

Berichten: 1042
Geregistreerd: 04-12-12
Woonplaats: thuis

Re: [VER] Onrust

Link naar dit bericht Geplaatst: 26-02-13 21:36

ik wacht rustig verder op de rest van het verhaal.
ben nu echt verhaaltje lees gek :P

(hou heel erg veel van de manier waarop je schrijft)

_Laura_

Berichten: 2446
Geregistreerd: 25-03-09
Woonplaats: Nederland

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 26-02-13 21:39

Ik denk niet dat ik vandaag nog verder ga, mijn handen zijn moe van het typen :+ Gelukkig heb ik vakantie, dus kan deze week volop schrijven!
Zou je kunnen beschrijven wat je zo aantrekt in mijn schrijfstijl? Lijkt me leuk om te weten :)

Bentotoet
Berichten: 252
Geregistreerd: 03-11-11

Link naar dit bericht Geplaatst: 27-02-13 19:37

Wauw gaaf verhaal!! Ik ga zeker volgen!
Je hebt en fijne schrijfstijl!

SCC

Berichten: 1042
Geregistreerd: 04-12-12
Woonplaats: thuis

Link naar dit bericht Geplaatst: 27-02-13 19:40

_Laura_ schreef:
Ik denk niet dat ik vandaag nog verder ga, mijn handen zijn moe van het typen :+ Gelukkig heb ik vakantie, dus kan deze week volop schrijven!
Zou je kunnen beschrijven wat je zo aantrekt in mijn schrijfstijl? Lijkt me leuk om te weten :)



het is netjes en rustig om te lezen en het gaat niet te snel.
het is geen langdradig verhaal, maar het is wel duidelijk wat er gebeurd.

wat ik ook erg fijn vind is dat er goed omgegaan wordt met de gedachten en gevoelens van het hoofdpersoon.