Toen ik een paar jaar geleden begon met leren tekenen bleek al snel dat het grootste ‘probleem’ voor mij de schets was, en dan vooral de verhoudingen en positie van alle onderdelen. Omdat ik vooral de invulling eerst wou oefenen, en schetsen nogal frustrerend was, heb ik in het begin vooral overgetrokken (daarbij wel lettend op hoe dingen zaten, en tegelijk kan je ook ‘voelen’ aan de lijn die je trekt hoe dingen lopen als alles precies klopt - ik vind dus dat je van overtrekken ook best wat kan leren).
Toen ik wat beter werd in invullen wou ik ook zelf de schets goed kunnen maken.
Ik ben begonnen met een raster - eerst met kleine hokjes (makkelijker), toen met grotere hokjes. Daarna ben ik overgestapt op hulplijnen - waarbij je een paar lijnen trekt om belangrijke punten in een tekening op de goede plaats te krijgen, en daarna binnen de tekening naar onderliggende verhoudingen kijkt. Toen dat goed ging ben ik overgestapt op een wat snellere hulplijn methode.
Ik heb voor deze tutorial een foto van Ketly gebruikt uit het aanvraag topic.

Tekenen met behulp van een raster.
Voor alle hulplijnen geldt dat je niet te hard moet drukken, zodat de lijnen later goed weer uit te gummen zijn.
Teken een raster over je referentiefoto. Dit kan met potlood en liniaal of in Photoshop/Illustrator.
In Photoshop: druk op CTRL+" om het standaard raster zichtbaar te maken - je kan de instellingen van het raster aanpassen in Edit - Preferences - Guides Grid & Slices. (Grid - Gridline every .. cm, met eventueel subdivisions). Als je dan een screenshot maakt (PrintScreen op je toetsenbord), dan een nieuw bestand maakt (CTRL+N) en dan je screenshot daarin plakt (CTRL+V) heb je de referentie foto met de rasterlijnen er over heen.
Let op dat je vierkante hokjes hebt, dit voorkomt fouten.
Het is handig om de hokjes te nummeren. Ook is het bij wat complexere vormen handig om hokjes horizontaal/verticaal/schuin door de helft te doen zodat ze kleiner worden en je makkelijker kan zien waar wat moet komen.

Neem je raster over op een leeg vel papier met potlood en liniaal, en let ook hier op dat je vierkante hokjes hebt. Je kan dezelfde afmetingen hokjes nemen als je op de referentie foto getekend hebt, of een andere maat - als ze maar vierkant zijn. Neem ook de nummers over, als je je een hokje vergist kan je alles weer uitgummen.
Nu kijk je per hokje wat er in zijn. Bijvoorbeeld:
- In rij-1-kolom-3 zit het linker oor.
- Waar het oor stopt bij het hoofdstel is ongeveer halverwege het hokje en iets naar boven.
- De bovenkant van het oor gaat iets rij-1-kolom-2 in.
- De ooghoek zit iets onder de helft van de rechterkant van het hokje op rij-2-kolom-2.
- De voorkant van de neus kruist de onderkant van het hokje rij-3-kolom-1 ongeveer 1⁄4 naar rechts.
Op het eind nog even kritisch kijken of alles een beetje klopt, raster uitgummen, nog een keer kijken, en dingen wijzigen als dat nodig is.

Tekenen met behulp van hulplijnen
Zelfde foto, alleen nu teken je een paar hulplijnen op de foto zodat de belangrijkste punten in je tekening makkelijker te plaatsen zijn.

Diezelfde hulplijnen zet je over op je papier. De lengte/afstand van je lijnen kan je meten met een liniaal, of door je potlood er langs te leggen en dezelfde lengte dan over te nemen op je tekenpapier.
En eigenlijk doe je dan hetzelfde als je bij een raster zou doen, kijken wat er in welk hokje moet. Alleen zijn de hokjes hier niet vierkant en moet je hier ook iets meer zelf letten op de verhouding/positie.
Het voordeel is dat je met deze methode zelf kan kiezen waar je de lijnen trekt, terwijl je bij een raster maar moet afwachten waar een hokje valt.
In dit geval:
- een horizontale lijn waar de onderkant van de oren zit, een vandaaruit ook een verticale lijn omlaag.
- een lijn verticaal waar de kaak stopt.
- een lijn voor de neus langs, en achter de kin.
- het ‘vak’ waar het oog in zit is horizontaal en schuin door midden gedaan zodat het oog en de lijn van hoofd en neus makkelijker te plaatsen zijn.

Tekenen met behulp van hulplijnen versie 2
Hoe meer je oefent, hoe beter je wordt, en omdat het tekenen van al die hulplijnen aardig wat tijd kost kan het ook wat sneller/beter en zonder al dat precieze gemeet.

- horizontale lijnen voor boven en onderkant van het hoofd.
- daar een rechthoek van maken met de voorkant van de neus en het hoofdstel achter de oren.
- deze rechthoek horizontaal door midden delen
- en een paar schuine lijnen/hoeken die je ziet toevoegen.
Het voordeel hiervan is dat je alleen op verhoudingen hoeft te letten en niets precies over hoeft te nemen.
Je let hier op hoeken en verhoudingen.
Op papier aangeven waar je de onderkant en bovenkant van het hoofd hebben wilt.
- ab = ongeveer 1.5x ag
- c = 1⁄2 x ab, en zit ongeveer 1⁄4 van hi rechts van gj
- d = ongeveer 1⁄3 van ib naar onder, dit is de onderkant van de kaak
- e = zit bijna recht onder c, maar iets naar rechts
- de hoek de zit ongeveer tussen de 7 en 8 uur markeringen op een klok
- f zit ongeveer 1⁄3 van hj boven jb
- de hoek door f naar beneden zit ongeveer tussen 11 en 12 uur
- de hoek door f naar boven zit op ongeveer 1 uur
- de hoogte van de oren past 2.5x in gh
- lijn van het hoofdstel loopt vanuit ongeveer d door het midden van ci, en stopt iets boven f.
