[VER] The mysterious life of Gwen Lawcy

Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 18-03-11 18:04

Zoals belooft weer een update :j Lees ze!


‘Ik was een buitenrit aan het maken, ik en Rénoud hadden ruzie gehad, en ik toen was er boos op Síra vandoor gegaan. Ik reed langs de rivier en ik hoorde een paar honderd meter verder een gil. Ik dacht dat jij het was, maar ik twijfelde omdat ik dacht dat jij op je kamer was.. Ik ging toch maar even kijken en ik draafde naar de plek waar ik dacht dat de gil vandaan kwam. Er kwam een wit paard op me afgegaloppeerd en ik herkende meteen Destiny, het paard dat aan jou toegewezen was. Toen wist ik zeker dat jij degene van de gil moest zijn, dus ik reed in volle galop naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Ik trof je bewusteloos aan, met je bebloede hoofd op een uitstekende, grote steen. Ik heb je op mijn paard getild en naar deze hut gebracht, die altijd als ziekenhut gebruikt word door ons, voor het geval het te ver tillen is naar de villa van Jacob. En het was in een keer heel hard gaan regenen, waardoor ik bijna geen hand voor ogen zag.. Toen jij in deze hut lag reed ik weer terug om Destiny te zoeken, maar ze was nergens te bekennen. Ik trof alleen het aangevreten lijk van Bertus aan op een veld. Het veld waar ik een paar jaar geleden de ridders vermoord had zien worden, het veld waar ik een ridder van heb gered. Ik hoorde later van Alexander dat je met Boris op buitenrit zou gaan. Ik had jou dicht bij dat veld aangetroffen.. Wat is er gebeurt Gwen?’ Ik denk diep na, maar mijn hoofd is nog steeds een grote brei. Ik had de afgelopen dagen veel op een rijtje weten te zetten, maar wat er was gebeurt kon ik me niet herinneren. Ik schud mijn hoofd, ‘ik weet het niet meer, het is zo vaag...’ Hij slaat zijn armen om me heen en hij drukt een kus op mijn voorhoofd, ‘Wist je dat er op dat veld altijd overvallen worden gepleegd? Het is een verdoemde plek, hij had daar nooit mogen komen met jou..’ Ik knik. ‘Trouwens, denk je dat je in staat bent weer te rijden?’ vraagt hij en hij staat op. ‘Ik denk het wel, ik kan weer helder nadenken, alleen wat er gebeurt is voor je me hier bracht weet ik niet meer,’ antwoord ik. Hij knikt begrijpend. ‘Zal ik de paarden dan maar zadelen?’ Ik kijk hem verbaast aan. ‘Waar gaan we dan heen?’ ‘Terug naar Jacob, Gwen.’ ‘Wie is Jacob?’ Hij gaat voor mij op zijn hurken zitten en hij strijkt een hand langs mijn gezicht. ‘Denk diep na, Gwen....’ Ik graaf in mijn geheugen, maar al mijn herinnering liggen verscholen onder een dikke mist. ‘Je herkent hem wel als je hem weerziet Gwen, vertrouw me maar.’ ‘Maar waarom Valko, waarom moet ik terug, waarom moeten wij terug? Waarom niet wij twee, gelukkig, hieeeeeer?’ ‘Je bent getrouwd Gwen, je man mist je!’ schreeuwt hij uit. Ik zie aan zijn gezicht dat hij het een afschuwelijk idee vind, maar dat hij geen andere keus heeft. ‘Wat kan hem me schelen Valko, ik herinner me hem niet eens!’ schreeuw ik vol afschuw. Hij schud zijn hoofd en richt zijn ogen op de grond. ‘Mij herinnerde je je ook niet Gwen, weet je nog?’ fluisterde hij gekwetst. ‘Maar nu wel Valko, en mijn hart zegt dat ik altijd al van je gehouden heb.’ Ik neem zijn gezicht tussen mijn handen en kus hem hartstochtelijk op zijn mond. Zijn gespannen lichaam verslapt in mijn armen en hij laat zich meevoeren. Genietend sluit mijn ogen. Hij omhelst me en ik voel hoe zijn mondhoeken omhoog krullen tegen de mijne, zonder de kus te onderbreken. Zo intens gelukkig. Nog nooit van mijn leven, heb ik me zo intens gelukkig gevoeld, me zo verbonden gevoeld met iemand. Alles vervaagt, alleen ik en hij. Alleen hij en ik. Intens gelukkig. In een harde duw word ik tegen de muur aan geduwd. Ik stoot mijn hoofd tegen het gesplinterde hout en ik open mijn ogen. Valko kijkt me vol afschuw aan en dan kijkt hij naar zijn handen, die net me net nog omhelst hadden. Hij springt op en beent stijf naar de ingang van de hut. ‘Ik zadel de paarden, pak de spullen bij mekaar,’ snauwt hij. De deur wordt met een klap dichtgegooid. Alleen. Ik zucht en ik pak de spullen die over de vochtige vloer verspreid liggen. Ik pak een doek, leg de spullen erop en bind het bij elkaar. Alles lijkt vanzelf te gaan, nog steeds is shock van wat er net gebeurt was. Hoe hij me van zich afgeduwd had, naar me gekeken had alsof ik afval was... Houd hij niet meer van me? Heeft hij überhaupt ooit van me gehouden? Heb ik me alles verbeeld? Was alles een groot toneelspel, om mij gelukkig te houden? Ik schud mijn hoofd, ik kan het gewoon niet bevatten. Er word op de deur geklopt. ‘Ben je klaar,’ snauwt Valko. Zonder mijn antwoord af te wachten, gaat hij verder, ‘Ik ga, als je nu niet komt ga ik zonder jou.’ Ik hoor hoe hij weg loopt en ik pak mijn spullen bij elkaar, en loop naar de ingang van de hut. Ik kijk nog een keer achterom naar mijn slaapplaats. De plek waar ik heel even dacht mijn geluk gevonden te hebben en het net zo snel weer verloren heb. Dan draai ik me om en loop naar Valko en de paarden toe. Die al klaar staan voor de reis terug.

Zwijgend stappen we door het bos. De bomen lijken veel groener te zijn geworden in een week. Het ligt er allemaal vredig bij. Tussen de bomen door kijken twee herten ons aan. Dan rennen ze weg. Ik kijk naar boven, de boomtoppen door, naar de zon. Ik kijk naar Valko,maar van zijn gezicht valt geen emotie af te lezen. Hij staart zwijgend voor zich uit. De paarden stappen rustig en vredig over het bospad. Het is een warme dag. Alles zou perfect zijn als er niet zo’n gespannen sfeer tussen Valko en mij hing. Waarschijnlijk zou het hem niks kunnen schelen als ik ervandoor ging, zou hij het niet eens merken.. Ik spoor mijn paard aan en als snel loopt het in draf. Automatisch volgt Valko’s paard. Rustig en beheerst draaft hij mee. Verderop tussen de bomen zie ik water glinsteren. Een meer! Ik heb nu wel zin in een verfrissende duik. We hebben al een halve dag gereden onder de warme zon. Ik spoor mijn paard aan tot het in rengalop door de bomen door vliegt. We komen bij het meer aan mijn paard rent het water in tot het niet meer op de bodem kan staan. Mijn paard zwemt verder en ik geniet van het verkoelende water en de schommelende beweging van het paard. Ik strek mijn armen en laat mijn handen door het water glijden. Mijn paard heeft weer vaste grond onder de voeten en galoppeert het water uit. Aan de oever komt het paard tot stilstand en schud al het water van zich af. Ik word bijna uit het zadel geworpen en druppels water spatten in mijn gezicht. Ik lach en stap af, zodat het paard in het zand kan rollen. Ik wring mijn kleren uit en kijk zoekend om me heen. Waar is Valko gebleven? Hij reed net nog naast me.. Het paard is opgestaan en alle spullen zijn zanderig. Ik veeg het zand van het zadel en stijg op, zodat ik een beter zicht op de omgeving heb. Ik kijk om me heen maar Valko en het bruine paard waar hij op reed zijn nergens te bekennen. Ik houd mijn hoofd schuin en tuur tussen de bomen door die voor mij liggen. Niks. Ik schrik van opvliegende vogels achter mij en ik draai me met een ruk om. Een bruin paardenhoofd komt boven water en het zwemt door het meer tot dat het weer de vaste bodem onder zijn hoeven heeft gevonden. Valko’s hoofd komt proestend boven water. In zijn haar zitten algen en dode bladeren. Water loopt over zijn gezicht uit zijn natte haren. Hij proest nog een keer en dan spuugt hij water uit. Ik probeer mijn lach in te houden, maar even later barst ik toch in lachen uit. Hij kijkt me chagrijnig aan en dan lacht hij ook. ‘Kan ik er wat aan doen dat mijn paard kleiner is dan die van jou!’ lacht hij. Eenmaal op de oever laat het paard zich op de grond zakken en Valko stijgt snel af om niet onder het rollende paard geplet te worden. Hij knijpt zijn natte kleren uit en dan kijkt hij me liefdevol aan. Ik hou van je Gwen, meer dan ik ooit van iemand heb gehouden. Ik ook van jou, fluister ik. Hij lacht weer naar me met een ondeugende lach. ‘Grapje!’ zegt hij en hij trekt me uit het zadel zodat ik in zijn armen val. Dan rent hij het meer in en laat me vallen in het water. Ik ga kopje onder en dan word ik weer boven water geteeld. ‘Grapjas,’ fluister ik, en ik kijk hem in de ogen. Hij buigt zijn gezicht over de mijne heen en hij kijkt naar mijn lippen. Ik sla mijn slag en sla mijn armen om zijn nek en gooi me met al mijn gewicht naar achteren. Hij verwachtte mijn aanval niet en valt samen met mij voorover in het water.
Lachend komen we samen boven water. We kijken elkaar lachend aan. Ik stap naar voren en kijk hem nog indringender aan. Hij neemt de laatste stappen en dan neemt hij me in een stevige omhelzing. Ik sla mijn armen om hem heen en hij drukt zijn voorhoofd in mijn nek. Een siddering trekt door mijn lichaam, en hij druk me nog steviger tegen zich aan. Tranen lopen over mijn wangen, opluchting, liefde en onbegrip stroomt door mijn aderen. ‘Waarom mogen we niet bij elkaar blijven, voor eeuwig aan elkaar gebonden?’ fluistert hij. ‘Het lot rukt ons uit elkaar.’ Hij slikt en ik voel hoe zijn tranen mijn rug raken. ‘Dat hoeft niet zo ze zijn, Valko.’ Ik klauw mijn vingers in zijn rug. Ik weet dat ik tegen mezelf lieg, tegen ons lieg, want ik weet dat hij gelijk heeft. We zullen nooit bij elkaar kunnen zijn, elkaar liefhebben, nooit... ‘Ik hou van je Gwen, als je dat maar weet, twijfel daar nooit aan, je zal in mijn hart altijd bij me blijven. ‘Ik hou ook van jou Valko, en dat zal altijd zo blijven.’ Ik sluit mijn ogen en geniet tot laatste moment van de omhelzing.
Laatst bijgewerkt door thoraklover op 18-03-11 18:22, in het totaal 2 keer bewerkt

Duijfje

Berichten: 1990
Geregistreerd: 20-06-10
Woonplaats: Noord-holland

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-03-11 18:18

was het niet boris in plaats van bertus?
*leest nog*

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 18-03-11 18:21

:j

[edit] aangepast :)

Duijfje

Berichten: 1990
Geregistreerd: 20-06-10
Woonplaats: Noord-holland

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-03-11 18:27

zag na Bertus nog 1 foutje. ergens staat is maar hoort in te zijn denk ik :P

Weer enorm mooi geschreven!! ik wacht al op het volgende stuk :o hihi

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 18-03-11 20:44

Dankje! :D Waarschijnlijk morgen :j

vanTroje

Berichten: 188
Geregistreerd: 02-08-08

Link naar dit bericht Geplaatst: 19-03-11 12:56

Gaaf stuk zeg, je kan je erg goed inleven in de (hoofd)personen!

tryntsje

Berichten: 579
Geregistreerd: 30-10-06
Woonplaats: Jistrum

Link naar dit bericht Geplaatst: 19-03-11 12:59

Wauww weer heeel mooi <3
Wacht met smart op het volgende deel *\o/*

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 31-03-11 20:42

Iets later dan verwacht, ik wil vaker schrijven, maar ik heb de tijd gewoon niet :n . Dit is trouwens geen cursief deel, omdat ik in dit deel werk met herinneringen, en anders zie je het contrast zeg maar niet tussen nu en herinnering. I hope you enjoy it!


We zijn uitgeput wanneer we aan het eind van de dag aankomen bij een grote villa, die eerder op een kasteel lijkt. De villa komt me vaag bekent voor. Ik ben hier eerder geweest. Oke, dat wist ik, maar waarom en wanneer was ik hier? Valko kijkt me bezorgt aan. ‘Gaat het Gwen?’ Ik knik. Hij ziet mijn peinzende blik. ‘Ga eerst maar rustig slapen Gwen, het is een lange dag geweest, morgen zal je je wel meer herinneren.’ Ik knik weer en probeer me te ontspannen. Wat niet echt lukt in het schermer donker. Vleermuizen cirkelen boven de spookachtige villa. Spookachtige geluiden echoën door het bos. Ik hoor mannenstemmen en het gekraak van de donkere poort die open gaat. Valko rijdt naar binnen en mijn paard volgt. We rijden het enorme erf op, naar een stalgebouw toe. In de stallen stijgen we af en neemt een jongen die me bekend voorkomt mijn paard over. Alexander. Dat is waar ook! Hij heet Alexander! Blij dat ik weer een herinnering in mijn hoofd heb terug gevonden loop ik gevolgd door Valko achter een andere man aan. We lopen door de verlichte gangen van de villa door, naar de enorme hal. ‘Ik breng haar wel naar haar kamer,’ zegt Valko tegen de andere man. De man knikt en loopt weg. Valko legt zijn arm over mijn schouders en samen lopen we de enorme trap op. Aan de muur branden fakkels. Alles lijkt zo sprookjesachtig. Onze voetstappen echoën door de gangen. We komen bij een deur en Valko doet hem open. Wow. Ik sta voor een prachtige met kaarsverlichte slaapkamer. Ik herinner me deze slaapkamer. Ik herinner me hoe ik met Valko op het bed lag, hij mij verhalen vertelde, hoe ik in deze slaapkamer boeken las, me omklede, in de spiegel keek. Ik wil Valko welterusten zeggen, maar wanneer ik me omdraai is hij verdwenen. Ik loop de kamer binnen en sluit de deur achter me. De kamer ruikt naar lavendel. Ik snuif de geur diep op. Oververmoeidheid overvalt me. Mijn knieën knikken en mijn schouders voelen zwaar aan. Ik ga op het bed liggen en wanneer mijn hoofd het kussen raakt ben ik weg. Op weg naar dromenland.

Ik word wakker, door de zon die door het raam op het bed valt. Ik ga rechtop zitten in bed en probeer te verwerken wat ik allemaal heb meegemaakt. Dit is de eerste nacht dat ik weer fatsoenlijk heb geslapen. Ik kijk door het raam naar buiten, naar de zon die net boven de horizon staat. Het is nog vroeg in de ochtend. Raar. Voor mijn gevoel heb ik uren geslapen. Ik klim uit bed en loop naar de badkamer. Ik kijk in de spiegel, en zie hoe mijn vermoeide ogen me aankijken. Mijn haar lijkt net een vogelnest. ‘Ik zie er niet uit,’ mompel ik tegen mijn spiegelbeeld. Ik was me van onder tot boven en daarna poets ik mijn tanden en kam ik mijn haar. Het zit vol met klitten en ik moet de knopen er met mijn vingers uitpulken. Nadat ik mijn haar heb ontward vlecht ik het in een lange vlecht die ik over mijn schouder laat vallen. Ik doe een lila jurk aan en breng mijn make-up op. Ik kijk in de spiegel naar het eind resultaat. ‘Tevreden?’ vraag ik aanmezelf. ‘Ja.’ Ik schrik me dood en draai me in een ruk om. ‘Rustig, ik ben het maar.’ Valko drukt een kus op mijn voorhoofd. ‘Ik hoorde de kraan, dus ik dacht dat je wakker was.’ Ik knik. ‘Echt Gwen, het spijt me, het was niet mijn bedoeling om je te laten schrikken.’ ‘Het geeft niet Valko,’ stel ik hem gerust, ‘ik schrok alleen maar.’ ‘Ik heb ontbijt voor je mee gebracht.’ Hij pakt me bij de hand en leid me de slaapkamer uit, naar het bed toe. Op het bed staat een dienblad vol met fruit, brood, vlees en eieren. Het water loopt me in de mond. ‘Je zult wel uitgehongerd zijn, je hebt dagen geen fatsoenlijk eten gehad. Ik duik op het eten, en nadat het halve bord leeg is merk ik dat Valko het eten nog niet aangeraakt heeft. ‘Is er iets, Valko?’ vraag ik met een volle mond. Hij schud zijn hoofd. ‘Ik geloof je niet,’ zeg ik nadat ik het stuk fruit heb doorgeslikt. ‘Er is niks Gwen, maak je nou maar geen zorgen.’ ‘Waarom heb je dan het eten nog niet aangeraakt?’ Hij kijkt naar het eten, en dan weer naar mij. ‘Ik heb al gegeten.’ Ik geloof hem nog steeds niet, maar ik weet dat hij niet zal toegeven. Zwijgend eet ik verder. Nadat het bord leeg is ga ik voldaan op mijn rug liggen. Hij gaat naast me liggen en hij pakt mijn hand vast. ‘Weet je nog Gwen, hoe we dagen hier doorbrachten, ik jou verhalen vertelde over mijn leven?’ Zijn stem klinkt kwetsbaar, gevoelig en bang. ‘Dat weet ik nog,’ zeg ik, en ik draai mijn gezicht naar hem toe. Ik kijk hem diep in de ogen. Ik hou van je Valko, ik hou zo veel van je... Hij lijkt mijn gedachten te lezen. ‘Ik hou ook van jou Gwen, maar je hebt een man.. Een man die erg ziek is momenteel, en je dus niet kan opzoeken.’ Hij zoekt twijfelachtig naar woorden. ‘Hij houd... van je Gwen, hij wil dat je hem straks bij zijn bed steunt, zijn hand vasthoud, hem belooft beter te worden, hem laat zien dat hij iets heeft om vóór te léven.’ ‘JE LIEGT!’ schreeuw ik. Ik word woedend. Nog nooit heb ik zo’n haat tegen Valko gevoeld. Hij irriteert me. ‘Je liegt dat je barst! Hij houd niet van me Valko, hij ziet me als een díng! Als een ding verdomme. En dat begrijp je zelf ook wel. Ik ben niets meer dan een gebruiksvoorwerp voor hem Valko, net als jij! Je doet alleen maar braaf wat hij zegt, je bent verdomme zijn hondje Valko, zo wil ik niet worden! Daar heb ik geen behoefte aan!’ mijn hart slaat twee keer zo snel en mijn ademhaling piept. Mijn gezicht is een en al woede en afschuw. Hij is gaan zitten en hij kijkt weg. ‘Je hebt gelijkt Gwen, ik ben niets meer dan een ding, dan een hond van een ander, niets meer...’ Hij beent de kamer uit en slaat de deur met een klap dicht. Woede suist nog steeds door mijn lichaam. Pas na een tijdje dringt het tot me door wat ik tegen hem heb gezegd, hoe hij reageerde. Ik had hem aangekeken alsof hij een stuk vuil was, een hond die een schop verdiende, ik had hem gekwetst... Ik heb hem gekwetst... Ik heb hem geháát... Voor een paar seconden, maar toch. Ik hield van hem toch? Doe je zo tegen iemand van wie je houd? De enige, die wat van je laat voelen of het leven toch nog zin heeft? Iemand die je leven red? Herinneringen over hoe het vroeger was, worstelen zich door mijn gedachten, alsof ze willen laten weten dat ze nog bestaan, dat ze nu gezien willen worden. De vage mist trekt op, laat me bijna alles zien waar ik geen toegang tot had.

De muren zijn hemels blauw geverfd en de gordijnen zijn wit. Tegen de muur staan antieke kasten met prachtige houtdecoraties. Gelukkig klopt mijn hoofd niet meer zo als gister.. ‘He, schoonheid van me, ben je wakker?’ Ik schrik me rot en schiet overeind. Ik kijk naar de andere kant van het bed waar een oude man met wit grijs haar en een knap, maar toch eng gezicht me aan kijkt. Hij moet een jaar of dertig zijn. ‘Ik ga me even wassen.’ ‘Ik wacht niet op zijn goedkeuring en spring snel uit het enorme bed. ‘Badkamer is de linker deur naast die kast, zegt hij en hij gebaart met zijn hand naar een grote houten kast. Ik loop snel naar de badkamer en gooi de deur achter me dicht. Het slot draai ik dicht. Zo. Alleen. Eindelijk Alleen.

Ik laat de stof van de linnen jurk over mijn lijf vallen. Het is een jurk die een beetje te koud is voor de tijd van het jaar, maar het heeft te minste geen angst aan jagend diepe decolleté zo als de rest van de jurken. Ik steek mijn haar in een slordige knot en poeder mijn gezicht. Ik zie er prima uit zo. Mijn schouders zijn alleen een beetje bloot.. Ik pak een jurk uit de kast met dezelfde kleur rood als de jurk die ik aan heb een ik scheur de rok van de jurk af en bind het om mijn schouders. Zo. Voor de hoeveelste keer wordt er op de deur geklopt. ‘Ben je klaar mijn schoonheid?’ Gatver, ik moet bijna kotsen hoe honend hij het zegt, mijn moeder is er niks bij. Verman je Gwen, je moet de komende tijd nog even doorzetten tot je een goed ontsnappingsplan hebt, spreek ik mezelf toe. ‘Ja ik ben klaar,’ zeg ik geïrriteerd. Ik haal het slot van het slot af en stap een paar passen naar achter. Ik wil niet weer hebben dat ik iemand bewusteloos sla met de deur. Hij opent de deur en hij drukt me tegen zich aan. ‘Wat ben je toch een schoonheid,’ fluistert hij in mijn oor. ‘Jij niet,’ fluister ik terug. Hij slaakt een bekakt lachje en hij leid me naar het bed. ‘Ga zitten,’ beveelt hij me een lach. Hij laat zich naast me op het bed zakken en hij kijkt me verlangend aan. ‘Vandaag ontbijt op bed,’ zegt hij honend. ‘Lucia, haal het ontbijt!’ Schreeuwt hij door de gang. Een minuut later staat er een vrouw van in de dertig in de deuropening. Ze heeft haar haar wild opgestoken en haar lippen knalrood geverfd. Ze draagt een hoerig jurkje die veels te strak zit. Het leek net een… Straat prutsmuts. ‘Kijk is an leiverd, ik heb een lekker ei gebakken met speak voor gei.’ En ze zet het dienblad met eten op mijn schoot, snel haast ze zich de kamer uit en ze sluit de deur. ‘Moet jij niet eten?’ vraag ik aan de man naast mij. ‘Ik heb al gegeten, dus begin maar mijn lief.’ En hij streelt mij rug. Een trilling schiet door mijn rug die zich vult met kippenvel. Ik weet niet of ik nog aan eten kan denken met jou erbij kereltje, en ik vuur een gemene blik op hem af. Hij lijkt er niks van te merken en kijk me liefdevol aan. Ik snij het aai en steek een stukje in mijn mond. Mm best lekker. Hongerig val ik aan en vergeet bijna dat die man nog naast me zit. ‘Wie ben jij?’ vraag ik met een volle mond. Ik was niet van plan beleeft te doen. ‘Ik ben Jacob Vival, uw aanstaande echtgenoot.’

Ik ben Jacob Vival, uw aanstaande echtgenoot.. Aanstaande echtgenoot... Jacob. Het is me weer helemaal duidelijk wie het is, de herinneringen zijn zo duidelijk alsof het gisteren was dat ik hem voor het eerst zag. Ik haatte hem, ik wist het. Nu werd het bevestigd door de duidelijke beelden van mijn herinneringen. Niet alleen werd Jacob duidelijk, maar ook hoe ik hier was gekomen, waarom ik hier was.

Er zit maar een ding op: weglopen.
Midden in de nacht. Ik pak al mijn spullen bij mekaar. Een korte zwarte jurk, een paar schoenen, ondergoed, een borstel, een paar handschoenen en een zakje met gouden munten. Ik sluip naar mijn ouders slaapkamer en doe voorzichtig de deur open. Gelukkig slapen ze nog. Ik sluip op mijn tenen naar de kast en haal er twee broeken en een paar overhemden uit. Op mijn tenen sluip ik weer naar de gang en doe zachtjes de deur dicht. Zo snel als ik kan ren ik weer naar mijn slaapkamer. Ik leg een groot doek op mijn bed neer en wikkel al mijn spullen in het doek. Ik sluit het af met een paar strotouwtjes en maak er een soort draagzak van. Ik gooi de zak over mijn schouder en loop op mijn tenen naar de gang.


Alec kijkt vrolijk om zich heen. Hij geniet met volle teugel van de rit. Met een flink tempo rijden we door. Alec lijkt in een keer heel gespannen. Hij spert zijn neusgaten wijd open en zijn nekspieren spannen zich aan. Ik hoor geritsel in de bosjes. Alec gaat stil staan en begint met zijn hoef te schapen. Ik voel dat er iets mis is. Een rover springt uit de bosjes en richt zijn zwaard in mijn richting. Alec steigert en draait op zijn achterbenen razend snel een bocht van 180 graden. Maar het is al te laat.

‘En even later was ik hier,’ fluister ik tegen het plafond. Smoorverliefd op degene die het zwaard op mij richtte. Aangewezen door het lot. Er is een zwart gat in mijn gedachten, en dat is wat er gebeurt is nadat Bertus was vermoord. Een diep dal in mijn herinneringen, waar ik niet bij kan. En wanneer ik het van dichtbij wil bekijken, val ik in het gat, geen gevoel niks, als de dood. Ik val en ik val, maar de bodem komt niet dichtbij. Wanneer ik mijn ogen weer open doe, is er niks meer anders dan het plafond. Niks. Ik zucht. Het lijkt alsof de val al mijn energie heeft opgeslokt. Ik wil slapen, alleen maar slapen. Duisternis omringt mij, wanneer ik mijn ogen sluit.

nine1987

Berichten: 8615
Geregistreerd: 14-07-08
Woonplaats: Alphen aan den Rijn

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst: 31-03-11 20:56

kijk naar de andere kant van het bed waar een oude man met wit grijs haar en een knap, maar toch eng gezicht me aan kijkt. Hij moet een jaar of dertig zijn. <-- 30 oud?? Mijn vriend is 40 en ik 23.. Dan moet mijn vriend toch al hoogbejaard zijn :P

Maar wel mooi geschreven weer.. Lees de verhalen graag.. Alleen jammer dat er langere tijd tussen de updates zit, waardoor er altijd even teruggelezen moet worden.. (maar ik zag dat jij t ook druk hebt) Maar wel heel goed geschreven.. :D

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 31-03-11 21:01

Ik zal proberen meer updates tussendoor te schrijven :j

In die tijd was 30 al best oud, mensen gingen met 40/50 meestal dood.

nine1987

Berichten: 8615
Geregistreerd: 14-07-08
Woonplaats: Alphen aan den Rijn

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst: 31-03-11 21:02

mja oke dat dan weer wel (maar ik zal dit mijn vriend maar niet laten lezen ;) )

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 01-04-11 19:08

haha ja :))

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 01-04-11 21:39

Ik heb een stuk geschreven, maar te weinig voor een update, waarschijnlijk morgen!

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 16-04-11 20:19

Dankje! :d wegens omstandigheden ben ik niet in staat geweest nog een stuk te schrijven, maar morgen zal ik proberen een samenvatting + een update te schrijven, zodat jullie niet helemaal overnieuw hoeven te beginnen om het te begrijpen :j

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 18-04-11 21:24

Update! :D :D :D Eerst soort korte samenvatting (heel kort) zodat jullie weten waar we zijn :j

-Gwen wordt door haar ouders verloofd aan een man van wie ze niet houdt, en besluit te ontsnappen met haar paard Alec. Dan wordt ze gevangen genomen door een groep ridders, van Jacob Vival. Ze word verliefd op de leider van de ridders, Valko. Maar ze moet trouwen met de opperbaas (Hertog) Jacob Vival. Jacob Vival wordt ziek en Valko zorgt voor Gwen, hij brengt hij elke morgen eten etc. Wanneer ze op een dag uit rijden gaat met Boris, word Boris neergeknalt door een rover, die een hele grote aantrekkingskracht op Gwen heeft. Maar Gwen is bang voor hem en vlucht, waarbij ze ten val komt. Ze word gevonden door Valko, wat ze eerst niet weet omdat haar geheugen voor een deel is verdwenen. Ze verblijft wegens verwondingen in een hut in het bos en word verzorgt door Valko. Later komen haar herinneringen weer terug, behalve de ontmoeting met de rover. Wanneer ze voldoende genezen is rijdt ze samen met Valko terug naar kasteel/villa en onderweg vinden ze elkaar (in de liefde natuurlijk) Wanneer ze aankomen krijgt ze ruzie met Valko, over Jacob Vival, volgens Valko moet ze haar echtgenoot steunen bij het ziekenbed. De rest moet je zelf maar even bijlezen :P


Update:

‘Ik weet dat je daar bent!’ Ik verschuil me achter de prikkende takken van een struik. De rover draait zijn gezicht naar me toe, en ik zie zijn prachtige ogen, zijn mooie gelaatstreken en zijn bruine, wilde haar. Hij heeft iets gevaarlijks, iets wat mij bang maakt, maar me tegelijkertijd de drang geeft om me over te geven. Me over te leveren aan hem. Hij draagt een mes in zijn gespannen hand, klaar om toe te slaan. Bloed druipt van het metaal, op de grond. Mijn ogen volgen de druppels. Mijn hart staat stil. De druppels vallen niet op de grond, maar op het lijk van een man. Ik slaak een gil, en nog een, en nog een. Ik draai me om en probeer te vluchten, maar ver kom ik niet. Takken winden zich om mijn enkels, dorens boren zich in mijn huid. Ik hoor het geluid van zijn voeten, die zich razend snel voortbewegen. Al snel voel ik zijn adem in mijn nek. Ik probeer te versnellen, maar ik stap verkeerd en mijn enkel klapt dubbel. Pijn schiet door mijn hele lichaam, maar ik ga door. Ik draai me om en zie voor de laatste keer zijn bruine ogen. Het gaat te snel om te lezen wat erin staat, want ik voel hoe mijn lichaam tegen een boom botst, mijn hoofd naar voren schiet en het schors met mijn hoofd in aanraking komt met een enorme knal, dan val ik achterover en komt mijn hoofd op een scherpe steen. Zwart. Ik hoor vage geluiden, zijn stem, maar wat hij zegt, begrijp ik niet. Ik voel zijn vingers, die mijn kin zachtjes vastpakt en omhoog houdt. Hij zet een flesje aan mijn lippen, en zoete vloeistof glijd door mijn keel. Dan is alles donker. Pikdonker. Ik voel me veilig, alles voelt fijn, zijn vingers laten mijn kin los en hij neemt het flesje van mijn mond. De paniek is verdwenen, ik lijk te zweven. De grond lijkt onder mijn voeten te zijn verdwenen. Dan hoor ik een schreeuw, heel ver weg. ‘Gwen, waar ben je? Zeg toch wat! Gwen?’ Ik ben hier Valko, ik ben hier! Maar er komt niks uit mijn keel. Mijn gedachten vervagen, en uiteindelijk ook mijn bewustzijn.

Ik schiet overeind, van mijn voorhoofd drupt zweet. ‘Rustig maar Gwen, het was maar een droom,’ spreek ik mezelf toe. Het was maar een droom. Ik laat me weer op de kussens vallen. Het was maar een droom, een levens echte droom. Alles leek zo echt.. Zijn ogen, zijn stem.. Ik had nog nooit zo’n echte droom gehad. Het leek alsof ik het bloed dat op het lijk druppelde echt kon ruiken. Wie was het lijk eigenlijk? Een man, dat kon ik zien, maar wie? Alles kwam me zo bekend voor. ‘Doe normaal Gwen, het was maar een droom,’ mompel ik. Ik moest me nou niet zorgen gaan maken om niks. Ik stap uit bed, en dan merk ik dat ik mijn jurk nog aan heb. Ik strompel naar de badkamer en kijk in de spiegel. De make-up is over mijn hele gezicht uitgevreven. Ik was het eraf, doe het er opnieuw op en maak mijn haren in orde. Ik voel me alweer een stuk beter. Wat moest ik ookal weer doen? Net op dat moment word er op de deur geklopt. ‘Gwen, je moet naar Jacob toe.’ Ik hoor dat de stem van Valko is. Hij klinkt sjagerijnig. Ik loop naar de deuropening, waar hij staat te wachten. Hij gebaart dat ik achter hem aan moet lopen. Onze voetstappen weerklinken kil door de gangen. We lopen over een paar trappen, dan weer een paar gangen door en dan komen we bij een deur. EERST KLOPPEN staat er op de deur geschildert, met dikke zwarte letters. Valko klopt een paar keer. ‘Wie is daar?’ weerklinkt een zware stem, waarna een paar zware hoesten volgen. ‘Gwen en Valko,’ antwoord Valko. Even later antwoord de stem, ‘binnen.’ Valko doet de deur open en geeft me een duwtje om naar binnen te gaan. Het is donker in de kamer, slechts verlicht door kaarsen. En stikheet. Het stinkt naar zweet, ziekte. De deur word achter mij gesloten. Ik kan nergens heen. ‘Kom eens dichterbij.’ Ik kijk om me heen, en ontdek een silhouet van man achterin. Ik zet een paar stappen in zijn richting. ‘Wees maar niet bang,’ weerklinkt zijn stem door de kamer. Ik zet nog een paar stappen. Ik kan zijn gezicht nu beter zien. Hij is niks veranderd, zijn uiterlijk niet in ieder geval. Alleen nu zit hij onder het zweet, en lijken zijn ogen twee keer zo groot en opgezwollen. Hij stinkt naar kots, kots en zweet. Gatver. Hij kijkt me aan, zijn ogen onderzoeken me met moeite. Hij probeert rechter te gaan zitten, maar dan hoest hij zwaar, zijn lichaam trilt van de inspanning. Dan draait hij met een ruk zich op zijn zij en kots hij in de bak naast zijn bed. Ik ga bijna over mijn nek van het aanblik op de zieke, kotsende man. Mijn zieke, kotsende echtgenoot. Hij gaat weer op zijn rug liggen en staart naar het plafond. ‘Ik word wel beter,’ zegt hij tegen het plafond, ‘ik word wel beter.’ ‘ZEG ME DAT IK BETER WORD VERDOMME!’ schreeuwt hij, ‘ZEG HET ME!’ Hij richt zijn bloeddoorlopen ogen op mij. ‘Zeg het me,’ zegt hij dreigend. Ik weet niet wat ik moet doen, dus ik staar maar naar mijn voeten. Dat maakt hem nog bozer. ‘Zeg het me teef!’ knarstand hij. Ik bibber van angst. Ik sluit mijn ogen, probeer aan iets anders te denken, hopend dat hij ophoud met praten. Hopend, dat hij stopt met ademhalen. Maar dat gebeurt niet. ‘Je verbergt wat,’ zegt hij wanneer hij me diep in de ogen kijkt. Dan vullen zijn ogen zich met tranen. Als het weer verandert zijn emotie. Hij begint te huilen. Zijn schouders schokken, zijn hele lichaam schud. Ik word nog verwarder dan ik al was. Wat heeft dit te betekenen? Ik kijk naar zijn schokkende schouders, zijn hangende hoofd, naar de tranen die als watervallen over zijn wangen glijden. Voor me, zie ik niet meer de valse, harde man, maar een gevoelige, gebroken man. Een man die het leven niet meer ziet zitten, het niet meer aan kán. Ik kijk naar mijn handen, in plaats van naar de man. Ik kan het niet aan zien. Hij is slecht, houd ik mezelf voor. Hij speelt toneel, dit is nep. Maar mijn hart barst bijna van medelijden. ‘Ik heb nog zo kort te leven, zo kort,’ huilt hij. ‘En ik heb nooit van mijn leven kunnen maken wat ik ervan had willen maken. Ik heb nooit lief kunnen hebben, nooit een vrouw gehad van wie ik hield, die van míj hield. Ik heb nooit kinderen gehad, nooit een kleine Vival vastgehouden in mijn armen.’ Hij kijkt me nu recht aan, ik kan gewoon niet weg kijken. ‘Ik dacht dat jij een vrouw was die van me zou houden, waarvan ik zou kunnen houden, die mij kinderen zou kunnen schenken,’ fluistert hij. Zijn blik doet me pijn, zijn hongerige, verlangende blik, zijn aanbiddende blik, maar tegelijker tijd zo’n teleurstellende blik. Een blik die niet te beschrijven is in een woord.
Hij richt zijn blik op de grond, zwaar gehoest doet zijn borst schudden, zijn handen klemmen zich in het matras. Dan richt hij zijn blik weer op mij. ‘GEEF HET ME!’ schreeuwt hij, ‘GEEF HET ME NU!’ Zijn handen vliegen razend snel naar mijn keel en met zijn wijsvingers duwt hij mijn luchtpijp dicht. Hij trekt mijn gezicht naar zich toe waardoor ik van de stoel op de grond val. Mijn knieën slaan op de vloer en de splinters van het hout dringen zich in mijn huid. Hij houd zijn gezicht dicht bij zijn gezicht. ‘Geef het me,’ fluisterd hij, en hij drukt zijn natte lippen om de mijne. Ik probeer me los te rukken, maar de druk op mijn luchtpijp wordt sterker. Ik kan bijna niet meer ademhalen, mijn lichaam word al slap. ‘Haal geen adem meer,’ piep ik. Hij probeert zijn tong naar binnen te duwen wanneer mijn lippen van elkaar komen. Maagzuur komt naar boven, mijn lichaam kromt zich in alle wegen, maar ondanks dat hij ziek is is hij sterk. Ik probeer mijn gezicht weg te draaien, maar zijn nagels boren zich nog verder in mijn keel. Voor mijn ogen beginnen vlekken te dansen, mijn lichaam wordt slap. Ik zak in elkaar als een zak aardappelen en hij laat mijn keel net voordat ik mijn bewustzijn verlaat los. Piepend, en hijgend, happend naar zuurstof lig ik op de grond. Mijn handen omvatten mijn pijnlijke keel. Het scheelde niks of ik was gestikt. Mijn keel voelt beurs aan, op mijn luchtpijp voel ik de afdruk van zijn nagels staan. Met zijn hand tilt hij mijn kin op, waardoor ik wel recht in zijn ogen moet kijken. ‘Geef me wat ik wil, dan pas laat ik je gaan.’ ‘Wat wil je dan?’ piep ik. ‘Ik wil jou.’

nine1987

Berichten: 8615
Geregistreerd: 14-07-08
Woonplaats: Alphen aan den Rijn

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-04-11 21:41

blik, maar tegelijker tijd zo’n teleurstellende blik <- tegelijkertijd moet aan elkaar (toch?)

Anyway, super stuk alweer.. Asks for more :D

Anoniem

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-04-11 21:49

I want more, I want more, I want more :Y)
goed stuk weer! +:)+ alleen sjagrijnig, is dat niet chagrijnig? correct me if I'm wrong

Duijfje

Berichten: 1990
Geregistreerd: 20-06-10
Woonplaats: Noord-holland

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-04-11 21:53

Leukk,, Alleen is het niet Dat hieronder *
Laatst bijgewerkt door Duijfje op 18-04-11 21:54, in het totaal 1 keer bewerkt

Duijfje

Berichten: 1990
Geregistreerd: 20-06-10
Woonplaats: Noord-holland

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-04-11 21:54

chagrijnig kan ook..

TheHorseInn
Berichten: 3092
Geregistreerd: 29-11-08

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-04-11 22:45

Ik zie dit verhaal nu pas maar vind het een superverhaal! :)
er zitten hier en daar een paar typefoutjes maardat stoort niet ofzo ;)

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 19-04-11 09:38

Dankjullie wel! :D Ik weet niet of het me lukt deze week meer te schrijven, maar ik zal proberen in ieder geval voor het einde van paasweekend een nieuw stuk te plaatsen :j Spellingsfouten zullen er altijd in blijven zitten, ivm mijn dislectie..

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 15-05-11 19:01

Nieuwe update, bij mijn vorige update staat een korte samenvatting, als je die leest incl die update erbij, weet je waar ik nu verder ga. Veel leesplezier! :D

Ik bedenk me geen seconde en kruip achteruit, probeer zo snelmogelijk op te staan en ik ren naar de deur. Ik duw de deurklink naar beneden, maar er komt geen beweging in de deur. Ik ram, sla, maar er gebeurt niks. Verloren zak ik op mijn knieën, mijn handen in vuisten gebald tegen de deur, tranen rollen over mijn wangen. Zijn gemene lach vult de kamer, en laat een rilling over mijn rug lopen. ‘Je kan niet weg, ik heb de sleutel!’ fluistert hij als een slang, ‘en je krijgt hem pas als je doet wat ik zeg.’ Ik ben verloren, wat moet ik doen, wat moet ik doen? Pieker ik in mezelf. Ik kijk in zijn vuur rode ogen en ik weet dat ik niks anders kan dan mezelf overgeven. Overgeven aan hem. ‘Kom hier,’ fluistert hij. Nee! Alles in mij verzet zich, mijn lichaam verkrampt, ik kan niet bewegen. Niet opgeven. Niet opgeven! Schreeuwt de stem in mij. ‘NEE!’ gil ik. Mijn stem vliegt de hoogte in. Een snik ontsnapt uit mijn kil. ‘Neehehee,’ snik ik. Mijn keel is droog, mijn energie is op. Ik kan niet meer. Hij kijkt genietend naar mijn tweestrijd, wetend dat hij gaat winnen. Hoe verder mijn energie daalt, hoe sterker hij lijkt te worden. Mijn tranen zijn als het water voor een plant, (vleesetende plant in zijn geval) in dit geval is hij die plant. Hij klimt uit zijn bed en loopt langzaam (en nog een beetje kreupel) op me af. Ik kijk angstig in zijn roofdierogen, die me ter plekke willen verslinden. Hij knielt voor me neer, en hij teelt mijn kin omhoog waardoor ik wel in zijn ogen moet kijken. ‘Luisteren hé? Dan zal ik je geen pijn doen.’ Ik ruk mijn hoofd uit zijn handen. Hij duwt me ruw op de grond, ik wil opstaan, maar zijn handen drukken mijn armen naar beneden, waardoor ik niet kan bewegen. Ik maak geen schijn van kans. Hij is te sterk. Ik geef mijn verzet op. Het heeft toch geen zin. Tranen van verslagenheid rollen over mijn wangen. Hij streelt met zijn hand over mijn betraande wang. ‘Braaf, zo ben je braaf... Waarom doe je altijd zo moeilijk? Ik ben blij... Dat ik deze niet hoefde te gebruiken.’ Hij haalt een mes uit zijn zak, die hij over mijn keel heen en weer rolt. ‘Dat zou zonde zijn van je gladde keel. En soms word ik zo boos, dat ik iets te hard druk, en dan zou dat zonde zijn..... Van jou bestaan.’ Zijn ogen glinsteren als die van een leeuw die zijn prooi te pakken heeft. De hand die het mes vasthoud bevriest, het mes druk gevaarlijk hard tegen mijn halsslagader. ‘Als ik nog iets harder druk, zal jou bloed zich over de vloer verspreiden, en zal je langzaam sterven in mijn armen, zal ik de laatste persoon zijn die je ooit gezien hebt.’ Hij slaakt een lange vermoeide zucht. ‘Ik vind het vervelend om dit te zeggen, maar jou paard, hoe heet hij ook al weer..’ ‘Alec,’ vul ik aan. Mijn stem klinkt schor van de tranen. ‘Juist ja, Alec..’ Hij stopt met praten en staart naar de deur alsof hij iets hoort. ‘Wat is er met Alec, wat heb je met hem gedaan?’ schreeuw ik in paniek. ‘Sttttt.’ Hij druk het mes nog iets harder tegen mijn keel. Ik voel hoe de scherpe kant van het mes door mijn huid boort. Een stroompje bloed loopt naar beneden. Hij verzacht de druk. ‘Kop dicht,’ snauwt hij. Ik doe wat hij zegt. De deur vliegt open, waarbij hij bijna tegen mijn hoofd aan botst. Rénoud staat in de deuropening. Hijgend houd hij zijn met een hand zijn buik vast. ‘Ridders, met blauwe gewaden!’ hijgt hij. ‘Wie?’ zegt Jacob ijzig. ‘Weet ik niet, er staat een afdruk van een witte duif op hun vlaggen.’ Rénoud hapt naar lucht, zijn handen klemmen zich om zijn buik. Zijn ogen rollen weg, waardoor alleen het wit van zijn ogen te zien zijn. Hij zakt op mijn knieën. Braaksel stroomt uit zijn mond. Hij kijkt nog een laatste keer op. ‘Ze zoeken haar.’ Dan valt hij dood neer. In zijn rug steekt een speer. Zijn rug is doorweekt van zweet en bloed. ‘Hoeveel ridders?’ schreeuwt Jacob. ‘Hoeveel!?’ Maar er komt geen antwoord. Hij kijkt in mijn ogen. Ik zie dat hij hetzelfde denkt als ik. De witte duif. Dat kan maar één iemand zijn: mijn vader.

Jacob was vloekend opgestaan, en door de kamer gaan ijsberen. Ondanks hij kort geleden bijna stervende leek, leek hij nu het tegenover gestelde. Toen hij na een paar keer heen en weer lopen hijgend op zijn bed was gaan zitten, stuurde hij me naar mijn kamer en riep zijn mannen bijeen. Nu zit ik op mijn bed, wachtend op mijn redding. Ik had nog net meegekregen dat Rénoud in het bos was neergeschoten, en de man met wie hij was net aan een pijl had kunnen ontsnappen. Het waren vijf ridders. Ze waren goedgetraind, ze hadden Rénoud van een hele afstand neergeschoten, in een dicht bebost stuk nog wel. Jacob had nu nog maar 4 ridders, nu Boris en Rénoud dood zijn. Ze zijn eigenlijk eerder rovers dan ridders. Ach, wat boeit het, het gaat erom dat ze 1 minder hebben dan mijn vader. Ik laat me achterover op het bed vallen. Ik ben opgelucht. Ten eerste omdat mijn vader me aan het zoeken is, en nog dichtbij is ook! Het kan niet lang meer duren voordat ik weer in mijn eigen bed lig, over wat ik even erg vind als het bed waarin ik nu lig, in het bed van Mr. Black. Ten tweede omdat ik net niet verkracht ben door Jacob. Eigenlijk ben ik nog het meest opgelucht over het tweede punt. Niet alleen om de verkrachting op zich, maar ook om de gevolgen. Ik zou negen maanden met het kind van Jacob moeten rondlopen, en na de bevalling zou ik er mijn halve leven voor moeten zorgen. Ik zou gebonden zijn aan Jacob, mijn hele leven lang. Als ik zou ontsnappen zou het kind mee moeten, en dan zou het op Jacob gaan lijken. Wanneer het groot zal worden, zal het zijn vader willen zien, en hem gaan opzoeken. Misschien zou het wel voor zijn vader kiezen, en mij in de steek laten, of het zou me verraden waardoor Jacob me weer gevangen zou kunnen nemen. Jacob zou me misschien wel verminken als straf dat ik was gevlucht. Als ik het zo bekijk, ben ik nog het meest blij om het tweede punt. Want het bed van Mr. Black is het waarschijnlijk net zo erg als in het bed van Jacob liggen. Het liefst zou ik ontsnappen met Valko, naar de andere kant van de wereld, waar niemand ons zal vinden. Maar dat zet ik maar even uit mijn hoofd. Het is onmogelijk. Ik moet voorlopig maar afwachten.

Ik moet in slaap zijn gevallen, want wanneer ik wakker word is het donker buiten. De krekels zingen, voor de rest is het stil. Ik loop naar het raam en kijk naar buiten, de donkere nacht in. De fakkels bij de poort branden en de vlammen dansen heen en weer. Ik zucht. Blijkbaar is er niks gebeurt toen ik sliep, mijn vader is nog aan het zoeken in dit gebied, of hij is vertrokken zonder dat hij dit kasteel had ontdekt. Of hij is al binnengeweest, en ik heb het niet gehoord. Ik was immers in een diepe slaap, het had voor Jacob niet mooier kunnen wezen. Wat natuurlijk ook nog kan, is dat ze zijn vermoord door Jacob’s mannen. Waarschijnlijk was mijn vader er zelf niet eens bij. Ik hoor de deur opengaan en draai me in een ruk om. Valko doet snel de deur achter zich dicht, rent naar me toe en slaat me in zijn armen. Ik sta perplex. ‘Ik moet je wat vertellen Gwen,’ zegt hij en hij laat me los. Hij gaat op mijn bed zitten en staart naar zijn schoot. ‘Ik heb slecht nieuws,’ fluistert hij. Ik staar maar Valko. Ik snap het niet meer. Op het ene moment ben ik alleen en het volgende moment omhelst hij me, om vervolgend zo snel mogelijk op mijn bed te gaan zitten. ‘Wat is er aan de hand? Wat is er aan de hand Valko?‘ ‘Ik kan het niet, ik kan het gewoon niet zeggen!’ huilt hij. ‘Ik kan het niet Gwen!’ Hij kijkt verslagen naar zijn handen. ‘Waarom niet Valko?’ fluister ik. ‘Het zal je kapot maken!’ zijn stem klinkt schor. ‘Wat zal me kapot maken? Wat zal me kapot maken Valko?’ ‘Ik kan het niet! Ik kan het niet zeggen, ik wil het niet zeggen! Maar je hebt het recht het te weten Gwen.’ ‘Wat te weten? Wat moet ik weten?’ antwoord ik. Ik weet niet wat ik moet doen, welke houding ik moet aannemen. Ik sta als bevroren. Ik wil mijn armen om hem heen slaan maar iets houdt me tegen. ‘Het is zo verschrikkelijk Gwen, ik wou niet, maar ik moest!’ Hij kijkt me met bloeddoorlopen ogen aan, zijn gezicht zie ik nu pas. Het zit onder de schrammen en blauwe plekken. ‘Wat moest je?’ vraag ik onrustig. ‘Nee! NEE! Je zal me haten Gwen, je zal me haten, je zal het me nooit vergeven!’ Hij schud met zijn hoofd en staart weer naar zijn schoot. ‘Ik zal je nooit haten Valko,’ fluister ik. ‘Nooit.’ Ik ga naast hem op bed zitten en pak zijn hand. ‘Wat je ook hebt gedaan, ik zal het je vergeven.’ Hij kijkt me aan. ‘Je zal dit me nooit vergeven Gwen, maar je hebt het recht het te weten, je moet het weten.’ ‘Wat, vertel me wat je hebt gedaan!’ Hij staat op en loopt naar de deur. Hij draait zich nog een laatste keer om. ‘Ik heb Alec vermoord.’

TheHorseInn
Berichten: 3092
Geregistreerd: 29-11-08

Link naar dit bericht Geplaatst: 15-05-11 19:18

wat een superstuk weer!

R.I.P Alec Y;(

Duijfje

Berichten: 1990
Geregistreerd: 20-06-10
Woonplaats: Noord-holland

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst: 15-05-11 20:50

aaahhh Aleccje... :(

ben wel benieuwd naar hoe en wat haha :P
eerst snapte ik dat stuk van die man met de speer niet xd haha

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Re: [VER] Prinses Lawcy en Alec.

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 16-05-11 16:50

Dankje :D Ik zie dat ik een paar tijd fouten heb gemaakt en een zin staat hetzelfde woord twee keer :P