MoonWencke schreef:Wie was Peter ook alweer? Enne.. ex-verloofde?
Deze twee zijn "nieuw" in het verhaal. Misschien komen ze niet meer terug. Misschien ook wel.................
Chichika schreef:lekker gaan zuipen en slapen
Hahahaha, Nina heeft last van onstilbare honger hahah.
Ik hoop NIET dat jullie denken "weet hetzelfde als vorige ruzie" (daar ben ik een beetje bang voor), want het loopt uiteindelijk iets anders af............. Maar dat komt
Het Brugge-incident - deel 2
Zaterdag 22 juni 2019
Prem ijsbeert door de hotelkamer.
-“Manuela manipuleert de kinderen gigantisch. Dat deed ze vroeger al". Ik lig nog op bed.
“Het lijkt elke keer om geld te gaan”. Zijn ze bang iets te kort te komen? Ze zijn toch uit elkaar?
-“Mijn kinderen zijn mijn alles. Ik weet echt niet wat ik moet doen. Het lijkt niet op te houden”.
Vertel mij wat, denk ik. “Sorry schat” zegt Prem, terwijl hij weer naast me komt liggen en me begint te zoenen. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen. Ik weet alleen dat ik honger heb. Ik duw hem weg.
“Zullen we wat gaan eten?” stel ik dan ook voor. We hebben beide geen zin meer om die "vervloekte" fles Champagne op te drinken.
“Je kunt nu toch niets doen”.
De receptie lijkt even later uitgestorven. Prem drukt op één van de oude, koperen receptiebelletjes die op de balie staan. Het authentieke geluid schalt door de receptie. Er komt echter niemand op af. Prem kan zich niet meer inhouden en al snel verandert de receptie in een orkest van receptiebelletjes. De tranen stromen over mijn wangen van het lachen terwijl Prem op zijn onderlip bijt en ritmisch op de belletjes drukt. Niet veel later komt een receptiemedewerker gehaast de hoek om.
-“Sorry, sorry, sorry” verontschuldigt Prem zich direct. Ik stop ook direct met lachen. Maar de jonge receptiemedewerker, die Brecht blijkt te heten, laat een ontwapenende glimlach zien.
-“Dat klonk geheel en al niet verkeerd” lacht hij. Ik weet weer waarom ik zo dol ben op België in het algemeen en Belgen in het bijzonder.
Uit eten gaan in Brugge is een uitdaging in het weekend als je niet gereserveerd hebt. Onze receptiemedewerker bevestigd dit. En dat hebben we niet. Hij vraagt waar we “goesting” in hebben.
“Indiaas?” stel ik voor. Dat is een veilige keuze. Ik ben op mijn hoede en wil niets triggeren.
-“Ik weet alles over restaurants in Brugge, maar ik heb nog nooit iemand over een Indiaas restaurant geïnformeerd. Ik weet niet eens of we die wel hebben.” peinst Brecht. Als Google even later met vijf resultaten komt, moeten we allemaal lachen.
“Kijk, Curry Palace” zeg ik “als het Palace heet, moet het wel goed zijn, toch?”. Beide heren lachen en Brecht pakt de telefoon op om te reserveren en om een taxi te regelen.
Het is druk en drukkend in het restaurant. Terwijl ik een slok Mango Lassi neem, hoor ik links van ons een stelletje heftig ruzie maken. Rechts van ons zit een groepje van vier mid-twintigers. Ze voeren een geanimeerd gesprek over seks. Ik kan elk woord van hun conversatie verstaan. De restauranteigenaar schenkt ze met een tevreden blik nog een glas wijn in.
Ik ben overweldigd. Ik kan absoluut niet tegen drukte en ik heb het voelt alsof ik stik. Ik open de menukaart. De kaft zit vol met vlekken en de insteekhoezen plakken aan elkaar. Prem merkt op dat ik me niet op mijn gemak voel.
-“Is er wat, Nien?”
“Nee, nee. Alleen is dit niet een ideale plek om te zijn met Hooggevoelgheid”.
-“Ach, wat een onzin” antwoordt Prem. “Hooggevoeligheid bestaat helemaal niet”. Misschien heeft hij gelijk. Misschien stel ik me aan. Maar op de een of andere manier hoor ik elk woord van het kibbelende stelletje naast ons en snijden de woorden in mijn ziel. Ik kan de negativiteit als een ping-pong bal heen en weer zien gaan. Waarbij het spel sneller en agressiever wordt. Ik kan me er niet van afsluiten.
-“Weet je al wat je neemt?”. Ik besef dat ik al 5 minuten naar dezelfde pagina zit te kijken. Ik antwoord dat het gerecht waar ik “goesting” in heb, niet op de kaart staat.
-“Ach, wat zeur je toch altijd. Wees blij dat je wat kunt eten. Er zijn mensen op de wereld die niets te eten hebben” snauwt Prem terug. “Verwend nest” hoor ik hem op gedempte toon zeggen. De toon is gezet. Gezellig.
Als de gerechten even later opgediend worden, beginnen we zwijgend te eten. Ondanks dat ik zo’n honger heb dat ik het tafelkleed wel op zou kunnen eten, prik ik afwezig in mijn curry zonder wat in mijn mond te steken. Opeens staat Prem op.
-“Hier heb ik geen zin in. We gaan”. Ik schrik. Maar als ik me wil verweren, is Prem al weggelopen om af te rekenen.
-“Nou, zeg maar wat je nu wilt doen, NINA”. Hij spreekt mijn naam net te hard uit. “Dit was niet volgens je standaard, dus zeg maar wat wel goed genoeg is”. Ik ben verbluft.
“Zullen we dan maar een cocktail ergens gaan drinken?” stel ik stamelend voor. Ik heb geen zin in een escalatie en ben vooral opgelucht dat we buiten staan. Weg uit die drukke, bedompte sfeer.
-“Zeg maar waar” antwoordt Prem. Het leek zo’n goed idee om onze telefoons in de hotelkamer te laten. Tot nu. “jij bent toch al zo vaak in Brugge geweest?”. Ik raak geïrriteerd.
“Weet ik veel! Normaal regelde Chander altijd alles van te voren”. Het was gewoon een antwoord op een vraag. Maar Prem ontploft.
-“J*ZUS!” schreewt Prem door de straten van Brugge. “Wat ben jij voor een mens? Met je moeilijke gedoe. Ik doe alles voor je. Alles. En het enige wat ik krijg, is gezeur”. Prem is in alle staten. Hij beent weg en ik doe moeite om hem bij te houden. Vandaag heb ik, voor het eerst, geen hakken aan en ik ben daar blij om.
Prem scheldt en tiert. Als we op de Markt aankomen, probeer ik hem te kalmeren. Maar er is geen speld tussen te krijgen. “We gaan naar huis. Ik ben helemaal klaar met je gedrag”. Razendsnel bedenk ik waar het mis is gegaan. Maar ik blijf erbij: ik gaf een normaal antwoord op een vraag, dus ik vind niet dat Prem het recht heeft om me zo te behandelen. Het staat totaal niet in verhouding met elkaar.
"Het is goed, Prem. Maar wil je alsjeblieft ophouden met schreeuwen? Ik schaam me dood". Ik heb nog nooit iemand zo hard in het openbaar horen schreeuwen. Het is donker op de Markt en er zijn andere mensen, maar in tegenstelling tot in Amsterdam, doet iedereen hier net of ze niets zien.
-"Ik schaam me juist dood met JOU!". Ik had me vergist. Prem kon toch nog harder schreeuwen.
Er is iets met deze persoon. Maar het voelt opeens niet mijn als mijn pakkie-aan.
Prem houdt een taxi aan en we stappen in.
-“Waarom doe je zo?” vraagt Prem als we zitten.
“Prem, het maakt niet uit. Het is goed zo. Dit is nu de derde keer dat dit gebeurt". En terwijl ik dit zeg, voel ik de tranen in mijn ogen prikken.
Vanbinnen heb ik met mezelf de afspraak gemaakt dat ik drie teleurstellingen nodig heb om echt los te laten. Twee, zo houd ik mezelf voor, kan nog toeval zijn, maar drie duidt op een zich herhalend patroon. Eerst Antwerpen, toen Amsterdam, nu Brugge. Hoe duidelijk wil ik het hebben?
to be continued