
Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird
Citaat:Ik kijk niet achterom, want ik weet dat Zack me nakijkt. Het doet me meer dan ik had verwacht om tegen Zack in te gaan en ik voel een beetje schuld, maar schudt dat weer snel van me af. Ik kan niet anders, dit is wel het minste dat ik voor Blake kan doen. Ik hoop dat ik niet te laat ben en loop stevig door.
Het is stikdonker in de mijn waardoor ik mijn zaklamp wel nodig heb. Door het schijnsel van de lamp krijgt de grot onheilspellende schaduwen en ik voel de kippevel over mijn rug lopen. Ik huiver even en twijfel of ik door moet lopen, maar zet dan toch door. Kom op Sue, je kan dit. De mijn loopt schuin naar beneden met aan het einde een flauwe bocht. Ik loop langzaam naar beneden en voel af en toe een steen onder mijn voet vandaan schuiven.
Naarmate ik verder loop merk ik dat het plafond steeds iets lager word tot ik er nog net rechtop kan staan. Ik loop voorzichtig verder, bang dat het ieder moment kan instorten. Ik zie zand naar beneden vallen net even voor me en ik haal even diep adem. Binnen in me word de paniek steeds groter en ik moet me inhouden om niet naar buiten te rennen. Ik denk aan Blake en heb weer genoeg moed om verder te lopen. Laat mij en Blake hier asjeblieft heelhuids uit komen, smeek ik in gedachten.
Wanneer ik bijna bij de bocht ben hoor ik ineens gerinkel en een zachte stem. De stem komt me bekend voor en ik probeer het te plaatsen, tot ik met een schok besef dat het Blake is. In een opwelling doe ik mijn mond open en wil hem roepen, maar dan bedenk ik me net op tijd. Wat als er iemand bij hem is? Ik hoop dat Jerry hier niets mee te maken heeft, als hij er toe in staat is om Blake op te sluiten hoe weet ik dan zeker dat hij mij niets zal doen?
Ik loop behoedzaam de bocht om en druk me zoveel mogelijk tegen de muur aan. Wanneer ik de bocht om ben sta ik een grote ruimte die nog donkerder is dan het pad achter me. Ik schijn mijn zaklamp in de verte, maar heb niet genoeg bereik om de overkant te zien. Ineens besef ik dat iedereen mijn zaklamp zou kunnen zien, wat als er iemand anders dan Jerry aanwezig is? Ik doe mijn zaklamp uit en knipper een paar keer met mijn ogen, maar ik zie nog steeds niets. Er zit niets anders op dan de zaklamp toch weer aan te doen.
Ik besluit langs de muren te lopen om zo niet verdwaald te raken. Langzaam loop ik verder en soms stuit ik op een uitstekend stuk steen, zowel op de muren als op de grond. Vroeger zaten hier allemaal mijnarbeiders, maar nu is dat lastig voor te stellen. De grot is slecht onderhouden en de balken die het plafond moeten ondersteunen zien er kwetsbaar uit. Ik probeer er niet teveel over na te denken en me op één doel te concentreren: Blake vinden.
Net wanneer ik het gevoel heb dat er hier niets te vinden is stuit ik op een nis in de muur. Ik zie een zwak licht in de verte branden en hoor weer gerinkel, dit keer iets harder. Ik hou mijn adem in en houd mijn zaklamp angstvallig naast me in de hoop dat niemand de lichtbundel heeft gezien. Ik probeer mezelf door de nis te werken, maar hij is te smal om er staand doorheen te kunnen. Dan maar kruipend bedenk ik snel en ik laat mezelf op mijn handen en voeten vallen.
Ik houd de zaklantaarn in mijn handen, maar heb hem voor de veiligheid uitgezet in de angst dat ik ontdekt zal worden als er iemand aan de andere kant is. Nu ik dichterbij kom hoor ik meer geluiden en uiteindelijk kan ik met moeite de stemmen onderscheiden. Ik luister ingespannen en hoor in totaal twee stemmen. De ene stem is van Blake, maar de andere kan ik niet plaatsen. Ik kruip langzaam verder tot ik bij het einde ben. Ik kijk of ik iets kan onderscheiden en zie een paar meter verderop een metalen ketting liggen. Wanneer ik goed kijk zie ik een voet er aan vastgebonden ik maak een geluid van schrik. Het is meteen stil en ik hoor voetstappen mijn richting opkomen. Ik houd mijn adem in en blijf stil liggen, bang om ook nog maar één geluid te maken.
‘Stomme ratten,’ hoor ik de onbekende stem brommen. Gelijk daarna hoor ik een zacht gekreun komen uit Blake’s mond. ‘Stel je niet aan,’ schreeuwt de andere stem tegen hem en ik hoor een dof geluid. Dit keer houd ik mijn hand voor mijn mond om geen geluiden te laten ontsnappen en ik bijt op mijn tong tot ik de smaak van bloed proef.
Ik hoor weer voetstappen die dit keer steeds verder lopen tot ik ze niet maar kan horen. Ik blijf nog een paar minuten zitten om er zeker van te zijn dat er niemand me op staat te wachten. Ik wil een stukje naar voren schuifelen als ik een schreeuw hoor van buiten en plotselinge stilte. Zack.
Ik hoef niet meer bang te zijn om iemand aan te treffen en kruip snel de tunnel uit als ik ineens een zware klap op mijn achterhoofd voel. Nog voordat alles wegvalt in het duister zie ik Jerry’s sombere gezicht terwijl hij me omdraait.
crazyshar schreef:is ook wel een klein nadeel van digitaal werken, je kan zo makkelijk snel wegtypen, dat je soms echt te snel gaat.
maar het verhaal zelf is echt goed, je wordt erin meegesleurd en je klifhangers zijn ook killing.
Citaat:Ik word wakker en wil mijn handen naar mijn hoofd toe brengen, maar ze zijn achter mijn rug vastgebonden. Ik knipper een paar keer met mijn ogen om het beeld scherp te krijgen en kijk rond. Het licht beschijnt het hele deel van de grot en ineens zie ik een donker silhouet in de hoek op de grond liggen.
‘Blake?,’ zeg ik zachtjes. Ik zie een kleine beweging, maar hij zegt niets terug. Ik kruip op mijn knieën naar hem toe en duw zachtjes tegen hem aan. Zijn hele gezicht zit onder de krassen en wonden en ik voel de woede van binnen.Ik zie hem langzaam ademen, maar hij reageert verder niet. Ik plof naast hem neer op de grond en kijk verder rond of ik iets kan vinden om me los te snijden, ik moet loskomen om Blake te helpen. Op de grond zie ik een scherp steentje liggen en ik schraap het met mijn voet naar me toe.
Plotseling hoor ik een geluid uit de hoek van de grot vandaan komen en ik pak snel het steentje op met mijn hand en draai me met mijn rug tegen de muur aan.
‘Jerry!,’ roep ik en ik zie hem iets dichterbij komen. ‘Laat me los, Jer. Hoe kun je dit doen?’ Hij komt nog dichterbij gelopen tot ik zijn gezicht kan zien. Ik kijk hem woedend aan en hij kijkt schuldig terug.
‘Sue, ik kan je hem niet mee laten nemen,’ zegt Jerry. ‘Je weet niet waar hij toe in staat is, hij moet gestraft worden.’
Ik kijk hem nog kwader aan en kijk naar Blake. Het lijkt alsof hij moeizamer ademhaalt en ik probeer hem wakker te maken door hem met mijn voet aan te tikken. ‘Blake, word wakker,’ zeg ik een beetje in paniek. Hij reageert niet en ik hoop maar dat het niet te laat is. Jerry draait zich om en loopt weer weg. ‘Jer, je kan me hier niet zo achterlaten,’ roep ik hem nog na, maar hij loopt gewoon verder. Ik hoor hem weglopen en bedenk me dan ineens dat Zack nog buiten is. ‘Jer wacht!,’ roep ik hem na, maar ik hoor hem al schreeuwen en daarna is het meteen stil.
Ik pak het steentje en wrijf er mee langs het touw die om mijn armen zit. Mijn armen doen pijn en ik voel een warme stroom langs mijn vingers stromen. Kom op, laat nou los denk ik ongeduldig terwijl ik Blake in de gaten hou. Ik zie hem nog steeds ademen, maar het gaat steeds moeizamer. ‘Geef niet op Blake,’ zeg ik tegen hem in de hoop dat hij me kan horen.
Ik hoor ineens een zacht gekreun uit zijn mond komen net op hetzelfde moment schiet het touw ineens los. Ik haal gelijk het touw los en draai me naar Blake toe. Ik schud hem met mijn armen heen en weer, maar hij reageert bijna niet. Ik doe zijn jas open en scheur zijn shirt kapot om de wonden te onderzoeken. Ik hap even naar adem van de schrik, over zijn hele lichaam zitten rode striemen en er zit een grote wond in zijn zij.
Ik doe mijn vest uit en druk het op de wond om het bloeden tegen te gaan, maar binnen een paar minuten is het vest al doorweekt. Wat moet ik nu doen? Dan herinner ik me weer die keer dat Zack zwaargewond was, hoe hij mijn bloed nodig had om te genezen. Ik pak het steentje en maak een snee in mijn armen terwijl ik op mijn lip bijt tegen de pijn. Ik laat de druppels bloed op zijn wond vallen en verwacht ieder moment dat het gaat veranderen.
Ik staar aandachtig naar de wond terwijl ik in mijn hoofd de seconden voorbij hoor tikken. Ik blijf een paar minuten zo zitten, maar er gebeurd helemaal niets. Ondertussen zie ik hem steeds minder ademhalen en ik voel de paniek omhoog komen. ‘Rustig aan Sue, aan paniek hebben nu helemaal niets,’ zeg ik streng tegen mezelf. Ik bedenk me ineens een andere manier en hoop maar dat het werkt.
Ik haal mijn pols naar me toe en houd mijn andere hand er bovenop om zo weinig mogelijk bloed te verliezen. Ik maak de snee nog iets groter met het steentje en houd de wond dan tegen Blake zijn mond aan. Hopelijk drinkt hij het open krijgt hij zo genoeg bloed binnen om zijn wonden te helen.
‘Kom op Blake, je kunt het,’ zeg ik zachtjes tegen hem terwijl ik met mijn andere hand door zijn haren streel. In eerste instantie gebeurt er niets en ik ben bang dat ik al te laat ben, als ik plotseling een lichte zuigkracht voel.
Hij drinkt zachtjes van mijn bloed en ik voel de warmte. Ik kijk naar zijn gezicht en zie zijn ogen langzaam open gaan. Ik glimlach opgelucht en ik voel ineens de tranen over mijn wangen lopen. Ik wil ze wegvegen, maar Blake probeert kreunend zijn hand naar mijn gezicht te brengen. Ik pak zijn hand en leg hem op mijn wang, waar hij met moeite één keer met zijn vinger streelt. Dan zucht hij van de inspanning en voel ik zijn hele arm verslappen.
‘Blake, blijf bij me,’ zeg ik tegen hem op een dringende toon. Ik denk hem te zien knipperen met zijn ogen, maar weet het niet helemaal zeker. Uiteindelijk na tien minuten zie ik langzaam verandering in zijn wond komen. Het heelt langzaam maar zeker en tegen de tijd dat de wond helemaal dicht is voel ik mijn arm tintelen en word het licht in mijn hoofd.
Ik laat mezelf tegen de muur aanvallen en leg Blake zijn hoofd op mijn schoot neer terwijl ik hem door zijn haren streel. Hij heeft nog steeds zijn ogen dicht, maar ik zie hem weer sneller ademhalen en de striemen worden al lichter. Opgelucht haal ik adem en doezel even weg van alle stress.
Ik schrik ineens wakker en kijk gedesoriënteerd om me heen. Ineens besef ik weer waar ik ben en ik kijk omlaag naar Blake, die nog steeds met zijn hoofd op mijn schoot ligt. Er gaat een kille angst door mijn lichaam en duw zachtjes met mijn handen tegen zijn schouder aan.
‘Blake?,’ zeg ik zachtjes terwijl ik wacht op een reactie. Ik hou van angst mijn adem in tot hij zucht en langzaam zijn ogen opendoet. Ik haal opgelucht adem en er verschijnt een glimlach op mijn gezicht. Hij komt langzaam overeind met mijn hulp en zit uiteindelijk met zijn rug tegen de muur aan.
‘Ik was zo bang dat je dood zou gaan,’ zeg ik met een brok in mijn keel en ik omhels hem stevig. Hij kreunt en zakt een beetje in elkaar en ik laat gelijk los. ‘Sorry,’ zeg ik opgelucht en schuldig tegelijk.
Hij schudt zijn hoofd bijna onmerkbaar en trekt een beetje met zijn lip wat waarschijnlijk een grijns moet voorstellen.
‘Dank je Sue,’ zegt hij langzaam en zachtjes. Ik zie dat hem inspanning levert en schud met mijn hoofd. ‘Je hoeft niets te zeggen, het is al goed,’ zeg ik geruststellend. Ik zie aan hem dat hij wil protesteren, maar door de inspanning kreunt hij van de pijn en valt weer terug tegen de muur aan.
‘Blake, we moeten hier zo snel mogelijk weg,’ zeg ik rustig tegen hem. Hij knikt kort en ik help hem voorzichtig overeind. Er komt een zacht gegrom uit zijn mond en ik zie dat hij pijn heeft. Ik leg zijn arm over mijn schouders en houd hem met mijn andere hand bij zijn zij vast, zoveel mogelijk de plek waar de wond zat vermijdend.
We schuifelen langzaam verder en gaan niet veel vooruit, maar we moeten hoe dan ook naar de uitgang toe. We lopen naar dezelfde plek waar Jerry naar buiten is gegaan en hoop dat we op die manier bij de uitgang zullen komen. We lopen steeds verder van het licht vandaan en al gauw is het weer stikdonker om ons heen. Jammer genoeg heeft Jerry de zaklamp afgepakt, dus er zit niets anders op dan het op de tast doen.
Ik loop zo dicht mogelijk langs de muur en schraap meerdere keren met mijn schouder erlangs wat een irriterende plek veroorzaakt. Ik besteed er niet teveel aandacht aan want ik heb al mijn kracht nodig om in evenwicht te blijven. Blake leunt zwaar op mijn schouders en hij sloft met zijn voeten over de grond. We moeten meerdere malen blijven stilstaan om op adem te komen en er lijkt geen einde te komen aan de grot.
Na wat eeuwen lijkt te duren zie ik eindelijk een strook licht aan het einde en ik slaak een kreet van opluchting. Blake kreunt terwijl hij zijn hoofd even opheft om te kijken. Door die beweging verliest hij zijn evenwicht en leunt nog zwaarder op mijn schouders waardoor we samen op de grond vallen. Ik ga gelijk op mijn knieën zitten naast Blake, die nog steeds op de grond ligt. Hij ademt zwaar en ik zie de wonden op zijn gezicht langzaam terugkeren. Ik duw zijn shirt opzij en zie dat de wond in zijn zij ook weer is gaan bloeden.
‘Hou vol Blake, we zijn er bijna,’ zeg ik bezorgd tegen hem. Ik probeer hem overeind te helpen, maar hij werkt niet mee. Ik hoor een zacht geluid uit zijn mond komen en buig mijn hoofd naar hem toe.
‘Sue…. Ga. Laat mij…. Grot’ Daarna laat hij zijn hoofd weer neervallen en ik kijk hem bezorgd aan. Al moet ik hem mee slepen over de grond, ik ben niet van plan om zonder hem hieruit te komen.
‘Kom op Blake,’ zeg ik streng. ‘Ik ga niet zonder je, desnoods blijf ik hier.’ Die woorden lijken hem wakker te schudden en dit keer lukt het me om hem weer op de been te krijgen.
We strompelen nog langzamer als daarnet richting de uitgang en ik hou Blake ondertussen goed in de gaten. Ik voel iets warms over mijn hand die hem bij zijn zij vasthoud druppelen en ik merk dat de wond meer is gaan bloeden. Ik sta weer even stil en laat Blake tegen de muur aan steunen terwijl ik mijn shirt uitdoe.
Ik voel de kou langs mijn blote buik stromen, maar ik negeer de kou en leg mijn shirt tegen Blake zijn zij aan. Zijn gezicht vertrekt van de pijn, maar ik houd mijn hand stevig tegen de wond aangedrukt en leg zijn arm weer over mijn schouders heen en loop verder.
Wanneer we bij de uitgang komen moet ik mijn ogen samenknijpen door het heldere licht dat schijnt. Ik kijk nog steeds met geknepen ogen rond en merk dat het al middag moet zijn. De zon staat hoog en schijnt fel richting de grot. Binnen in de grot had ik totaal geen besef van de tijd, maar ik merk nu dat ik er vierentwintig uur heb gezeten.
Ik kijk rond of ik Zack ergens zie, maar hij is nergens te bekennen. Zou hij de hoop al opgegeven hebben? ‘Zack?,’ roep ik, maar er komt geen reactie. ‘ZACK!,’ roep ik nog harder. Ik luister ingespannen naar een reactie, maar hoor niets op het waaien van de wind na. Waar is hij nou als ik hem nodig heb? Ik strompel met Blake naar de auto en voel of het portier open is. Gelukkig geeft de deur gelijk mee en ik zet Blake voorzichtig in de auto neer. Hij leunt met zijn hoofd tegen de hoofdsteun aan en ik leg zijn hand op de wond neer zodat hij het bloed kan stelpen. Ik kijk ongeduldig om me heen of er al een teken is van Zack als ik ineens beweging zie achter de heuvel naast de grot.
‘Zack?,’ roep ik nog een keer terwijl ik met mijn ogen tuur om iets te onderscheiden. Dan komt Zack tevoorschijn en ik schik van de aanblik. Zijn broek en shirt zijn aan stukken gescheurd en hangen als flarden om hem heen. Gek genoeg zie ik geen beschadigingen op zijn lichaam, maar besef dan dat hij waarschijnlijk tien keer zo sterk is als een normaal persoon.
Hij komt snel op me afgelopen en ik ren ongerust op hem af. ‘Zack je moet helpen!,’ roep ik ongerust. ‘Het is Blake!’ Zack verspilt geen tijd en rent met me mee naar de auto. Hij opent het portier aan Blake zijn kant en inspecteert zijn wonden.
‘Sue, je moet nu meteen naar mijn huis rijden,’ zegt Zack bevelend. Ik doe mijn mond open om te protesteren, maar Zack kijkt me dringend aan. ‘Je moet dit doen als je wilt dat hij blijft leven. Buiten dat, er is niet genoeg plek in de auto voor drie personen.’ Ik knik zwijgend en pak de sleutels van hem over. Zack houdt het portier voor me open en ik stap snel in en doe eerst de gordel van Blake om, daarna mijn eigen. Zack kijkt me nog even aan en geeft me een kneepje in mijn arm. ‘Je kunt dit Sue,’ zegt hij vol vertrouwen. Ik kijk hem twijfelend aan en haal even diep adem. ‘Rij in één keer door naar mijn huis, ik zal daar op je wachten,’ zegt Zack waarna hij het portier dicht gooit. Ik start de motor en kijk even naar Blake. Hij haalt nog steeds moeizaam adem en het bloed sijpelt nog uit zijn wond. Door hem zo te zien twijfel ik geen seconde en druk het gas in. Ik rij zo snel mogelijk zonder gevaarlijk te zijn en houd al mijn aandacht bij de weg. Gelukkig heb ik op de heenweg naar buiten gekeken want onbewust heb ik toch een aantal beelden opgeslagen. Ik rij in één keer goed en na twintig minuten kom ik bij Zack’s huis aan.
Ik rij de oprit op als Zack me al tegemoet komt lopen. Hij loopt regelrecht naar de passagierskant toe en haalt Blake voorzichtig uit de auto. Zijn gezicht staat gespannen en ik durf niet te vragen wat hij er van denkt. Hij loopt door de voordeur gelijk naar boven en legt Blake in de kamer tegenover de zijne neer. Ik ga gelijk naast Blake op bed zitten en kijk angstvallig van hem naar Zack.
‘Wat moeten we nu doen?,’ zeg ik ongerust. Ik kijk weer naar Blake en voel het schuldgevoel omhoog komen. Zonder mij was dit nooit gebeurd, wat nou als hij het niet redt? Dan kijk ik weer terug naar Zack in afwachting wat hij zal zeggen. ‘Heb je hem je bloed gegeven?,’ vraagt hij ernstig terwijl hij met zijn hand over zijn hoofd wrijft. Ik knik beamend en ik zie hem nadenken. ‘We kunnen nog iets van jouw bloed op zijn wond laten vloeien.’
‘Oké, als dat helpt,’ zeg ik vastberaden. Zack komt naast me zitten en pakt zachtjes mijn hand vast. Dan bijt hij zonder waarschuwing in mijn hand en ik slaak een kreet van schrik. Hij kijkt me verontschuldigend aan en houdt daarna mijn hand boven de wond. We kijken allebei met ingehouden adem toe terwijl de druppels zich over de wond spreiden. Het bloed verspreid zich tot de hele wond rood ziet van de verse bloeddruppels. ‘Zo moet het wel genoeg zijn,’ zegt Zack en hij pakt mijn hand weer vast om de wond te genezen. ‘En nu?’ Ik kijk bezorgd naar Blake die sinds de autorit weer bewusteloos is en aai met mijn hand langs zijn wang.
‘Nu kunnen we alleen nog afwachten,’ zegt Zack en hij zucht vermoeid.