Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly
Citaat:Na een tijdje durf ik weer wat voorzichtige stappen zetten, en voel direct de zeurende pijn in mijn rug.
Ik zie de manegebaas op me aflopen, en wil me omdraaien en weglopen, helaas lukt dat niet echt en kan de baas me vlug bij het halster nemen.
Hij leidt me naar mijn stal, waar een lekker dik strobed en een grote berg hooi ligt te wachten op mij.
Eenmaal de deur gesloten is laat ik me voorzichtig op het stro zakken, en val weer in een lange eindeloze slaap.
Ik blik terug op die lange tijd voor ik op de manege was.
Het ritueel van de eerste keer dat ik het zadel op mijn rug kreeg kwam iedere dag terug, maar duurde korter en korter, omdat ik na een tijd wist wat ze verwachtten.
Op een dag kwam de man me uit de stal trekken, en leidde me naar een donker hok op wielen. Voor ik ook maar kon denken aan weglopen voelde ik een doek over men ogen, er werd een bit in mijn mond gestopt, en ik voelde touwen langs mijn achterhand glijden.
Langzaam gaf ik toe aan de druk op het bit, en liep de trailer in.
De klep klapte met een bons dicht, en het ding zette zich weer in beweging.
Na een lange rit, die uren leek te duren, zette het ding zich stil.
Ik hoorde overal stemmen, en een barse man opende de klep.
“Ja, ziet er goed uit, wel wat mager, maargoed, laad maar uit, en steek hem maar in die containerstal langsachter”
De man klikte me los, en de stang achter mijn kont werd weggehaalde, ik struikelde de trailer uit, en liep suf achter de man aan naar een kleine, warme stal.
Hij klikte me los, klapte de deur dicht en liep weg.
Ik onderzocht het hok, merkte dat er bijna geen strooisel op de grond lag en er in de verste verte niks te eten was. Ik rook nog vaag de geur van een ander paard, die waarschijnlijk voordien in de stal gestaan heeft.
Plots hoorde ik een zacht gehinnik, ik liep langzaam naar de tralies toe en gluurde erdoorheen.
Ik zie een paard dat ooit wit en sierlijk geweest is. Klonten mest en vuil hingen in haar vacht gekoekt, de ribben waren te duidelijk zichtbaar. Het was een levend skelet…
Ze hinnikte nog eens, plots vlamde een lichte herkenning bij me op. Moeder?
Ze stond langzaam op, en hinkte naar me toe, onze neuzen snuffelden aan elkaar. Zoon, oooh lieve zoon, ik dacht dat ik je nooit zou terug zien!!!
Ik likte liefdevol haar snoet, en vroeg wat er gebeurt was.
En ze vertelde:
Herinner je nog die duistere dag? Je werd van me afgenomen, na 2 jaar nemen ze je van me af.
Voor ik het wist hadden ze me ook gevangen, en in de trailer geduwd. Toen we aan het rijden waren bleef ik je roepen, maar je antwoordde niet, de hele boel heb ik kort en klein geslagen.
Een uurtje later kwamen we bij een stallencomplex. 3 dagen en nachten heb ik op stal gestaan, met alleen hooi.
Daarna werd ik in de piste losgelaten, en opgejaagd, ik zocht jou, en liep nerveus rond.
Achter me hoorde ik “akkoord” vallen. Vreemde mensen vingen me, en stopten me opnieuw in een trailer.
Na een tijdje rijden kwamen we aan bij een kleine weide met stal.
In het begin was het daar goed, het dochtertje kwam me iedere dag eten en drinken geven, reed met me en kwam knuffelen.
Ik was gelukkig, maar alleen.
Na een tijdje, eind de zomer ongeveer, sloeg ze nu en dan een dagje over, en ze kwam minder en minder.
Toen de winter aanbrak gebeurde het zelden dat ik ze nog zag, het gras raakte op, en ik kreeg geen hooi. Het water was bevroren, mijn hoeven werden niet meer verzorgd.
Uiteindelijk kwam er weer een trailer, de moeder en de dochter stapten uit, en hadden een lang gesprek. Ik kon ervan opnemen dat ik verkocht werd. Langs de ene kant was het jammer, over het algemeen had ik het daar goed, maar misschien ging ik naar een betere plek?
Vorige week kwam ik hier toe, en werd in deze stal gedumpt, veel beter is het hier niet.
Een deze dagen is het een jaar geleden dat we elkaar gezien hebben, ik heb je gemist zoon…
We bleven nog wat neus aan neus soezen, tot plots de brompot aankwam met ene kruiwagen hooi.
We kregen elk nauwelijks een half plakje, waarna hij met een driftige stap weer wegliep.
Ik keek mijn moeder aan, ze knikte me toe, en zei:”eet maar, mijn zoon, je zult het nodig hebben “
Ik begon langzaam op het smakeloze hooi te knabbelen, en zag in men ooghoeken hoe mijn moeder aanviel op de luttele sprietjes.
Uiteindelijk nam ik een pluk hooi, en duwde ze door de tralies, mij moeder keek me dankbaar aan, en at voor eens in lange tijd haar buik vol.
Die nacht was een lange nacht, ik hoorde moeder kreunen in de stal naast me, ze woelde alle kanten op.
Na enkele uren was het stil, doodstil. Ik tuurde door het donker, maar zag niets, riep mijn moeder, maar hoorde niks.
De volgende ochtend werd haar stal geopend, de brompot kwam binnen, keek binnen bij men moeder en mompelde: “weer een dood, ze vallen als vliegen deze week”
Hij liep weg, en ik keek ontzet neer op het lijk dat overbleef van mijn moeder, er was niet veel meer over van haar vroegere schoonheid. Na een tijd kwam de brompot terug met een oud, uitgemergeld trekpaard. Hij bond touwen vast aan het tuig, en haakte de lus rond mijn moeders nek.
Hij gaf de knol een tik met de zweep, en ik zag mijn moeder langzaam van me weggesleept worden, voor de 2 de maal in mijn leven…
Ik schrok wakker van gesleep in de gang en kwam moeizaam recht, en voelde mijn rug terug steken.
Ik wandelde stijf naar de staldeur, en zag hoe er met hindernissen gesleept werd, en keek uit naar de les.
Vanuit mijn box had ik een uitzicht op de piste, de normale lessen interesseerden me niet, maar eenmaal per week was er een springles, daar keek ik graag naar.
Het volgende uur stond ik gebiologeerd te kijken naar paarden die gracieus over de hindernissen vlogen, en het uurtje was om voor ik het wist.
Even later kwam de manegebaas binnen, en leidde me aan het halster naar buiten, hij gaf me door aan een vrouw, en gaf de opdracht om enkele keren heen en weer te stappen.
Ik stapte zo goed als kon achter haar aan, en toen ze vroeg om aan te draven slofte ik in een stijve sukkeldraf erachter.
De manegebaas zei tegen haar:
“zet hem in een van de paddocks naast de weiden, en zet die shetlandpony erbij, we kijken het een weekje aan, en zien dan hoe hij loopt”
Ze bracht me naar een kleine piste van zand, waar ik een kleine guitige pony zag staan.
Hij trippelde nadat ik los was naar me toe, en stelde zich voor.
“hoi hoi hoi, ik ben sjakie, de kleine pony, wie ben jij? Ik heb je hier nog nooit eerder gezien, ben je ook een gezelschapspony? Ik wel hoor, en iedere dag komen de kindertjes op me af, en geven me koekjes en snoepjes,en ze borstelen me de heeeele dag door. En dan kriebelen ze me net op dit plekje hier, zie je, recht op mijn kont hier.
En daarna ga ik dan express rollen, net hier op dit plekje, Oeh een grassprietje, lekker lekker, waar was ik?
Ohja, dan rol ik me en dan zitten ze zo heel…”
“hohoho” onderbrak ik zijn woordenstroom “rustig maar jong, ik ben Demon, gisteren heb ik in de les een schuiver gemaakt, en ik mag nu een weekje hier staan, mijn rug is niet helemaal goed, snap je?”
‘oh, ja, ik snap het, ik snap het, zullen we tikkertje spelen?”
“nee, ik kan amper draven, laat staan tikkertje spelen”
“oooh, alsjeblieehieeft?”
“morgen misschien”
“oke dan, ik ga daar dan wat gaan liggen, doei doei! “
De pony draaide zich vliegensvlug om, en galoppeerde met korte pasjes naar een hoek van de paddock, hij krabde wat in de grond, en liet zich dan met een bons omver vallen. Even later hoorde ik diep gesnurk. Ik schudde langzaam mijn hoofd, en installeerde me ook om een dutje te doen.
Even later werden we wakker gemaakt van het groene mannetje, hij gooide een berg hooi voor onze neus, en we kregen elk een aai.
Ik liep langzaam op het hooi toe, en begon smakelijk te eten.
Na een tijd merkte ik dat Sjakie nog altijd niet kwam eten, en ik keek verbaasd om. Nadat ik vroeg of hij niet kwam eten antwoordde hij met het volgenden:
“nee, nee hoor, ik kom nog niet eten, ik heb nog met paarden samen gestaan, en dan schoppen ze me zodra ik wil eten, ik wacht wel”
Ik keek hem aan, en draaide me naar het eten toe. Sjakie achter me zuchtte diep.
Ik scheidde een deel van het hooi af, en duwde dat met men neus naar Sjakie toe, waarna ik demonstratief men kont van Sjakie wegdraaide.
Hij keek me met waterige ogen even dom aan, en sprong dan vol enthousiasme op, en begon heerlijk te smikkelen.

het is maar een idee hoor
tot er een nieuw stuk komt.

Citaat:Het ijzeren ding trekt in mijn mondhoeken, het ruitertje op mijn rug schopt in mijn ribben. Wat wil ze nou?
Ik loop maar achter de rest aan, misschien is het zo goed. Mijn voorganger springt aan in galop. Ik spring ook maar aan, ik zit net in mijn ritme als mijn ruitertje begint te schreeuwen.
Ik voel een pijnlijke ruk in mijn mond, maar ze geeft been!? Ik reageer op haar hulpen, en ga een versnelling hoger, het ruitertje begint te schreeuwen, maar iedere keer als ik trager wil gaan geeft ze been! Uiteindelijk stop ik in een hoek en voel ik het ruitertje langs mijn hals naar beneden glijden, ik kijk verbaas op haar neer, wat doet ze nou in de grond?
Het meisje schreeuwt moord en brand, zo erg is het toch niet? Ze staat uiteindelijk recht en stopt met huilen, komt op me af.
Ik steek men hoofd vooruit om een aai te krijgen, maar plots krijg ik een harde klap! Ik schrik van de pijn en vlieg achteruit, waarna ik een ruk in mijn mond krijg.
Ze trekt me om, geeft nog een ruk aan men bit, en kruipt weer op mijn rug.
Het meisje trekt de teugels ruw aan, en schopt in mijn ribben.
Zucht, zo gaat het iedere dag.
Eindelijk is de les gedaan, het kind trekt me naar stal, neemt men zadel af, trekt het bit uit mijn mond, en gaat zonder me een blik waardig te keuren de stal uit.
Ik sta bezweet op stal. De bodem sopt onder mijn voeten, de stal is donker.
Ik heb geen contact met andere paarden, soms vang ik een glimp op als er een ander paard passeert, en soms eens als mijn overbuur naar buiten kijkt.
Ik sta maar wat te suffen, denkend aan betere tijden. Ik val in slaap, en zie een grote groene weide voor me.
Ik galopeer de weide op, en kijk trots rond.
Plots zie ik een helderwitte vacht, ik hinnik luid en galopeer op haar af.
Eindelijk zie ik haar terug, ik voel me weer als een jong dartel veulen. Ze begroet mij, vertelt dat ze mij gemist heeft, en daagt me uit tot een rondje galop.
We zetten tegelijk een sprint in, galopperen de longen uit ons lijf.
Plots wordt de hemel donker, de groene weide verandert in een dorre vlakte.
Ik kijk om me heen, men moeder is weg! Ik ben helemaal alleen, verlaten en eenzaam.
Plots duikt een grote man voor me op.
Hij heeft een lang touw en een zweep in zijn handen. Ik zie hem, wil afremmen, maar ik ben te laat. Het touw ligt al om mijn nek en trekt zich strak, de zweep vlamt omhoog en striemt mijn nek…
Ik schrik wakker van de deur die openschuift.
Oh nee, niet weer! Er komt een vrouw de stal binnen, ze heeft het zadel en hoofdstel mee.
Ik draai me automatisch met mijn kont naar de deur, en heft dreigend mijn achterbeen op.
De vrouw lacht eens, legt het zadel opzij en komt kordaat op me afgelopen.
Ze legt zacht een halster over mijn hoofd, en geeft een waarderend klopje.
Ik gooi mijn hoofd omhoog, ik vertrouw deze mensen niet meer, eerst geven ze een klopje, daarna krijg ik een klap tegen men hoofd.
De vrouw praat geruststellend tegen me, ik hoor ze verschillende dingen zeggen.
Hoe mooi ik wel ben, dat ik niet bang moet zijn, en dat het het laatste uur is dat ik die dag moet lopen.
Ik laat voorzichtig mijn hoofd wat zakken, maar hou de vrouw nog altijd nauwlettend in de gaten.
Ze bindt me vast aan de muur, en neemt een borstel.
De volgende 10 minuten kan ik genieten van een weldoende massage, heerlijk voelt dat aan, maar ik kan er niet echt van genieten, ik moet de vrouw namelijk in de gaten houden.
Ze legt het zadel teder op mijn rug, het is een ander zadel, mijn schoft ligt vrij.
Ze doet voorzichtig het bit in mijn mond, en leid me de stal uit, ik merk dat ze geen zweep bijheeft.
Ze brengt me de piste binnen, en merk dat het lesgeefmens er niet is en ik alleen in de piste ben.
Ik begin te trippelen, en roep naar de andere paarden.
De vrouw stelt me gerust, en kruipt op mijn rug.
Ze is heel zacht met haar handen, en zit in evenwicht op mijn rug.
Wat een verademing, eindelijk iemand dat niet bonkt op mijn rug, niet in men ribben schopt, en men mondhoeken heel laat.
Maar toch, dit kan niet waar zijn, de volgende hoek spring ik opzij.
De ruiter is nog altijd rustig, en rijdt gewoon door.
Ik loop enkele rondjes rustig door, neem dan plots een aanloop, bok 2,3 keer, draai rond men eigen as, sprint ervan door, maak een noodstop voor de muur en bok nog eens hoog.
De vrouw vliegt van mijn rug, en land onzacht in het zand.
Ik schrik ervan, het was niet mijn bedoeling om ze eraf te gooien!
Ik raak in paniek, draai me om en galopeer ervandoor.
Delen van men leven flitsen voor mijn ogen, ik zie de man in het zand, de 2 andere jongens die me komen vangen.
De rukken in mijn mond, de zweep hoog in de lucht, de striemende pijn.
De waas voor mijn ogen trekt weg en ik zie de vrouw staan. Ik kom glijdend tot stilstand, en zie haar op me aflopen.
Ze neemt me vast bij mijn teugel, en geeft voorzichtig een klopje op mijn hals.
Ik wacht angstig af op de klap, die niet komt.
Ze kruipt terug in het zadel, en laat me weer wegstappen.
Ik snap het niet, ik heb haar erafgegooit, ik verdien klappen!!!
We stappen nog 10 minuten aan lange teugel, waarna ze afstijgt.
Ze doet mijn zadel af, haalt mijn bit uit mijn mond, en zet me terug op stal.
Ik krijg nog een klopje en een wortel, en wordt alleen gelaten.
Het mannetje met het groene pak komt langs. ik mag hem wel, hij brengt hooi en voer langs.
Desondanks blijf ik langs achter in de stal wachten tot hij gepasseerd is.
Ik herinner wel de klappen nog, dat gebeurt me niet opnieuw.
Hij gooit het voer in men bak, en verlaat de stal. Na enkele minuten durf ik dan eindelijk te gaan eten. Het voer is smakeloos, maar je moet toch iets, niet?
Na het eten draai ik rond in mijn stal,er ligt een laag vers stro, en ik zoek men plekje uit om te gaan liggen.
Ik val in een diepe slaap.
Mijn moeder flitst voor me heen, ze hinnikt naar me, en vraagt mee te komen.
Ik spring op en loop haar achterna, ze brengt me naar een grote groene weide.
We galopperen samen erdoorheen, nu en dan kijkt ze om en bromt zacht naar me.
Dan doemt de man weer op, samen met de anderen.
Ik voel het touw om mijn nek, en zie dat mijn moeder van me weggetrokken wordt.
Ze hinnikt luid, maar het helpt niet.
Ik wordt vooruit getrokken, en zie plots een groot gevaarte voor me opdoemen.
Ik krijg een doek over mijn ogen, ik voel rare dingen om mijn benen.
De grond onder mijn voeten gaat omhoog, en maakt raar geluid.
Ik schrik en loop achteruit, maar iets striemt mijn rug.
Ik spring vooruit, glij uit en val op mijn knieen.
Nog meer striemen, plots wordt de doek van men ogen weggedaan.
Ik sta in een donker hok, de klep wordt dichtgedaan.
Ik steiger, maar hang vastgebonden. Ik hoor een raar geluid, en plots bewegen we!
Alles draait, ik verlies men evenwicht en val tegen de wand aan, ik spring recht, en stijger, het halster drukt pijnlijk in mijn nek. We stoppen, de klep gaat open en ik wordt losgemaakt.
Ik spring de klep af, in een flits zie ik dat de man in de grond valt.
Ik kan niet weg, overal staat er draad.
Ik galopeer door, en zie plots een deur met een donker hok achter. Ik stop en draai me om, daar zijn de mannen weer!
Ik kies het zekere voor het onzekere, en galopeer de stal in, waarna iemand de deur achter me dichtklapt.
Ik hoor de mannen weglopen, en kan eindelijk wat kalmeren.
Ik kijk de kleine stal rond, ik voel stro onder men voeten. Wat verder ligt een berg hooi, en er staat ook een emmer water.
Ik blijf staan in de hoek van de stal, en doezel wat weg.
Ik schrik wakker van luid gehinnik. Ik kijk wat verdwaasd om me heen,maar als ik het groene mannetje zie passeren ben ik gerustgesteld.
Ik zie aan het omgevinglicht dat het al ochtend is, en omdat er nog geen ruiters rondlopen veronderstel ik dat het de vrije dag is.
Alle paarden kijken uit naar de vrije dag. Dan worden we in groepjes in de piste losgelaten, een halfuurtje lekker rennen en kroelen met elkaar!
Ik loop nerveus rondjes in mijn stal, maar als het groene pakje mijn stal opendoet vlucht ik toch naar achter.
Gelukkig mogen we zelf naar de piste lopen.
Ik draaf de piste in, en merk mijn vriendin op. Ze is diepbruin, en erg sierlijk. Haar neus is fijn, en ze heeft lange sierlijke benen.
Ik galopeer op haar af en begroet haar. Ze beantwoord met een zacht gehinnik, steigert, en nodigt me uit tot een sprintje.
We galopperen zij aan zij de piste rond en bokken onze benen van ons lijf.
We vallen terug stil en blijven de rest van de tijd lekker kroelen, en onze ervaringen van de afgelopen week aan elkaar vertellen.
Ook als staan we in stallen naast elkaar, we kunnen elkaar niet zien, en niet aanraken, enkel horen…
Helaas komen aan alle leuke dingen een eind. Het groene pakmannetje opent de deuren en vangt mijn vriendinnetje.
Ik weet wat er gaat komen, en galopeer nog een laatste rondje door de piste, vooraleer ik me weer overgeef aan de sleur van alledag.
Ik loop mijn stal in vooraleer het groene mannetje mij kan pakken, en ga weer in de houding gaan staan tot mijn deur dicht is. Pas na enkele minuten kan ik mij ontspannen en knabbel ik van mijn stro.
De rest van de dag kruipt voorbij. Ik hou niet zo van drukte, maar op de rustdag is er toch vrij weinig te zien. Behalve het halfuurtje dat we los mogen, en het groene pakmannetje dat de stallen mest *mijn stal doet hij terwijl ik lossta, omdat ik gevaarlijk zou zijn*, gebeurt er niks.
Ik sta maar wat te doezelen in de stal, als ik een harde klap hoor.
Ik verstijf, die stem!!! Oh nee, niet opnieuw, ik begin nerveus in de stal rond te lopen en steiger tegen de stalwand op.
Mijn staldeur schuift open.
“ Tshuh, nog altijd een onopgevoed kreng” buldert de gevreesde stem. Hij komt dreigend op me afgelopen, en wil me bij men halster grijpen. Ik struikel in paniek achteruit, de angst staat in mijn ogen te lezen, het schuim staat op mijn hals. Hij grijpt me bij men halster en geeft een harde ruk eraan, ik verstijf, voor even.
Dan barst ik los, ik steiger loodrecht omhoog, en trap met mijn voorbenen achter de man.
Hij laat los, hij moet wel, ik draai me om, en schop hard achteruit. Ik voel dat ik iets raak, het groene pakmannetje staat verwondert in het deurgat te kijken.
Ik wil de stal uitstormen, maar hij staat in de weg. Achter me hoor ik geritsel, en mijn ooghoeken zie ik hem oprichten, ik vergeet het groene pakmannetje, en storm de stal uit.
De poort staat open, de vrijheid blinkt me tegemoet. Ik vlieg naar buiten, en voel me enkele seconden vrij. Het groene weiland lonkt, ik vlieg de omheining over en galopeer door het land.
Maar plots hoor ik geroep, “paard los!!!” “doe de poort dicht, Demon is los”
“Rennen!!!”
Ondertussen doemt de omheining voor me op, daarachter ligt de vrijheid, ik galoppeer nog wat vlugger, en maak me klaar voor de afzet.
Plots hoor ik een zachte, maar bekende stem.
“hoooooo, mooie jongen van me, wat is er gebeurt? Kalm maar, hooo jong”
Ik vertraag mijn pas, en twijfel, wat zal ik doen?
Ik val in een langzame draf, en ga uiteindelijk over in stap.
Ik draai me langzaam om, het hoofd hoog geheven. Ik kijk haar recht in haar ogen, ergens ben ik mijn trots niet vergeten.
Ze komt op me afgelopen, en neemt me bij men halster, en leid me het weiland uit.
Eenmaal bij de poort aangekomen verstijf ik. De man staat bij de staleigenaar.
Ik hoor de staleigenaar bulderen. “ wat denk jij wel dat je hier komt doen??? Jij denkt je dat je hier zomaar kunt binnen vallen, en mijn paarden uit de stal kunt komen trekken, er dan ook nog voor zorgen dat ze helemaal in paniek raken, en de hele boel op stelten zetten!?”
“ach wat, voed je knollen beter op! Toen dat paard bij me was had hij nooit zon streken!”
Ik hoorde de staleigenaar repliceren: “je hebt 20 seconden om van mijn erf te verdwijnen, anders bel ik de politie!”
Ik zag de man achteruit lopen, uiteindelijk draaide hij zich om, stapte boos in zijn auto, en scheurde het erf af.
De vrouw bracht me naar de stal, en stak me een wortel toe.
Daarna deed ze voorzichtig de deur toe, en liet me alleen.
Ik zucht diep, en hoop die man nooit meer terug te zien.
Ik ging uitgeput liggen, en viel in een onrustige slaap.
Het is donker om me heen, en stil, compleet stil.
Plots hoor ik een knal, ik vlieg recht, tegen de stalwand aan, die stonddichter dan verwacht. Ik zag een figuur van de man in de deuropening.
Hij sluit de deur achter zich, en komt op me af.
Plots zit er iets om mijn hoofd, en gaat hij weer naar buiten, de deur is open.
Na enkele minuten loop ik aarzelend achter hem aan.
Ik kom uit in een ronde paddock, de poort achter me wordt gesloten.
Ik trippel onwennig rond, het ding rond men hoofd probeer ik kwijt te raken. Het doet geen pijn, maar is onwennig, ik wil het eraf! Terwijl ik rondloop zie ik verschillende tweevoeters staan, ze praten hard en staan wat te lachen.
De man treedt de piste binnen, hij heeft een lange stok met een touw vast, en begint te wijzen naar me.
Ik sta hem wat dom aan te kijken, en zorg om zo ver mogelijk van hem te blijven. Plots laat hij de zweep klappen, ik schrik, geef een bok en spurt weg.
Maar daar doemt de omheining voor me op! Ik kan niet weg, waar ik ook loop, ik blijf in het bereik van de man. Ik galopeer, en blijf maar lopen, rond en rond en rond en rond.
De man klapt met de zweep, hoe trager ik loop hoe meer hij klapt.
Na een kwartier val ik uitgeput in draf, waarna ik de zweep voel striemen op mijn rug, ik galopeer weer door. Plots stopt hij, en doet de zweep weg. Ik ga over in stap, en zie plots 3 mannen in de piste springen.
Ze gooien touwen om men nek, en binden me vast aan een paal. Ze maken touwen vast aan het ding rond mijn hoofd, en doen de touwen om men hals los. Ik probeer me los te rukken, maar het ding rond men hoofd zit muurvast.
Hoe meer ik trek, hoe harder de zwepen op me neerkomen. Uiteindelijk geef ik me over, ik sta met dampende flanken stil.
Twee mannen komen naast me staan, gooien iets op men rug, en snoeren het rond mijn buik vast. Ik bok in hun richting, maar net als ik ze niet kan raken ben ik weer los. Ik galopeer weg, en probeer het ding van men rug af te krijgen, maar daar zie ik de man weer, het ritueel gaat door, ik galoppeer rond en rond en rond.
Na een tijd ben ik te moe om te bokken, het ding op mijn rug kan mij niks meer schelen. Ik negeer de klappen van de zweep, en blijf stilstaan. De 2 mannen komen op me afgesprongen, en haken de touwen aan het ding om mijn hoofd. Ik laat ze doen, ik kan niet meer. Plots steken ze iets kouds in mijn mond, en zie ik de man op me afkomen.
De buikriem snoeren ze strakker aan, maar ik let er niet meer op.
En dan zit de man op mijn rug, ik verstijf, ik snap het niet. Ik voel druk in mijn mond, en voel iets scherps in men ribben.
Ik spring vooruit en wil bokken, maar de man trekt mij aan het metaal terug omhoog, en schopt in mijn ribben.
Hoe meer ik bok en steiger, hoe meer druk ik voel in mijn mond, hoe meer schoppen ik krijg.
Ik geef op, en loop lusteloos mijn rondjes, ben te moe, te moe om erover na te denken…
Ik zie mijn moeder voor mij…
Ik wordt bezweet wakker van het gerammel van de voerbakken. Ik spring recht, en val aan op mijn portie voer. De droom blijft door mijn hoofd spoken, ik probeer de nare herinneringen van me af te schudden, wat maar half lukt.
Volgens de baas ben ik nu 4 jaar. Ze kochten me toen ik 3 was, te vroeg ingereden zeiden ze. Helemaal kapot gereden, komt nooit meer goed…
Ahja, hier heb ik het over het algemeen wel goed. Ik krijg op tijd men voer, men stal is proper. Helaas zie ik enkel steeds dezelfde wanden, moet ik steeds dezelfde rondjes lopen. Gister heb ik eindelijk na 2 jaar het gras weer onder mijn voeten gevoeld. Enkele seconden van vrijheid,kostbare seconden, want nu sta ik hier weer. In een donkere stal, met zovelen, en toch alleen…
Enkele minuten later komt de eerste klant mijn stal binnen.
Ik laat gedwee het zadel op mijn rug gooien, en het bit in mijn mond proppen.
De les begon, en ik sjokte maar achter de pony voor me aan. Na een tijd ken je de lessen uit je hoofd, eerst enkele rondjes langs de muur.
Dan hetzelfde aan de andere kant, dan wat ronde dingetjes lopen langs beide kanten.
Daarna draven we aan, en lopen we allerlei bochtjes, en draaitjes.
Nadien nog enkele rondjes hobbelgalop langs beide kanten, en dan mogen we alweer stappen. De volgende les begint het weer van voor af aan…
De enige rustpauze krijgen we tussen de lessen, als de ruitertjes bezig zijn met het zadel en om erop te raken.
Die tijd kun je rekken door stiekem een stapje opzij te doen als ze er bijna opzitten, gegarandeerd dat het werkt!
Die dag moest ik maar 2 keer lopen. De dagen van de week ken je ook gauw.
De dag na de rustdag is vrij kalm,1 a 2 rondjes.
De dag daarop is het wel druk, ik loop meestal 4 a 5 rondjes, maar sommige paarden moeten nog meer lopen dan mij.
De volgende dag is het weer vrij kalm, maar de 3 dagen daarop is het echt wel hard!
De vrijdag lopen we een rondje of 3-4, maar de zaterdag en zondag minstens 5 rondjes, soms nog meer!
Gelukkig krijgen we nu en dan een uurtje rust tussendoor,en krijgen we veel worteltjes van de kindjes die rondlopen.
De manegebaas en het groene mannetje zijn de enige mannen dat ik iets vertrouw. In het begin dat ik hier was reden er ook mannen op mij, maar ik heb ze duidelijk laten merken dat ik daar niet mee gediend was. Sindsdien rijden er enkel vrouwen en kinderen op mij.
Maar deze dag was alles anders.
Het was zaterdag, ik had net 5 rondjes gelopen, en stond net op stal.
Ik hoor stemmen, 3 mannen, het groene mannetje, de manegebaas, en een vreemde man.
Ik hoorde hun gesprek:
“sorry meneer, we hebben geen paarden niet meer over, dit is de volwassen les vanavond, en al de paarden lopen mee. We kunnen u toch niet op een pony zetten?”
Ik herkende de stem van de manegebaas.
De vreemde man antwoordde: “er staat hier toch nog zo een knol? Kan ik daar niet mee rijden misschien?”
“sorry meneer, maar dit paard is onbetrouwbaar bij mannen.”
“Meneer, ik EIS dat u mij een paard toewijst, zodat ik kan rijden! Ik heb mijn vriendin vertelt dat ik zou rijden vandaag, en ze zit daar te kijken naar mij *hij knikte naar de kantineraam, waar een blonde opgemaakt jonge vrouw zat*, dus zorg dat ik hier een paard krijg, en vlug ook! “
De baas vroeg hoeveel uur ik al gelopen had. “5 uur meneer” antwoordde het groene mannetje.
“ oke meneer, u mag met dit paard rijden, maar let wel op! Hij is vroeger ernstig mishandelt geweest door mannen, en vertrouwt bijna geen mannen meer! Dus het is nu zaak om rustig zijn stal binnen te gaan, hem een worteltje te voederen, en vooral kalm en rustig met hem om te gaan! “
Ik trippelde onrustig de stal heen en weer, ik voelde de spanning in de lucht. De vreemde man gooide een wantrouwige blik op me, en antwoordde aan de baas:
“ u denk toch niet dat ik die stal binnen ga!? Ik heb net nieuwe lederen laarzen aan!”
De staleigenaar zuchtte diep, en riep een vrouw bij zich.
“ Wil jij Demon eens opzadelen voor meneer? Hij staat wat wild. Ik haal ondertussen een vaste slof uit, beter voorkomen dan genezen hé.”
De vrouw komt mijn stal in, en gooit het zadel opnieuw op mijn rug, en steekt het bit in mijn mond.
De manegebaas komt rustig op me toelopen, klikt de slof aan mijn zadel vast, haalt het door mijn bit, tussen mijn voorbenen, opnieuw naar het bit en terug naar het zadel.
Ik ken dit geval al, soms krijg ik het als ik met beginnertje moet lopen.
Ik plaats mijn hoofd in de houding om zo min mogelijk hinder ervan te hebben.
Ik loop rustig mee naar de piste, en ga op rust staan.
Ik zie toe hoe de man op me afloopt, maar heb het pas door als hij aan mijn zadel begin te prutsen.
Ik doe een stapje opzij, maar de manegebaas stelt me gerust.
De man kruipt op mijn rug, het gewicht drukt op mijn rug, mannen zitten heel anders dan vrouwen, daar heb ik ervaring genoeg in.
Ik hoor de manegebaas nog wat instructies geven:
“denk erom, rustig met je handen, vragen en niet dwingen, oefen geen druk erop uit, en begin zeker niet te roepen!”
De baas loopt weg, en ik blijf alleen achter met de ruiter op mijn rug.
Hij drukt zijn kuiten in mijn ribben, en ik begin onwennig rond te stappen, ieder moment een ruk in mijn mond verwachtende, of een prik met de metalen dingetjes.
Als dat uitblijft begin ik langzaam te ontspannen, concentreer me op mijn rondjes, en plaats men hoofd weer in de houding.
Als het paard voor me aandraaft loop ik achter. Ik voel de man op mijn rug zijn evenwicht zoeken, ik loop wat gespannen, maar ik loop nog.
Plots hoor ik hoefgetrappel en geschreeuw achter me aan. Een moment later vliegt een witte flits voorbij, en haalt uit in mijn richting.
Ik spring opzij, en vlieg tegen het schot. Spring weer terug, bots tegen de schimmel aan, en struikel. De man op mijn rug verliest zijn evenwicht en trekt aan de teugels.
Ik gooi mijn hoofd omhoog, maar die slof zit in de weg, de muur doemt voor me op. Ik stop, en draai, de ruiter vliegt half van me af, ik voel een pijnlijk gewicht in mijn mond.
Mijn evenwicht is naar de knoppen door het gewicht van de man, ik glij uit, val half op de man.
Ik spring recht, hij hangt nog altijd aan me. Ik schop, en blijf schoppen tot het gewicht van me afvalt, en ik weer vrij ben. Ik ren,en glij weer uit. Ik probeer recht te springen, maar blijf met men benen hangen in de slof, als ik beweeg doet mijn mond heel erg pijn, ik trap in paniek rond, ik kan niet meer weg! ik moet weg, vrij zijn!!!!
Het gevoel van de touwen rond mijn benen en men hoofd snijdt me de adem af.
Ik zie een man op me afgelopen, hij heft zijn armen op, en wil slaan, hij zal slaan!
Ik raak meer in paniek, en schop de man, spring recht, struikel over de teugels, ik zit nog altijd vast, en vlieg over kop.
Ik voel overal gewichten op me, op mijn hals,men hoofd, overal.
Ik voel een scherpe prik in mijn hals, en doezel weg in een suffige slaap.
“sorry meneer, we hebben geen paarden niet meer over, dit is de volwassen les vanavond, en al de paarden lopen mee. We kunnen u toch niet op een pony zetten?”
Zei ik tegen de ruiter.
De man antwoordde: “er staat hier toch nog zo een knol? Kan ik daar niet mee rijden misschien?”
“sorry meneer, maar dit paard is onbetrouwbaar bij mannen.”
“Meneer, ik EIS dat u mij een paard toewijst, zodat ik kan rijden! Ik heb mijn vriendin vertelt dat ik zou rijden vandaag, en ze zit daar te kijken naar mij *hij knikte naar de kantineraam, waar een blonde opgemaakt jonge vrouw zat*, dus zorg dat ik hier een paard krijg, en vlug ook! “
Peter, hoeveel uur heeft Demon al gelopen? “5 uur meneer” antwoordde de stalknecht.
Ik zuchtte, en zei tegen de ruiter.“ oké meneer, u mag met dit paard rijden, maar let wel op! Hij is vroeger ernstig mishandelt geweest door mannen, en vertrouwt bijna geen mannen meer! Dus het is nu zaak om rustig zijn stal binnen te gaan, hem een worteltje te voederen, en vooral kalm en rustig met hem om te gaan! “
“ u denk toch niet dat ik die stal binnen ga!?” Antwoordde de man hooghartig
” Ik heb net nieuwe lederen laarzen aan!”
Ik riep een van de amazones, en verzocht haar om Demon terug op te zadelen.
Zou dit wel goed gaan? Ik besloot er voor de zekerheid een slof aan te hangen, beter voorkomen dan genezen.
Ik ging naar de zadelkamer, koos een slof uit, en keerde terug naar de stal van Demon.
Ik knoopte de teugel vast, en leidde het paard naar de piste.
Ik voelde dat hij nerveus werd toen de vreemde man op hem afliep, en stelde hem gerust.
De man kroop op Demon, en ik gaf nog een laatste instructie.
“denk erop, rustig met je handen, vragen en niet dwingen, oefen geen druk erop uit, en begin zeker niet te roepen!”
De man knikte instemmend, en wachtte tot ik wegliep. Hij liet Demon aanstappen, ik zag hoe gespannen hij was, ieder spiertje trilde ongecontroleerd.
Na een tijdje ging zijn hoofd omlaag, zou het toch goed gaan?
De eerste paar pasjes draf gingen goed. Maar plots liepen er enkele kinderen al roepend langs de piste.
Een van de andere paarden schrok, en sprintte weg. de ruiter, een beginnende vrouw was daar niet op bedacht en donderde eraf.
Gelukkig stond ze meteen weer recht.
De schimmel galoppeerde op Demon af, die 2 paarden waren aartsvijanden. Ik kreunde in mijzelf, als dit maar goed gaat!
Daar hadden we het al, de schimmel schopte in Demons richting. Demon ontweek de schop, maar sprong daardoor tegen het schot op, hij sprong opzij, botste in volle vaart tegen de schimmel, en struikelde. Ik zag dat de ruiter niet bijster veel evenwicht had,en aan de teugels trok.
Demon springt recht, maar merkt de muur te laat op. Hij maakt een noodstop, en draait kort om zijn as. De ruiter vliegt er half af, en trekt door zijn gewicht demon naar beneden. Paard en ruiter gaan samen tegen dek. Demon springt weer recht, en schopt in paniek in de richting van de man. Uiteindelijk raakt de man los, en galopeerd Demon verder.
Helaas struikelt hij opnieuw, en valt, ik zie dat zijn benen vast zitten in de slof, ik ren op hem af, en probeer hem los te krijgen. Maar Demon is in blinde paniek, en schopt me weg.Hij springt weer recht, maar door zijn vaart en zen voorbenen die vastzitten vliegt hij overkop.
Ik roep de stalknecht, beveel hem op zen hals te gaan zitten, en ren naar de zadelkamer.
Ik trek een injectiespuit verdoving op, ren op Demon toe en prik die in zijn hals.
Enkele seconden later is hij zo suf dat hij netjes stilligt.
Ondertussen heeft er iemand de ambulance gebelt, om de man te komen ophalen, en haal ik het zadel van Demon af, en bel de dierenarts.
Even later kom ik suf wakker, waar ben ik? Ik voel omgewoelde grond onder me, en vaag komen de herinneringen terug.
De touwen zijn weg!
Ik spring recht, en val weer terug, maar na een paar minuten heb ik mijn evenwicht terug en sta ik stevig op mijn 4 benen.
Na een tijdje durf ik weer wat voorzichtige stappen zetten, en voel direct de zeurende pijn in mijn rug.
Ik zie de manegebaas op me aflopen, en wil me omdraaien en weglopen, helaas lukt dat niet echt en kan de baas me vlug bij het halster nemen.
Hij leidt me naar mijn stal, waar een lekker dik strobed en een grote berg hooi ligt te wachten op mij.
Eenmaal de deur gesloten is laat ik me voorzichtig op het stro zakken, en val weer in een lange eindeloze slaap.
Ik blik terug op die lange tijd voor ik op de manege was.
Het ritueel van de eerste keer dat ik het zadel op mijn rug kreeg kwam iedere dag terug, maar duurde korter en korter, omdat ik na een tijd wist wat ze verwachtten.
Op een dag kwam de man me uit de stal trekken, en leidde me naar een donker hok op wielen. Voor ik ook maar kon denken aan weglopen voelde ik een doek over men ogen, er werd een bit in mijn mond gestopt, en ik voelde touwen langs mijn achterhand glijden.
Langzaam gaf ik toe aan de druk op het bit, en liep de trailer in.
De klep klapte met een bons dicht, en het ding zette zich weer in beweging.
Na een lange rit, die uren leek te duren, zette het ding zich stil.
Ik hoorde overal stemmen, en een barse man opende de klep.
“Ja, ziet er goed uit, wel wat mager, maargoed, laad maar uit, en steek hem maar in die containerstal langsachter”
De man klikte me los, en de stang achter mijn kont werd weggehaalde, ik struikelde de trailer uit, en liep suf achter de man aan naar een kleine, warme stal.
Hij klikte me los, klapte de deur dicht en liep weg.
Ik onderzocht het hok, merkte dat er bijna geen strooisel op de grond lag en er in de verste verte niks te eten was. Ik rook nog vaag de geur van een ander paard, die waarschijnlijk voordien in de stal gestaan heeft.
Plots hoorde ik een zacht gehinnik, ik liep langzaam naar de tralies toe en gluurde erdoorheen.
Ik zie een paard dat ooit wit en sierlijk geweest is. Klonten mest en vuil hingen in haar vacht gekoekt, de ribben waren te duidelijk zichtbaar. Het was een levend skelet…
Ze hinnikte nog eens, plots vlamde een lichte herkenning bij me op. Moeder?
Ze stond langzaam op, en hinkte naar me toe, onze neuzen snuffelden aan elkaar. Zoon, oooh lieve zoon, ik dacht dat ik je nooit zou terug zien!!!
Ik likte liefdevol haar snoet, en vroeg wat er gebeurt was.
En ze vertelde:
Herinner je nog die duistere dag? Je werd van me afgenomen, na 2 jaar nemen ze je van me af.
Voor ik het wist hadden ze me ook gevangen, en in de trailer geduwd. Toen we aan het rijden waren bleef ik je roepen, maar je antwoordde niet, de hele boel heb ik kort en klein geslagen.
Een uurtje later kwamen we bij een stallencomplex. 3 dagen en nachten heb ik op stal gestaan, met alleen hooi.
Daarna werd ik in de piste losgelaten, en opgejaagd, ik zocht jou, en liep nerveus rond.
Achter me hoorde ik “akkoord” vallen. Vreemde mensen vingen me, en stopten me opnieuw in een trailer.
Na een tijdje rijden kwamen we aan bij een kleine weide met stal.
In het begin was het daar goed, het dochtertje kwam me iedere dag eten en drinken geven, reed met me en kwam knuffelen.
Ik was gelukkig, maar alleen.
Na een tijdje, eind de zomer ongeveer, sloeg ze nu en dan een dagje over, en ze kwam minder en minder.
Toen de winter aanbrak gebeurde het zelden dat ik ze nog zag, het gras raakte op, en ik kreeg geen hooi. Het water was bevroren, mijn hoeven werden niet meer verzorgd.
Uiteindelijk kwam er weer een trailer, de moeder en de dochter stapten uit, en hadden een lang gesprek. Ik kon ervan opnemen dat ik verkocht werd. Langs de ene kant was het jammer, over het algemeen had ik het daar goed, maar misschien ging ik naar een betere plek?
Vorige week kwam ik hier toe, en werd in deze stal gedumpt, veel beter is het hier niet.
Een deze dagen is het een jaar geleden dat we elkaar gezien hebben, ik heb je gemist zoon…
We bleven nog wat neus aan neus soezen, tot plots de brompot aankwam met ene kruiwagen hooi.
We kregen elk nauwelijks een half plakje, waarna hij met een driftige stap weer wegliep.
Ik keek mijn moeder aan, ze knikte me toe, en zei:”eet maar, mijn zoon, je zult het nodig hebben “
Ik begon langzaam op het smakeloze hooi te knabbelen, en zag in men ooghoeken hoe mijn moeder aanviel op de luttele sprietjes.
Uiteindelijk nam ik een pluk hooi, en duwde ze door de tralies, mij moeder keek me dankbaar aan, en at voor eens in lange tijd haar buik vol.
Die nacht was een lange nacht, ik hoorde moeder kreunen in de stal naast me, ze woelde alle kanten op.
Na enkele uren was het stil, doodstil. Ik tuurde door het donker, maar zag niets, riep mijn moeder, maar hoorde niks.
De volgende ochtend werd haar stal geopend, de brompot kwam binnen, keek binnen bij men moeder en mompelde: “weer een dood, ze vallen als vliegen deze week”
Hij liep weg, en ik keek ontzet neer op het lijk dat overbleef van mijn moeder, er was niet veel meer over van haar vroegere schoonheid. Na een tijd kwam de brompot terug met een oud, uitgemergeld trekpaard. Hij bond touwen vast aan het tuig, en haakte de lus rond mijn moeders nek.
Hij gaf de knol een tik met de zweep, en ik zag mijn moeder langzaam van me weggesleept worden, voor de 2 de maal in mijn leven…
Ik schrok wakker van gesleep in de gang en kwam moeizaam recht, en voelde mijn rug terug steken.
Ik wandelde stijf naar de staldeur, en zag hoe er met hindernissen gesleept werd, en keek uit naar de les.
Vanuit mijn box had ik een uitzicht op de piste, de normale lessen interesseerden me niet, maar eenmaal per week was er een springles, daar keek ik graag naar.
Het volgende uur stond ik gebiologeerd te kijken naar paarden die gracieus over de hindernissen vlogen, en het uurtje was om voor ik het wist.
Even later kwam de manegebaas binnen, en leidde me aan het halster naar buiten, hij gaf me door aan een vrouw, en gaf de opdracht om enkele keren heen en weer te stappen.
Ik stapte zo goed als kon achter haar aan, en toen ze vroeg om aan te draven slofte ik in een stijve sukkeldraf erachter.
De manegebaas zei tegen haar:
“zet hem in een van de paddocks naast de weiden, en zet die shetlandpony erbij, we kijken het een weekje aan, en zien dan hoe hij loopt”
Ze bracht me naar een kleine piste van zand, waar ik een kleine guitige pony zag staan.
Hij trippelde nadat ik los was naar me toe, en stelde zich voor.
“hoi hoi hoi, ik ben sjakie, de kleine pony, wie ben jij? Ik heb je hier nog nooit eerder gezien, ben je ook een gezelschapspony? Ik wel hoor, en iedere dag komen de kindertjes op me af, en geven me koekjes en snoepjes,en ze borstelen me de heeeele dag door. En dan kriebelen ze me net op dit plekje hier, zie je, recht op mijn kont hier.
En daarna ga ik dan express rollen, net hier op dit plekje, Oeh een grassprietje, lekker lekker, waar was ik?
Ohja, dan rol ik me en dan zitten ze zo heel…”
“hohoho” onderbrak ik zijn woordenstroom “rustig maar jong, ik ben Demon, gisteren heb ik in de les een schuiver gemaakt, en ik mag nu een weekje hier staan, mijn rug is niet helemaal goed, snap je?”
‘oh, ja, ik snap het, ik snap het, zullen we tikkertje spelen?”
“nee, ik kan amper draven, laat staan tikkertje spelen”
“oooh, alsjeblieehieeft?”
“morgen misschien”
“oke dan, ik ga daar dan wat gaan liggen, doei doei! “
De pony draaide zich vliegensvlug om, en galoppeerde met korte pasjes naar een hoek van de paddock, hij krabde wat in de grond, en liet zich dan met een bons omver vallen. Even later hoorde ik diep gesnurk. Ik schudde langzaam mijn hoofd, en installeerde me ook om een dutje te doen.
Even later werden we wakker gemaakt van het groene mannetje, hij gooide een berg hooi voor onze neus, en we kregen elk een aai.
Ik liep langzaam op het hooi toe, en begon smakelijk te eten.
Na een tijd merkte ik dat Sjakie nog altijd niet kwam eten, en ik keek verbaasd om. Nadat ik vroeg of hij niet kwam eten antwoordde hij met het volgenden:
“nee, nee hoor, ik kom nog niet eten, ik heb nog met paarden samen gestaan, en dan schoppen ze me zodra ik wil eten, ik wacht wel”
Ik keek hem aan, en draaide me naar het eten toe. Sjakie achter me zuchtte diep.
Ik scheidde een deel van het hooi af, en duwde dat met men neus naar Sjakie toe, waarna ik demonstratief men kont van Sjakie wegdraaide.
Hij keek me met waterige ogen even dom aan, en sprong dan vol enthousiasme op, en begon heerlijk te smikkelen.

Wat een leuk verhaal..!
Wacht op meer!!!
had net even op de web-l0g gekeken, gaat wel heel ergens anders over maar misschien leuk om een gedeelte voor het verhaal te maken..!
enne..handig dat alles nu even bij elkaar staat! En ook met die kleuren
haha wanneer nieuw stukje? 

Maar goed dat lijkt me duidelijk. Ik stem uiteraard wel voor het happy end (hint: met de lieve mevrouw
) wel erg voorspelbaar dan.. maar misschien houden we daar wel van
Citaat:Die week in de paddock, samen met Sjakie zou geweldig geweest zijn als ik geen last van men rug had.
Maar de pijn begon na een dag of 3 weg te trekken, en Sjakie en ik werden goede maatjes. Sjakie begon mij zo te vertrouwen dat hij naast me kwam staan om te eten, we speelden tikkertje, lagen beide uitgestrekt te zonnen, en lagen rug aan rug te slapen.
Ik genoot met volle teugen van de buitenlucht. Maar helaas, ik voelde het al aankomen, kwam de baas een week later me weer halen.
Sjakie liep opgewonden rond, en was benieuwd wat er gebeurde.
Ik hinnikte hem zacht toe, en betwijfelde of we elkaar nog terug zouden zien.
Ze brachten me naar mijn box, en kwamen af met een zadel. Bij het zien van het ding verstrakte ik onwillekeurig, maar liet het wel toe.
Ze leidden me de piste binnen, en een vrouw kroop op mijn rug.
Stap was nog te doen, ik voelde me niet bepaald lekker, maar stapte wel.
De vrouw op mijn rug gaf de hulpen om aan te draven, ik draafde enkele pasjes, tot de beelden van de vorige keer voor mijn ogen flitsten.
Ik verstrakte, en vertraagde naar stap, waarna ik uiteindelijk stil stond.
De vrouw gaf benen, maar ik reageerde niet, ik kon niet reageren.
Plots voelde ik een scherpe tik op mijn kont. Ik panikeerde, liep achteruit en botste tegen de bakwand. Ik steigerde hoog de lucht in, en draaide me om. De vrouw schreeuwde en trok aan mijn teugels, ik steigerde opnieuw, nog hoger.
Plots voelde ik dat ik achteruit getrokken werd, voor ik er iets aan kon doen , klapte ik achterover, ik hoorde een luidde krak, en voelde dat er iets verkeerd zat met het zadel.
Ik rolde recht, en stond stil te snuiven, wat was er gebeurt?
De manegebaas kwam op me af, en ontdeed me van zadel en hoofdstel. Ik hoorde hem iets mompelen als, iets met: totaal naar de knoppen in.
De baas bracht me terug naar de paddock, waar ik Sjakie vrolijk begroet.
Ik zie de baas bedenkelijk kijken, en loop op hem af. Ik voel zijn hand op men voorhoofd, en plots begint hij te praten tegen mij.
“ja jong, zo te zien is het helemaal naar de knoppen hé. Het is zonde, je bent een pracht van een beest. maar als je zo reageert, dit kunnen we toch niet gebruiken op en manege hé, ofwel?
Ofwel gaat er een groot mirakel moeten gebeuren, ofwel… het spijt me jong, het is beter zo, ik stuur je niet weer het handelscircuit in, dat kan ik je niet aandoen. Het spijt me Demon…”
Hij draaide zich abrupt om,en wandelde weg. ik vroeg me af wat hij bedoelde met het handelscircuit, word ik weer verkocht? Opnieuw al die ellende meemaken?
Ik schudde neerslachtig met mijn hoofd, en ging uitgeput gaan liggen.
Ik sufte weg, en herinnerde mijn komst hier.
Ik stond inmiddels een week of drie in die containerstallen, toen de baas *toen wist ik nog niet dat hij de baas was* langs mijn box langsliep.
Hij keurde me kort, en vroeg wat info over me.
Uiteindelijk hoorde ik ze wat prijzen zeggen, en werd er handjeklap gedaan. Rare wezens eigenlijk die mensen, gaan ze wat prijzen gaan zeggen terwijl ze een klapspelletje spelen.
Ik hoorde de prijs 300 vallen, waarna er geschud werd met de handen.
De handelaar trok mijn deur open, gooide een halster over mijn hoofd en sleurde me de stal uit.
Normaal zou ik na zon lange tijd op stal te staan hebben compleet over de rooie gegaan zijn wegens energie teveel. Maar nu was dat niet zo, die 3 weken had ik geen krachtvoer gekregen, nauwelijks hooi, nauwelijks stro. Ik was een wandelend skelet volgens de baas.
Eenmaal ik op de manege kwam werd ik eerst geschoren, daarna kreeg ik een lekkere warme douche en een heerlijke deken op.
ik werd in een ruime box gezet met een dikke laag stro, en een bergje stengelig hooi.
Ik werd een uur of 2 alleen gelaten, totdat de deur plots weer openging.
De baas kwam binnen, en stak voorzichtig een spuit in mijn mond waarna hij een smerig goedje inspoot. Enkele seconden later volgde de 2 de spuit met een nog slechter goedje. Volgens hem was het iets tegen de wormen en iets voor de vitamientjes.
Daarna leidde hij me mijn stal weer uit, en hield me vast terwijl dat een man met een lederen short mijn hoeven bekapte. Het was de eerste keer dat ze dit deden, maar ik was te zwak om tegen te stribbelen.
Daarna werd ik weer mijn box ingeleid, waar ik me direct neervlijde, en sinds lange tijd in een diepe, gelukkige slaap viel…
De zon scheen in mijn ogen, ik knipperde tegen het licht, en kwam langzaam overeind.
Ik zag Sjakie staan wroeten in de aarde met zijn kont naar me toe, en liep er zachtjes naartoe.
Toen ik achter hem stond beet ik hem hard in de kont. Sjakie slaakte een luide gil, en draaide zich wraaklustig weer om. Hij keek verbaasd rond toen hij merkte dat ik 5 meter verderop stond te “suffen”.
Na de derde keer had hij het eindelijk door, en viel me dan ook strijdlustig aan. Het werd een dol schijngevecht met steigersessie, nouja, hij stond recht overeind, ik kwam 30 cm omhoog. Elkaar op de knieën dwingen *ik liet hem winnen*, en rondjes in de paddock rondcrossen.
De dagen die erop volgden waren een van de gelukkigste dagen van men leven.
Maar dan kwam de baas met een halster in zijn hand de paddock binnen.
Hij haalde me uit de piste, en bracht me naar een grote witte vrachtwagen. De wagen rook naar angst en pijn. Er stonden al reeds 3 paarden in, die me met een zielige blik aankeken.
Ik werd erin geleid, en de vrachtwagen werd gesloten. Het werd een lange rit, ondertussen maakte ik nader kennis met de andere paarden.
2 ervan waren oude sportpaarden. Ze vertelden,in feite nam de kleinste merrie het woord, ze zag er een vinnig ding uit, en de grootste was meer een lange slungel.
“25 jaar geleden ben ik geboren,Dandy hier ook. We mochten eerst een halfjaar bij moeders blijven, en daarna werden we in een grote kudde met andere paarden geplaatst. Toen we 3 werden werden we allemaal ingereden, en de beste werden geselecteerd.
Dandy hier, en ik waren uiteraard bij de eersten in de selectie. We werden klaargestoomd voor wedstrijden, lekkere warme stallen, ieder dag een uurtje rijden, daarna een douche, solarium, het beste voer van het beste, beter konden we niet wensen.” Er klonk een hoge portie trots door in haar stem. “ maar natuurlijk werden we ook een jaartje ouder, we hebben 10 jaar meegedraaid op topniveau. Daarna hebben we nog een jaar of 7 meegedraaid op iets lager niveau, en jonge ruiters opgeleid. We hebben beide dan nog enkele veulens gehad, ik 3, Dandy hier 4.
Vorig jaar was ons laatste veulen eraf. Maar we kregen beide veel last van ouderdomskwaaltjes. Ik ben stijf, zo stijf dat ik ‘s morgens niet meer recht kom. En de laatste tijd heb ik geen adem meer, chronische bronchitis ofzo zeiden ze.
Dandy heeft is hoefbevangen geraakt, heeft veel pijn.
Dus dit is onze laatste trip hier, we zijn blij dat we samen zijn, hé Dandy?”
Er klonk een krassige stem: “ja hoor, je hebt helemaal gelijk Brité “
Brité sprak weer: “we zijn gelukkig, we hebben een goed leven gehad, en weten wat ons lot is. Misschien zien we jullie straks nog terug, na de aflossing”
Naast me stond een jong uitziende pony. Ik vroeg hem naar zijn verhaal:
Een pittige stem klonk op
“Nou ik ben Tricky. Ik ben ook toen ik een halfjaar was van men moeder weggenomen, en mocht in een kudde met andere paarden staan.
Toen ik 3 was werd ik ingereden, ik heb toch enkele jaartjes meegelopen in de sport.
Ik had een erg lief eigenaresje, ze kwam urenlang praten tegen me,ze knuffelde me.
Maar op een dag kwam ze huilend naar me toe. Ze vertelde dat ze geen geld meer hadden, en dat ik weg moest. De dag erop kwamen er kopers kijken. Er kwam een hooghartig kind op me afgelopen, die me gewoon in een trailer stak en meenam.
Ik werd op een grote stal gezet, met andere paarden, en veel te beleven. Het nieuwe kind zag ik nauwelijks. Ik kreeg van niemand aandacht, als ik geluk had mocht ik even in de loopmolen, voor de rest had ik niks te doen.
Behalve als het kind weer eens kwam rijden, dan werd ik door een stalknecht opgezadeld. Het meisje sprong op mijn rug, en begon direct te galopperen en te springen.
3 jaar heb ik daar gestaan. 3 jaar van dagen op stal te staan, daarna hard te moeten werken, en dan een halve week met spierpijn te zitten.
De laatste keer is het misgegaan, de piste was erg zwaar, en Zij wilde springen.
Hoger en breder gingen we, ik had het moeilijk, totaal geen conditie, een zware bak, een ruiter die me in de mond trok.
De sprong stond ondertussen op 1m20.
Ik galoppeerde erop af, maar vlak ervoor trok ze me stil. Ik had teveel vaart om te stoppen, maar te weinig om te springen. Ik sprong toch,Zij zat niet in evenwicht, en trok me in de mond. Ik voelde de balken tussen men benen vliegen, ik kwam neer en struikeld.
Toen ik rechtsprong werkte mijn achterbeen niet meer mee. De dierenarts heeft gezegd dat de pezen en zenuwen af zijn. Ik heb er geen pijn in, en zou perfect als gezelschapspony kunnen leven, maar helaas mocht het niet zijn…”
Ik brom geruststellend, en begin dan mijn verhaal te vertellen, van het begin tot het eind.
Net als ik men verhaal afsluit, voel ik de vrachtwagen vertragen, en uiteindelijk tot stilstand komen.
We worden uitgeladen, en in een aantal boxen gezet, naast elkaar zodat we elkaar nog kunnen zien.
Die avond verloopt in stilte, want w weten allemaal wat er de volgende dag zal gebeuren.
De dag breekt vroeger aan dan we wilden, maar de man met de witte jas komt al aan.
Als eerste neemt hij Dandy en Brité mee, net voor ze de schuur verlaten horen we nog een vrolijke afscheidsgroet.
Tricky en ik kijken elkaar aan, en zuchten diep.
We voelen ons beide blij en toch verdrietig. Blij omdat Dandy en Brit verlossing hadden gevonden. Verdrietig omdat wij ook dood moeten…
Na een halfuurtje komt witjas terug de stal binnen, en klikt een touw aan mijn halster.
Hij leid me de stal uit, de brede metalen deur doemt voor me op.
Ik voel een kilte door mijn lichaam en ziel stromen…
neej ergg!!!