Hoofdstuk 9
"Hebben ze verder helemaal niets met je gedaan?" Vroeg de politieagente ongeïntresseert terwijl ze ondertussen de telefoon tegen haar buik hield. "Nee niets, alleen wat ik net heb vertelt." Antwoorde ik met een zucht.
We waren nu onderhand al anderhalf uur op 't politie bureau, en iedereen vroeg 't zelfde. "Oké we zullen kijken wat we kunnen doen."
Ik heb geen namen genoemd, stel je voor dat ze erachter komen, en wraak willen! Daar moet ik niet aan denken.
Met een plof liet ik me weer op de stoelen in de wachtruimte vallen, en zuchte diep, met mijn ogen dicht.
"'t Kan niet zo snel gaan, we zijn niet de enige met problemen." Antwoorde Marko. Zorgzaam sloeg hij een arm om me heen en trok me naar zich toe.
"Nee, maar 't is wel klote dat dat niet kan." En ik leunde met mijn hoofd op zijn zachte schouder.
Zonder na te denken pakte hij mijn hand vast : "Vertel eens wat over jezelf" Zei hij, met een knipoog.
Blozend begon ik mijn verhaal "Nou, ik heet dus Rebecca de Wit, 16 jaar, 24 maart word ik 17."
"Ga verder" Zei Marko lacherig "Ik heb mijn beide ouders nog, ze zijn nog bij elkaar.." Even stopte ik om nog wat na te denken.
"Ow jah, ik heb ook nog geen vriend." Zei ik met een grote lach. "De jongen die mij... ontvoerde... was mijn vriend, een aantal weken geleden. Hij is er nog steeds niet overheen, en wil wraak, maar misschien wel op een beetje rare manier.." Zei ik. Ik keek weer naar de grond en speelde weer wat met mijn haar.
"Wat erg.. Maar goed, wil je wat over mij weten?" Zei hij serieus.
"Natuurlijk wil ik dat wel." En hij begon: "Nou, ik heet dus Marko Meijers, ik doe een opleiding voor paardenmanegment en verzorging in Barneveld, verder ben ik 20 jaar jong, al zeg ik zelf." Ook hij moest even nadenken voor hij verder ging met zijn verhaal.
"Ik heb 2 paarden, heb je een beetje verstand van paarden?" Vroeg hij. "Og een beetje, ik rijd nu ongeveer 3 jaar op een manege hier in de buurt." Zei ik vlug. "Dat is wel heel erg vet weet je dat? Wil je eens mee naar mijn huis? Ik heb 2 paarden, nou ja, 1 paard en 1 pony, ik rijd ze zelf niet omdat ik er geen tijd meer voor heb in verband met mijn studie, dus wil jij misschien... af en toe eens komen?" Vroeg hij blozend.
"Natuurlijk wil ik dat!" Antwoorde ik opgewonde van het goede nieuws, en al 't wat er die middag was gebeurd was in één keer vergeten.
Hoofdstuk 10
"Zou ze alweer mee mogen naar huis?" Vrouw Roy ongeduldig aan de zuster.
"Nee, sorry ze moet toch nog 1 dag in 't ziekenhuis blijven, de operatie heeft haar aardig uitgeput." En ze keek weer naar 't witte lijk dat op 't bed lag.
Langzaam en in een gelijktijdig tempo ging de borstkas op en neer, en elke seconde hoorde je een piep van 't aparaat ernaast.
Zolang je dat op een gelijktijdig tempo hoort, is 't goed, en heeft ze geen te hoge hartslag.
Bijna elk halfuur komt er een zuster of een dokter om verschillende dingen te bekijken en nieuwe zakjes aanvullen.
"Ik denk dat 't beter is als juilie weer naar huis gaan, 't is alweer half 7." Zei een voorbijkomende dokter geruststellend.
"Houd u ons op de hoogte?" Vroeg Roy snel.
"Maar natuurlijk, als er iets ongewoonlijks gebeurt, zal ik u zo snel mogelijk bereiken." Hij was nog niet klaar met praten en hij werd al opgepiept. "Sorry, ik moet weg!"
Er liep een andere zuster naar de dokter, en ze praatte wat over de ingekomen patient.
't Eerste wat me opviel was, dat ze het hadden over een jonge jongen, die was aangereden op de hanoeverlaan door een auto met behoorlijk wat vaart, en dat ze concluderden dat hij waarschijnlijk een hersenbloeding had over gehouden.
Maar daar ga ik me niet druk om maken, die persoon ken ik niet, en wil ik niet kennen, want ik heb al genoeg problemen!
Buiten stond Marko al op me te wachten en Roy knipoogde naar me: "Ik ga wel alleen.." En hij draaide speels met zijn ogen.
Snel gaf ik hem een tikje in zijn maag en bloosde.
"Hej Marko." Riep ik uitbundig. "Heej Rebecca." Riep hij, even enthousiast.
"Hoe wist je dat ik hier was? " Vroeg ik, een beetje verward. "Och, intuïtie" En hij knipoogde naar me.
Blozend wou ik mijn fiets pakken, tot ik rond mijn middel werd gepakt, een zachte hand onder mijn hoofd leidde me naar zijn mond toe, en hij zoende me.
Zachte lippen raakten de mijne. Adrenaline stroomde door mijn bloed heen terwijl ik hem terug zoende.
We kwamen los van elkaar. Snel pakte ik zijn gezicht weer vast en zoende hem opnieuw.
"Wat moet dit?!" Hoorde ik een boze stem achter me. Geschrokken liet ik hem los, en hij mij en draaide me snel om.
"Wat is dit nou Rebecca?!" Een schim liep hard naar ons toe, en greep me bij mijn keel, voor ik 't doorhad wie 't was viel ik op de grond.
Ik keek snel om me heen, niet gelovend wat er allemaal gebeurde.
Een golf van paniek stroomde over me heen, toen ik zag dat Ben tegenover Marko stond.
"Wat is dit Rebecca, nu al een nieuwe?!" En hij wou me weer aanvliegen, maar voordat hij dat kon doen, greep marko hem bij zijn leren jas. Die jas had hij nog 2 maanden geleden van mij gekregen toen hij die nog zo mooi vond.
"Wie is dit?" Vroeg Marko, waarschijnlijk aan Ben zelf. "Wat doet dat er toe? Je zal 't je morgen toch niet herineren" Snel rukte hij zich los, en wierp zich met al zijn gewicht op 't lichaam van Marko.
De 2 jongens lagen op elkaar, elkaar slaan en trappen. Ik wou er tussen komen, maar Marko keek me kwaad aan.
Ik hield me maar een beetje op afstand toen de beide jongens hijgend opstonden.
"Nu is 't tijd om jezelf voor te stellen mannetje" Zei Marko woedend.
"Goed dan" en Ben ging relaxed staan. "Ik ben Ben" Zei hij lacherig. "Snap je 'm?? Ik-ben-Ben" En hij lag in een duik van zijn grap.
Die grap maakte hij elke keer, kansloos die jongen.
"Jah, heel grappig." Zei Marko beheersd en draaide zich om. "Probeer me niet aan te vallen, ik ga naar huis, met Rebecca."
Zei hij vol zelfvertrouwen. "Niets wat jij wou doen, kan dat veranderen!" En hij liep naar mij terug. "Laat je fiets hier maar staan, we gaan wel met de auto" Fluisterde hij in mijn oor, en snel knikde ik even.
"Jouw zal ik nog wel eens krijgen." Riep Ben woedend, en stampvoetend liep hij door naar zijn fiets en trapte er tegen aan.
Hij bromde nog iets en stapte op zijn fiets. Nog 1 blik achterom, en hij zag dat Marko een arm om mijn schouder heen. "
Hij sloeg zijn hoofd neer en fietste weg.
Op dit moment had ik heel erg medelijde met hem. Af en toe was 't zo'n lieve jonge, maar zo'n show-off.
Maar goed, dat is verleden tijd.
Voorlopig..