Echt super al die reacties.
Niet zo'n heel goed stukje. Maar een boek heeft ook niet altijd maar goede stukken
Het iws een beetje Penny geworden, maar ik wil Bommel niet dood laten gaan
En ik heb nu niet zoveel inspiratie. Dus het is ook geen groot stuk geworden. Misschien schrijf ik morgen op school wel even verder.
Hoe de brand is ontstaan merk je wel in het verhaal
Dus mensen die dat weten.. MONDJE DICHT 
Komtie!
Ik twijfelde. Moest ik er heen gaan? Ja, natuurlijk moest ik dat! Maar iets in me zei dat ik er niet heen moest gaan. Ik negeerde dat gevoel en liep er rustig heen. Zijn been lag heel raar, en ik besefte dat het niet goed was en liep wat sneller. Lianne zat erbij. En Bommel lag heel rustig. Ik keek of hij nog ademde. En gelukkig deed ze dat nog. Dat was een hele opluchting. Maar toch kreeg ik tranen in mijn ogen. Dat been gaf mij een raar gevoel. Hij had pijn. Dat wist ik. Dat zag je in de blik van zijn ogen. Waarom moest dit mijn lieve Bommel overkomen? Waarom? Wat heeft Bommel verkeerd gedaan? Geef dat gebroken been aan mij, ik weet wat ik ermee aan moet. Bommel snapt dat niet. Mijn maag draaide. Ik vond het maar raar. Ik wil niet nog een dierbaar iemand verliezen. Ik moest heel hard huilen. En Lianne kwam me troosten. De dierenarts had Bommel ondertussen nagekeken. En vertelde me dat Bommels been gebroken was. ‘Dat kan ik zelfs zien!’ zei ik. Gelukkig vertelde de dierenarts dat ze geholpen kon worden. Dat geloofde ik niet. Een paard dat niet afgemaakt word door een gebroken been? Ik had altijd te horen gekregen dat een paard met een gebroken been afgemaakt werd. En Bommel niet? ‘Dat is geweldig!’ riep ik heel hard. De dierenarts moest daarvoor wel wat spullen halen en gaf Bommel een verdovend middel. Omdat er anders een kans was dat ze om wou staan. Maar ik wist niet wat ik nou moest doen. Ik kon naar huis gaan, naar mijn moeder, maar ik kon ook hier blijven en wachten tot de dierenarts klaar was met Bom. Lianne zei: ‘Ga maar naar huis. Ik blijf wel bij Bommel. Je bent thuis harder nodig dan hier. Ik bel je vanavond hoe het is afgelopen en wat de dierenarts heeft gedaan.’ Ik vond het een goed idee. ‘Oké, niet vergeten te bellen hè?’ Ze grinnikte: ‘Nee, natuurlijk niet’ Ik liep naar mijn brommer en droogde mijn tranen. Ergens was ik toch wel een beetje blij. Dat Bommel zou blijven leven. Maar ik was ook verdrietig want ze heeft pijn. Ik stapte op mijn brommer en reed weg.
Ik had mijn brommer nog niet uitstaan of mijn vader vroeg al wat er met Bommel was. Ik vertelde dat Bommel zijn been had gebroken. En dat ze geholpen werd. Ik ging naar mijn moeder toe. Ik keek naar haar. Ik zei: ‘Mam, bedankt dat je Bommel op de been houd.’ Ik wist gewoon zeker dat mijn moeder dit had gedaan.