Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird
Citaat:Deel 10
Nog voor mijn wekker gaat schiet ik overeind en loop snel naar beneden om bij Tippy te kijken. Als ik in de woonkamer kom moet ik moeite doen om mijn lachen in te houden. Mijn vader is van de bank afgerold en ligt op de grond te slapen en Tippy ligt op de bank. Zodra Tippy in de gaten heeft dat ik er sta tilt ze haar hoofd op en kijkt me onschuldig aan. ‘Oh oh Tippy toch,’ zeg ik hoofdschuddend.
Ik loop naar Tom en schudt hem wakker. ‘Pap wakker worden. Je bent van de bank afgevallen en ligt nu op de grond.’ Versuft staat mijn vader op en kijkt rond. Dan ziet hij Tippy op de bank liggen en ik zie hem vol verbazing kijken. ‘Volgens mij klopt er hier iets niet,’ reageert hij droog. Het volgende moment liggen we helemaal in een deuk en komen niet meer bij van het lachen. De tranen lopen over onze wangen en Tippy maakt het alleen maar erger door ons met een scheef koppie aan te kijken. Als we eindelijk bijgekomen zijn en onze tranen weghalen geef ik Tippy een aai over de bol en zet een pot koffie. Normaal gesproken drink ik geen koffie maar doordat ik vannacht slecht heb geslapen neem ik toch maar een beker. Ik had weer last van dezelfde nachtmerrie, alleen schoot Blake dit keer Zack dood in plaats van mij. Ik zat dit keer niet achter Blake aan, maar achter Tippy die weg gerend was. Uiteindelijk kwam ik in het park terecht waar Tippy in een groot gat was gevallen en er niet meer bij kwam. Ik probeerde haar eruit te tillen, maar ik kon haar niet bereiken met mijn armen. Toen was er ineens een ladder tevoorschijn gekomen aan de andere kant van het gat en Zak ging het gat in om Tippy te pakken. Toen schoot Blake Zack dood en ik sprong erin om Tippy te beschermen. Uit het niets was de bodem van het gat weg en viel ik alsmaar naar beneden, het leek ondeindig te duren. Tippy was weg, maar kwam later weer tevoorschijn toen ze in haar mand naar beneden viel. Ik probeerde haar nog vast te pakken met mijn handen, maar mijn vingers waren aan elkaar gegroeid. Toen ik wakker schrok van de nachtmerrie was het tien voor half twee ’s ochtends geweest. Daarna ben ik nog in een onrustige slaap gevallen en werd ik om tien voor acht weer wakker.
Ik leun tegen het aanrecht en ik wacht tot het espresso apparaat klaar is. Wanneer het kopje vol zit pak ik het kopje er onderuit en zet de volgende eronder. Mijn vader begint de ochtend altijd met een kop koffie want voor die tijd is hij meestal niet uit te staan. Het valt me op dat hij nu ook weer zo gezellig is, net zoals gisteravond. Ik vraag me af wat er voor hem veranderd is en ineens besef ik me iets. Misschien heeft mijn vader wel een vriendin? Sinds mijn moeders dood is er nooit meer een andere vrouw over de vloer geweest, behalve Guanita dan. Toen ik ouder werd en het allemaal goed ging beseffen verbaasde me het dat hij al die tijd vrijgezel is geweest. Voor zijn leeftijd ziet hij er nog goed uit. Hij heeft blond haar –mijn bruine haar heb ik van mijn moeder geërfd – en groenblauwe ogen, wat ik wel van hem heb. Misschien komt het omdat hij altijd aan het werk is. Één keer hadden ze een spoedvergadering die bij ons thuis werd gehouden. Ik was toen acht jaar oud en vroeg aan al zijn vrouwelijke collega’s of zij mijn mammie zou worden. Vanaf die tijd heeft hij met geen woord gerept over collega’s tegen mij en houdt hij zijn werk streng gescheiden. Het is pas sinds de laatste vier jaar dat hij iets flexibeler daarin word en dat ik weet dat hij een accountant is voor verschillende grote, internationale bedrijven. Het bedrijf waar mijn vader voor werkt is uniek doordat ze via persoonlijke bezoeken werken. Dat betekent dus veel reizen en weinig thuis zijn, ideaal voor mensen zonder gezin, of voor mensen die zouden wensen dat ze geen gezin hebben.
Ik loop met de koffiebekers in mijn handen naar de woonkamer en geef er één aan mijn vader. ‘Dank je Sue. Ik zal zometeen de dierenarts bellen om een afspraak te maken, er zit nog geen verbetering in.’ Ik kijk bezorgd naar Tippy en zeg: ‘Zal ik meegaan, ik kan wel een dagje van school wegblijven.’
‘Geen sprake van. Ik ga wel met Tippy en ik bel je zodra ik weet wat er aan de hand is. Ik denk niet dat het gebroken is, maar voor de zekerheid wil ik het even laten nakijken,’ hij voelt weer aan Tippy haar poot en ze begint weer te piepen. ‘Oké dokter Tom, als jij het zegt.’ Ik sta op en loop naar boven om me klaar te maken voor school.
Binnen een kwartier sta ik beneden en ik ruik de heerlijke geur van ei. ‘hmm dat ruikt lekker,’ zeg ik terwijl ik de keuken inloop. Ik ga aan het kookeiland zitten en kijk hoe mijn vader een omelet maakt. ‘Alles erop en eraan, madame?,’ vraagt hij terwijl hij een buiging maakt terwijl hij de omelet aanprijst als een ober. ‘Oui monsieur,’ antwoord ik deftig terug. Ik besluit zijn vrolijke humeur op de proef te nemen. ‘Pap, je bent normaal gesproken nooit zo vrolijk wanneer je net thuis bent. Wat is er aan de hand?’ ik bekijk aandachtig zijn blik. Hij kijkt naar me op en zegt dan geheimzinnig ‘dat hoor je vanavond wel. We gaan vanavond uit eten, jij en ik samen. Ik zorg dat Guanita op Tippy dan hebben we daar geen zorgen over.’ Ik probeer zijn gezicht af te lezen wat frustrerend genoeg niet lukt. Hij heeft alleen een mysterieuze lach op zijn gezicht. ‘Heeft dit soms iets te maken met een vrouw, pap?,’ antwoord ik om een reactie uit te lokken, maar weer geen succes. Hij geeft geen antwoord en ik geef het op. Ik pak een appel uit de fruitschaal en stop die in mijn tas. ‘Nou ik moet gaan anders kom ik te laat op school. Ik zorg dat ik om half zes terug ben! Bel je me nog over Tippy?,’ roep ik allemaal terwijl ik ondertussen naar de gang loop. ‘Veel plezier, ja is goed en ik beloof te bellen,’ roept hij erachteraan.
Ik stap naar buiten en trek de deur achter me dicht. Ik besluit met de bus naar school te gaan, want ondanks de warme temperaturen is het weer onheilspellend. Aan de lucht te zien krijgen we vandaag nog wat regen en misschien nog wat onweer. Als ik aankom bij de bushalte zie ik de bus al om de hoek verschijnen. Ik stap de bus en kijk of er nog een plekje vrij is. ’s Ochtends zit deze bus altijd bomvol met scholieren van de lagere school. De kinderen die buiten de stad wonen moeten vaak met de bus naar school waarna ze thuis worden opgewacht door de ouders. Achterin de bus zie ik ineens een bekend gezicht, het is Gloria. Ze zwaait naar me en ik loop er naartoe en ga naast haar zitten. ‘Hé Sue, hoe is het? Ik heb niet de kans gehad om te praten op het feest, maar ik heb je zien dansen met Zack. Jullie zouden echt een mooi koppel zijn,’ en ze kijkt me vol verwachting aan. Gloria ziet van alles om zich heen gebeuren, maar gelukkig hoeft daar niet altijd iets van te kloppen. ‘Sorry om je te moeten teleurstellen, maar Zack en ik zijn gewoon vrienden. Meer niet en dat zal het ook niet worden,’ want ik heb al gevoelens voor een ander denk ik er achteraan. Gelijk gaan mijn gedachten terug naar de kus die Blake me zaterdag gaf en mijn stomme reactie daarop. Ik genoot er ook van, waarom trok ik dan terug? Het lijkt wel alsof er twee stemmetjes in mijn hoofd ruzie maken want gelijk daarop denk ik: omdat ik hem niet wil kwetsen.
Ineens voel ik een kneep in mijn arm en van verbazing roep ik ‘au’ en ik wrijf over mijn arm. ‘Dan moet je maar niet zo dromen. Ik zei tegen je dat Zack dat niet leuk zal vinden, hij geeft meer om je dan jij denkt,’ zegt Gloria streng. ‘Ik heb Zack al duidelijk gemaakt dat ik gewoon vrienden wil zijn. Buiten dat meent hij het niet serieus, hij bedoelt het als een grapje’ ik betwijfel of dat wel waar is. Waarom had hij gister bijvoorbeeld niet gebeld in plaats van ineens op de stoep te staan? Ik weet ook zeker dat hij een gister een romantische film had gekozen als hij daar keuze uit had. ‘Oh nee hè, hij is echt verliefd op me,’ zeg ik kreunend. Het laatste wat ik wil is Zack die jaloers is omdat ik omga met Blake, ze liggen elkaar nou niet bepaald. Ik vraag me ook af waar die haat ineens vandaag kwam tegen Blake. Oké, Blake is beschuldigd van moord en heeft in de bak gezeten, maar de rest van de school lijkt zich er niet teveel aan te storen. Ik zie wel dat hij door sommige mensen word ontweken terwijl anderen hem weer nieuwsgierig aankijken, maar ik heb nog niemand gezien die hem echt haat – op Zack na dan.
‘Gloria, wat moet ik nu doen? Ik wil Zack niet kwetsen, ik wil gewoon vrienden met hem blijven.’ Gloria kijkt me aan en zucht. Dan zegt ze: ‘Zeg Zack waar het op staat. Of alleen vriendschap of niets, wees duidelijk Sue ook al kost het jullie vriendschap. Ik wil niet dat Zack zijn gevoelens gekwetst worden.’ Gelijk daarna is ze stil en kijkt ze snel naar buiten. Zie ik dat nu verkeerd of bloost ze? Ineens heb ik het door en ik begin te lachen. ‘Jij vind hem leuk, hè Glor?,’ ik por haar met mijn vinger in haar zij om te plagen. Ze zucht en bekent dan ‘Oké, ik vind hem inderdaad leuk. Hij mij alleen niet, hij is helemaal gek op je Sue. Had ik dat maar…,’ en haar gezicht staat sip.
‘Kom op Glor, toevallig weet ik iemand die een expert is in koppelen.’ Ik zie Gloria kijken en schrikt dan. ‘Als je het maar laat Sue, ik wil niet dat Brooke hier van weet. Zometeen zegt zij het tegen Sam en die vertelt het weer aan Zack. Wat een blunder zou dat zijn!,’ zegt ze overstuur. Ik hou mijn handen omhoog alsof ik onder schot sta. ‘Oké oké, ik hou mijn mond dicht. Kom op, we zijn al bij school,’ zeg ik en we stappen de bus uit. Als we langs het parkeerterrein lopen kijk ik snel of Blake zijn pick-up er staat. In de tweede rij staat een glanzende zwarte auto die net iets meer uitsteekt dan de rest van de auto’s. Hij is dus op school en de moed zinkt me in de schoenen. Nadat ik zaterdag boos weg ben gelopen had ik er gelijk spijt van. Ik heb veel te heftig gereageerd denk ik bij mezelf, maar aan de andere kant haalt hij ook het bloed onder mijn nagels vandaan. De ene keer is hij woedend en op het volgende moment is hij weer helemaal kalm. We lopen naar binnen en gaan de les in.
Ik ben de hele tijd afwezig omdat ik met mijn gedachten bij Tippy ben. Ik heb tegen de docent gezegd dat ik een belangrijk telefoontje verwacht van mijn vader en gelukkig mocht ik mijn mobiel aan laten staan. Een half uur voor de pauze gaat mijn telefoon af. Na een knikje van de docent loop ik de gang op. Het is mijn vader die belt en ik neem snel op. ‘Hé Sue, ik ben net terug van de dierenarts. Ze heeft haar poot gelukkig niet gebroken. Ze heeft hem wel verstuikt dus er zit nu een drukverband om heen. Ze mag niet al te gek doen dus de komende dagen moet ze aan de riem wandelen.’ Opgelucht haal ik adem. Ik leun tegen de kluisjes en ik doe even mijn ogen dicht van vermoeidheid. Wanneer ik ze weer opendoe staat Blake tegenover me, en ik schrik even. ‘Sue? Gaat het goed?,’ vraagt mijn vader bezorgd aan de lijn. ‘Oh sorry, ik ben alleen gewoon een beetje moe. Bedankt voor het bellen, gelukkig valt het mee,’ zeg ik en erg valt gelijk een last van schouders af. Ik hang op en kijk Blake aan, maar zeg niets. Op dat moment gaat de pauzebel voor de lunch. ‘Kom mee’ is het enigste wat Blake zegt en hij pakt mijn hand vast. ‘Waar gaan we heen? Ik ben nog steeds boos op je hoor,’ zeg ik verontwaardigd. Blake draait zich om en legt zijn vinger op mijn lippen als teken dat ik stil moet zijn. Hij draait zich weer om en ik loop met hem mee. Wanneer hij het niet ziet lik ik mijn lippen af en proef zijn zoete smaak. Waar zou hij me heen brengen?
Citaat:Deel 11
Samen lopen we door de gang naar de trap toe. Nieuwsgierig kijk ik Blake aan, maar zijn gezicht verraad niets en ik weet dat het geen zin heeft om verder te vragen. Hij heeft nog steeds mijn hand vast en we lopen hand in hand door de gang, wat veel rare blikken geeft. Achter me hoor ik gefluister en zodra we langslopen bij een groep meiden die in gesprek zijn, vallen ze allemaal stil en kijken ons na. Ik reageer er echter niet op en concentreer me volledig op Blake en de richting waar we heen gaan. Als Blake het al in de gaten heeft laat hij het niet merken. Uiteindelijk kan ik het niet meer volhouden en zeg: ‘Blake, de kantine is de andere kant op. Waar gaan we eigenlijk heen?’
Blake kijkt me glimlachend aan en zegt nog steeds niet. Zijn ogen glinsteren van pret en ik merk dat hij er de grootste lol in heeft. Hij geeft me geruststellend een kneepje in mijn hand en ik voel een tintelend gevoel vanuit mijn hand door mijn hele lichaam verspreiden. Ik raak er nog steeds niet aan gewend wat ik voel als ik bij Blake ben, laat staan wanneer hij me aanraakt. Blake geeft aan dat we de trap omhoog op moeten lopen. Ik laat zijn hand los en loop met twee tredes tegelijk de trap op waardoor ik Blake achter me laat.
‘Nou kom op, waar moeten we nu heen?,’ zeg ik uitdagend terwijl ik met mijn handen in mijn zij sta. Blake schudt zijn hoofd en pakt mijn hand weer vast zodra hij me heeft ingehaald. Nu geef ik hem een kneepje in zijn hand als teken dat ik het fijn vind. Hij kijkt me vragend aan en ik kijk terug met een flirtende blik. Blake kijkt gelijk weer voor zich en ik zie dat ik hem van slag heb gemaakt. Ik besef ineens dat hij precies hetzelfde voelt als ik. De vlinders woelen als een tornado in mijn buik en ik voel mijn wangen rood worden. Wanneer we langs de wc’s lopen zeg ik tegen Blake dat ik even naar de wc moet. Zodra de deur achter me dichtvalt loop ik naar de kraan toe en gooi water over mijn gezicht heen. De verkoeling tintelt aan mijn huid en ik voel de warmte wegtrekken. Zo, precies wat ik nodig had. Wanneer ik weer controle over mezelf heb loop ik naar buiten. Blake staat nonchalant tegen de muur aangeleund en zodra hij mij ziet duwt hij zich van de muur af. ‘Zullen we dan maar?,’ zegt hij en we lopen verder richting de bibliotheek.
Naast de bibliotheek zit een halletje met twee deuren. De ene deur is van het opslaghok voor de conciërge, ik heb de conciërge een keer de schoonmaakspullen uit die kast zien pakken. Blake trekt me mee die kant op en loopt voorbij de berging. We lopen op de andere deur af en ik lees het bordje ‘verboden voor onbevoegden – alleen personeel’ die op de deur hangt. Op de deur zit een slot en ik zie dat de deur niet open is. Een golf van teleurstelling spoelt over me heen. ‘Jammer, de deur zit op slot. Wat zit er eigenlijk achter die deur, Blake?,’ vraag ik nieuwsgierig. Grijnzend kijkt Blake me aan. ‘Dat zul je snel genoeg zien, Sue,’ en hij haalt een sleutel uit zijn broekzak. Voorzichtig kijk ik om me heen en sis tegen hem ‘hoe kom je aan die sleutel, je hebt die toch niet gejat hè?’ Al zou dat volgens alle verhalen niet het ergste zijn wat hij heeft gedaan. ‘Nee, ik heb de sleutel eerlijk gekregen van de conciërge. Ik heb hem geholpen met een paar dingen en in ruil daarvoor mocht ik deze sleutel bijmaken.’ Ik kijk hem onderzoekend aan en zie aan hem dat hij de waarheid spreekt. Mijn nieuwsgierigheid wint de overhand en ik vraag me af wat er achter die deur zit. Gelukkig hoef ik niet lang te wachten want Blake heeft de deur al open gemaakt. ‘Na u, madame,’ en hij houdt de deur voor me open.
Voor me zie ik een doodnormale trap en ik vraag me af of Blake een geintje maakt. Dan realiseer ik me dat er helemaal geen derde verdieping in dit gebouw is. Ik twijfel geen moment en loop de trap op. Ik open de deur boven aan de trap met de hendel en de frisse wind komt me tegemoet. De trap komt uit op het dak van de school, wat een prachtig dakterras blijkt te zijn. Verbluft door de overweldigende ruimte loop ik in de rondte. Ondertussen komt Blake ook naar buiten en sluit de deur. Op het dakterras staat op elke hoek een pot met bloemen die allerlei verschillende kleuren hebben. In het midden van het terras is een overkapping met een oude leren bank eronder en twee rieten stoelen. De bank staat tegen de muur aan van een soort schuur, waarschijnlijk ook een bergplaats. De overkapping bestaat uit vier palen en aan alle palen hangt er een lamp met een kaars erin. Tussen de palen hangen gordijnen van een lichte stof die wanneer je ze dichtdoet de hele overkapping omsluiten. Dit is een heerlijke plaats om in de zomer te zijn, denk ik bij mezelf.
‘Wauw dit is geweldig! Wie heeft dit gemaakt?,’ zeg ik terwijl ik bewonderend de gordijnen aanraak en daarna met mijn hand over de bank strijk. Blake komt naar me toegelopen en zegt ‘ik heb dit vorig schooljaar gebouwd. Ik heb de conciërge met veel klusjes geholpen rondom de school en in ruil daarvoor kreeg ik toestemming om het dak te gebruiken. De conciërge komt hier nooit, tenzij hij spullen uit de opslag nodig heeft.’ Hij gaat op de bank zitten en klopt met zijn hand naast zich.
Ik sta bij de rand naar beneden te kijken en loop terug naar de bank. Ik ga naast hem zitten en wrijf over mijn armen. Het is toch best koud hierboven met al die wind. Blake staat op en verdwijnt achter de bergplaats. Wanneer hij terugkomt heeft hij een groot fleecedeken bij zich. Dankbaar neem ik die aan en vraag ‘heb jij het niet koud dan? Anders delen we,’ zeg ik voorzichtig. Blake slaat mijn verzoek niet af en even later leun ik tegen hem aan met het fleecedeken om ons heen geslagen.
‘Wie belde er net?,’ vraagt Blake ineens. Even weet ik niet waar hij het over heeft, maar dan herinner ik me het gesprek met mijn vader. ‘Oh dat was mijn vader. Hij belde om te zeggen dat Tippy haar poot niet heeft gebroken, alleen verstuikt.’ Ik voel een brok in mijn keel opkomen van alle spanning de afgelopen dagen. Hou je in Sue, dat is het laatste wat je nu wilt zeg ik tegen mezelf. Blake kijkt me bezorgd aan. ‘Wat is er met Tippy gebeurd?,’ vraagt hij ongerust en ik voel de liefde in zijn stem. Hij heeft Tippy nog maar één keer gezien en is nu al bezorgd om haar.
‘Ik heb geen idee’ antwoord ik. ‘Ik ging haar gisteravond uitlaten en toen glipte ze weg in de bosjes. Omdat het zo donker in het park is kon ik haar niet meer zien. Ik riep haar, maar ze kwam nog niet terug. Toen hoorde ik haar ineens piepen en kwam ze hinkend op me af.’ De beelden komen zo realistisch terug dat de tranen over mijn wangen stromen. ‘ Ik was zo bang dat ze haar poot had gebroken..,’ snotter ik terwijl nu alle tranen die ik in had gehouden eruit komen.
Blake draait zich naar me toe en omhelst me. Veilig in zijn armen laat ik alles eruit komen van de afgelopen dagen. Al die stress die ik in me had komt langzaam vrij en ik stamel wat er me dwars zit, maar hij hoort er niets van. Zelfs ik kan mijn woorden niet verstaan, laat staan dat Blake er iets van snapt. Wanneer alle tranen eruit zijn ontspan ik me in zijn armen en adem diep in. Gelijk prikkelt zijn zoete, frisse geur in mijn neus en ik voel de warmte in mijn lichaam. Ik kijk omhoog in zijn mooie blauwe ogen en onze gezichten komen steeds dichterbij.
Blake zoent me en dit keer laat ik hem gaan. De vlinders in mijn buik exploderen en ik zoen hem terug. Mijn lichaam is volledig ontspannen en heeft eindelijk toegegeven aan de gevoelens voor Blake. Dit keer ben ik niet bang om hem te kwetsen en ga ik er helemaal voor. Ik hoop dat Blake er ook zo over denkt, en dan besef ik dat ik hem wat moet vragen. Met tegenzin trek ik mijn hoofd terug en kijk hem aan. ‘Blake, ik moet je iets vragen,’ zeg ik en hij kijkt me serieus aan. ‘Wat is gebeurd dat je in de gevangenis hebt gezeten?,’ vraag ik snel en gelijk heb ik er spijt van. Blake spant gelijk zijn spieren en zijn handen zijn gebald tot vuisten. ‘Ik denk dat je beter kunt gaan Sue,’ antwoord hij kortaf en boos.
‘Blake, ik ben niet bang voor je.’ Meteen heb ik spijt van dit antwoord want daarmee heb ik mezelf verraden. Ik zie zijn blik van boos naar gekwetst gaan wanneer hij realiseert dat ik het weet. Hij kijkt me razend aan en zegt: ‘Verdwijn Sue, anders krijg je hier spijt van.’
Ik schrik van zijn dreigement en ik loop snel naar de deur. Ik snel de trap af naar beneden wanneer ik de bel hoor gaan. Geschrokken haast ik me naar het klaslokaal en ga de les in. De rest van de dag heb ik geen les meer met Blake, wat hem tijd geeft om af te koelen. Zou hij me dit kunnen vergeven vraag ik mezelf af. Hij reageerde zo heftig op me dat ik bang werd. Niet om zijn woede, maar om het gevaar dat hij me niet meer wilt zien.