[VER] What shall we do II

Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
Anoniem

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 15-02-10 21:22

Nathaniel en Abbi moeten zoenen. Das nou eens een mooi duo :+

Toushie

Berichten: 7572
Geregistreerd: 15-11-03
Woonplaats: In my dreams

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 16-02-10 14:03

leuk stuk
merk een ehm typfoutje op.” Nog steeds geen Justin geen krimp en ik kom iets dichtbij met mijn ogen naar beneden geslagen.
justin Geeft geen krimp ;)

mywiseguy

Berichten: 304
Geregistreerd: 01-07-08
Woonplaats: Drenthe

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 16-02-10 17:30

leuk leuk leuk :D
ik ben fan!

Danielle_

Berichten: 3495
Geregistreerd: 15-11-05

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 16-02-10 21:27

Oh idd een foutje.

Verder jaa.... wie weet. Misschien gebeurd er wel wat, maar misschien ook niet.
Het enige wat ik weet is dat jullie ons aardig beginnen in te halen met de stukjes :+ Maar goed dat het volgende week vakantie is, kan ik bij typen. Jeltien niet, want zij zal op vakantie zijn.

Verder bedankt voor de reacties.

RolingRoos

Berichten: 1020
Geregistreerd: 19-06-04

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 16-02-10 22:03

Wat een heerlijk verhaal, ik hoop ook op wat meer romantiek :D

nujaro

Berichten: 5435
Geregistreerd: 22-03-05

Link naar dit bericht Geplaatst: 17-02-10 12:01

Haha leuk dat jullie zo positief zijn :D
Tot zondag weten alleen Danielle wat het antwoordt is :Y)
Zoals Danielle hierboven al aangeeft, ik ga op vakantie! Wintersport :# *\o/*
Aankomende zondag zal Danielle daarom nog een stukje plaatsen ;)

Danielle_

Berichten: 3495
Geregistreerd: 15-11-05

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 21-02-10 20:23

Citaat:
Abbigail

“Daar is ze alweer.” Zeg ik met een grijns als de deurbel gaat. Ook Nathaniel moet lachen, maar Justin staat op en verdwijnt naar de hal. We wachten voor een moment af en proberen mee te luisteren naar wat er gezegd wordt, maar Justin heeft de deur achter zich dichtgedaan en er valt niks te horen. Dan gaat de deur open en afwachtend kijk ik Justin gaan. “Wij zijn een wandeling maken.” Zegt hij en wil de deur alweer meteen sluiten. “Wat?!” roep ik en spring overeind. “Hoe krijgt dat kind het weer voor elkaar. Wat ben jij nou voor vent! Maar goed nu ik toch overeind ben. Wij gaan ook mee Nathaniel!” geschrokken kijk Nathaniel mij aan. “Moet dat?” vraagt hij en gaapt een keertje overdreven. “Ja, dat moet! Overeind lange, jij gaat mooi mee!” Braaf komt Nathaniel overeind en kijkt mij wat zielig aan. “Hierna heb ik nog wat van je tegoed.” “In je dromen.” Zeg ik lachend verdwijn naar de hal.

Als ik naar buiten ga besef ik weer dat Casey niet de enige is die het donker haat in haar eentje. Er gaat een rilling door mij heen. Waarom was ik ook alweer naar buiten gegaan? Dan zie ik Nathaniel met een suffe kop naar buiten komen. Enigszins geïrriteerd dat hij van mij mee moest. Oke, nou weet ik weer waarom en inwendig glimlach ik. “Nou laten we gauw gaan. Hoe eerder we terug zijn.” zegt hij en loopt rustig naar buiten toe. Als ik mij weer omdraai loopt de kippenvel alweer over mijn rug. Wat is het ontzettend donker hier! Ik merk Nathaniel zijn steelse blikken wel op. Wachtend tot ik toegeef dat ik bang ben, maar hij hoeft niet op te rekenen dat ik hieraan toegeef. Even haal ik diep adem, steek mijn kin de lucht in en loop dapper het duister in. De rest volgt mij en de verbaasde blik van Nathaniel ontgaat mij niet. Ineens komt Casey naast mij lopen en steekt haar arm door de mijne. Ik glimlach dankbaar naar haar, wetend dat zij dit net zo spannend vind als ik. “We zullen de jongens eens wat laten zien.” Fluister ik zachtjes. “Ze waren gewoon te bang om mee te gaan. Lief van je dat je ze in eerste instantie nog hielp.” Antwoordt ze zachtjes terug en samen lachen we even. “Wat is er zo grappig!” hoor ik Nathaniel. “Dat zou jij wel willen weten.” “Voor ons een weet en voor jou een vraag.” Vult Casey mij aan. Weer schieten we samen in de lach en rennen dan heel hard weg. De jongens reageren wat traag, maar ik hoor ze dan achter ons aankomen. Gelukkig staan hier aan het begin nog niet echt bomen en weet ik de weg blindelings. Al snel komen we bij een aantal grote bomen en Casey schiet naar rechts en verschuilt zich achter een boom. Ik volg haar voorbeeld en samen doen we ons best om niet in de lach te schieten. Het duurt niet lang of we horen de jongens. Ze zijn intussen gaan lopen, wetend dat ze ons in het donker toch niet kunnen volgen. Misschien zijn ze wat sneller dan ons, maar in het donker is het lastig om iets te zien. Als wij ineens naar rechts toe schieten hoeven zij dat niet door te hebben. De jongens lopen ons voorbij en ik kan een grijns niet onderdrukken. Ik moet mijn best doen om mijn ademhaling rustig te houden. Stel je voor dat ze mij horen ademen! Ook Casey houdt zich duidelijk goed stil, want de geluiden van de jongens verdwijnen langzaam het duister in. Heel voorzichtig sluip ik uit mijn schuilplaats, naar Casey toe. Ook zij komt achter de boom vandaan en samen doen we ons best om zachtjes te blijven lachen. Ineens schrikken we ons beide dood als we een van de jongens in de verte van schrik een kreet horen slaan. Doodstil blijven we dicht bij elkaar staan, terwijl het geluid langzaam wegsterft in de duisternis. “Ze doen dit expres hè.” Zegt Casey en ik merk dat er angst in haar stem doorklinkt. “Ja natuurlijk. Dit is gewoon zo’n stom grapje van ze.” Zeg ik, maar fluister zacht en ben er zelf ook helemaal niet zo zeker van. Die jongens weten best dat wij dit helemaal niets vinden! Waarom doen ze dit nou. Echt zo typisch! Of zou er echt iets gebeurd kunnen zijn? Maar wat dat moeten zijn, er komt nooit iemand in dit bos.
Een lange tijd blijven we gewoon staan. Doodstil, wachtend op een geluid van de jongens. Tot zij ons roepen, omdat ze ons niet kunnen vinden. “Zullen we voorzichtig die kant op gaan.” Fluister ik en Casey knikt instemmend. Heel voorzichtig sluipen we met zijn tweeën naar voren. Ineens sta ik met een ruk stil en kijk achterom. “Hoorde jij dat ook.” Zeg ik geschrokken en Casey knikt instemmend. Angstig kijken we om ons heen, maar kunnen niks vreemds ontdekken. Net op het moment dat we weer verder willen lopen is er weer geritsel. “Jongens?” zegt Casey met een enigszins onvaste stem. “Jongens. Zijn jullie dat?” vraagt ze nog eens, maar er komt geen antwoord en het blijft doodstil om ons heen. “Ik vind het niet leuk meer!” zeg ik nu en probeer overtuigend te zijn. “Kom tevoorschijn!” zegt Casey nu weer. Ik wil nog iets zeggen, maar met een schok houd ik mij stil. In een van de bosjes om ons heen hoor ik een vreemd snuivend geluid en krakende takjes.


Casey

Met een plots staan we stil. Snel pak ik Abbigail vast en ik knijp haar helemaal fijn. Mijn hart bonst in mijn keel en angstig kijk ik om mij heen. Het is doodstil om ons heen geworden en het enige wat ik hoor is de onregelmatige ademhaling van mijzelf en Abbigail. Dan hoor ik een zacht rommelend geluid en weer geritsel. Het is rechts van mij! Met een ruk draai ik mij om en kijk in de ogen van een grote hond, wolf of wat er allemaal op vier voeten loopt en scherpe tanden heeft. Ook Abbigail heeft hem gezien en springt minimaal een meter achteruit en slaakt een gil. Ik begin te trillen van angst. Waarom heb ben wij in onze training nooit geleerd hoe wij met dit soort situaties om moeten gaan! Had ik maar een worst, een homp vlees dat ik naar hem toe kan gooien. De enige homp vlees hier zijn Abbigail en ik. Verschillende gedachten schieten door mijn hoofd. Zou het beest echt vals zijn? Misschien is hij wel heel lief en valt het allemaal mee. Maar wat als dit niet zo is? Oké, denken Casey. Misschien kunnen we heel gauw wegrennen en ons tussen de bomen verstoppen? Nee, dat zou natuurlijk niet werken. Dat beest is veel sneller en zou het wel eens goed mis kunnen gaan. Om hulp roepen heeft ook geen zin, aangezien Justin en Nathaniel net ook niet reageerden op ons. Er moet toch iets zijn?
Voorzichtig doe ik een stapje naar achteren. De hond begint nog harder te grommen en voor mijn gevoel kan hij ons ieder moment aanvliegen. Voorzichtig tast ik achter mij naar Abbigail maar tot mijn schrik kan ik niet vinden! Met een vluchtige blik kijk ik achterom, maar Abbigail is nergens te bekennen. Ik hap naar adem van schrik. Waar is dat kind?! Dan draai ik mij weer tot die hond. Oke ik moet rustig blijven. Als ik wegren komt hij geheid achter mij aan. Even haal ik diep in en uit. Er was ook zo’n reclame van een hond. Iets van een buurman die steeds ‘zit’ tegen zijn hond zegt en de hond blijft staan en niks doet. Dan zegt de buurman aan de andere kant van de schutting ‘zit’. Dat is het is het! Ik moet rustig kalm en duidelijk zeggen wat die hond moet doen. “Blijf!” zeg ik dan en tot mijn eigen verbazing klinkt mijn stem duidelijk en zeker. Tot mijn nog grotere verbazing blijft de hond waar hij is. Even ben ik te verrast om ook maar iets te ondernemen. Dan besef ik dat die hond daar niet eeuwig kan blijven staan. Rennen is nog steeds geen oplossing, want voor hoelang blijft dat beest zitten. Dat kan een uur zijn, maar ook een seconde! “Zit,” commandeer ik dan en sla bijna stijl achterover als de hond dat ook doet. Intussen is hij gestopt met grommen en zijn tong hangt uit zijn bek. Die doodenge wolf van net lijkt nu lang zo eng niet meer. Als hij dan ook nog eens een oor wat scheef trekt, smelt ik. Zonder er verder nog bij na te denken loop ik naar de hond toe en kniel voor de hond neer. Zijn kop pak ik tussen mijn handen en ik kijk hem in zijn bruine ogen. “Wat ben jij een schat van een hond,” zeg ik direct verkocht. Met mijn vingers zoek ik het plekje achter zijn oor en kriebel hem. “Jij ben niet bepaalt bang aangelegd,” hoor ik ineens een stem naast mij. Geschrokken draai ik mij om en schiet overeind.


Hier het nieuwe stuk.. Veel leesplezier. En ik ga maar eens verder typen, anders komen we straks nog te kort!


EDIT: Het valt mij altijd trouwens op dat het in Word dan zoveel lijkt en hier op bokt het eigenlijk maar kleine stukjes zijn :')
Edit 2: Ik heb het even veranderd ;)
Laatst bijgewerkt door Danielle_ op 21-02-10 20:43, in het totaal 1 keer bewerkt

x_Rebecca

Berichten: 5797
Geregistreerd: 15-01-08

Link naar dit bericht Geplaatst: 21-02-10 20:39

Citaat:
Dan zegt de buurman aan de andere kant van de schutting ‘zit’. Dat is het is het! Ik moet rustig kalm en duidelijk zeggen wat die hond moet doen. “Blijf!” zeg ik dan en tot mijn eigen verbazing klinkt mijn stem duidelijk en zeker. Tot mijn nog grotere verbazing blijft de hond waar hij is. Even ben ik te verraast om ook maar iets te ondernemen.


Moet verbaasd zijn neem ik aan?
Verder weer een leuk stukje :):)

Britt_Sisi

Berichten: 8964
Geregistreerd: 03-10-06
Woonplaats: Utrecht

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 21-02-10 20:45

of verrast

x_Rebecca

Berichten: 5797
Geregistreerd: 15-01-08

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 21-02-10 20:48

Oooh, dan is het een kruising!
Kan ook :))

RoosG
Berichten: 3655
Geregistreerd: 07-04-06
Woonplaats: Gelderland

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 21-02-10 21:29

leuk leuk leuk!

RolingRoos

Berichten: 1020
Geregistreerd: 19-06-04

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 22-02-10 21:10

Weer een erg leuke wending in het verhaal!

123321
Berichten: 4437
Geregistreerd: 05-04-08

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-02-10 20:08

Leuk leuk leuk :D Maar nog steeds niet gezoend ;(
Tijd voor het nieuwe stukje!

Undefined
Berichten: 3770
Geregistreerd: 18-01-09

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-02-10 22:37

Nieuw stukje? :D

nujaro

Berichten: 5435
Geregistreerd: 22-03-05

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-02-10 23:45

Zo dan maar weer een stukje ;)
Plezier met lezen :)

Citaat:
Abbigail

Trillend van angst draai ik mij razendsnel om naar de grommende hond en spring achteruit. Ik twijfel geen moment, draai mij om en ren de andere kant op. Ik ren door tot mijn longen bijna uit elkaar knappen. Mijn gezicht brand door de striemen van de takken die erlangs zijn geschaafd. Nog buiten adem kijk ik achterom, maar zie niks achter mij. In eerste instantie voel ik opluchting, dan besef ik dat Casey er ook niet is. Mijn adem stokt in mijn keel. Zij kwam toch achter mij aan! Wat moet ik nu doen! Ik kan haar moeilijk aan haar lot overlaten. Even haal ik diep adem, dan ga ik in een stevige pas de kant op waar ik uit ben gekomen. Samen uit, samen thuis zegt het gezegde, dus dat zullen we dan ook maar naleven.

Ik ben alweer een stukje op weg als ik geritsel hoor om mij heen. Met een ruk blijf ik staat en luister gespannen. Het geluid is weg, dus ik zal het mij wel ingebeeld hebben. Dat krijg je als je je eigen hart hoort kloppen in je oren. Snel zet ik er weer een tempo in, maar sta bijna direct weer stil als ik weer iets hoor. Dan, helemaal uit het niets voel ik iets aan mijn enkels. Ik slaak een gil van angst en schrik. Zonder dat ik er iets aan kan doen word ik onderuit getrokken en plof op de grond. In paniek begin ik om mij heen te slaan en te trappen. Mijn keel wordt al rauw van al het gegil maar ik merk het niet eens. “Ah!” hoor ik dan ineens een bekende stem, nadat ik iets heb geraakt met mijn voeten. Meteen stop ik met gillen en blijf doodstil liggen. “Nathaniel?” vraag ik uiteindelijk zachtjes. “Ja wijsneus, een volgende keer hoef je mij niet meteen bond bij blauw te schoppen als je bang bent.” “Ik ben niet bang,” zeg ik en krabbel opstandig overeind. “Geef maar toe dat je bang was.” “Eh jongens… of jongen en meisje… Waar is Casey?” Pas dan kijkt Nathaniel ook om zich heen naar Casey en beseft dat ze er niet is. “Was zij niet bij jou?” vraagt Nathaniel nu en kijkt mij verbaasd aan. “Waren jullie het niet dan, straks eerder op die avond? Die hond was niet van jullie. “Hond? Eerder op de avond? Waar heb je het over?!” vraagt Justin nu en ik merk dat hij enigszins bezorgt klinkt. “Ja, we hoorder geritsel en toen kwam er een hond uit de bosjes. Ik ben weggerend en ik dacht dat Casey met mij mee rende, maar kennelijk niet… “Waar was dat?” “Weet ik veel! Bij een boom.” zeg ik sarcastisch en kijk Justin nu enigszins verontwaardigd aan. “Laten we nou niet zo beginnen,” komt Nathaniel ertussen, “In hoeverre schat je die hond gevaarlijk in? Stond hij er gewoon of wilde hij aanvallen?” “Zeker de tweede optie.” Wat gespannen kijken we elkaar aan, tot Nathaniel weer begint te praten. “Oke, laten we even redelijk zijn. Naast jou hebben we niks meer horen gillen. Verder hebben we ook geen hond horen aanvallen, dus misschien valt het allemaal mee. Het beste is denk ik om eerst te gaan checken of ze terug is gegaan naar het hoofdgebouw. Is ze daar niet, dan zoeken we verder.” In looppas gaan we er met zijn allen vandoor. Ik heb geen idee waar we zijn of in welke richting we lopen. Ik vraag mij ook af of de jongens dat eigenlijk wel weten. Alle bomen lijken toch op elkaar. Tot mijn verrassing zie ik al snel het licht van het hoofdgebouw. We verhogen ons tempo en in een paar minuten staan we voor de deur. “Casey!” roep ik, terwijl ik de deur open. Binnen is het stil en er komt geen reactie. “Casey!” roep ik nogmaals, maar er komt geen reactie. Nadat we met zijn allen snel het huis zijn doorgegaan komen we tot de conclusie dat Casey er nog niet is. “Wat moeten we doen!”zeg ik en ik voel de tranen branden in mijn ogen. Nathaniel ziet het en trekt mij even tegen zich aan. “Komt wel goed.” Op dat moment komt Justin binnen en fluit even. “We hebben nu geen tijd voor een bloeiende romance!” Geschrokken laten we elkaar los en kijken naar Justin die naar ons staat te grijnzen. Ik kan er niks aan doen, maar ik voel mijn wangen warm worden. Snel loop ik weer naar buiten. “We moeten haar vinden!” roep ik naar de jongens in de hoop dat ze mij volgen en dit moment laten voor wat het is. Tot mijn opluchting hoor ik de jongens achter mij aan naar buiten gekomen. Gelukkig is Justin zo verstandig om verder niets te zeggen. Want ik vind dat ik alle reden heb om ontoerekeningsvatbaar te worden verklaart! Gedrieën lopen we het bos weer in en roepen intussen Casey haar naam. Er komt echter geen enkele reactie. Ik loop voorop en de jongens volgen op nog geen meter afstand. Ineens hoor ik weer geritsel en met een ruk sta ik stil. De jongens lopen zo goed als tegen mij aan, waarna ze voorkomen dat ik omval. “Hoorden jullie dat?” vraag op een fluistertoon, terwijl ik gespannen luister of ik nog eens wat hoor. Dan zomaar ineens hoor ik weer geritsel uit de struiken. Dit keer hebben ook de jongens het gehoord. Nog eens beweegt het bosje en ik schiet naar Nathaniel toe. Dan komt er uit het bosje een konijntje gehupst. Voor een moment is het doodstil. Het konijntje blijft zitten en kijkt ongespannen aan. Ineens beginnen Nathaniel en Justin beiden te lachen, waarvan het konijntje schrikt en de bosjes inschiet. “Is dit je bloeddorstige hond?!” zegt Justin, terwijl hij zijn best doet om te stoppen met lachen. “Nee, die van ons was zeker vier keer zo groot, had tanden en gromde als een wolf!” zeg ik boos, waarna ik moet lachen als ik de jongens hun gezichten zie. “Een wolf!” zegt Justin nu geschrokken. “Ja, de hond gromde als een wolf. Is dat zo vreemd? Ze zijn niet voor niets verre familie van elkaar.” De opluchting is van Justin zijn gezicht af te zien. Hij dacht toch niet echt dat het een wolf was, denk ik sarcastisch maar houd met al mijn wijsheid mijn mond.


Casey

Met grote ogen kijk ik naar het silhouet voor mij. Ik ken hem niet! “Wat doe jij hier?” vraag ik en probeer zeker over te komen. “Werken. Maar alles goed met je? Hij heeft je niet te erg laten schrikken hoop ik.” Waarom heb ik nou geen zaklamp bij mij. Dan kom ik tenminste een idee krijgen van degene tegenover mij. “Niks aan de hand. Zoals je zelf al zei, ik ben niet zo bang aangelegd,” zeg ik enigszins uitdagend en zorg ervoor dat ik stevig ga staan. Mocht hij mij wat aandoen, dan schop ik hem onderuit en dan ga ik er vandoor. “Maar wat doe jij eigenlijk hier? Een bos is niet bepaald de veiligste plek die ik mij kan bedenken. Woon je in de buurt?” “Zoiets ja,” antwoord ik kort. Het valt stil en ik bedenk mij dat ik mij nu gedraag als een echt watje. Die vent hoort hier niet. Boswachter?! Geloof het zelf! “Maar boswachter zeg je. Wat doet een boswachter om deze tijd in het bos!” zeg ik en ik merk dat ik nu feller overkom. Ja dit is beter, die vent moet eens even verteld worden dat ik niet dom ben. Blond, maar niet dom! “De hond uitlaten misschien?” zegt hij met een stem die nog steeds hetzelfde klinkt. Alsof ik hem net vrolijk iets heb zitten vertellen. “De hond uitlaten. Wat ben jij een slechte leugenaar zeg! Kun je niet betere smoesjes verzinnen ofzo!” “Wind je niet zo op. Dat is toch helemaal nergens voor nodig,” zegt hij en met dat hij het zegt hoor ik een zacht gerommel naast mij. Geschrokken kijk ik naar de hond die nu een zacht rommelend geluid uit zijn keel laad komen. “Hou die hond bij je!” zeg ik bits. “Die hond doet helemaal niets verkeerd. Hij denkt dat zijn baasje misschien wordt bedreigt. Als het nodig is wil hij mij beschermen. Misschien als je wat rustiger doet dat hij stopt met grommen.” “Als je hond vals is moet je hem aangelijnd houden!” Daarmee zwiep ik mijn haar naar achter en kijk het figuur kwaad aan. Zo ik ben lekker op dreef zeg. “Casey!” hoor ik nu mijn naam in de verte. “Zo Casey dus,” zegt hij en ik hoor in zijn stem dat hij geamuseerd is. Ik voel mijn nekharen gewoon recht overeind komen. “Dat gaat je geen fluit aan!” “Wat wilde je eraan doen, moet ik mijn vingers in mijn oren doen.” Dan begint hij keihard te lachen. Een vrolijk en hartelijke lach. Ik moet mijn best doen om ook niet hard te gaan lachen, maar misschien lacht hij leuk wie weet wat voor lelijke oude kerel het is! Nog even flink volhouden, het enige wat Abbigail, Justin en Nathaniel dan hoeven te doen is mijn stem volgen. “Daar zou je mee kunnen beginnen ja!” zeg ik en probeer expres hard te schreeuwen. “We kunnen je vrienden ook tegemoet lopen hoor. Dan kan ik weer verder met zijn rondje,” zegt hij wijzend op de hond. “Je mag ook nu wel gaan. Ik red mij heus wel hoor!” zeg ik nog steeds fel, maar dan hoor ik geritsel achter mij, nog een keer mijn naam. Snel draai ik mij om, Abbigail komt naast mij staan en kijkt degene voor ons strak aan. “Wie is dat?” vraagt ze zelfverzekerd en ik weet dat dat alleen komt, omdat de jongens vlak achter haar aankomen. “Geen idee en het maakt mij eigenlijk geen fluit uit. Zullen we gaan?” Ik probeer hooghartig te klinken en draai mij al om. “Sorry Casey, ik wil hem graag nog een paar vragen stellen. Zoals wat hij hier bijvoorbeeld doet,” zegt Justin en richt nu zijn vraag op de vreemde. “Ik ben de boswachter hier. Als ik had geweten dat ik dat zo vaak moest gaan uitleggen tijdens mijn werk, dan zou ik naar een ander bos zijn gegaan.” “Maar er was hier altijd een andere boswachter. Een wat oudere man,” zegt Justin wat achterdochtig. “Ik werk ik ook nog niet zo lang hoor. Nu twee maanden denk ik. Eigenlijk is het bos vaak verlaten en zeker ’s nachts, dus ik ben eigenlijk nogal verbaasd dat ik haar, jullie tegenkom.” Nu draaien Justin en Nathaniel zich naar elkaar toe. “Dit hadden wij toch moeten doorkrijgen. Nou ja, zin om bij ons wat te komen drinken. Even kennismaken met de nieuwe boswachter,” zegt Justin en draait zich halverwege weer naar de vreemde toe. “Ik weet niet hoor. Het is al laat,” zegt hij wijfelent. “Ik vind het ook wel een goed idee. Kom op… wat is je naam?” mengt Abbigail zich ook heel interessant in het gesprek. “Matthew Birk.” “Dat wordt dus Matt.” Merk ik tussendoor op, maar niemand schenkt er aandacht aan. “Kom op Matthew Birk. Wat let je? Die hond van jou beschermd je vast wel tegen Casey,” zegt Abbigail en kijkt uitdagend met een glimlach mijn kant. Dat kind ook altijd! “Nee sorry, ik moet echt door. Bo zijn rondje zit erop en moet nog eten.” “Heet dat grote beest Bo!” merkt Abbigail op en kijkt naar de grote herder die haar met zijn bruine ogen aankijkt. Prachtig beest als je het mij vraagt. “Ik zie jullie vast wel weer eens in het bos denk ik,” zegt Matthew als laatste en loopt het duister in. Nog even kijken we hem allemaal na, dan nemen Justin en Nathaniel de touwtjes weer in handen. “De boswandeling zit er wat ons betreft op dames. Tijd om naar huis te gaan!” We stribbelen niet tegen, al is dat tegen onze gewoontjes. Maar stel je voor dat de jongens instemmen? Wij hebben wel even genoeg nachtelijke spanning gehad voor nu.


Danielle en Jeltien

123321
Berichten: 4437
Geregistreerd: 05-04-08

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-03-10 10:17

_O-

Britt_Sisi

Berichten: 8964
Geregistreerd: 03-10-06
Woonplaats: Utrecht

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-03-10 19:35

Het konijntje blijft zitten en kijkt ongespannen aan

kijkt ons gespannen aan?


leuk stuk dames!

RolingRoos

Berichten: 1020
Geregistreerd: 19-06-04

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-03-10 23:08

“Ik ben de boswachter hier. Als ik had geweten dat ik dat zo vaak moest gaan uitleggen tijdens mijn werk, dan zou ik naar een ander bos zijn gegaan.”

Geniaal haha!

mywiseguy

Berichten: 304
Geregistreerd: 01-07-08
Woonplaats: Drenthe

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 02-03-10 23:43

nog steeds niet gezoend!!
wordt wel tijd.. haha
leuk stuk weer hoor!!

Danielle_

Berichten: 3495
Geregistreerd: 15-11-05

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 03-03-10 21:42

Bedankt voor het commentaar!
Tja dat zoenen. Misschien komt dat wel niet? ..

Undefined
Berichten: 3770
Geregistreerd: 18-01-09

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-03-10 21:58

Nou... Daar wacht ik al sinds het begin vn deel 1 op :+

__Elizabeth

Berichten: 2889
Geregistreerd: 04-10-07
Woonplaats: Nackawic, New Brunswick, Canada, World

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 08-03-10 15:54

Wanneer komt er een nieuw stuk O:)

Danielle_

Berichten: 3495
Geregistreerd: 15-11-05

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 08-03-10 18:36

Sorry helemaal vergeten gisteren nog te plaatsen! Moest er zaterdag nog aan denken en vroeg ik mij af of ik het dan al moest doen, zodat ik het niet zou vergeten :')

Unfaithful

Berichten: 6027
Geregistreerd: 24-07-05
Woonplaats: Delft

Re: [VER] What shall we do II

Link naar dit bericht Geplaatst: 08-03-10 18:39

Woeeeh ik ben benieuwd :):) ZOENÛH

Danielle_

Berichten: 3495
Geregistreerd: 15-11-05

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 08-03-10 19:14

Excusez-moi. Nog steeds niet.
Misschien volgende keer?... Maarja misschien ook niet.

Citaat:
Abbigail

Terug in het huisje wenst Casey iedereen goede nacht en verdwijnt naar boven. Ik kijk haar even na en vraag mij af wat er nu door haar heen gaat. Zou ze niet stilstaan bij die jongen van net of zijn haar zorgen alweer omhoog gekomen en zit ze zo te kniezen op haar kamer. Ik laat haar gaan, weten dat ze alleen wil zijn. Pas dan richt ik mijn aandacht weer op de jongens die intussen druk in gesprek zijn. “Wist jij hiervan?” hoor ik Nathaniel zeggen, maar Justin schudt zijn hoofd. “Wat is er aan de hand?” vraag ik en loop naar de jongens toe. “Even wachten. Ik bel George,” zegt Nathaniel tegen mij en dan pas zie ik de telefoon aan zijn hoor. “Hoi George Nathaniel hier,” korte stilte, waarna hij weer vervolgt. “Wij waren zojuist nog even voor een ronde in het bos en kwamen ene Matthew Birk tegen. Hij beweert dat hij de nieuwe boswachter is, maar wij weten er hier niks van. Is ouwe Hendriks ermee gestopt of is hier meer aan de hand?” Het blijft een tijdje stil en ik vraag mij af wat George zegt. Zou deze Matthew niet in de haak zijn? “Oke… Nee, ik zal meteen even contact met hem opnemen. Doei George,” en opgehangen. Afwachtend kijken ik en Justin naar Nathaniel die de telefoon weer opbergt in zijn broekzak. “Het klopt. Die ouwe Hendriks is met pensioen en Matthew is de nieuwe boswachter. Hij was begonnen met zijn opleiding tot spion, maar daar is hij mee gestopt, daarom hebben ze voor hem gekozen. Ze vinden hem betrouwbaar en hij wilde graag helpen. Vast een bomenknuffelaar,” voegt hij er lacherig aan toe. “Hoe komt het dat wij nog niet op de hoogte waren?” vraagt Justin en kijkt nog steeds wat achterdochtig. “En waarom is hij gestopt met zijn opleiding?” meng ik mijzelf er ook in. “In eerste instantie had George het ons willen vertellen, maar dat is er een beetje bij in geschoten. Hij had Brian gevraagd het aan ons door te geven. Die zal het wel vergeten zijn ofzo. Ik moet hem morgen direct even bellen, om hem ernaar te vragen. In dit geval is het niet zo erg, maar wie weet wat het volgende is dat wij niet doorkrijgen. Wat jouw vraag betreft Abbigail. George heeft er niets over gezegd, dus het zal wel niet ter zake doen,” eindigt hij zijn verhaal. “Ik bepaal zelf wel of iets ter zake doet,” zeg ik eigenwijs en doe mijn armen over elkaar. De jongens schenken er verder geen aandacht meer aan. “We moeten hem in ieder geval nog spreken. Voor nu is het wel even goed. Tijd om naar bed te gaan,” zegt Justin en doet de eerste lichten vast uit. Eigenlijk vind ik het wel interessant, maar ik ben moe en bovendien zal alles nu wel gezegd zijn. Ik ruim vlot de laatste dingen op en ga daarna naar boven om mijn bedje op te zoeken.

De volgende ochtend word ik pas laat wakker van Casey die op de deur klopt. “Abby, kom jij ook je bed uit?” Ik murmel wat en trek de dekens over mijn hoofd. Voor een moment is het stil en ik vraag mij af of Casey is vertrokken. Dan voel ik ineens iets aan de dekens. Nog geen seconde later wordt het dekbed van mij afgetrokken en kijk ik in het lachende gezicht van Casey. “Jaja, ik kom er al uit,” antwoord ik en krijg dan mijn dekens weer terug. “Goed zo, want het ontbijt is klaar.” Verbaasd kijk ik Casey na, heeft zij ontbijt gemaakt? Sinds wanneer kan zij het broodrooster bedienen? Misschien toch handig om er maar meteen uit te komen. Straks fikt de hele boel hier af! Ik besluit dan ook om alleen een badjas om mij heen te slaan en naar beneden te strompelen. Met mijn handen zorg ik ervoor dat mijn warrige haardos niet meer recht overeind staat, terwijl ik de trap af waggel. Achter mij hoor ik wat gestommel en dan komen ook de jongens hun kamer uit en komen mijn kant op. “Waar is de brandblusser?” vraag ik aan de jongens en alle drie schieten we in de lacht. “Dat hoorde ik!” horen we Casey roepen en met een grote grijns loop ik voor de jongens uit de keuken in. Even kijk Casey mij verontwaardigd aan, dan zet ze een grote glimlach op haar gezicht en wijst naar de tafel. Tot mijn grote verbazing heeft ze alles al echt klaar staan. Eigenlijk had ik verwacht dat we beneden zouden komen en dat ze dan zou zeggen. ‘Het tafellaken, de borden, het bestek, het brood en het beleg moet nog even gepakt worden. Oh ja, en de broodrooster moet nog even gepakt worden. Verder is alles klaar’. “Jij bent goed bezig geweest,” zegt Justin goedkeurend. “Je mag mij ook wel eens een complimentje geven over het feit dat ik het altijd doe. Zij doet het een keer en meteen vallen de complimentjes,” zeg ik en kijk Justin gespeeld verontwaardigd aan. We lachen er met zijn allen om en gaan aan tafel. Ondanks dat het ontbijt gezellig en lekker is heb ik toch een vreemd gevoel over Casey. Toch weet ik niet zo goed of het nou een negatieve of positieve verandering is. Ik hou haar scherp in de gaten, maar kan niets ongewoons ontdekken. Het enige opvallende is dat ze wat groene vlekken op haar kleren heeft, maar het kan goed dat ze deze kleren vannacht aan had en de vlekken nog niet heeft gezien.


Casey

Met mijn ogen wijdt open lig ik in mijn bed naar het plafond te staren. Ik was wel als eerste opgestaan, maar ik lig nu zeker al een paar uur wakker. Er spookt van alles door mijn hoofd. De vreemde jongen in het bos, mijn ouders die vermist zijn, de zorgen van de afgelopen tijd en de angst van vannacht. Waarom ik mij precies druk maak weet ik niet, maar ik voel de spanning in mijn lichaam. Ik besluit om maar even uit bed te komen om mijzelf even op te frissen. Misschien kan ik dan mijn hoofd even een beetje leegmaken. Half struikelend loop ik naar de badkamer en knip daar het licht aan. Snel plens ik wat koud water in mijn gezicht. Even kijk ik in de spiegel, maar ik vind dat ik er belabberd uitzie. Dan ineens vallen mijn ogen op mijn hals en ik moet even naar adem happen. Het zweet breekt mij uit en er loopt een rilling over mijn rug. Waar is het?! Geschrokken storm ik terug naar mijn kamer toe en knip het licht aan. Straks had ik het licht uitgelaten, maar nu maakt het mij geen bal meer uit. Waar is dat ding! Snel kijk ik tussen mijn kleren van gister en doorzoek mijn hele kamer. De tranen staan mij al snel nader dan het lachen. Hoe kan mij dit overkomen?! Waar kan dat ding nou zijn? Dan bedenk ik mij dat we gisteravond het bos in zijn geweest. Oftewel een paar uur geleden. Misschien heb ik het toen al verloren. Zonder aarzeling schiet ik in de eerste de beste kleren die ik in mijn kast tegenkom en ren, mijn shirt over mijn hoofd aantrekkend, de deur uit. Ik ratel de trap af zonder erbij stil te staan dat de anderen daar misschien last van hebben. Zodra ik buiten kom bedenk ik mij pas dat het nog donker is buiten. Als ik echter wat beter naar de lucht kijk zie ik dat er al een paarsige gloed te zien is, van de eerste ochtend gloren. Ik trek een warme jas aan en ga dan toch naar buiten. Tegen de tijd dat ik de juiste plek heb gevonden is het vast al licht.

Ik dwaal een lange tijd rond en zoals voorspelt is het licht tegen de tijd dat ik de juiste plek gevonden heb. Hier was het… volgens mij. Zoekend kijk ik naar de grond of ik misschien iets zie glinsteren tussen de bladeren en de bosgrond. Ik loop wel twintig keer over dezelfde plekken heen, maar ik kan hem nergens vinden. Uiteindelijk laat ik mij op mijn knieën vallen en ik kan er niets aan doen, maar de tranen lopen over mijn wangen. Ik schrik mij kapot als er ineens een hond zijn neus tegen mijn gezicht aanduwt. Verbaasd kijk ik op en kijk ik in grote bruine ogen. Zonder aarzeling sla ik mijn armen om zijn nek en verberg mijn gezicht in zijn dikke vacht. Ik blijf een tijdje zo zitten, maar hoor dan wat geritsel. Langzaam laat ik de hond los en besef dat er natuurlijk iemand bij de hond is. Aangezien ik hier nog maar een keer een baas en zijn hond hier ben tegenkomen, weet ik al wie ik zal zien als ik opkijk. Snel veeg ik de tranen uit mijn ogen en glimlach even. Pas dan kijk op en kijk in de ogen van Matthew. “Matt… ik ben bedoel Matthew.” Stamel ik. “Matt is goed,” zegt hij en glimlacht even. Onwillekeurig glimlach ik terug en kom overeind. Ik geef de hond een aai over zijn kop, terwijl ik Matt blijf aankijken. “Wat is er aan de hand?” vraagt hij tenslotte. “Niks,” zeg ik iets te snel. “Je hebt gelijk, iedereen loopt hier altijd huilend door het bos,” zegt hij sarcastisch. Bo loopt naar hem toe en hij geeft hem ook een aai over zijn kop, voordat hij verder gaat. “Kan ik je misschien ergens mee helpen?” “Ik ben een ketting kwijt. Die ben ik gisternacht verloren, dus ik dacht misschien dat ik hem kon vinden,” zeg ik eerlijk. “Iemand als jij heeft toch miljoenen sieraden, wat maakt een minder uit?” vraagt hij. De manier waarop hij het zegt laat mij weten dat hij de vraag niet echt bedoelt zoals het klinkt. “Deze ketting is anders,” ik wil eigenlijk nog meer zeggen maar de tranen beginnen alweer te stromen. Ik bijt op mijn lip in de hoop dat ik stop met huilen, maar het heeft geen zin. Ik sla mijn ogen af en in twee passen is hij bij mij. Teder legt hij zijn armen om mij heen. Hij zegt niks, staat alleen, met mij tegen zich aangedrukt. Waarschijnlijk met geen idee hoe hard ik dit nodig heb.” Zo blijven we staan totdat ik uitgehuild ben. Pas dan laat hij mij los en kijkt mij aan. “Wij zullen je helpen zoeken,” zegt hij met een zijdelings gebaar naar Bo die braaf staat te wachten. “Ik weet niet of het nut heeft. Ik heb alles al afgezocht, maar ik kan hem gewoon nergens vinden.” “Maar toen hielp Bo je nog niet,” zegt hij en knipoogt even. “Bo?” zeg ik vragend en kijk naar de hond. “Ja, hij heeft een veel betere neus dan ons en bovendien een neus die hij op commando kan gebruiken.” Ik glimlach even en veeg de laatste tranen uit mijn ogen. “Dankje,” zeg ik, maar hij schudt zijn hoofd. “Bewaar het bedanken maar voor als we dat ding gevonden hebben. Heb je misschien iets geur waar dat ding naar kan ruiken?” “Mijn lichaamsgeur?” vraag ik enigszins gegeneerd. “Nee, nee,” zegt hij lachend “Ik bedoel iets als parfum misschien?” Nu klaart mijn gezicht op, ja, ik heb altijd parfum op. “Mooi heb je het nu ook op.” “Eh nee, ik was vanochtend in het donker opgestaan.” Hij kijkt mij even onderzoekend aan, maar gaat daar verder niet op in. “Flesje?” vraagt hij en samen gaan we in de richting van het huis. Hij slaat een arm mij heen en ik sidder onwillekeurig even.

Eenmaal terug ren ik meteen naar boven en haal het luchtje op. Matthew staat beneden nog steeds te wachten. Zonder iets te zeggen haalt hij zijn zakdoek te voorschijn. Automatisch geef ik hem het luchtje, waarna hij het op zijn zakdoek spuit. Dan geeft hij het luchtje aan mij terug. “Oké, we laten nu Bo eraan ruiken,” zegt hij geheel overbodig. Ik knik en hij laat Bo goed ruiken. “Zoek Bo.” Zegt hij kort en Bo glipt meteen de deur uit. Snel rennen Matthew en ik erachteraan. Ik hoop zo dat Bo mijn ketting terug vindt!

Na nog geen tien minuten komen we op de plek aan waar we gisteren elkaar ontmoet hebben. Bo blijft daar staan en begint te blaffen. Ik kniel meteen bij de plek waar hij blijft staan. Ik graai meteen om mij heen in het zand. Ik moet en zal mijn dierbare ketting vinden. En dan zie ik hem. Het hangertje met de ketting er nog aan vast. Ik pak hem op en bekijk hem goed. De sluiting is kapot, maar verder geen erge schade. Ik glimlach verrukt en knuffel Bo, mijn redder in nood!