Athelas schreef:xDenies schreef:Write a Scary story and a romantic storyLekkere opdrachten.
Idd. Scary lukt wel, maar Romantic...niet zo mijn ding.P
ik heb het precies andersom


Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly
Citaat:13 Juli 2016 Write a Romantic Story
Ik laat mijn lippen langzaam langs haar warme hals glijden. Ik druk mijn lippen op die van haar en hoor een tevreden kreun. Ik voel hoe haar beide handen over mijn borstkast glijden en hoe ze de contouren van mijn spieren volgt. Ze fluistert zacht iets in mijn oor en ik glimlach. Ze ligt tegen mij aan op een grote en brede hoekbank. Het licht is uit en de sfeer wordt gemaakt door verschillende kaarsen die rustig in het rond flakkeren. Een zacht deuntje vult de ruimte. ‘Je wilde mij nog iets vertellen’, fluistert ze en duwt vervolgens haar lippen vol op die van mij. Ohja, ik moet eens leren om mijn mond te houden. ‘Dat komt nog wel’, zeg ik tegen haar en druk een kus op haar mondhoek, op haar wang en op haar kaak. Vervolgens druk ik een kus op hals. Ik voel hoe ze onder mij haar lichaam kromt en ze laat haar hoofd naar achter hangen. Haar haar glijdt van haar hals af en mijn lippen houden een lichte afstand van haar hals. Ik hijg zachtjes. Ik begin een drang te voelen, een drang die ik al een hele tijd stil weet te houden. Mijn keel begint langzaam te branden. Mijn oerinstinct komt naar boven en ik begin te hunkeren. ‘Je ruikt lekker’, zeg ik zacht. Ze glimlacht en bedankt voor het compliment. Ze trekt zichzelf omhoog tegen mij aan en drukt haar lippen tegen mijn hals. Haar hals komt opnieuw akelig dichtbij en ik hoor het geklop van haar halsslagaders. De geur van haar warme bloed doordringt mijn reukorgaan en ik voel hoe de controle langzaam wegsijpelt. ‘Ik ben heel erg blij met je’, zeg ik zacht. Wellicht is het een soort smoes voor het geen wat ik nu ga doen? ‘Ik zal het je uitleggen, vergeef me’, en terwijl ik de laatste woorden uitspreek voel ik haar lichaam verstijven en ik twijfel niet meer om de vlijmscherpe hoektanden, die langzaam tevoorschijn zijn gekomen, door haar zachte huid te boren. Zodra ze de halsslagaders bereiken glijdt het warme bloed mijn mond in. Het bloed verzacht het branden in mijn keel, het dooft de vlammen. Ik voel hoe de honger stilt. Heel even word ik verdoofd door het genot van haar bloed. Heel even heb ik iet door waar ik eigenlijk ben. En wat ik doe. Voorzichtig trek ik mij terug en duw mijn lippen tegen die van haar. Haar lichaam toont een hoop angst. Ik staar in haar ogen en ze voelt met haar hand op de plek waar ik haar zojuist beet. ‘Je kan dit uitleggen?’, fluistert ze zacht. Heel even lijkt het alsof ze boos wordt maar dan verdwijnt haar blik in begrip. Ik zucht zachtjes. ‘Hoe lang houd je het al vol?’, ze pakt met haar beide handen mijn gezicht vast, ‘Waarom vertelde je dit niet eerder?’, ze kijkt me aan met begrip. Zo ontzettend veel begrip. Ik kan geen woorden uitbrengen. Ze blijft me heel even aan kijken, wellicht wachtend op een antwoord. Ik kan niets uitbrengen. Ze trekt mij tegen zich aan en duwt haar lippen op die van mij. Ik pak haar gezicht in mijn handen en duw haar nog dichter tegen mij aan. Wat ben ik blij met haar. ’Wat ben ik blij met jou’
Citaat:4. Write a story about a holiday.
Nederlands weer op een Nederlands feest
463 woorden
De regen stroomt langs de kleffe broekspijpen van Effie in haar schoenen. Met haar capuchon ver over haar voorhoofd getrokken, haar handen in haar zakken en haar schouders opgetrokken loopt ze de straat uit. Gerommel en een flits doen haar werkelijk niks wanneer ze de hoek om slaat en snel de eerstvolgende tuin in loopt. Effie hoort hoe de koude regen als een ongeduldig kind op haar capuchon slaat en haalt haar verkleumde rechterhand uit haar zak. Drie harde kloppen op de deur, omdat Effie weet dat de deurbel stuk is, en trippelend wacht ze tot haar vader de deur opent.
Een opgeluchte zucht ontsnapt uit Effie’s mond wanneer de grijsbehaarde man de deur opent. Hij lacht en kijkt naar zijn doordrenkte dochter. “Heerlijk weer nietwaar?” besluit hij terwijl hij Effie naar binnen wenkt. Haar handen tintelen wanneer ze haar rits probeert te openen en de laatste druppels uit haar pony voelt glijden. De koude druppels rollen over haar plakkerige wangen. “Hé mam!”, zegt ze vrolijk terwijl ze de woonkamer binnenloopt en haar moeder een stevige knuffel geeft. Haar moeder geeft een gelukkig knikje als begroeting en loopt naar de keuken om het kokende water van het vuur te halen. Om haar moeder te helpen haalt Effie drie porseleinen kopjes, versierd met sneeuwpoppen, uit de servieskast, waarna ze deze naar de keuken brengt en naast de theepot plaatst. Haar moeder kijkt haar vrolijk aan; “Dankjewel lieverd, ga maar bij de haard zitten.” Alsof ze nog bij haar ouders woonde luisterde ze naar ze en nam ze plaats bij de haard. Ze wrijft wat door haar handen en blaast er een aantal keer tegen, de snijdende pijn in haar handen was te danken aan de harde regen. Wanneer de bliksem voor de tweede keer in de geleiders op de flat naast het hoekhuis inslaat klinkt er binnen enkele seconden een enorme knal. De kleine Jack Russel kijkt geïrriteerd en opgeschrikt op uit zijn mand.
“Dat was me een beste klap!”, zegt haar vader terwijl hij met twee hete koppen thee de huiskamer binnen komt wandelen. Hij plaatst een kop stomende thee voor Effie op de salontafel, neemt plaats in de grote fauteuil tegenover haar en knipoogt terwijl hij zijn eigen thee doorroert. “Alles nog heel buiten, Henk?” Hoort Effie uit de keuken komen. Nog voordat haar vader kan inhaken reageert Effie al. “Mam, het is maar een bliksem, hij slaat in de geleider.” Ze rolt met haar ogen en glimlacht. “Je weet het maar nooit,” klinkt het weer uit de keuken. “het gaat vaak genoeg wel fout, en de hond vindt het al niks…” Effie’s moeder komt snel de keuken uit met een dienblad met tapashapjes terwijl ze bezorgd naar de gevlekte hond in de hoek kijkt.
Citaat:5. A story about your favourite fictional character
Harry Potter
736 woorden
“Reducto!” een harde klap en rondvliegend hout laat de leerlingen bukken terwijl ze allemaal gewapend om zich heen kijken. Alle studenten zien er gehavend uit, hun gewaden met de afbeelding van hun afdeling er op gestikt zijn verscheurd en verschroeid. Harry weet Marcel nog net bij zijn kraag te grijpen en hem naar beneden te trekken voordat hij de Cruciatusvloek tegen zich aan krijgt. Een rare kreun ontsnapt hem wanneer de kraag zijn luchtpijp afsluit maar enkele seconden later kijkt hij Harry dankbaar aan terwijl hij over zijn keel wrijft. Met een klein knikje antwoord Harry het gebaar van Ron die achter de tafel naast hem schuilt en op zijn vingers telt hij af. ‘5, 4, 3, 2, 1 en.. Gaan!’ denkt hij terwijl het sein geeft. Hermelien en Ron springen samen met Harry en Ginny achter hun tafels vandaan er klinken onder de vier stemmen twee verschillende spreuken die de twee dooddoeners net aan ontwijken. Marcel zit als enige nog achter de grote, gehavende tafel en spreekt zichzelf de moed in om tevoorschijn te springen, waarbij hij met zichzelf discussieert en zich tegenspreekt. “Marcel,” klinkt er zacht. “kom helpen, je kan het, je weet elke spreuk!” Ginny trekt hem aan zijn arm omhoog en duwt hem achter Harry, Ron en Hermelien aan die de toren uit rennen. De gangen van het immens grote kasteel zijn verlaten, hoe lang het duurt tot een van de professors het alarm laat klinken weten ze niet. Met een peinzend gezicht strompelt Harry achter de rest aan, hij houdt zijn hand op de plek waar enorm stuk hout in zijn huid is geboord en doet zijn best om de rest bij te houden. “Schiet op, Harry!” Hermelien wuift hem naar de eerstvolgende deur en houdt de ingang vrij. Het lokaal van professor Sneep, haast kleiner dan de bezemkast is nog even griezelig als gewoonlijk. De behoorde toverdranken stonden boven een laag vuurtje te borrelen en de ogen in de glazen potten keken ze onophoudelijk, doordringend aan. Hermelien grijpt Ron bij zijn arm en klampt zich aan hem vast. “Dit vind ik echt de slechtste oplossing die je maar kunt bedenken, Ginny.”, zegt ze terwijl ze naar de deur kijkt. “Sorry,” Ginny scheurt haar gewaad en houdt het lapje stof tegen de hevig bloedende wond van Marcel. “ik was vergeten dat dit het lokaal van Sneep was…” Er valt een stilte in de groep, iedereen luistert aandachtig of ze iets horen. “Ik ho-“ begint Harry die gelijk wordt afgekapt door Ginny. “Ja, dat wilde ik zeggen, ik hoor wat.” Vervolgt Harry terwijl hij zijn stem dempt en de hand van zijn vriendin voor zijn mond weghaalt. Marcel wiegt zenuwachtig heen en weer, het zweet loopt over zijn voorhoofd. Hij snapt niet dat hij in het dappere Griffoendor is geplaatst, en hoopt plots dat Professor Anderling binnen komt lopen om te mogen mededelen dat de kust veilig is. Het geluid wordt steeds duidelijker, het komt dichterbij en lijkt zich ook behoorlijk snel te verplaatsen. Automatisch houden de Griffoendors hun stok voor, op de kleine, houten deur gericht. Het is muisstil en de hele groep kijkt naar de uitgang van het kleine, broeierige lokaal. Het geluid van ijzer dat over elkaar schuurt zorgt voor een ophoud in de ademhaling van Harry. Binnen een seconde vliegt de deur open, waarbij de schimmen van twee dooddoeners enkele tellen zichtbaar zijn. De schimmen verdwijnen in pijn en rook wanneer er verschillende kreten en spreuken klinken. Overal barsten potten en vallen er glazen kapot, het gerinkel maakt een oorverdovend geluid. Alle inhoud ligt verspreidt over de grond en de kamer vult zich met een vieze damp. “Paralitis!” schreeuwt Harry terwijl hij een flinke zwiep met zijn toverstok geeft. Hij raakt de dooddoener overduidelijk, maar deze is door de rook niet meer te zien. Aftastend op zijn slechte zicht zoekt Harry het lokaal van Severus Sneep door. “Harry! Kijkt uit!” hoort hij Ginny gillen. Voor hij het doorheeft klinkt er; “Avada Kedavra!” en ziet hij een groene flits op hem afschieten. De spreuk weerkaatst in zijn ogen en voordat Harry de grond raakt hoort hij Ginny paniekerig gillen.
“Harry, he, Harry!” hoort hij ergens ver weg. “Word wakker, gaat het…” badend in het zweet opent hij zijn ogen. Ron kijkt hem met opengesperde ogen aan. Harry haalt opgelucht adem en veegt het zweet van zijn gezicht; het was een nachtmerrie.
AlwaysH schreef:Dag zes, wat een verschrikkelijke opdracht. Krijg geen geschiedenis en ben echt alles behalve geïnteresseerd in oorlogen, dus ik heb geen favoriet historisch figuur of gebeurtenis.
Wat moet ik nu voor zes gaan schrijven?
Ga wel even beginnen aan zeven;)
Citaat:7. Write a story about your favourite song
Strong, One Direction
760 woorden
“Ik heb je nodig…”, breng ik langzaam uit terwijl ik mijn klamme handen om die van Mark geklemd houd. Mijn ogen zijn gevuld met tranen en ik knipper om naar hem te kunnen blijven kijken. Verwacht ik nu antwoord van hem? Het is klaar, hij zal geen antwoord meer geven, nooit meer. Tevergeefs laat ik zijn koud wordende hand los en zet ik ze vast tussen mijn bovenbenen. Mark ligt op zijn rug, zijn oogleden heb ik net gesloten, maar het vloeiende bloed stroomt nog steeds van zijn lichaam af. Ik leg zijn vest recht en aai over zijn wang. Terwijl mijn zweterige hand trillend over zijn gezicht glijdt denk ik terug aan twee minuten geleden, toen we niks doorhadden. Voordat dit gebeurde…
“Nadia, doorrennen, volg ze!”, schreeuwde Mark tegen me, hij duwde me in mijn rug. Mijn zwarte strijdpak bleef plakken aan mijn zweterige huid op de plek waar zijn hand me in de richting van de groep duwde. Zijn gigantische, meganische geweer hing geladen over zijn schouder, de mijne was tussen mijn vingers geklemd. Waar ik normaal zo rustig ben op deze oorlogen voelde ik dat ik in paniek schoot. “Nee,”, gilde ik verdwaast. “je gaat niet alleen, ik heb je hier nodig!” Vol wanhoop greep ik zijn mouw toen hij de andere kant uit wilde gaan. “Mark, luister naar me!” Hij stopte gelukkig abrupt en draaide zich om. Zijn donkerbruine ogen keken me doordringend aan. “Ik moe-“, stamelde hij wijzend naar de ingestorte gebouwen achter hem, maar ik liet hem niet uitspreken. “Je moet luisteren naar de commandant. Straks ga je dood, in je eentje bij al die ontploffingen…” Ik gaf een ruk aan zijn arm en probeerde hem te overtuigen. “We moeten in formatie blijven.” Er sprongen tranen in mijn ogen wanneer hij zich toch los probeerde te rukken. “Nee,”, hoorde ik hem nog zeggen. “we moeten naar hun basis.” Paniekerig trok ik hem mee, naar de rest die overduidelijk nog niet van richting waren verandert. Mijn vingers boorde door zijn plastic achtige pak, met mijn andere vingers om de trekker gesloten. Ik hoorde Mark achter me zuchten en voel dat hij meegaf om mee te lopen.
Opgelucht haalde ik toen adem, ik had niet door wat er in de gebouwen naast me bevond. Ik had dat gewoon niet door, tot ik een luid schot hoorde en Mark kreunend en stuiptrekkend op de grond zag zakken. Met de ijzeren pijl in zijn borstkas geboord. Ik zag de vijand dichterbij komen en terwijl ik een laatste blik op de heldhaftige man naast me liet glippen haalde ik de trekker over en zag ik dat de drie, blauwe lichtpijltjes de man doorboorde die Mark had geraakt. Waarschuwend hield ik het geweer op mijn schouder, met mijn ogen door het concentratiepunt gericht. Wanhopig draaide ik rond om te controleren dat er geen scherpschutters van de vijand op mij gericht stonden. Ik schreeuwde een aantal keer om hulp, maar wanneer ik onze formatie mijn kant op zag rennen stortte ik me op de grond. De tranen diggelde onophoudelijk over mijn gloeiende wangen. Ik houd mijn adem in en probeer te voelen of er nog een hartslag aanwezig is.
Mijn handen sluiten zich voor een laatste keer om die van hem, wat we normaal altijd samen deden. Ik wilde alles doen om ons te redden, om Mark te redden. Zonder hem zou ik niks voorstellen in het leger, hij maakte mij sterk en leidde altijd mijn weg. Ons leven had nog zoveel pagina’s te gaan, we waren nog lang niet klaar met ons verhaal, en dit was een hoofdstuk, waarbij onze schrijver duidelijk geen inspiratie meer had. Ik huil zonder schaamte om de dood van Mark, mijn team staat verdedigend om mij heen en waarschuwt me dat we door moeten gaan. Zonder Mark stel ik niks voor, dat had ik toch al gezegd? Kokende woede en deels medelijden met Mark laten mij hem een laatste kus geven waarna ik mijn helm weer opzet en verbinding maak met de commandant. Ik knik naar de leidende soldaat. Mijn hoofd draait zich om naar Mark, terwijl alle flashbacks zich weer afspelen. We staan weer in formatie en vertrekken richting het Noorden, wat me daar te wachten staat weet ik niet, maar ik houd me sterk en zal bij elke moord en elke slag aan mijn vriend denken, die nu alleen op de grond ligt, met de ijzeren pijl in zijn borst geboord. Mijn ogen sluiten zich tot spleetjes en mijn vingers glijden weer over de trekker.
AlwaysH schreef:Nee, ik heb een jaartje Mens & Maatschappij gehad en heb daar vooral over de ontwikkeling van het handelen geleerd. Nu krijg ik Maatschappijleer en leer ik dus vrijwel geen historische gebeurtenissen.
Inderdaad! Heb alleen geen idee wat ik daar over kan schrijven
AlwaysH schreef:Zoals ik al zei ga ik het dus over Velicoraptors houden, interesseert me ook veel meer!
Edit; hoef dus geen vervelende reacties op dat geschiedenis gedoe, ik kan er natuurlijk niks aan doen dat ik dat niet heb gekregen.