Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird
Citaat:Ik word wakker met een stijve nek en mijn hoofd lijkt uit elkaar te barsten. Misschien was het toch teveel van het goede, maar het kan me niets schelen. Ik loop naar het raam toe en doe de gordijnen open, wat tot veel gekreun en protest lijdt van Gloria. Wyn daarin tegen blijft doorslapen, alsof er niets aan de hand is. Net op het moment dat ik de gordijnen weer heb dicht gedaan en me heb omgedraaid, hoor ik getik op het raam. Door een kiertje zie ik Blake in de achtertuin staan. Daar gaan we weer, denk ik en ik zucht diep.
Ik trek mijn kimono aan en loop zachtjes de trap af om niemand wakker te maken. Mijn vader is een vaste slaper en op zijn vrije dagen – zoals vandaag – word hij pas laat wakker. Ik kijk op de klok in de gang en zie dat het pas half acht is, wat betekent dat ik maar vijf uur heb geslapen. Dat verklaart de hoofdpijn. Ik besluit Blake te laten wachten en loop eerst naar de keuken waar ik het koffiezetapparaat aan zet. Die koffie heb ik na dit gesprek helemaal nodig ben ik bang. Uiteindelijk weet ik niets meer te doen om het uit te stellen, dus ik haal even diep adem en doe de deur naar de achtertuin open. Ik loop op mijn sloffen naar buiten en ik voel de snijdende kou langs mijn benen strijken. ‘Wat doe je hier?,’ vraag ik kil aan hem.
‘Sue, het spijt me dat ik….,’ begint hij, maar ik kap hem af. Ik heb genoeg excuses gehoord van hem en elke keer sluit hij me weer buiten. ‘Nee Blake. Elke keer als we eindelijk ergens komen, loop je weg. Waarom sluit je me steeds buiten?’ Van buiten ben ik woedend, maar van binnen voel ik het verdriet. Wat wij samen hebben is fantastisch, of voelt hij het anders?
‘Ik sluit je niet buiten,’ zegt Blake terwijl er weer een muur voor zijn gezicht verschijnt. Het doet me pijn om te zien hoe gemakkelijk hij een scherm optrekt.
‘Hoe wil je dit dan noemen, Blake?,’ vraag ik hem. Het blijft stil en ik besluit dat dit de moeite niet waard is. Ik draai me om en sta op het punt om weer naar de deur te lopen, maar Blake houdt me tegen. Ik kijk van zijn hand op mijn arm naar zijn gezicht en trek mijn arm weer los. Ik loop weer naar binnen en zonder om te kijken trek ik de deur achter me dicht. Ik wil niet dat hij de tranen in mijn ogen ziet.
Net wanneer ik mijn tranen heb weg geveegd en mezelf weer bij elkaar geraapt, komen Wynn en Gloria met slaperige hoofden de trap afgelopen. Ik loop zwijgend naar de keuken om koffie in te schenken met Glor en Wynn achter me aan sloffend. ‘Heb je nog wat van Blake gehoord Sue?,’ vraagt Gloria en ik zie Wynn me onderzoekend aankijken. Ik probeer mijn gezicht in de plooi te houden en schudt mijn hoofd ontkennend. Ik weet dat als ik nu iets zeg, dat de tranen weer tevoorschijn komen en daar zit ik helemaal niet op te wachten.
De rest van de ochtend praten we over onbelangrijke dingen en eten we ontbijt. Wanneer Wynn en Gloria naar boven zijn gelopen om hun spullen te pakken, komt mijn vader naar beneden gestrompeld. ‘Koffie?,’ is het enige dat ik hem vraag. Hij knikt ja, dus ik loop naar de keuken en schenk voor de tweede keer een bak koffie in. Wanneer ik de woonkamer in loop zit hij op de bank naar buiten te kijken, maar aan zijn blik zie ik dat hij diep in gedachten is. Zo diep dat hij me niet hoort aankomen en pas opschrikt als ik de volle mok koffie voor zijn gezicht beweeg. Ik kijk hem glimlachend aan en plof dan naast hem op de bank.
‘Sue,’ begint hij met een ernstige toon. Ik kijk hem vragend aan waarna hij zucht. ‘Ik weet dat je het de afgelopen tijd zwaar hebt gehad met het ongeluk, maar ik denk dat het voor ons beide tijd is om ons leven weer op te pakken.’ Hij kijkt me nog steeds ernstig aan en ik zie aan hem dat hij een reactie van mij verwacht. Ik had gehoopt dat het permanent zou zijn, maar zoals gewoonlijk ben ik er weer ingetrapt.
‘Dus je gaat weer meer werken,’ zeg ik teleurgesteld. Ik voel me ineens heel eenzaam en alleen op de wereld, alsof ik mijn onafhankelijkheid gelijk heb ingeleverd bij Blake en mijn vader. Ik weet dat ik er weer aan zal wennen, maar de weg er naartoe zal langzaam en pijnlijk zijn. Het blijft stil en uiteindelijk kijk ik naar mijn vader die me verbaasd aankijkt.
‘Dat bedoelde ik helemaal niet,’ zegt hij nog steeds helemaal verbaasd. ‘Ik wou eigenlijk vragen of…. of Lucille hier vaker langs kan komen.’ Hij kijkt me afwachtend aan en voordat ik antwoord kan geven ratelt hij verder. ‘Ik snap het als je niet wilt, dat begrijp ik volkomen. Ik hoop dat je het wilt, maar ik kan niets aan jouw mening veranderen dus ik zal het respecteren als je nee zegt. Dat zal het wel lastiger voor Lucille en mij maken, maar daar hoef jij je dan niet schuldig over te voelen daar vinden we wel een manier voor. Desnoods blijf ik wat vaker bij haar overnachten zodat jij hier je rust en privacy hebt als je dat graag wilt, wat ik kan begrijpen.’
Zo gaat hij nog even verder en ik kijk hem geduldig aan tot hij klaar is met praten. Al die tijd heeft hij angstvallig naar buiten gekeken, maar nu kijkt hij me voorzichtig aan. Ik besluit hem nog even in spanning te laten en plaag hem met mijn reactie. ‘Pap, ik moet er echt over nadenken. Ik kan dat nu niet beslissen, daar heb ik tijd voor nodig,’ zeg ik met een ernstig idee. Hij kijkt me een beetje teleurgesteld aan maar zegt dan met een diepe zucht ‘ik begrijp het.’
Heel even voel ik me schuldig dat ik hem zo heb beet genomen, maar dan denk ik aan het gevoel dat ik nog maar een paar seconden geleden had. Dan moet hij mij ook maar niet in onwetendheid laten, het is zijn eigen schuld, min of meer. Ik kijk hem glimlachend aan en wanneer hij mijn blik ziet heeft hij me door. Hij begint ook voorzichtig te lachen en kijkt me toch nog een beetje vragend aan. ‘Natuurlijk vind ik het niet erg als Lucille hier vaker over de vloer komt. Ik ben blij voor je, pap,’ zeg ik enthousiast en ik geef hem een knuffel. Hij glimlacht dankbaar en staat dan op. Hij gebaart met zijn koffiemok dat hij een nieuwe lading gaat halen en ik knik naar hem.
Aan het gelach hoor ik dat Wynn en Gloria naar beneden komen. Ze komen de woonkamer in en zeggen me gedag. ‘Nee jullie bedankt meiden, ik had het echt nodig,’ zeg ik een beetje ontroerd. Ze geven me allebei een knuffel en laten me beloven dat ik ze bel als ik ze nodig heb. Mijn vader komt de keuken uitgelopen en zegt de meiden gedag waarna ik met ze meeloop naar de voordeur. Gloria loopt al naar buiten richting de auto, maar Wynn draait zich nog naar me om.
‘Sue, wat ik net zei meende ik. Ik weet dat er iets aan de hand is, je weet dat je het me kunt vertellen als je er klaar voor bent.’ Ik schud van ja en ze omhelst me even. Gelukkig stopt ze net op tijd want voor de zoveelste keer vandaag heb ik het gevoel alsof ik op instorten sta. Wynn zegt nog even gedag terwijl ze naar de auto loopt en ik zwaai ze nog even na wanneer ze wegrijden. Daarna loop ik weer naar binnen en besluit om boven te gaan douchen, want ik loop nog steeds in mijn pyama. Net wanneer ik mijn voet op de traptrede wil neerzetten roept mijn vader me. Ik draai me om en loop weer naar de woonkamer. ‘Ja?,’ vraag ik aan hem.
‘Had je nog plannen voor vandaag?,’ vraagt hij nieuwsgierig. Ik sta een beetje verrast te kijken, soms is het nog steeds raar dat hij zich als de verantwoordelijke ouder gedraagt. ‘Nou, ik was eigenlijk van plan om vandaag langs Zack te gaan,’ zeg ik twijfelend. Mijn vader denkt nog steeds dat ik iets meer dan alleen bevriend ben met Zack en voorlopig wil ik hem nog in die waan laten.
‘Oké, veel plezier dan. Doe je het wel rustig aan?,’ zegt hij automatisch. Normaal gesproken brengt dat nog steeds een lach op mijn gezicht, maar ik hoef alleen maar te denken aan de reden waarom ik Zack opzoek en die lach verdwijnt weer.
Ik trek de deur achter me dicht en loop richting de bushalte. Ondanks dat ik mijn rijbewijs heb ga ik eigenlijk nooit ergens heen met de auto. Mijn vader stelde voor om de auto te pakken naar Zack zijn huis, maar ik voel me nog niet goed genoeg om achter het stuur te zitten. Na twee keer een auto ongeluk meegemaakt te hebben, heb ik niet zin om het risico te nemen op nog één. Het is erg koud buiten en ik ben blij dat ik mijn handschoenen en sjaal heb aangetrokken. De busrit lijkt korter te duren als normaal, zoals altijd wanneer je ergens tegenop ziet. Ik loop de straat door richting Zack zijn huis, die vlakbij Wynn woont kom ik nu achter. In tegenstelling tot Wynn haar huis woont Zack – net zoals ik – in een rustige villawijk.
Zack woont in een oud victoriaans huis die erg goed onderhouden is. Ze hebben een oprijlaan voor het huis die bestaat uit allemaal kinderkopjes met een border vol met planten aan de zijkant. Naast de oprijlaan ligt een grote voortuin met verschillende struiken die allemaal even symmetrisch geknipt zijn. Zo te zien hechten zijn ouders veel waarde aan de tuin, of besteden er veel geld aan denk ik daarna. Ik loop via de oprijlaan naar de voordeur, die enorm groot is. Ik zoek even naar de deurbel, maar zie dan dat ze alleen een ouderwetse deurklopper hebben. Ik klop twee keer ermee op de deur hoop maar dat het niet te hard was. Dan hoor ik zware voetstappen in de gang in een vlotte tred naar de deur toe komen.
‘Sue, wat leuk je te zien! Kom binnen,’ zegt Zack met een glimlach van oor tot oor. In mijn achterhoofd weet ik dat hij iets te blij is om me te zien, maar dat zal snel weer over zijn als hij weet waar ik voor kom. Ik loop naar binnen en bewonder het huis in stilte. Ik weet wat voor een hekel ik er zelf aan heb als mensen zo onder de indruk zijn van een huis, maar zelf ik kan het nu niet laten om een verwonderde zucht te laten ontsnappen. Zack lijkt er echter alleen maar om te kunnen glimlachen, hoewel ik me afvraag of dat door mijn reactie komt of mijn aanwezigheid. ‘Is er verder niemand thuis?,’ vraag ik terwijl ik neutraal probeer te klinken.
‘Nope,’ zegt Zack met een grijns. ‘Ik ben blij dat je even langs komt, het is anders zo stil in dit huis.’ Ik weet precies hoe hij zich voelt en ik leg even mijn hand op zijn arm als teken dat ik het begrijp. Dan pas weet ik dat dit gebaar misschien toch niet zo slim was dus ik trek mijn hand snel weer weg en besluit het maar gewoon op de man af te vragen.
‘Zack, ik ben hier om je een gunst te vragen,’ zeg ik vastberaden en ik zie Zack geïnteresseerd knikken. Ik haal even diep adem en zeg dan: ‘Ik wil meer weten over Blake, en mijn gevoel zegt dat jij me meer over hem kan vertellen.’ Zack zijn gezicht verstrakt en de glimlach is verdwenen. Ik baal er van dat hij op dit moment de enige is waar ik echt mee kan praten, hij verdient dit niet. Hij is altijd zo een goede vriend geweest, al heeft hij meer dan eens laten weten dat hij iets meer wilt. Desondanks heeft hij me met alles geholpen en nu wrijf ik dit nog eens onder zijn neus. Ik heb de neiging om snel weg te lopen, maar mijn nieuwsgierigheid overwint het.
‘Je gevoel klopt niet,’ zegt hij met een kwade ondertoon. ‘Hier kan ik je niet bij helpen, sorry.’ Ik zie aan Zack zijn gezicht dat ik hem heb gekwetst. Ik loop naar hem toe en pak zijn handen vast.
‘Zack, asjeblieft. Als dit niet belangrijk voor me was geweest dan was ik niet naar je toe gekomen.’ In gedachten hoor ik mijn eigen woorden; als Blake niet belangrijker voor me is dan jij bent, maar er is geen tijd voor schuldgevoel nu. Niet als ik meer wil weten. Zack kijkt me strak aan en haalt uiteindelijk zijn schouders op.
‘Oké, vooruit. Maar verwacht dat ik je lover helemaal zal ophemelen,’ zegt hij met een lichte grijns. Ik kijk hem waarderend aan en zeg: ‘Dat is ook niet wat ik verwacht.’ Oftewel, de leuke dagen zijn voorbij en nu wil ik hem écht leren kennen. Als hij dat zelf niet wil vertellen, dan moet het maar via een ander.
‘Vertel, wat wil je weten?,’ vraagt Zack terwijl hij zijn schouders aanspant en weer loslaat. Hoewel ik stapelverliefd op Blake ben, snap ik waarom veel meiden vallen voor Zack. Hij is goed gespierd en heeft veel uitstraling. Buiten het feit dat hij – net zoals Blake – een schitterend gezicht heeft, zoals ik denk dat alle engelen hebben.
‘Ik probeer meer over zijn verleden te weten te komen, maar daar is hij zelf niet zo over,’ zeg ik voorzichtig. ‘Ik bedoel niet zijn verleden als mens, maar als… engel.’ Ik moet nog steeds wennen aan het woord. Zack kijkt me even onderzoekend aan en ineens besef ik dat hij nog niet wist van mijn ‘ontdekking’.
‘Wat heeft Blake je verteld?,’ vraagt Zack argwanend. Blijkbaar zijn de engelen nogal gesteld op hun geheime bestaan. Zoals alle andere mensen dacht ik ook altijd dat engelen in een witte jurk zouden lopen met een gouden aureool boven hun hoofd. Zelfs dat heeft Blake nooit uitgelegd aan me, hoe dat beeld is ontstaan bij de mensen.
Net op het moment dat ik antwoord wil geven, legt Zack zijn vinger op mijn lippen als teken dat ik stil moet zijn. Ik hou wijzelijk mijn mond dicht en kijk hem afwachtend aan, maar Zack zijn gezicht staart niets ziend naar de tafel alsof hij diep in gedachten is. Dan worden zijn ogen groot en kijkt hij mij aan. ‘Wat is er?,’ vraag ik ongerust aan hem. Ik voel dat er iets mis is en er vormt zich plotseling een knoop in mijn maag.
‘We moeten nu gaan, het is Blake,’ zegt Zack.
Citaat:Ik staar Zack verbaasd aan en wil iets zeggen, maar hij loopt de gang in en komt nog geen minuut later met onze jassen aan. ‘Hier trek aan. Ik heb nu geen tijd om het uit te leggen,’ zegt hij commanderend. Ik merk aan hem dat ik nu niet in discussie moet gaan en besluit de vragen maar voor me te houden. We lopen naar buiten richting de garage waar Zack’s ferrari staat. Normaal gesproken zou ik een opmerking gemaakt hebben, maar aan zijn gespannen gezicht te zien is dit niet het moment. Ik stap zwijgend in en nog voordat ik de kans heb gehad om mijn gordel om te doen scheurt Zack al weg.
‘Wow Zack, wil je dat we een ongeluk krijgen?,’ vraag ik angstig. Dit is de eerste keer sinds het ongeluk dat ik weer in een auto zit, niet bepaald motiverend op dit moment. Zack reageert niet en kijkt geconcentreerd naar de weg. Ik heb hem nog nooit zo… kwaad gezien. ‘Wat is er aan de hand?,’ vraag ik terwijl ik bedenk dat ik het antwoord waarschijnlijk helemaal niet wil weten.
‘We zijn er al bijna, ik heb nu geen tijd om het uit te leggen,’ zegt Zack kortaf. ‘Wat er zo ook gaat gebeuren, ik wil dat jij in de auto blijft.’ Hij kijkt me even aan en ik weet dat het geen verzoek is. Ik wil er op ingaan, maar verander dan van gedachten en concentreer me net zoals Zack op de weg. Ineens zie ik waar we zijn en ik kijk verbaasd om me heen. We zijn vlakbij Blake’s huis, maar in plaats van zijn straat in te rijden gaan we rechtdoor. ‘Waar gaan we heen?,’ vraag ik met een onheilspellend gevoel in mijn maag. Dan maakt de auto een scherpe bocht naar rechts en rijdt een parkeerplaats op.
Nee, niet Taco’s Palace. Mijn maag draait zich volledig om in mijn maag en nog voordat Zack stilstaat met de auto spring ik eruit.
‘SUE!,’ schreeuwt Zack me na, maar ik reageer er niet op en storm naar binnen. Ik blijf abrupt stilstaan. Jerry en Blake staan tegenover elkaar en ik zie de spanning op beide gezichten. Ze kijken niet op en even denk ik dat ze me helemaal niet hebben gehoord tot Blake dreigend zegt: ‘Sue, ga naar buiten.’ Ondanks zijn waarschuwing blijf ik staan.
‘Wat is hier aan de hand?,’ vraag ik met een bibberende stem. Jerry laat even zijn blik over mijn gezicht gaan en kijkt vervolgens weer naar Blake. ‘Sue, je kunt beter weggaan,’ zegt Jerry een stuk vriendelijker als Blake. Ik schud van nee, net op dat moment haalt Blake uit naar Jerry. In een flits staat hij weer op dezelfde plek en ik knipper met mijn ogen. Dan zie ik een spoor van bloed over Jerry’s wang lopen. Ik hoor een dierlijk gegrom en besef dan dat het uit Jerry zijn mond komt. Ondertussen druppelt het bloed over zijn shirt heen, steeds meer naar beneden. Dan zie ik het mes die hij in zijn rechterhand vasthoud.
Ik wil protesteren en ‘pas op’ schreeuwen, maar mijn stem stokt in mijn keel en er komt geen geluid uit. Ik voel mezelf duizelig worden van alle spanning en wankel naar achteren tot ik door de muur tegengehouden word. Ik leun zwaar naar achter en haal even diep adem om de zwarte vlekken te laten verdwijnen. Blake draait zich om en kijkt me bezorgd aan en op dat moment gaat Jerry in de aanval.
Op hetzelfde moment zie ik Zack langs me heen flitsen. Ik knijp mijn ogen dicht van de plotselinge kou en wanneer ik ze weer open doe, zie ik Zack op de grond liggen. ‘Zack!,’ roep ik en ik voel de paniek opkomen. Ik laat me naast hem op de grond vallen en zie het lemmet van het mes uit zijn buik steken. ‘Zack?,’ zeg ik zachtjes terwijl ik hem zachtjes bij zijn schouders por om hem wakker te krijgen. Geen reactie. Ik voel voorzichtig in zijn hals en vrees het ergste tot ik het zachtjes hoor kloppen. ‘Jerry, wat heb je gedaan?,’ zeg ik vol afkeer tegen hem. Ik had verwacht dat hij geschrokken zou zijn en schuld op zijn gezicht te lezen zou zijn, maar het enige dat ik zie is pure haat terwijl hij nog steeds naar Blake kijkt.
‘Jij had het moeten zijn,’ gromt Jerry naar Blake. ‘Ga en neem hem mee,’ vervolgt hij terwijl hij naar Zack wijst. Al die tijd heeft Blake zich nog niet bewogen en ik kijk naar hem om. Al zijn spieren zijn aangespannen en zijn blik staat vol haat en woede. Even voel ik angst in mijn lichaam, maar dan besef ik dat hij mij niets zou doen, althans, niet opzettelijk. ‘Blake, doe het niet. Voor mij,’ zeg ik er snel achteraan. ‘Zack moet naar het ziekenhuis,’ zeg ik nog doordringender in de hoop dat hij daardoor meegaat. Ik zie hem met tegenzin zuchten en ontspant zijn vuisten. Hij hurkt naast Zack neer en tilt hem in zijn armen op. ‘Sue, loop vooruit en hou de deur open,’ zegt hij kil. Ik knik, loop naar de voordeur en hou de deur zover mogelijk open. Blake loopt naar zijn auto terwijl Zack helemaal slap in zijn armen bungelt. Ik sta op het punt om achter hem aan te lopen, maar kijk achterom en werp nog een blik op Jerry. ‘Hoe kon je?,’ vraag ik hem met dezelfde afkeer. Ik zie zijn blik veranderen en nu staat die vol schuld. Ik draai me om en loop snel naar de auto van Blake. Hij heeft Zack al op de achterbank neergelegd met een doek rondom het mes om het bloeden te stelpen. Ik schuif mezelf ernaast en leg voorzichtig Zack zijn hoofd op mijn schoot. ‘Zack?,’ zeg ik nog een keer en ik zie hem knipperen met zijn ogen. ‘Sue?,’ hoor ik hem zwak uitbrengen.
‘Rustig maar, het komt allemaal goed. We brengen je naar het ziekenhuis,’ zeg ik met een kleine glimlach op mijn gezicht. Ineens spert hij zijn ogen wijd open en hij zegt iets harder ‘nee!’ waarna hij weer inzakt. ‘Maar…,’ zeg ik zachtjes tot Blake zich omdraait vanaf de bestuurderskant. Hij zegt niets maar schudt alleen nee. Ik hoor Zack kreunen en voel dat hij mijn mouw vastgrijpt. ‘Oke, rustig maar Zack. Je moet rustig aan doen, anders verlies je te veel bloed,’ zeg ik zachtjes terwijl ik zijn haren streel. Ik voel zijn hand weer naar beneden glijden en hij doet rustig zijn ogen dicht. Ineens zie ik een heldere druppel op Zack zijn gezicht vallen en ik wrijf over mijn wangen. Ik merk nu pas dat ik al die tijd gehuild heb.
Zonder dat ik er iets van gemerkt heb is Blake naar zijn huis gereden. Hij doet het portier aan mijn kant open en laat mij uitstappen waarna hij Zack voorzichtig vastpakt. Nog voordat ik om de huissleutel kan vragen staat de deur al open. Natuurlijk, dat mooie engelentrucje van Blake. Nu komt het toch nog beter van pas dan alleen in de rol van een gentleman. Ik loop achter ze aan naar binnen en volg Blake naar de slaapkamer waar hij Zack op het bed neerlegt.
‘Blijf bij hem. Ik haal handdoeken en heet water,’ zegt Blake stug terwijl hij de kamer weer uitloopt. Ik ga naast Zack zitten en praat zacht tegen hem. Nog geen vijf minuten later is Blake weer terug met spullen. Hij heeft een houten pollepel in zijn hand en geeft die aan mij. ‘Hier, stop deze in zijn mond,’ zegt hij. Een beetje verbijsterd pak ik de pollepel aan en kijk Blake dan vragend aan. ‘Om op te bijten, het zal geen pretje voor hem zijn om het mes eruit te trekken,’ vervolgt hij ongeduldig. Ik voel de kippenvel over mijn rug heen gaan en huiver bij het idee.
‘Zack, ik wil dat je hier op bijt,’ zeg ik langzaam en duidelijk tegen hem. Hij knikt nauwelijks met zijn hoofd en ik hoop maar dat hij me begrepen heeft. Voorzichtig leg ik de lepel op zijn mond en hij doet het iets open. Dan pakt hij de lepel voorzichtig van me aan en bijt er zwakjes op. Blake knikt en gebaart dat ik opzij moet gaan. ‘Sue, ik hou hem in bedwang zodat hij niet kan bewegen en jij moet het mes eruit trekken,’ zegt hij terwijl hij me doordringend aankijkt. Ik hap naar adem van de schrik. ‘Ik moet wát?,’ vraag ik nog een keer, in de hoop dat ik het verkeerd gehoord heb.
‘Sue, hier is geen tijd voor. Het mes móét er nu uit,’ zegt hij en ik voel de frustratie in zijn stem. Ik knik en pak met trillende handen het mes vast. Ik haal even diep adem en kijk Blake vragend aan. Die knikt en houd Zack stevig vast. Ik tel tot drie en trek dan met alle kracht het mes uit zijn buik.
Ondanks de pollepel hoor ik Zack schreeuwen van de pijn en hij trekt zijn lichaam samen. Ik deins geschrokken naar achter en voel de tranen prikken in mijn ogen. Ik zie Blake bezorgd naar me kijken en hij zegt bezorgd: ‘nog even Sue, ik heb je hulp nodig.’
Kom op Sue, je moet het doen voor Zack want hij heeft je nodig. Ik haal voor de zoveelste keer diep adem en loop weer naar het bed toe waar Blake de schone handdoeken tegen de wond aan drukt. Ik zie de handdoeken rood kleuren en merk hoeveel bloed er uit de wond stroomt. Blake kijkt me aan en ik zie hem tot mijn verbazing schuldig kijken. ‘Sue, ik… Zack heeft je bloed nodig om te helen,’ zegt hij zacht. Ik kijk hem verbaasd aan, maar twijfel geen moment en schud ja. Hij knikt meer om zichzelf te overtuigen en laat me dan op het bed zitten vlakbij de wond. ‘Geef me je hand,’ zegt Blake en ik leg mijn hand in zijn handen. Zonder waarschuwing bijt hij in mijn hand en ik slaak een gil van verbazing. Het bloed sijpelt uit de wond en hij haalt snel de handdoeken van de wond en houdt vervolgens mijn bloedende hand erboven. De druppels bloed vallen in de buikwond en langzaam zie ik het van binnen veranderen. Nog geen minuut later is de wond helemaal dicht en valt er niets meer van te zien. Ik kijk verbaasd van Blake naar Zack en meteen slaat mijn verbazing om in bezorgdheid.
Ik ga naast het bed zitten bij Zack zijn gezicht en streel weer door zijn haren terwijl ik zacht tegen hem praat. ‘Zack, blijf bij me. Je wond is genezen, het is weer helemaal dicht.’ Hij draait even zijn hoofd heen en weer, maar zijn ogen blijven gesloten.
‘Het duurt nog even voordat hij weer helemaal genezen is. Meer kunnen we nu niet voor hem doen, behalve rust geven,’ legt Blake uit. Ik knik en wil achter Blake aan de kamer uitlopen, maar ik voel Zack zijn hand zwakjes om mijn pols heen spannen. Ik kijk Blake even aan en hij loopt de kamer stilletjes uit terwijl ik naast Zack op bed ga zitten. Ik leun zachtjes tegen het kussen aan terwijl ik weer verder ga met zijn haar strelen. Overmand door de plotselinge stilte zink ik zachtjes weg in een diepe slaap.